Page 49 of 150
65
3
ERGONOMIE EN COMFORT
Praktische voorzieningen
Aansteker/12V-aansluiting
Druk de aansteker in en wacht tot deze
uitspringt.
12V-aansluiting: max. 180 W. Verplaatsbare asbak
Open de asbak, trek hem omhoog en leeg
hem in een vuilnisbak.
Opbergvak boven de voorruit
Dit opbergvak bevindt zich boven de
zonnekleppen. Maximale belasting:
ongeveer 20 kg.
Page 50 of 150
66
Praktische voorzieningen
Plafonnier
De dubbele plafonnier in het midden van het
dak kan worden ingeschakeld:
- met de schakelaars op de plafonnier, bij
aangezet contact (stand MAR),
- door het openen of sluiten van de
voorportieren,
- door het vergrendelen/ontgrendelen van
de auto.
De plafonnier gaat automatisch uit:
- als zowel de rechter als de linker schakelaar niet is ingedrukt,
- in alle gevallen na 15 minuten, als
de portieren open blijven ofzodra het
contact is aangezet. Kaartleeslampjes
De kaartleeslampjes kunnen met een
schakelaar worden in- en uitgeschakeld.
Met de schakelaar aan bestuurderszijde
kunnen beide kaartleeslampjes gelijktijdig
worden bediend.
Met de schakelaar aan passagierszijde
kunnen de kaartleeslampjes aan
bestuurders- en passagierszijde afzonderlijk
worden in- en uitgeschakeld.
Opbergvakken in de portieren
Page 51 of 150
67
3
ERGONOMIE EN COMFORT
Praktische voorzieningen
INDELING LAADRUIMTESteun voor sjorrail
Aan weerszijden van de laadruimte bevinden
zich boven de bekleding steunen voor de
bevestiging van een sjorrail. 12V-aansluiting
Maximaal vermogen: 180 W.
Sjorogen
U beschikt over 8 sjorogen om uw lading
vast te zetten. 6 sjorogen bevinden zich op
de vloer en 2 op de scheidingswand achter
de cabine.
Om veiligheidsredenen (noodstop) is het
raadzaam de zwaarste lading zo dicht
mogelijk bij de cabine te plaatsen. Bekleding
De wanden van de laadruimte zijn aan de
onderzijde bekleed om beschadiging door
lading te voorkomen.
Page 52 of 150

68
Praktische voorzieningen
ZijschuifruitenAfhankelijk van de uitvoering van
de auto kunnen de zijruiten van
zitrij 2 worden geopend.
Knijp de 2 knoppen in en schuif
de ruit open.
Tijdens het rijden moet de ruit zijn gesloten
of in een van de tussenstanden zijn gezet.
Treeplank
Om de laadruimte beter toegankelijk te
maken, kan de auto worden uitgerust met
een treeplank, die wordt uitgeklapt als de
schuifdeur wordt geopend.
Plafonniers
Uw auto kan (volgens uitvoering) uitgerust
zijn met één of twee plafonnier(s) boven de
achterdeuren en schuifdeuren.
De plafonniers kunnen worden ingeschakeld
door:
- de plafonnier naar links of rechts te
kantelen,
- de achterdeuren of schuifdeuren te openen of te sluiten.
Als de deuren geopend blijven, dooft de
verlichting automatisch na enkele minuten. Opbergruimte in het dak
Deze opbergruimte bevindt zich in de
laadruimte, boven de cabine. De inhoud
is afhankelijk van de dakhoogte van de
bestelwagen.
Looplamp
Volgens uitvoering.
Verticale laddervormige afscheiding
Deze afscheiding bevindt zich achter
de bestuurdersstoel en beschermt de
bestuurder tegen schuivende lading.
Schot
Het schot achter de voorstoelen beschermt
de bestuurder en voorpassagiers tegen
schuivende lading.
Scheidingswand met schuifraam
Gebruik deze knop om het schuifraam in de
scheidingswand te openen of te sluiten.
Page 53 of 150

A1
A2B2
B1
A
B
69
3
ERGONOMIE EN COMFORT
Praktische voorzieningen
SPIEGELS EN RUITEN
SPIEGELS
Buitenspiegels
De buitenspiegels bestaan uit twee gedeelten:
A - Bovenste spiegel
B - Onderste spiegel
Het glas van de buitenspiegels is sferisch
om het gezichtsveld naast de auto te
vergroten. De weergegeven objecten
in de spiegels aan bestuurders- en
passagierszijde lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn. Hiermee moet rekening
worden gehouden om de afstand ten
opzichte van achteropkomend verkeer goed
in te schatten.
De spiegels bevatten bovendien de
zijknipperlichten en, volgens uitvoering, de
antennes van de telecommunicatiesystemen
van de auto (GPS, GSM, radio, ...). Elektrisch bedienbare buitenspiegels
Draai aan de knop om het gedeelte van de
spiegel te selecteren.
1
Buitenspiegel aan bestuurderszijde:
A1 - Bovenste spiegel
B1 - Onderste spiegel
Duw vervolgens de knop in de richting
waarin u de spiegel wilt afstellen.
2 Buitenspiegel aan passagierszijde:
A2 - Bovenste spiegel
B2 - Onderste spiegel
Duw vervolgens de knop in de richting
waarin u de spiegel wilt afstellen.
Binnenspiegel
Met de hendel aan de onderzijde kan de
spiegel in 2 standen worden gezet.
In de dagstand staat de hendel naar voren.
Trek de hendel naar u toe om de spiegel in
de nachtstand (antiverblinding) te zetten.
Elektrisch inklappen
Druk op deze schakelaar.
Ontdooien van de
buitenspiegels
Druk op de toets van de
achterruitverwarming.
Page 54 of 150

A
B
70
Praktische voorzieningen
ELEKTRISCH BEDIENBARE RUITEN
A. Schakelaar ruitbediening
bestuurderszijde
B. Schakelaar ruitbediening
passagierszijde U kunt de ruiten op twee manieren bedienen: Automatische bediening
Duw of trek de schakelaar A of B voorbij
het zware punt: als u de schakelaar hebt
losgelaten, opent of sluit de ruit volledig.
Druk nogmaals op de schakelaar om het
openen of sluiten te stoppen.
Handbediening
Duw of trek de schakelaar A tot aan het
zware punt om de ruit te openen of te
sluiten.
De ruit stopt zodra de schakelaar wordt
losgelaten. Gebruiksvoorschrift
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs voor
een korte periode, altijd de sleutel uit het
contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de ruit
iets tussen de ruit en de sponning bekneld
raakt, moet de ruit weer worden geopend.
Druk daarvoor op de desbetreffende
schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan de
passagierszijde bedient, moet hij ervan
verzekerd zijn dat niets het correcte sluiten
van de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd zijn dat
de passagiers op de juiste manier gebruik
maken van de elektrische ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het
bedienen van de ruit niet kunnen bezeren.
Een minuut na het afzetten van het
contact wordt de elektrische ruitbediening
uitgeschakeld.
Page 55 of 150
71
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Druk op de toets TRIP op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar om de volgende
informatie weer te geven: Als in het menu
MODE de optie TRIP B is
geactiveerd:
- Traject B
- Gemiddeld brandstofverbruik B
- Gemiddelde snelheid B
- Reisduur B.
- Actieradius
- Traject A
- Gemiddeld brandstofverbruik A
- Momenteel brandstofverbruik A
- Gemiddelde snelheid A
- Reisduur A
BOORDCOMPUTER
Boordcomputer
Page 56 of 150

72
Mode
MODE
Configuratie - persoonlijke
instellingen
Het bedieningspaneel aan de linkerzijde
van het stuurwiel (volgens uitvoering)
biedt u toegang tot de menu's waarin u de
persoonlijke instellingen van de uitrusting
van de auto kunt wijzigen.
U kunt kiezen uit zeven talen: Italiaans,
Engels, Duits, Frans, Spaans, Portugees en
Nederlands.
Om veiligheidsredenen kunnen sommige
menu's uitsluitend worden weergegeven bij
afgezet contact.Druk op de toets MODE om:
- menu's en submenu's weer te geven,
- een geselecteerde optie in een menu te bevestigen
,
- menu's te verlaten.
Houd de toets ingedrukt om terug te keren naar het
beginscherm.
Druk op deze toets om:
- omhoog te scrollen in een menu,
- een waarde te verhogen.
Druk op deze toets om:
- omlaag te scrollen in een menu,
- een waarde te verlagen.
Menu... Druk
op... Submenu... Druk
op... Selecteer... Bevestig
en stop Om...
1
Geluidssignaal
snelheid
ON Verhogen Het geluidssignaal op het moment
dat de ingestelde snelheid wordt
overschreden te activeren/deactiveren
en de snelheid in te stellen.
Verlagen
OFF
2 Sensor
koplampen Verhogen
De gevoeligheid van de lichtsensor
in te stellen (1 tot 3).
Verlagen
3 Activeren
Trip B Activeren
Een tweede traject "Trip B" weer te
geven.
Deactiveren