Page 145 of 283
144
AUTORADIO
De auto is uitgerust met een com-
plete autoradio.
De autoradio is geïntegreerd in het
multifunctionele display en kan wor-
den uitgerust met een CD-speler en
een hifi-systeem.
ICS van Lancia (Integrated
Control System) met
navigatiesysteem (indien
aanwezig)
De beschrijving van het ICS van
Lancia bij de uitvoering met naviga-
tiesysteem en specifieke werking van
de autoradio vindt u in het bijge-
voegde supplement, dat samen met het instructieboekje bij de auto wordt
geleverd.
LUIDSPREKERS
Luidsprekers voor (fig. 176)
De luidsprekers voor bevinden zich
in de voorportieren.
A - Tweeter (behalve uitvoeringen
met BOSE hifi-systeem)
B - Woofer.
Luidsprekers achter (fig. 177) De luidsprekers achter C bevinden
zich in de achterportieren (alleen uit-
voeringen met BOSE hifi-systeem). Luidsprekers op de hoedenplank
(fig. 178)
De auto is ook voorzien van luid-
sprekers Daan beide uiteinden van de
hoedenplank.
fig. 176
P4T0106
fig. 177
P4T0107
fig. 178
P4T0108
Page 146 of 283

145
CD-SPELER (indien aanwezig)
(fig. 179)De CD-speler is in de daarvoor be-
stemde ruimte links in de bagage-
ruimte geplaatst, boven de ruimte
voor de CD-speler van het ICS-navi-
gatiesysteem van Lancia (indien
aanwezig).
Open het klepje om de speler te be-
reiken door knop Ate draaien. BOSE HIFI-AUDIOSYSTEEM
(indien aanwezig)
Het hifi-audiosysteem bestaat uit:
– twee woofer luidsprekers (diame-
ter 168 mm) met hoog uitgangsver-
mogen, gemonteerd in de voorportie-
ren
– twee tweeter luidsprekers (diame-
ter 50 mm) ingebouwd in de woofer
luidsprekers op de voorportieren
– twee midrange luidsprekers (dia-
meter 160 mm) met hoog uitgangs -
vermogen en brede band, gemonteerd
in de achterportieren
– één subwoofer luidspreker (dia-
meter 230 mm) met hoog uitgangs -
vermogen, ingebouwd in de hoeden-
plank (uitvoering Sedan)
– een bass box met een inhoud van
14 dm
3rechts in de bagageruimte
(uitvoering Station Wagon)
– een hifi-versterker met hoog uit-
gangsvermogen uit 5 kanalen, 4 van
25 W en 1 van 100 W, in klasse D
met analoge equalizer.
Totaal muziekvermogen 300 W.
fig. 179
P4T0282
Het hifi-systeem is speciaal voor de
Lybra ontwikkeld om de beste akoes -
tische prestaties te leveren en een
muziek concert zo levensecht te laten
klinken op iedere plaats in het inte-
rieur.
Een van de belangrijke kenmerken
van het systeem is de kristalheldere
weergave van de hoge tonen en de
volle en rijke bassen. Bovendien wor-
den de klanken in het gehele interieur
weergegeven, waardoor de inzittenden
het gevoel van ruimtelijkheid krijgen
zoals bij het beluisteren van levende
muziek.
De componenten van het systeem
zijn onder licentie gefabriceerd en
ontwikkeld met de meest geavan-
ceerde technologie. De bediening van
de autoradio is echter eenvoudig zo-
dat ook minder ervaren mensen het
systeem op de beste manier kunnen
gebruiken.
Page 147 of 283

146
GEBRUIK VAN DE AUTO EN PRAKTISCHE TIPS
Dit hoofdstuk dient om de Lybra optimaal te
gebruiken, hem niet te beschadigen en al zijn
capaciteiten volledig te benutten. Wij geven u
aanbevelingen “wat te doen, wat te laten en wat
te vermijden” bij het rijden met de Lybra.
In de meeste gevallen gaat het om zaken die
ook voor andere auto’s belangrijk zijn. In
andere gevallen gaat het specifiek om de
werking van de Lybra. Daarom vragen wij ook
voor dit hoofdstuk uw aandacht, zodat u de rij-
eigenschappen en de werking leert kennen. Zo
haalt u het beste uit uw Lybra.MOTOR STARTEN.......................................... 147
PARKEREN ..................................................... 150
TANKEN MET DE LYBRA .............................. 150
VEILIG RIJDEN .............................................. 154
KOSTENBESPARING EN BEPERKING
VAN DE UITSTOOT VAN DE
SCHADELIJKE UITLAATGASSEN ................. 158
ECONOMISCH EN MILIEUVRIENDELIJK
RIJDEN ........................................................... 160
TREKKEN VAN AANHANGERS..................... 161
SNEEUWKETTINGEN ................................... 162
AUTO LANGERE TIJD STALLEN .................. 163
PERIODIEKE CONTROLES EN VOOR
LANGE REIZEN ............................................. 164
EXTRA ACCESSOIRES .................................. 164
SUGGESTIES VOOR
NUTTIGE ACCESSOIRES .............................. 165
LYBRA 146÷165 NL:LYBRA 146÷165 NL 07-01-10 14:47 Pagina 146
Page 148 of 283

147
MOTOR STARTENBENZINEMOTOR STARTEN1) Zorg ervoor dat de handrem is
aangetrokken.
2) Zet de versnellingspook in vrij.
3) Trap het koppelingspedaal geheel
in, zonder het gaspedaal in te trappen.
4) Draai de start-/contactsleutel in
stand AVVen laat hem los zodra de
motor aanslaat. Als de motor bij de eerste poging
niet aanslaat, moet u de sleutel terug-
draaien in stand STOP en nogmaals
starten.
Als met de start-/contactsleutel in
stand MARhet controlelampje ¢
samen met het waarschuwingslampje
U blijft branden, raden wij u aan de
sleutel in stand STOP te draaien en
vervolgens weer in stand MAR; als het
lampje nog steeds blijft branden, pro-
beer het dan met de andere geleverde
sleutels.
Als de motor nog niet aanslaat, voer
dan zelf een noodstart uit (zie “Nood-
start” in het hoofdstuk “Noodgeval-
len”) of wendt u tot een Lancia-
dealer.
BELANGRIJK Laat de contact -
sleutel niet in stand MAR staan als de
motor stilstaat.
Het is gevaarlijk om de
motor in een afgesloten
ruimte te laten draaien. De
motor verbruikt zuurstof en pro-
duceert koolmonoxide en andere
giftige stoffen.
Direct na het starten van de motor,
vooral wanneer de auto langere tijd
niet gebruikt is, kan de motor iets
meer geluid produceren. Dit geluid,
dat niet schadelijk is voor de werking
van de motor, wordt veroorzaakt door
de hydraulische klepstoters: het dis -
tri butiesysteem op de benzinemotor
van de Lybra dat bijdraagt aan een
vermindering van de onderhouds -
werkzaamheden. Raak de hoogspannings
-
kabels (bougiekabels) nooit
aan als de motor draait.
LYBRA 146÷165 NL:LYBRA 146÷165 NL 07-01-10 14:47 Pagina 147
Page 149 of 283

148
DIESELMOTOR STARTEN1) Zorg ervoor dat de handrem is
aangetrokken.
2) Zet de versnellingspook in vrij.
3) Draai de contactsleutel in stand
MAR. Op het instrumentenpaneel
gaan de controlelampjes men ¢
branden.
4) Wacht tot het lampje ¢ gedoofd
is.
5) Wacht tot het lampje m ge-
doofd is. Hoe warmer de motor, hoe
sneller het lampje dooft. Bij een
warme motor kan het lampje zo snel
doven dat dit niet wordt opgemerkt.
6) Trap het koppelingspedaal geheel
in.
7) Draai de contactsleutel in stand
AVV nadat het lampje mgedoofd
is. Als u te lang wacht, zijn de voor-
gloeibougies weer afgekoeld.
Het minimum toerental wordt bij
een koude motor automatisch
verhoogd. Als het lampje m
na het
starten ongeveer 30 secon-
den gaat knipperen, be-
tekent dit dat er een storing is in
het voorgloeisysteem. U kunt op de
gewone manier de motor starten
maar u dient wel zo spoedig mo-
gelijk contact op te nemen met een
Lancia-dealer. Als de motor bij de eerste poging
niet aanslaat, moet u de sleutel terug-
draaien in stand STOP en nogmaals
starten.
Als met de start-/contactsleutel in
stand MARhet controlelampje ¢
samen met het waarschuwingslampje
blijft branden, raden wij u aan de
sleutel in stand STOP te draaien en
vervolgens weer in stand MAR; als het
lampje nog steeds blijft branden, pro-
beer het dan met de andere geleverde
sleutels.
Als de motor nog niet aanslaat,
wendt u dan tot een Lancia-dealer.
BELANGRIJK Laat de contact -
sleutel niet in stand MAR staan als de
motor stilstaat.
LYBRA 146÷165 NL:LYBRA 146÷165 NL 07-01-10 14:47 Pagina 148
Page 150 of 283

149
MOTOR OPWARMEN MOTOR
NA HET STARTEN
(benzine en diesel)– Rijd rustig weg, laat de motor niet
met hoge toerentallen draaien en trap
het gaspedaal niet bruusk in.
– Verlang de eerste kilometers geen
maximale prestaties. We raden u aan
te wachten totdat de koelvloeistof een
temperatuur van 50° ÷ 60°C heeft be-
reikt.
NOODSTART
Als de regeleenheid van de Lancia
CODE de via de contactsleutel gezon-
den code niet herkent (controle-
lampjes ¢en U op het in stru -
menten paneel branden constant), kan
een noodstart worden uitgevoerd met
de code die op de CODE-card ver-
meld staat.
Zie het hoofdstuk “Noodgevallen”. MOTOR UITZETTEN
Draai de contactsleutel in stand
STOP terwijl de motor stationair
draait.
BELANGRIJK Het is beter om de
motor na een zware rit even “op
adem” te laten komen. Zet de motor
niet onmiddellijk uit, maar laat hem
even stationair draaien. Hierdoor kan
de temperatuur in de motorruimte
dalen.
Probeer auto’s met ka-
talysator nooit te starten
door ze aan te duwen, te
slepen of van een helling te laten
rijden. Op die wijze kan er onver-
brande brandstof in de katalysa-
tor terechtkomen, waardoor hij
onherstelbaar zal beschadigen.
Houd er rekening mee dat
de rem- en stuurbekrachti-
ging niet werken zolang de
motor niet is aangeslagen, waardoor
meer kracht nodig is voor de bedie-
ning van het rempedaal en het stuur.
Gasgeven voordat u de
motor uitzet heeft geen
enkel nut, verspilt brand-
stof en is, vooral voor motoren met
turbo-compressor, schadelijk.
ROLLEND STARTEN
LYBRA 146÷165 NL:LYBRA 146÷165 NL 07-01-10 14:47 Pagina 149
Page 151 of 283

Een beschadigde kataly-
sator laat schadelijke stof-
fen in het uitlaatgas ach-
ter, waardoor het milieu wordt
vervuild.
Tank met de Lybra nooit,
niet in noodgevallen en
ook niet een klein beetje,
loodhoudende benzine. U zou de
katalysator onherstelbaar bescha-
digen.
150
PARKEREN
Zet de motor uit, trek de handrem
aan, schakel een versnelling in (de 1 e
als de weg omhoog loopt, de achteruit
als de weg omlaag loopt) en zet de
voorwielen zo dat de auto, als de
hand rem losschiet, snel tot stilstand
komt.
Als de auto op een steile helling
staat, blokkeer de wielen dan met
stenen of wiggen.
Laat de contactsleutel nooit in stand
MAR staan omdat hierdoor de accu
uitgeput wordt.
Neem de sleutel altijd uit het con-
tactslot als u de auto verlaat.
TANKEN MET
DE LYBRA
BENZINE-UITVOERINGEN
Door de toepassing van emissie -
reductiesystemen in de Lybra mag u
uitsluitend loodvrije benzine tanken.
Om vergissingen te voorkomen is de
diameter van de vulpijp van de tank
kleiner, zodat het vulpistool voor
loodhoudende benzine er niet in past.
Het octaangetal van de benzine moet
minimaal 95 R.O.N. zijn.
Inhoud brandstoftank: 60 liter,
inclusief een reserve van ongeveer
8 liter.
Laat kinderen nooit al-
leen achter in de auto.
fig. 1
P4T0246
LYBRA 146÷165 NL:LYBRA 146÷165 NL 07-01-10 14:47 Pagina 150
Page 152 of 283

151
MOTOROLIEOliepeil controleren: zie de aanwij-
zingen in het hoofdstuk “Onderhoud
van de auto”.
Het verschik tussen het MIN- en
MAX -merkteken op de peilstok komt
overeen met ongeveer 1 liter.
Gebruik SAE 10W-40 of SAE 5W-
30 olie voor benzinemotoren.
Gebruik SAE 10W-40 of SAE 5W-
40 olie voor dieselmotoren.
Zie voor andere gegevens het hoofd-
stuk “Technische gegevens”.
KOELVLOEISTOF
Bijvullen met een mengsel van 50%
water en 50% PARAFLU
11. Zie voor
andere gegevens het hoofdstuk
“Technische gegevens”.
DIESELUITVOERINGEN
De dieselmotoren zijn
uitsluitend geschikt voor
dieselbrandstof voor mo-
torvoertuigen (Europese specifica-
ties EN590). Het gebruik van an-
dere producten of mengsels kan de
motor onherstelbaar beschadigen
en het vervallen van de garantie tot
gevolg hebben. Mocht u onver -
hoopt een ander type brandstof
tanken, dan mag de motor niet
worden gestart en moet de brand-
stoftank worden afgetapt. Ook als
de motor slechts kort heeft ge-
draaid, moet naast de brandstof-
tank, ook alle brandstof uit de
brandstofleidingen worden afge-
tapt.
Bij lage buitentemperaturen kan de
vloeibaarheid van de dieselbrandstof
verminderen door de vorming van pa-
raffine, waardoor het dieselfilter ver-
stopt kan raken.
Om dit probleem te voorkomen
wordt er, afhankelijk van het seizoen,
dieselbrandstof geleverd die speciaal voor de zomer of voor de winter is
ontwikkeld.
Bij buitentemperaturen die tussen de
0 en 15°C schommelen (bijvoorbeeld
in het voor- en najaar), kan de door
het tankstation geleverde diesel-
brandstof niet toereikend blijken te
zijn.
Gebruik in die omstandigheden, en
vooral als de motor regelmatig wordt
afgezet en weer wordt gestart bij lage
buitentemperaturen (bijv. in de ber-
gen), dieselbrandstof die speciaal voor
de winter is ontwikkeld; in alle andere
gevallen raden wij aan de diesel-
brandstof te mengen met een speciaal
vorstbeveiligingsmiddel in de verhou-
ding die in de gebruiksaanwijzing van
het middel is aangegeven. Vul de tank
eerst met het middel en voeg daarna
de dieselbrandstof toe.
U moet het vorstbeveiligingsmiddel
door de dieselbrandstof mengen voor-
dat de dieselbrandstof door de kou van
samenstelling is veranderd. Het nader -
hand toevoegen heeft geen enkel effect.
LYBRA 146÷165 NL:LYBRA 146÷165 NL 07-01-10 14:47 Pagina 151