Page 89 of 150

107
5
VEILIGHEID
Airbags
AIRBAGS
De airbags zijn speciaal ontworpen
voor een betere veiligheid van de
inzittenden bij een ernstige aanrijding:
ze vormen een aanvulling op de
werking van de veiligheidsgordels met
gordelkrachtbegrenzers.
De elektronische schoksensoren registreren
een plotselinge vertraging van de auto:
als de drempelwaarde voor het in werking
treden wordt overschreden, worden
de airbags onmiddellijk opgeblazen en
beschermen ze de inzittenden van de auto.
Direct na de aanrijding ontsnapt het gas
zodat noch het zicht, noch het eventueel
verlaten van de auto door de inzittenden
wordt belemmerd.De airbags treden niet in werking bij lichte
aanrijdingen waarbij de veiligheidsgordels
zorgen voor een afdoende bescherming; de
kracht van de aanrijding is afhankelijk van
het soort obstakel en de snelheid van de
auto op dat moment.
De airbags werken alleen als het contact
aan is.
Airbags voor
Deze zijn voor de bestuurder in het midden
van het stuurwiel en voor de passagier in
het dashboard aangebracht. Ze worden
tegelijkertijd geactiveerd, behalve als de
airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld.
Het bij het afgaan van de airbags ontsnappende gas kan enigszins
irriteren.
De knal die bij het afgaan wordt
geproduceerd, kan het gehoor gedurende
een korte periode enigszins verminderen. Storing airbag voor
Als dit verklikkerlampje gaat
branden, laat het systeem dan
controleren door het PEUGEOT-
netwerk.
Page 90 of 150

kmC I T Y
108
Airbags
Uitschakelen van de airbag aan passagierszijde
Raadpleeg in de rubriek 4 het gedeelte
"Mode" en selecteer vervolgens OFF in
het menu "Airbag passagier". In de stand
OFF werkt de airbag aan
passagierszijde bij een eventuele aanrijding
niet.
Als u het kinderzitje heeft verwijderd,
selecteer dan ON om de airbag opnieuw
in te schakelen en zo de veiligheid van uw
passagier te garanderen. Zij-airbags en window-airbags
De zij-airbags (volgens uitvoering) zijn aan
de zijde van de portieren in de rugleuningen
van de voorstoelen aangebracht.
De window-airbags zijn aangebracht in
de stijlen en in de hemelbekleding bij de
voorste zitplaatsen van de cabine.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen
de voorpassagier en de zijruit.
De zij- en window-airbags worden
opgeblazen aan de zijde waar de aanrijding
plaatsvindt.
Het verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel
brandt zolang de airbag is
uitgeschakeld.
Schakel voor de veiligheid van uw kind de
airbag aan passagierszijde altijd uit als u
een kinderzitje met de rug in de rijrichting op
de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bij
het afgaan van de airbag levensgevaarlijk
gewond raken.
Plaats als de passagiersairbag van uw
auto niet kan worden uitgeschakeld geen
kinderzitje op de voorstoel. Controle uitschakeling
Als de airbag is uitgeschakeld, gaat
elke keer dat de motor wordt gestart
dit verklikkerlampje branden.
Er verschijnt bovendien
een melding op dit display
(volgens uitvoering). Controle van werking
Het goed functioneren van het
systeem wordt aangegeven door
dit verklikkerlampje.
Page 91 of 150

109
5
VEILIGHEID
Airbags
Gebruiksvoorschrift
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften voor een
maximale effectiviteit van de airbags
(volgens uitvoering):
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...).
Dit kan de goede werking van de airbag
belemmeren en/of de inzittende bij het
opblazen van de airbag verwonden.
Het is beslist niet toegestaan om
werkzaamheden uit te voeren aan
airbagsystemen, alleen het PEUGEOT-
netwerk heeft hiervoor gekwalificeerd
personeel.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.Airbags voor
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
Laat aan passagierszijde uw voeten niet op
het dashboard rusten.
Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te
vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten
in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Zij-airbags
Bedek de stoelen alleen met goedgekeurde
stoelhoezen. Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van
de stoelen, dit zou bij het afgaan van de
airbags kunnen leiden tot verwondingen aan
armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.Window-airbags
Bevestig nooit iets op de stijlen of op de
hemelbekleding, dit zou bij het afgaan
van de window-airbags kunnen leiden tot
hoofdletsel.
Schroef nooit de handgrepen van het dak
los; deze maken deel uit van de bevestiging
van de window-airbags.
Page 92 of 150

kmC I T Y
108
Airbags
Uitschakelen van de airbag aan passagierszijde
Raadpleeg in de rubriek 4 het gedeelte
"Mode" en selecteer vervolgens OFF in
het menu "Airbag passagier". In de stand
OFF werkt de airbag aan
passagierszijde bij een eventuele aanrijding
niet.
Als u het kinderzitje heeft verwijderd,
selecteer dan ON om de airbag opnieuw
in te schakelen en zo de veiligheid van uw
passagier te garanderen. Zij-airbags en window-airbags
De zij-airbags (volgens uitvoering) zijn aan
de zijde van de portieren in de rugleuningen
van de voorstoelen aangebracht.
De window-airbags zijn aangebracht in
de stijlen en in de hemelbekleding bij de
voorste zitplaatsen van de cabine.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen
de voorpassagier en de zijruit.
De zij- en window-airbags worden
opgeblazen aan de zijde waar de aanrijding
plaatsvindt.
Het verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel
brandt zolang de airbag is
uitgeschakeld.
Schakel voor de veiligheid van uw kind de
airbag aan passagierszijde altijd uit als u
een kinderzitje met de rug in de rijrichting op
de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bij
het afgaan van de airbag levensgevaarlijk
gewond raken.
Plaats als de passagiersairbag van uw
auto niet kan worden uitgeschakeld geen
kinderzitje op de voorstoel. Controle uitschakeling
Als de airbag is uitgeschakeld, gaat
elke keer dat de motor wordt gestart
dit verklikkerlampje branden.
Er verschijnt bovendien
een melding op dit display
(volgens uitvoering). Controle van werking
Het goed functioneren van het
systeem wordt aangegeven door
dit verklikkerlampje.
Page 93 of 150

109
5
VEILIGHEID
Airbags
Gebruiksvoorschrift
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften voor een
maximale effectiviteit van de airbags
(volgens uitvoering):
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...).
Dit kan de goede werking van de airbag
belemmeren en/of de inzittende bij het
opblazen van de airbag verwonden.
Het is beslist niet toegestaan om
werkzaamheden uit te voeren aan
airbagsystemen, alleen het PEUGEOT-
netwerk heeft hiervoor gekwalificeerd
personeel.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.Airbags voor
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
Laat aan passagierszijde uw voeten niet op
het dashboard rusten.
Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te
vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten
in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Zij-airbags
Bedek de stoelen alleen met goedgekeurde
stoelhoezen. Raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van
de stoelen, dit zou bij het afgaan van de
airbags kunnen leiden tot verwondingen aan
armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.Window-airbags
Bevestig nooit iets op de stijlen of op de
hemelbekleding, dit zou bij het afgaan
van de window-airbags kunnen leiden tot
hoofdletsel.
Schroef nooit de handgrepen van het dak
los; deze maken deel uit van de bevestiging
van de window-airbags.
Page 94 of 150

110
Kinderen aan boord
KINDEREN AAN BOORD
ALGEMENE INFORMATIE MET
BETREKKING TOT KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van
uw auto veel aandacht heeft besteed aan
veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen,
is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk
van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de
volgende adviezen op:
- conform Richtlijn 2003/20 dienen kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner
dan 1,50 meter in gehomologeerde,
aan het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjes op met veiligheidsgordels
of ISOFIX-bevestigingen uitgeruste
plaatsen te worden vervoerd,
- de veiligste plaats voor het
vervoeren van een kind is volgens
de statistieken een plaats op de
achterbank van de auto,
- kinderen tot 9 kg moeten zowel
voor- als achterin met de rug in de
rijrichting worden vervoerd.
PEUGEOT beveelt u aan kinderen op
de achterzitplaatsen van uw auto te
vervoeren:
- met de rug in de rijrichting tot 2 jaar,
- met het gezicht in de rijrichting vanaf
2 jaar.
Rubriek 4, "MODE"
BEVESTIGEN VAN EEN KINDERZITJE MET EEN DRIEPUNTS VE
ILIGHEIDSGORDEL
"Met de rug in de rijrichting"
Vergeet niet de airbag aan
passagierszijde uit te schakelen
voordat u het kind in het
kinderzitje plaatst.
Wanneer een kinderzitje met de rug in
de rijrichting op de passagiersstoel
voor wordt geplaatst, moet de airbag aan
passagierszijde zijn uitgeschakeld. Anders
kan het kind bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken ."Met het gezicht in de
rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met het
gezicht in de rijrichting op de
passagiersstoel voor wordt geplaatst , mag
de airbag aan passagierszijde niet worden
uitgeschakeld.
De regels voor het vervoeren van kinderen
zijn per land verschillend. Raadpleeg
hiervoor de wetgeving in uw land.
Raadpleeg de lijst met de voor uw land
goedgekeurde kinderzitjes. De aanwezigheid
van ISOFIX-bevestigingen, achterzitplaatsen
en een (uitschakelbare) passagiersairbag is
afhankelijk van de uitvoering.
Page 95 of 150
111
5
VEILIGHEID
Kinderen aan boord
De functie van de kinderzitjes is
gelijk voor het gehele PEUGEOT-
gamma. Elk gamma heeft echter zijn eigen
bijzonderheden.ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Deze zitplaatsen zijn uitgerust
met ISOFIX-bevestigingen.
De airbag aan passagierszijde (volgens
uitvoering) kan worden uitgeschakeld
met behulp van de toets MODE van de
boordcomputer.
De tweezitsbank vóór is niet in lengterichting
verstelbaar.
Laat nooit een kind op schoot zitten tijdens
het rijden. De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een
betrouwbare, degelijke en snelle montage
van het kinderzitje in uw auto.
Het betreft 2 ringen die zijn geplaatst tussen
de rug en de zitting van de stoel.
De ISOFIX-kinderzitjes
beschikken over
2 sloten die eenvoudig aan deze ringen
kunnen worden verankerd.
Page 96 of 150
111
5
VEILIGHEID
Kinderen aan boord
De functie van de kinderzitjes is
gelijk voor het gehele PEUGEOT-
gamma. Elk gamma heeft echter zijn eigen
bijzonderheden.ISOFIX-BEVESTIGINGEN
Deze zitplaatsen zijn uitgerust
met ISOFIX-bevestigingen.
De airbag aan passagierszijde (volgens
uitvoering) kan worden uitgeschakeld
met behulp van de toets MODE van de
boordcomputer.
De tweezitsbank vóór is niet in lengterichting
verstelbaar.
Laat nooit een kind op schoot zitten tijdens
het rijden. De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een
betrouwbare, degelijke en snelle montage
van het kinderzitje in uw auto.
Het betreft 2 ringen die zijn geplaatst tussen
de rug en de zitting van de stoel.
De ISOFIX-kinderzitjes
beschikken over
2 sloten die eenvoudig aan deze ringen
kunnen worden verankerd.