Page 97 of 246

93
Als de motor bij de eerste poging
niet aanslaat, moet u de sleutel
terugdraaien in stand Svoordat u
opnieuw start.
Als met de contactsleutel in stand
Mhet lampje op het dashboard blijft
branden, raden wij u aan de sleutel
in stand Ste draaien en vervolgens
weer in stand M; als het lampje nog
steeds blijft branden, probeer het
dan met de andere geleverde sleu-
tels.
Als de motor nog niet aanslaat,
voer dan zelf een noodstart uit (zie
het hoofdstuk “Noodgevallen”) of
wendt u tot een Lancia-dealer.
BELANGRIJKLaat de contact-
sleutel niet in stand Mstaan als de
motor stilstaat, zodat de accu niet
onnodig wordt ontladen.WEGRIJDEN MET DE AUTO
Ga voor het wegrijden met de auto
als volgt te werk:
– trap het koppelingspedaal geheel
in;
– kies de gewenste stand;
– geef geleidelijk gas; de auto gaat
rijden en de versnellingsbak schakelt
automatisch in de gekozen stand in.SEQUENTIËLE WERKING
Verplaats de hendel vanuit stand D
naar rechts in stand M:
• verplaats de hendel naar +:
opschakelen;
• verplaats de hendel naar –: terug-
schakelen.
Iedere ingeschakelde versnelling
wordt op het display weergegeven en
iedere mogelijke fout wordt uitgeslo-
ten door de continue controle door
de regeleenheid, waardoor alleen een
lagere versnelling kan worden inge-
schakeld als het toerental van de
motor dit toestaat.
Bij sequentiële werking werkt de
elektronisch geregelde automatische
versnellingsbak als een handgescha-
kelde versnellingsbak.
De elektronische regeleenheid wij-
zigt de overbrengingsverhoudingen
als het motortoerental het toegestane
minimum of maximum toerental
overschrijdt. De selectorhendel kan
uitsluitend uit stand P
verplaatst worden, als de
contactsleutel in stand M staat en
het rempedaal is ingetrapt
(beveiligingssysteem Shift-lock).
Page 98 of 246

94
AUTOMATISCHE WERKING
Bij sequentiële werking kan stand
Dworden gekozen onder alle rij-
omstandigheden.
De optimale overbrengingsverhou-
ding wordt door de elektronische
regeleenheid van de versnellingsbak
gekozen op basis van de snelheid en
de motorbelasting (stand van het
gaspedaal).
Als weinig van de motor wordt ver-
langd, wordt een lange overbren-
gingsverhouding gekozen, waarbij
het brandstofverbruik beperkt blijft.
Als vervolgens meer van de motor
wordt verlangd door het intrappen
van het gaspedaal, wordt de kortst
mogelijke overbrengingsverhouding
gekozen met de beste prestaties bij
het wegrijden en de acceleratie; in
dit geval is het brandstofverbruik
hoger.Voor een snelle acceleratie:
– druk het gaspedaal voorbij het
zware punt in de slag, waardoor de
kick-down in werking treedt voor
maximale prestaties (acceleratie).
Dit gaat natuurlijk wel ten koste van
het brandstofverbruik.
BELANGRIJKAls op wegen wordt
gereden met weinig grip (sneeuw,
ijs, enz.), moet voorkomen worden
dat de kick-down inschakelt.
Met sneeuw of ijs rijden
Bij weinig grip (sneeuw, ijs, enz)
raden wij u aan knop A(fig. 106) in
te drukken:
– op het display verschijnt de aan-
duiding ò (fig. 107) en bij het ver-
trekken van de auto wordt gebruik
gemaakt van de tweede versnelling.BELANGRIJKDit kan alleen als
de selectorhendel in stand Dstaat;
als de hendel vanuit Dverplaatst
wordt, wordt deze versnelling auto-
matisch uitgeschakeld. Deze ver-
snelling kan ook worden ingescha-
keld als de auto rijdt, mits de snel-
heid lager is dan 45 km/h.
fig. 106
L0B0254b
Page 99 of 246

95
STORINGSMELDINGEN
Een storing in de elektronisch gere-
gelde automatische versnellingsbak
wordt aangegeven door een melding
op het display van het CONNECT
Nav+.
Wendt u zo snel mogelijk naar de
Lancia-dealer om de storing te
laten verhelpen.PARKEREN
Trek de handrem aan en plaats de
hendel in stand P. Zet de wielen iets
uitgestuurd. Als de auto op een stei-
le helling staat, blokkeer de wielen
dan met stenen of wiggen.
Laat de contactsleutel niet in stand
Mstaan omdat zo de accu kan ont-
laden. Neem bij het verlaten van de
auto altijd de contactsleutel uit het
slot.
fig. 107
L0B255b
AUTO STILZETTEN
Auto stilzetten:
– laat het gaspedaal los;
– trap het rempedaal in.
BELANGRIJKAls de auto met
draaiende motor bergopwaarts
staat, houd de auto dan uitsluitend
op zijn plaats met het rempedaal;
trap het gaspedaal niet in.
Als de auto geparkeerd wordt met
draaiende motor en de selectorhen-
del in stand D, Rof M(sequentiële
werking) moet het rempedaal inge-
trapt worden gehouden, om te voor-
komen dat de auto in beweging
komt bij stationair draaiende motor.
Zet de hendel in stand Pals de
auto langdurig stilstaat.Laat kinderen nooit
alleen achter in de auto.
AKOESTISCH WAARSCHU-
WINGSSYSTEEM
Met uitgenomen contactsleutel of
in stand Shoort u een akoestisch
signaal als u de portieren opent en
de hendel niet in stand Pstaat.
Page 100 of 246
96
INTERIEURUIT-
RUSTING
ONDERSTE DASHBOARDKAST-
JE (fig. 108)
Trek, voor het openen van het
kastje, aan de handgreep A.
Door het draaien van de sleutel
kunt u het slot van het kastje ver- of
ontgrendelen.Met deze aansluiting kunnen de
eerder gefilmde beelden op het dis-
play van het systeem worden weer-
gegeven.
VERZONKEN BOVENSTE DASH-
BOARDKASTJE (fig. 110 - 111)
Druk voor het openen van de dash-
boardkastjes op knop A.
Rijd niet met geopend
dashboardkastje: hier-
door kan de passagier
verwondingen oplopen bij een
ongeval.Rijd niet met geopende
dashboardkastjes: hier-
door kan de voorpassa-
gier verwondingen oplopen bij
een ongeval.
fig. 108
L0B0088b
fig. 110
L0B0256b
fig. 111
L0B0257b
AUDIO-VIDEO AANSLUITING
(indien aanwezig - fig. 109)
In het dashboardkastje bevindt
zich een AUDIO-VIDEO stekker A
voor de aansluiting van een videoca-
mera op het CONNECT Nav+ tele-
matica-infosysteem (functie op dit
moment nog niet beschikbaar).
fig. 109
L0B0293b
Page 101 of 246
97
OPBERGVAK IN HET MIDDEN
MET BLIKJESHOUDER (fig. 112)
Open het vak in de richting van de
pijl. Het vak is voorzien van een
bekerhouder A. OPBERGVAKKEN ONDER DE
VOORSTOELEN (fig. 113)
Voor gebruik moet u het vak met
behulp van de handgreep Aomhoog
tillen en het vak naar buiten trek-
ken.OPBERGVAKKEN
De interieuruitrusting wordt
gecompleteerd met de volgende
opbergvakken:
– open vak A(fig. 114) onder het
stuur voor het opbergen van de
documentatie van de auto;
Rijd niet met een geo-
pend dashboardkastje:
hierdoor kan de voorpas-
sagier verwondingen oplopen bij
een ongeval.
fig. 112
L0B0090b
fig. 113
L0B0092b
fig. 114
L0B0089b
Page 102 of 246
98
–flessenhouder - bekerhouder -
blikjeshouder in de zijpanelen van
de tweede (fig. 116) en derde rij
(fig. 117); in de flessenhouder kan
ook een uitneembaar afvalbakje
worden geplaatst C;– documentenvakken D(fig. 118)
in de zijpanelen van de derde rij
(indien aanwezig). De vakken moe-
ten worden gebruikt, zoals wordt
aangegeven door de pijl.UITKLAPBAAR TAFELTJE
(fig. 119)
Het uitklapbare tafeltje Ais in de
rugleuning van de voorstoelen
geplaatst; voor gebruik moet het
tafeltje worden uitgeklapt zoals in de
afbeelding is aangegeven.
fig. 116
L0B0096b
fig. 117
L0B0091b
fig. 118
L0B0094b
fig. 119
L0B0095b
Rijd niet met een uitge-
klapt tafeltje: hierdoor
kan de passagier verwon-
dingen oplopen bij een ongeval.
Page 103 of 246

99
ZONNEKLEPPEN (fig. 120)
De zonnekleppen bevinden zich
aan beide zijden naast de achteruit-
kijkspiegel. Ze kunnen voor de voor-
ruit, zoals is afgebeeld, of voor de
zijruit worden gedraaid.
Op de achterzijde van de zonne-
kleppen bevindt zich een spiegeltje
dat verlicht wordt door een plafond-
lampje A; open het schuifklepje B
om het spiegeltje te gebruiken.
STEUNHANDGREPEN
(fig. 121)
De interieuruitrusting wordt
gecompleteerd met steunhandgrepen
A. De handgrepen achter zijn voor-
zien van een kledinghaakje B.ZONNESCHERMEN (fig. 122)
De zonneschermen kunnen worden
uitgerold en zijn voorzien van rol-
automaten en veren. Om de scher-
men te gebruiken, moeten ze moeten
vastgehaakt worden aan de bovenste
borgingen A.BAGAGENET (indien aanwezig)
Het net bevindt zich achter de stoe-
len van de tweede rij en kan aan de
vloer worden bevestigd door middel
van de betreffende haken, zoals
staat afgebeeld in (fig. 123), of aan
de zijkant in stand “hangmat” zoals
staat afgebeeld in (fig. 124).
fig. 120
L0B0084b
fig. 121
L0B0085b
fig. 122
L0B0036b
fig. 123
L0B0108b
fig. 124
L0B0289b
Page 104 of 246

100
ELASTISCHE BANDEN
(fig. 125)
De voorstoelen zijn voorzien van
elastische bandenAvoor het vast-
houden van kleine voorwerpen (bijv.
een boodschappentas). Haak de
banden in de voorbereide openingen
in de stoelen zoals staat aangegeven
in de afbeelding.AANSTEKER (fig. 126)
Druk voor gebruik van de aanste-
ker, met de sleutel in stand Mop
knop A; na enige seconden springt
de knop in de beginstand en is de
aansteker klaar voor gebruik.ASBAK (fig. 126)
fig. 125
L0B0018b
fig. 126
L0B0082b
De aansteker wordt erg
heet. Gebruik de aanste-
ker voorzichtig en voor-
kom dat hij gebruikt wordt door
kinderen: risico op brand en/of
brandwonden. Controleer altijd
of de aansteker na het indrukken
ook uitschakelt.
Gebruik de asbak niet
als prullenbak voor
papiertjes; als deze in
contact komen met peuken kan
er brand ontstaan.
Trek om de asbak te gebruiken het
bakje Buit en til het deksel Cop.
Verwijder voor het legen van de
asbak het bakje D; als het bakje is
uitgetrokken kan het vakje als
bekerhouder gebruikt worden.