Page 241 of 338
240
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
t
Lampje op
instr.paneelWeergave op het
multifunctionele display
STORING “DUAL FUNCTION SYSTEM” VERSNELLINGSBAK
(indien aanwezig)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje op het
instrumentenpaneel branden. Direct na het starten van de motor moet
het lampje doven.
Het lampje op het instrumentenpaneel gaat knipperen (op het
multifunctionele display verschijnt ook een bericht en er klinkt een
akoestisch signaal) als er storing is in de Dual FuNction System
versnellingsbak.
ATTENTIEWendt u bij een storing in de versnellingsbak zo snel mogelijk tot de Lancia-
dealer om het systeem te laten controleren. rood
Page 242 of 338
241
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
Lampje op
instr.paneel Weergave op het
multifunctionele display
STORING ESP (indien aanwezig) - SYSTEEM NIET
BESCHIKBAAR
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje op het
instrumentenpaneel branden. Na enkele seconden moet het lampje
doven.
Als het lampje niet dooft, of tijdens het rijden blijft branden
(en er verschijnt een bericht op het display) samen met het lampje op
de ASR-knop, wendt u dan tot de Lancia-dealer.
Als het lampje knippert tijdens het rijden, dan geeft dit aan dat het
ESP in werking is getreden.
á
geel
oranje
Page 243 of 338
242
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
Lampje op
instr.paneelWeergave op het
multifunctionele display
*
geel
oranjeStoring Hill Holder - Systeem niet beschikbaar (indien
aanwezig)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje op het
instrumentenpaneel branden. Na enkele seconden moet het lampje
doven. Bij een storing gaat het lampje *op het instrumentenpaneel
branden (er verschijnt ook een bericht op het display). Wendt u in dat
geval zo snel mogelijk tot de Lancia-dealer.
Page 244 of 338
243
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
NOODGEVALLEN
PORTIEREN OPENEN/SLUITEN......................... 244
STARTEN VAN DE MOTOR ................................ 245
FIX & GO (SNELLE
BANDENREPARATIESET) .................................. 248
WIEL VERWISSELEN ......................................... 253
GLOEILAMP VERVANGEN ................................ 260
GLOEILAMP BUITENVERLICHTING
VERVANGEN ....................................................... 263
GLOEILAMP INTERIEURVERLICHTING
VERVANGEN ....................................................... 269
ZEKERINGEN VERVANGEN .............................. 272
ACCU OPLADEN ................................................. 278
OPKRIKKEN VAN DE AUTO .............................. 279
SLEPEN VAN DE AUTO ...................................... 279
Page 245 of 338
244
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
PORTIEREN OPENEN/SLUITEN
Noodportiervergrendeling van buitenaf
De portieren zijn voorzien van een systeem waarmee de portieren via
het slot kunnen worden vergrendeld als er geen stroom aanwezig is.
In dat geval kunt u de portieren van de auto vergrendelen door:
❒de contactsleutel in het slot B te steken
❒het slot in stand 1 te draaien en het portier te sluiten.
U kunt de portieren weer openen door:
❒de contactsleutel in het slot van het bestuurdersportier te steken en
de sleutel linksom te draaien
❒het bestuurdersportier te openen
❒vanuit het interieur de andere portieren te openen met de
betreffende hendels in de handgrepen.
L0D0247m
Page 246 of 338

245
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
STARTEN VAN DE MOTOR
NOODSTART
Als de Lancia-code er niet in slaagt de
startblokkering op te heffen, dan blijven de lampjes
Yen Uop het instrumentenpaneel branden en
start de motor niet.
Voor het starten van de motor is het nodig een
noodstart uit te voeren.
Wij raden u aan om eerst de instructies goed te
lezen, voordat u de motor op deze wijze start: als er
tijdens deze noodstartprocedure een vergissing
wordt gemaakt, moet de contactsleutel in stand
STOP worden gedraaid en de gehele procedure
vanaf het begin worden herhaald.
Ga als volgt te werk:
❒lees de 5-cijferige elektronische code die op de
CODE-card vermeld staat;
❒draai de contactsleutel in stand MAR;
❒trap het gaspedaal geheel in en houd het
ingetrapt: het lampje
Uop het
instrumentenpaneel gaat ongeveer 8 seconden
branden en dooft daarna;
❒laat het gaspedaal los en tel het aantal keren dat
het lampje
Uknippert;
❒als het lampje evenveel keer heeft geknipperd als
het eerste cijfer van de code op uw CODE-card,moet u het gaspedaal intrappen en ingetrapt
houden totdat het lampje
U4 seconden heeft
gebrand: laat vervolgens het gaspedaal los;
❒het lampje Ugaat weer knipperen: als het
lampje evenveel keer heeft geknipperd als het
tweede cijfer van de code op uw CODE-card,
moet u het gaspedaal intrappen en ingetrapt
houden;
❒herhaal deze procedure voor de overige cijfers
van de code op uw CODE-card;
❒houd bij het laatste cijfer het gaspedaal
ingetrapt. Het lampje
Ugaat ongeveer 4
seconden branden en dooft daarna. Laat het
gaspedaal los;
❒als het lampje Uongeveer 4 seconden snel gaat
knipperen, is de procedure op de juiste wijze
uitgevoerd;
❒start de motor door de contactsleutel van stand
MAR in stand AVV te draaien.
Als het lampje
Ublijft branden, draai dan de
contactsleutel in stand STOP en herhaal de
procedure vanaf het eerste punt.
BELANGRIJK Bij elke volgende startpoging van de
motor moet deze noodstartprocedure worden
herhaald. Wij raden u daarom aan om na het
uitvoeren van een noodstart contact op te nemen
met de Lancia-dealer.
Page 247 of 338

246
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
L0D0160m
STARTEN MET EEN HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor worden gestart met een hulpaccu, die
ten minste dezelfde capaciteit moet hebben als de lege accu.
Ga voor het starten als volgt te werk:
❒verbind de pluspolen (+ teken nabij de pool) van de beide accu’s
met een startkabel;
❒sluit een tweede startkabel aan op de minpool (–) van de hulpaccu
en op de massa-aansluiting
Eop de motor of de versnellingsbak
van de auto die gestart moet worden;
❒start de motor;
❒neem als de motor draait, de kabels in de omgekeerde volgorde
los.
Als de motor na enkele pogingen niet aanslaat, blijf dan niet proberen
maar wendt u tot de Lancia-dealer.
BELANGRIJK Verbind de minklemmen van de twee accu’s niet direct
met elkaar: eventuele vonken kunnen het explosieve gas ontsteken dat
uit de accu kan ontsnappen. Als de hulpaccu is geïnstalleerd aan
boord van een andere auto, mogen tussen deze auto en de auto met de
lege accu niet per ongeluk metalen delen met elkaar in verbinding
staan.
Gebruik voor een noodstart beslist nooit een accusnellader: de elektronische systemen kunnen
beschadigen; in het bijzonder de regeleenheden van de ontsteking en de inspuiting.
ATTENTIELaat deze procedure door gespecialiseerd personeel uitvoeren. Onjuiste
handelingen kunnen leiden tot vonken. De vloeistof in de accu is giftig en
corrosief. Vermijd het contact met de huid en de ogen. Kom ook niet dicht bij een
accu met open vuur of een brandende sigaret en veroorzaak geen vonken.
Page 248 of 338

247
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ROLLEND STARTEN
Probeer auto’s nooit te starten door ze aan te
duwen, te slepen of van een helling af te laten
rijden. Op die wijze kan er onverbrande benzine in
de katalysator terechtkomen, waardoor deze
onherstelbaar zal beschadigen.BELANGRIJK Houd er rekening mee dat de
rembekrachtiging en de elektrische
stuurbekrachtiging niet werken zolang de motor
niet is aangeslagen, waardoor meer kracht nodig is
voor de bediening van het rempedaal en het stuur.
ATTENTIEAttendeer het overige wegverkeer op de stilstaande auto m.b.v.: de
waarschuwingsknipperlichten, de eventueel wettelijk verplichte gevarendriehoek
enz. Tijdens het verwisselen van een wiel moeten alle inzittenden de auto hebben
verlaten, vooral als de auto zwaar beladen is, en op een veilige afstand van het
verkeer wachten, totdat het wiel verwisseld is. Blokkeer de wielen met stenen of
andere voorwerpen als de auto op een helling of op een slecht wegdek staat.