Page 145 of 150
161
9
TECHNISCHE GEGEVENS
AANHANGERGEWICHTEN
Carrosserievariant Motor Geremde aanhanger
Plateau-/
Chassis-Cabine 330
HDi 100
2 000
HDi 1202 500
HDi 1602 500
333
HDi 100
2 000
HDi 1202 500
HDi 1602 500
335HDi 100
2 000
HDi 120
2 500*
3000**
HDi 160 2500*
3000**
435 / 440 HDi 120
2500
HDi 160 2500
* 15inch-velgen.
** 16 inch-velgen. Gewichten
Page 146 of 150
162
GewichtenAANHANGERGEWICHTEN
Carrosserievariant Motor Geremde aanhanger
Combi 330
HDi 100
2000
HDi 120 2500
HDi 160 2500
333 HDi 100
2000
HDi 120 2500
HDi 160 2500
Page 147 of 150
B
A
CA
C
E
D
163
9
TECHNISCHE GEGEVENS
Identificatie
IDENTIFICATIE
A. Constructeursplaatje
1 - Serienummer VF.
2 - Maximaal toegestaan totaalgewicht.
3 - Maximaal toegestaan treingewicht.
4.1 - Maximale aslast vóór.
4.2 - Maximale aslast achter. B. Serienummer op de carrosserie D. Kleurcode van de
lak
C. Banden
De sticker C op de stijl van het rechterportier
van de bestelwagen geeft de volgende
informatie:
- de maat van de velgen en banden,
- de bandenspanning (deze moet
minstens eens per maand bij koude
banden gecontroleerd worden). E. Serienummer op de
carrosserie
Het serienummer bevindt zich onder het
kunststof afdekplaatje ter hoogte van de
dorpel van het rechterportier.
Page 148 of 150
43
3
ERGONOMIE EN COMFORT
Stuurkolomschakelaars
SNELHEIDSREGELAAR
De werking van de snelheidsregelaar
(volgens uitvoering) wordt aangegeven door
een pictogram op de wijzerplaat van de
toerenteller.
Functie geselecteerd.
Functie uitgeschakeld.
Voor het instellen van de gewenste
wagensnelheid.
Met dit systeem kan de bestuurder, bij
normaal doorstromend verkeer met een
constante ingestelde snelheid rijden,
behalve op steile hellingen en met zware
belading.
Deze voorziening werkt alleen bij snelheden
boven 40 km/h vanaf de 4e versnelling.
Page 149 of 150

44
Stuurkolomschakelaars
Selecteren van de functie - ON
Selecteer ON om de
functie in te schakelen.
Dit wordt bevestigd
door een melding op dit
display (volgens uitvoering).
Instellen van een snelheid
Breng uw auto met het gaspedaal op de
gewenste snelheid (4e of 5e versnelling
ingeschakeld).
Beweeg de hendel ongeveer één seconde
omhoog (+) om de snelheid op te slaan.
Laat het gaspedaal geleidelijk los.
De snelheid wordt nu door de auto
gehandhaafd. Hervatten - RES
Verhoog of verlaag de
wagensnelheid geleidelijk naar de
eerder ingestelde snelheid en druk
op RES om deze weer aan te nemen (nadat
bijvoorbeeld het rem- of koppelingspedaal is
ingetrapt).
Het pictogram gaat branden, de
snelheidsregelaar is weer ingeschakeld.Uitschakelen van de functie
Trap het rem- of koppelingspedaal in
of draai de knop in de stand OFF, het
pictogram verdwijnt.
Bij een ingreep van het ESP- of het
ASR-systeem wordt de snelheidsregelaar
tijdelijk uitgeschakeld.
Ingestelde snelheid wijzigen tijdens
de werking van de snelheidsregelaar
U kunt:
- de snelheid in stappen verhogen door de toets steeds kort in te drukken of de
snelheid geleidelijk verhogen door de
schakelaar omhoog te houden (+),
Tijdelijke overschrijding van de
snelheid
Het blijft altijd mogelijk om als de
snelheidsregelaar is ingeschakeld de
ingestelde snelheid te overschrijden door
het gaspedaal in te trappen (bijv. voor het
inhalen van een auto).
- de snelheid geleidelijk verlagen door de
schakelaar omlaag te houden (-).
Page 150 of 150

45
3
ERGONOMIE EN COMFORT
Stuurkolomschakelaars
Ingestelde snelheid uitschakelen
De ingestelde snelheid wordt uit het
geheugen gewist als het contact wordt
afgezet. Gebruiksvoorschrift
Let bij het wijzigen van de snelheid door
het ingedrukt houden van de toets goed op,
omdat de snelheid zeer snel kan worden
verhoogd of verlaagd.
Gebruik de snelheidsregelaar niet op gladde
wegen of bij druk verkeer.
Bij de afdaling van een steile helling kan de
snelheidsregelaar niet voorkomen dat de
ingestelde snelheid wordt overschreden.
Bij het gebruik van de snelheidsregelaar
moet de bestuurder te allen tijde de
snelheidslimiet in acht nemen, zijn
aandacht op het verkeer vestigen en zijn
verantwoordelijkheid nemen.
Het is raadzaam de voeten in de buurt van
de pedalen te houden.
Om te voorkomen dat de werking van de
pedalen wordt gehinderd:
- controleer of de mat goed op zijn plaats
ligt,
- leg nooit meerdere matten boven op elkaar.
Storing
In het geval van een storing wordt de functie
uitgeschakeld en verdwijnt het pictogram.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk om het
systeem te laten controleren.