Page 57 of 338
56
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Trip B ON?NEE
JA
Terug naar vorig
scherm, bijv.:
8:3020oC%%%%
&= “Reset Trip B”
(zie de paragraaf “Reset Trip B”).
(*)(*)(*) (*)
%= Toets “TRIP” korter dan 2 seconden indrukken - &= Toets “TRIP” langer dan 2 seconden indrukken
Page 58 of 338
57
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Na het op nul zetten van “Trip” door op de knop te drukken volgens methode &, verschijnen op het display
de volgende functies:
Reset GENERAL TRIP
&= “Reset General trip” en “Trip B”
(behalve “Autonomie”).
&= “Reset Trip B”
Reset TRIP B
Alle waarden zijn op nul gezet
Alleen de waarden van Trip B zijn op nul gezet
%= Toets “TRIP” korter dan 2 seconden indrukken - &= Toets “TRIP” langer dan 2 seconden indrukken
Page 59 of 338

58
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Autonomie (actieradius)= geeft het aantal kilome-
ters aan dat nog gereden kan worden met de brand-
stof in de brandstoftank, waarbij er van uit wordt
gegaan dat de rijstijl niet verandert. Op het display
verschijnt de indicatie “- - - -” als:
❒de actieradius kleiner is dan 50 km of het brand-
stofniveau minder is dan 4 liter.
In het eerste geval verschijnt er voor “- - - -” de
waarschuwing “Attentie Beperkte Autonomie” (de
melding verschijnt eveneens als de Trip Computer
niet is weergegeven).
❒de auto gedurende een langere periode stilstaat
met stationair draaiende motor; als er wordt weg-
gereden dan wordt de actieradius opnieuw weer-
gegeven.
Afgelegde afstand= geeft het aantal afgelegde kilo-
meters (of mijlen) aan na de laatste reset (*).
Gemiddeld verbruik= geeft het gemiddelde
brandstofverbruik aan na de laatste reset (*) in
l/100 km, km/l of mpg.
Huidig verbruik= geeft ongeveer iedere seconde
bijgewerkt het brandstofverbruik aan in l/100 km,
km/l of mpg. Als de auto stilstaat met stationair
draaiende motor wordt “- - - -” weergegeven. Zodra
de auto weer rijdt, wordt opnieuw het huidige ver-
bruik weergegeven.Gemiddelde snelheid= geeft de gemiddelde snel-
heid van de auto aan op basis van de tijd die afge-
legd is na de laatste reset (*) in km/h of mph.
Reistijd= tijd die verstreken is na de laatste reset
(*).
(*) De reset kan op twee manieren worden uitge-
voerd:
– “handmatig” door de gebruiker d.m.v. het indruk-
ken van de betreffende toets (zie de paragraaf “Be-
dieningstoetsen”)
– “automatisch” wanneer de afgelegde afstand de
waarde 9.999,9 km bereikt of wanneer de Reistijd
de waarde 99:59 (99 uur en 59 minuten) bereikt
– als de accu losgekoppeld is geweest.
BELANGRIJK Als er geen informatie is, verschijnt
bij alle functies op de Trip computer de mededeling
“- - - -” in plaats van de waarde. Wanneer de nor-
male werking weer hersteld is, worden de waarden
van de functies weer op normale wijze weergegeven.
De waarden die voor de storing werden weergege-
ven, worden niet op nul gezet (*).
BELANGRIJK Als de accu losgekoppeld is geweest,
dan worden bepaalde functies weergegeven door “- -
- -” totdat er voldoende gegevens zijn verzameld
voor de berekening van de betreffende functie.
Page 60 of 338
59
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
LICHTSTERKTEREGELING INSTRUMENTENPANEEL, DISPLAY EN BEDIENINGSKNOPPEN
(LICHTSTERKTE)
Met deze functie kan bij ingeschakelde buitenverlichting de lichtsterkte worden geregeld (verhogen/verlagen)
van het display/instrumentenpaneel en van het display van de automatische klimaatregeling met gescheiden
regeling (indien aanwezig).
Ga voor het instellen als volgt te werk:
Zie “Startcontrole”
en “Toegang tot
menuscherm”
– +– +
Automatisch terug naar standaardscherm na enkele
seconden of door het indrukken van de
toets
Q
Vorig scherm
bijv.: Stel met de toetsen +/- de gewenste
lichtsterkte in.
L0D0040m
Q= Toets “MODE” korter dan 2 seconden indrukken
R= Toets “MODE” langer dan 2 seconden indrukken
Page 61 of 338
60
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Als u na het verschijnen van de mededeling een brandstoflucht ruikt of merkt dat
het brandstofsysteem lekt, druk dan de schakelaar niet terug, zodat brand wordt
voorkomen.
ATTENTIE
WEERGAVE INSCHAKELING BRANDSTOFNOODSCHAKE-
LAAR
De afgebeelde weergave verschijnt automatisch als de brandstofnood-
schakelaar inschakelt na een botsing van een bepaalde omvang.
De schakelaar onderbreekt de brandstoftoevoer.
Zie de betreffende paragraaf “Brandstofnoodschakelaar”.
Page 62 of 338
61
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
ATTENTIEHet stuur mag alleen worden versteld als de auto stilstaat.
STUURWIEL VERSTELLEN
Het stuurwiel is in hoogte A en diepte B verstelbaar.
Ga voor het verstellen als volgt te werk:
❒ontgrendel de hendel door hem naar het stuur te trekken (stand
2);
❒plaats het stuur in de gewenste stand;
❒vergrendel de hendel door deze naar voren te drukken (stand 1).
L0D0055m
ATTENTIE
Het is streng verboden om de-/montagewerkzaamheden uit te voeren, waarvoor
wijzigingen in de stuurinrichting of de stuurkolom vereist zijn (bijv. bij montage
van een diefstalbeveiliging). Hierdoor kunnen de prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar worden gebracht en voldoet de auto niet meer
aan de typegoedkeuring.
Page 63 of 338

62
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
L0D0041m
L0D0042m
ZITPOSITIE INSTELLEN
ZITPLAATSEN VOOR
Verstellen in lengterichting
Trek de hendel A omhoog en schuif de stoel naar voren of naar ach-
teren in de gewenste stand: als u rijdt, moeten de armen licht gebo-
gen zijn en de handen op de stuurwielrand steunen.
Controleer of de stoel goed geblokkeerd is door hem naar voren en
naar achteren te schuiven.
Hoogteverstelling (bestuurdersstoel) (indien aanwezig)
Beweeg de hendel B herhaaldelijk omhoog of omlaag voor de gewens-
te zithoogte.
BELANGRIJK De hoogte kan alleen worden ingesteld als u op de
bestuurdersstoel zit en de auto stilstaat.
Rugleuning verstellen
Duw de hendel D in de richting van de pijl, zet de rugleuning in de
gewenste stand en laat vervolgens de hendel los.
Lendensteun verstellen (indien aanwezig)
U kunt het steunvlak van de rugleuning aanpassen. Draai de knop C
rechtsom voor meer steun en linksom voor minder steun.
Controleer na het instellen altijd of de stoelen goed vergrendeld zijn.
ATTENTIE
Page 64 of 338

63
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Armsteun verstellen (indien aanwezig)
Klap de armsteun voor gebruik van stand 1 in stand 2.
Tafelstand passagiersstoel
Klap de armsteun (indien aanwezig) omhoog.
Duw de hendel A vanaf de bestuurdersstoel of de zitplaatsen achter
in de richting van de pijl, klap de rugleuning op de zitting en laat
vervolgens de hendel los. In deze stand kan de achterkant van de
rugleuning als tafeltje worden gebruikt.
Tafelstand bestuurdersstoel
Voor de “tafel”-stand van de bestuurdersstoel moet de hoofdsteun
geheel worden verwijderd (zie de paragraaf “Hoofdsteun verwijde-
ren” in dit hoofdstuk) en de hiervoor beschreven procedure worden
gevolgd.
Stoelverwarming (indien aanwezig)
U kunt de stoelverwarming in- en uitschakelen met de knop B voor
verwarming van de bestuurdersstoel en de knop C voor verwarming
van de passagiersstoel.
Bij inschakeling gaat het lampje op de knop branden.
L0D0043m
L0D0044m
L0D0045mL0D0046m