Page 17 of 56

te stellen activeert u de de “TRIP”-
weergave en houdt u de terugstelknop
minstens 2 seconden ingedrukt.
De ritteller kan samen met de brands-
tofniveaumeter worden gebruikt om
de afstand te schatten die met een
volle brandstoftank kan worden afge-
legd. Deze informatie stelt u in staat
de volgende tankstops te plannen.
DAU12140
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan
hoeveel brandstof in de tank aanwe-
zig is. De naald beweegt naar “E”
(Empty) naarmate het brandstofnive-
au daalt. Vul zo snel mogelijk brands-
tof bij als de naald bij “E” staat.
OPMERKING:
Voorkom dat de brandstoftank geheel
droog komt te staan.
DAUS1010
Klok
Om de klok op tijd te zetten
1. Draai de sleutel naar “f”.2. Stel het kilometerteller/ritteller
display in op “TOTAL” door de
“SET”-toets in te drukken.
3. Houd de “SET”-toets minstens
twee seconden ingedrukt.
4. Zodra de urenaanduiding begint
te knipperen, drukt u op de
“SET”-toets om de uren in te ste-
llen.
5. Houd de “SET”-toets opnieuw
minstens twee seconden inge-
drukt en de minutenaanduiding
begint te knipperen.
6. Druk op de “SET”-toets om de
minuten in te stellen.
7. Houd de “SET”-toets minstens
twee seconden ingedrukt om de
klok in te schakelen en terug te
gaan naar de kilometerteller/ritte-
ller.
OPMERKING:
De klok wordt alleen getoond als de
sleutel in de “f”-stand staat.
DAU12343
Stuurschakelaars
1. Claxonschakelaar
2. Richtingaanwijzerschakelaar
3. Dimlichtschakelaar
DAU12400
Dimlichtschakelaar “j/k”
Zet deze schakelaar op “j” voor gro-
otlicht en op “k” voor dimlicht.
DAU12440
Richtingaanwijzerschakelaar
“TURN”
Druk deze schakelaar naar rechts om afs-
laan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar links om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand.
Om de richtingaanwijzers uit te schakelen
wordt de schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
kb
a
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
13
2
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 17
Page 18 of 56

DAU12500
Claxonschakelaar “a”
Druk deze schakelaar in om een cla-
xonsignaal te geven.
DAUM1131
Startknop “g”
1. Startknop
Druk op deze knop terwijl u de voor-
of achterrem bekrachtigt om de motor
te starten met de startmotor.
DCA10050
LET OP
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
DAU12900
Voorremhendel
De voorremhendel bevindt zich aan
de rechterstuurgreep. Trek deze hen-
del naar het stuur toe om de voorrem
te bekrachtigen.
DAU12950
Achterremhendel
De achterremhendel bevindt zich aan
de linkerstuurgreep. Trek deze hendel
naar het stuur toe om de achterrem te
bekrachtigen.
DAU13200
Tankdop en dop van het
oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering
1. Benzinetank 2. Oliereservoir
De tankdop en de dop van het oliere-
servoir voor 2-takt injectiesmering
bevinden zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-6.)
Tankdop
Om de tankdop te verwijderen wordt
deze linksom gedraaid en dan losge-
nomen.
j
k
g
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
1
2
1
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 18
Page 19 of 56

Om de tankdop aan te brengen wordt
deze rechtsom gedraaid.
Dop oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering
De dop van het oliereservoir voor 2-
takt injectiesmering wordt los getrok-
ken om te verwijderen.
Om de dop van het oliereservoir voor
2-takt injectiesmering aan te brengen
wordt deze vast gedrukt in de reser-
voiropening.
DWA10140
s s
WAARSCHUWING
Controleer alvorens te gaan rijden
of de tankdop en de dop van het
oliereservoir voor 2-takt injecties-
mering correct zijn aangebracht.
DAU13220
Brandstof
1.De vulpijp
2.Het brandstofpeil
Controleer of voldoende brandstof in
de brandstoftank aanwezig is. Steek
om te tanken het mondstuk van de
pompslang in de vulopening van de
brandstoftank en vul tot onderaan de
vulpijp, zoals getoond in de afbeel-
ding.
DWA10880
s s
WAARSCHUWING
Overvul de brandstoftank niet,
anders zal benzine uitstromen
zodra deze warm wordt en uit-
zet.
Mors geen brandstof op een
heet motorblok.
DCA10070
LET OP
Veeg gemorste brandstof direct af
met een schone, droge en zachte
doek, de brandstof kan immers
schade toebrengen aan de lak of
aan kunststof onderdelen.
DAU13270
Uw Yamaha motorblok is gebouwd
op het gebruik van normale loodvrije
benzine met een octaangetal van
RON 91 of hoger. Als de motor gaat
detoneren (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan
bougies langer mee en blijven de
onderhoudskosten beperkt.
DAU13460
2-takt injectiesmering
Controleer of voldoende olie aanwe-
zig is in het reservoir voor 2-takt injec-
tiesmering. Vul indien nodig de voor-
geschreven 2-takt injectiesmering bij.
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE LOODV-
RIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
5,5 L (1,21 US gal) (4,8 Imp.gal)
Brandstofreserve:
1,9 L (0,42 US gal) (1,67 Imp.gal)
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 19
Page 20 of 56

OPMERKING:
Controleer of de dop op het oliereser-
voir voor 2-takt injectiesmering
correct is aangebracht.
DAUS1050
Kickstarter
1. Star pedaal
Trap om de motor te starten het
kickstartpedaal licht omlaag totdat de
tandwielen aangrijpen en trap het
pedaal dan soepel maar krachtig
omlaag.
DAU13931
Zadel
Openen van het zadel
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contacts-
lot en draai hem dan linksom.
OPMERKING:
Druk de sleutel niet in terwijl u deze
draait.
3. Klap het zadel omhoog.
Sluiten van het zadel.
1. Klap het zadel omlaag en druk
dan aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit het contacts-
lot als de scooter onbeheerd
wordt achtergelaten.
OPMERKING:
Controleer of het zadel stevig is ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.
DAU14510
Opbergcompatiment
1. Opbergcompatiment
Onder het zadel is een opbergcom-
partiment aanwezig. (Zie pagina 3-6.)
DWA10960
s s
WAARSCHUWING
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 3,5 kg voor het
opbergcompartiment niet.
Aanbevolen olie:
Yamalube 2 of gelijkwaardige 2-
takt injectiesmeerolie (JASO grade
“FC” of ISO grades “EG-C” of “EG-
D”)
Oliehoeveelheid:
1,4 L (0,31 US qt) (1,23 Imp.qt)
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
1
1
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 20
Page 21 of 56

Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 158 kg (CS50Z),
161 kg (CS50) voor de machine
niet.
DCA10080
LET OP
Let op het volgende bij het gebruik
van het opbergcompartiment.
Het opbergcompartiment
wordt snel warmer als het is
blootgesteld aan direct zon-
licht, bewaar hierin dus geen
goederen die slecht tegen
warmte kunnen.
Wikkel natte voorwerpen in
een plastic zak, om zo vochtig
worden van het opbergcom-
partiment te voorkomen.
Het opbergcompartiment kan
nat worden als de scooter
wordt gewassen, omwikkel te
bewaren voorwerpen dus in
een plastic zak.
Bewaar geen waardevolle of
breekbare voorwerpen in het
opbergcompartiment.
Om een helm op te bergen in het
opbergcompartiment, moet de helm
omgekeerd geplaatst worden en met
de voorkant naar voren toe.
OPMERKING:
Sommige helmen kunnen vanwe-
ge hun grootte of vorm niet wor-
den weggeborgen in het opberg-
compartiment.
Laat uw scooter niet onbeheerd
achter met het zadel open.
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 21
Page 22 of 56
DAU15591
De eigenaar is verantwoordelijk voor
de conditie van zijn voertuig. Vitale
onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij
blootstelling aan weer en wind vrij
snel en onverwachts achteruitgaan,
ook als de machine niet wordt
gebruikt. Eventuele schade, vloeisto-
flekkage of het wegvallen van de
bandspanning kan ernstige gevolgen
hebben. Het is daarom van belang om
voorafgaand aan elke rit een visuele
inspectie uit te voeren en bovendien
de volgende punten te controleren.
OPMERKING:
Voordat de machine wordt gebruikt
moet telkens een korte algemene
controle worden uitgevoerd. Zo’n ins-
pectie neemt maar weinig tijd in bes-
lag en de hiermee gegarandeerde vei-
ligheid is die tijd alleszins waard.
DWA11150
s s
WAARSCHUWING
Als een onderdeel uit de Controle-
lijst voor gebruik niet naar behoren
werkt, laat het dan controleren en
repareren alvorens de machine te
gebruiken.
4
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-1
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 22
Page 23 of 56

DAU15603
Controlelijst voor gebruik
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-2
4
ITEM CONTROLES PAGINA
• Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
BrandstofVul indien nodig brandstof bij. 3-3, 3-4
Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer het olieniveau in het oliereservoir.
2-takt injectiesmering• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het
3-4, 3-5
voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage.
Versnellingsbakolie• Controleer het olieniveau in het versnellingsbakhuis.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.6-6
• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha
dealer het hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
Voorrem• Vervang indien nodig. 3-4, 6-11, 6-12, 6-13
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
• Controleer de werking.
Achterrem• Smeer indien nodig de kabel.
3-4, 6-11, 6-12
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer of de werking soepel is.
Gasgreep• Controleer de vrije slag van de kabel.
6-9, 6-14
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel
af te stellen, en de kabel en het kabelhuis te smeren.
• Controleer op schade.
Wielen en banden• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
6-9, 6-15
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
Remhendels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.3-4, 6-11, 6-14
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 23
Page 24 of 56
ITEM CONTROLES PAGINA
Middenbok• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het scharnierpunt.6-14
Framebevestigingen• Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast.—
Instrumenten, verlichting, • Controleer de werking.
signaleringssysteem en • Corrigeer indien nodig.—
schakelaars
• Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Koelvloeistof• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het
6-6, 6-7
voorgeschreven niveau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage.
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-3
4
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 24