Page 129 of 283

Bij het openen van het dak komt er
een kleine spoiler B omhoog om de
lucht werveling in het interieur te ver-
minderen.
Als de auto is uitgerust met centrale
ruitbediening wordt als u bij het slui-
ten van de portieren de sleutel in stand
2 (fig. 142) draait en de sleutel ten
minste 2 seconden in deze stand houdt,
het dak, als dit was geopend, automa-
tisch gesloten.
Open het dak niet bij
sneeuw of ijs: het kan dan
beschadigd worden.
fig. 135
P4T0076
fig. 136
P4T0077
128
OPENEN/SLUITEN
(fig. 135-136)
Met schakelaar A bij de plafondver-
lichting, kunt u het dak openen, slui-
ten, en omhoog of dicht kantelen.
Zodra u de schakelaar loslaat, blijft
het dak in de stand staan waarin het
zich op dat moment bevindt.
Druk op de achterzijde van de
schakelaar om het dak te openen;
druk op de voorzijde om het dak te
sluiten. Controleer regelmatig of
de openingen aan de zij -
kant C voor de waterafvoer
niet verstopt zijn.
SCHUIFPANEEL (fig. 137)
Bij gesloten of gedeeltelijk geopend
dak kan het zonlicht getemperd wor-
den door een schuifpaneel.
Gebruik de handgreep A om het
schuifpaneel te openen of te sluiten.
Als het dak geopend wordt, wordt
het schuifpaneel achter de hemelbe -
kleding geschoven.
Als het dak gesloten wordt, schuift
het paneel gedeeltelijk naar buiten
totdat de handgreep bereikbaar is.
fig. 137
P4T0078
Page 130 of 283

129
ACHTERSTE DEEL OMHOOG
KANTELEN (fig.138)
Het achterste deel van het dak kan
alleen omhoog worden gekanteld als het
dak volledig gesloten is. Druk op
het voorste gedeelte van de knop A
( fig. 135).
Als u op het achterste gedeelte van
de knop drukt, sluit het achterste deel
van het dak.
OPENEN BIJ EEN NOODGEVAL
(fig. 139-140)
Bij een storing in het elektrische sys -
teem moet klepje A van de plafond-
verlichting voor met een schroeven-
draaier in punt Bworden losgewipt. Steek de schroevendraaier in de zit-
ting Cen draai de schroevendraaier;
op deze wijze kunt u het dak met de
hand openen en sluiten.
Als het dak in de gewenste stand
staat, draait u de schroevendraaier
een halve slag terug, totdat u een klik
hoort. Trek de schroevendraaier ver-
volgens uit de zitting.
fig. 138
P4T0079
fig. 140
P4T0081
fig. 139
P4T0080
PORTIEREN
CENTRALE
PORTIERVERGRENDELING
Van buitenaf
Druk bij gesloten portieren op knopje
A (fig. 141) op de handgreep van de
sleutel of steek de sleutel in het slot van
de bestuurdersportier.
Draai voor ontgrendeling de sleutel
in stand 1 (fig. 142).
Draai voor vergrendeling de sleutel
in stand 2 .
Trek de handgreep omhoog om het
ontgrendelde portier te openen.
fig. 141
P4T0267
Page 131 of 283

130
BELANGRIJKHet diefstalalarm
(indien aanwezig) schakelt niet in als
u de portieren centraal vergrendelt
door de sleutel in het slot van het por-
tier te draaien.
Van binnenuit (fig. 143-144)
Druk bij gesloten portieren het
knopje Aaan de binnenzijde van één
van de voorportieren naar beneden
(voor vergrendeling) of trek het
omhoog (voor ontgrendeling).
Met de knopjes aan de binnenzijde
van de achterportieren ver- of ont-
grendelt u uitsluitend het betreffende
portier.
De achterportieren kunnen alleen
van binnenuit worden geopend, als
het kinderveiligheidsslot is uitge-
schakeld. Trek aan de handgreep B
om het
portier van binnenuit te openen. Als
u aan de handgreep aan de binnen-
zijde van één van de voorportieren
trekt, worden alle portieren ontgren-
deld.
Bij iedere handgreep aan de binnen-
zijde, bevindt zich een lampje Cdat
gaat branden, waardoor de handgreep
in het donker beter zichtbaar is.
fig. 142
P4T0082
fig. 143
P4T0083
fig. 144
P4T0084
BELANGRIJK De centrale portier-
vergrendeling werkt niet als één van de
portieren niet goed gesloten is of als er
een storing in het systeem is. Na enkele
pogingen schakelt het systeem ongeveer
2 minuten uit. In deze 2 minuten kunt
u de portieren met de hand ver- en ont-
grendelen, zonder dat het elektrische
systeem werkt. Na de 2 minuten is het
systeem weer gereed.Als de oorzaak van
de storing is opgelost, werkt het systeem
weer normaal. Anders schakelt het sys -
teem na enkele pogingen opnieuw uit.
CENTRALE RUITBEDIENING
(indien aanwezig)
Als u de sleutel minstens twee se-
conden in stand 2(fig. 142) houdt,
worden ook de ruiten en het opendak,
indien deze nog geopend waren, ge-
sloten. Als u de sleutel loslaat, stopt
het sluiten.
Als u de sleutel minstens twee se-
conden in stand 1(fig. 142) houdt,
worden alle ruiten geopend. Als u de
sleutel loslaat, stopt het openen. Deze
functie kan worden gebruikt als de
auto in de zon heeft gestaan en erg
warm is geworden.
Page 132 of 283

131
Schakel dit systeem altijd
in als u kinderen vervoert.
Zo wordt voorkomen dat
ze tijdens het rijden de portieren
openen.
fig. 145
P4T0085
DORPELVERLICHTING
(fig. 146)
Aan de onderzijde van de voorpor-
tieren zit een dorpelverlichting.
Deze verlichting gaat gelijktijdig met
de plafondverlichting voor branden.
fig. 146
P4T0073
KINDERVEILIGHEIDSSLOT
(fig. 145)
Hierdoor kunnen de achterportieren
van binnenuit niet geopend worden.
U schakelt het systeem in door de
punt van de contactsleutel in opening
A te steken en te draaien:
Stand 1- kinderveiligheidsslot inge-
schakeld.
Stand 2- kinderveiligheidsslot uit-
geschakeld.
Het kinderveiligheidsslot blijft ook
ingeschakeld na het elektrisch ont-
grendelen van de portieren. BELANGRIJK
Controleer na het in-
schakelen van het veiligheidsslot of
het slot daadwerkelijk is ingeschakeld
door aan de handgreep aan de bin-
nenzijde van het portier te trekken. RUITBEDIENING
Elektrische ruitbediening voor
(fig. 147)
In het portier aan de bestuurders -
zijde zijn drukschakelaars gemonteerd
waarmee u, met de sleutel in stand
MAR de zijruiten bedient:
A - zijruit linksvoor
B - zijruit rechtsvoor
C - zijruit linksachter (*)
D - zijruit rechtsachter (*)
E - schakelaar om de bedienings -
knoppen op de achterportieren te
blokkeren (*).
(*) = indien aanwezig
fig. 147
P4T0263
Page 133 of 283

BELANGRIJK Als u bij gesloten
portieren de contactsleutel in stand
STOP draait (zonder hem uit te
nemen), kunnen de zijruiten ongeveer
5 minuten bediend worden.
De werking van de bedieningsknop-
pen op de achterportieren wordt ge-
blokkeerd als de schakelaar Eom -
hoog wordt getrokken.
Als u de drukschakelaar aan be-
stuurderszijde indrukt, gaat de ruit
automatisch open of dicht. De bewe-
ging stopt als de ruit aan het einde
van zijn slag is (of als u nogmaals op
de schakelaar drukt).
Als u de schakelaar kort indrukt,
gaat de ruit een klein stukje open of
dicht. In het portier aan de passagierszijde
is een schakelaar gemonteerd om aan
die zijde de ruit te bedienen. De auto-
matische werking van de ruit aan
passagierszijde werkt alleen bij het
openen, en volgens dezelfde logica die
hierboven beschreven is.
Elektrische ruitbediening achter
(fig. 148)
Bedien voor het openen of sluiten
van de zijruiten achter de slinger Fop
de achterportieren.
Elektrische ruitbediening achter
(fig. 149) (indien aanwezig)
In de armsteun van ieder portier zit
een drukschakelaar om aan die zijde
de ruit te bedienen.
fig. 148
P4T0086
fig. 149
P4T0262
132
Onzorgvuldig gebruik
van de elektrische ruitbe-
diening kan gevaarlijk
zijn. Controleer voor en tijdens het
sluiten van een ruit altijd of de
passagiers niet verwond kunnen
worden door de beweging van de
ruit zelf of door in beweging ge-
brachte voorwerpen. Verwijder al-
tijd de sleutel uit het contact als u
de auto verlaat, om te voorkomen
dat een onverwachtse inschakeling
van de elektrische ruitbediening
gevaar oplevert voor de achterge-
bleven passagiers. Als u de schakelaar omhoog trekt,
gaat de ruit dicht; als u de schakelaar
indrukt, gaat de ruit open.
Met de schakelaars C enD (fig. 147)
kunnen vanaf de bestuurdersplaats de
zijruiten achter worden bediend.
Met schakelaar E (fig. 147) blok -
keert u de bedieningsknoppen op de
armsteunen van de portieren. De
blok kering is ingeschakeld als de
schakelaar omhoog is getrokken.
Page 134 of 283

133
BAGAGERUIMTE
Trek voor het openen van het koffer-
deksel de hendel A (fig. 150)omhoog of
steek de sleutel in het slot B (fig. 151)
en draai hem in stand 1.
Het slot vergrendelt als u het koffer-
deksel sluit.
Gebruik voor het openen van het
kofferdeksel de handgreep C boven
het slot.
De vloerbedekking is omkeerbaar:
de vloerbedekking kan worden ver -
wijderd, omgedraaid en weer worden
teruggeplaatst met de wasbare zijde
naar boven gekeerd, wanneer u
smerige voorwerpen vervoert.
fig. 150
P4T0249
fig. 151
P4T0087
Bij het gebruik van de
bagageruimte mogen de
maximale waarden niet
worden overschreden (zie hoofd-
stuk “Technische gegevens”).
Controleer bovendien of de bagage -
ruimte goed geladen is en bevestig
de lading eventueel met riemen
of spanbanden aan de daarvoor
bestemde ringen. Zo wordt voor -
komen dat een voorwerp bij
bruusk remmen naar voren schiet
en letsel veroorzaakt.BAGAGERUIMTE OPENEN MET
AFSTANDSBEDIENING
Het kofferdeksel kan worden ge -
opend door knopje D (fig. 152) op de
contactsleutel in te drukken.
Het kofferdeksel kan ook worden
geopend bij centraal vergrendelde
portieren en ingeschakeld diefstal -
alarm (indien aanwezig).
In dit geval werkt het alarmsysteem op
de volgende manier:
– uitschakeling van de interieur-
bewaking;
– uitschakeling van de kantelsensor;
– uitschakeling druksensor koffer-
deksel.
Als het kofferdeksel weer wordt geslo-
ten, worden de uitgeschakelde functies
weer ingeschakeld.
fig. 152
P4T0265
Page 135 of 283

BAGAGERUIMTE VERGROTENDit is alleen mogelijk bij een deel-
bare achterbank.
Zie voor de Station Wagon het be-
treffende hoofdstuk.
Het is mogelijk de bagageruimte te
vergroten door de deelbare achterbank
gedeeltelijk (1/3 of 2/3) of geheel neer
te klappen.
Gedeeltelijk neerklappen (1/3)
(fig. 153)
Als alleen de linker zitting wordt neer-
geklapt, kunnen er twee personen op de
achterbank worden vervoerd. Gedeeltelijk neerklappen (2/3)
(fig. 154)
Als alleen de rechter zitting wordt
neergeklapt, kan er één persoon op de
achterbank worden vervoerd.
Geheel neerklappen (fig. 155)
Als beide zitplaatsen achter worden
neergeklapt, is de bagageruimte maxi-
maal vergroot.
134
fig. 153
P4T0088
fig. 154
P4T0089
fig. 155
P4T0090
fig. 156
P4T0091
Bagageruimte vergroten
1) Trek de handgreep A (fig. 156) in
het midden van iedere achterzitting in
de rijrichting en klap de zitting naar
voren in de richting van de pijl.
2) Verwijder de hoofdsteunen van de
zitplaatsen achter (zie paragraaf
“Hoofdsteunen” in dit hoofdstuk) en
plaats ze in de daarvoor bestemde
ruimte van de opgeklapte zitting (fig.
157).
3) Draai de hendel op de hoeden-
plank (fig. 158) om het slot van de
rugleuningen te ontgrendelen:
stand 1= rechter rugleuning
stand 2= linker rugleuning.
Page 136 of 283

135
4) Plaats de veiligheidsgordels aan
de zijkant en klap de rugleuningen
neer, waardoor er een vlakke laad -
vloer ontstaat in de bagageruimte.
Zitplaatsen achter in normale
stand zetten
1) Plaats de veiligheidsgordels aan
de zijkant, zet de rugleuning weer
recht op en controleer of hij goed vast -
gehaakt zit.
2) Klap vervolgens de zitting terug
en let er daarbij op dat de veiligheids -
gordels niet in elkaar gedraaid zitten
tussen de rugleuning en de zitting.
3) Monteer de hoofdsteunen weer. BELANGRIJK
Als u zware voor -
werpen vervoert en u ‘s nachts rijdt,
moet u controleren of de hoogte -
regelaars op de koplampen in de
juiste stand staan (zie paragraaf
“Koplampen” in dit hoofdstuk).
fig. 158
P4T0092
fig. 157
P4T0261
BAGAGE VASTZETTEN
(fig. 159-160-161)
De vervoerde bagage kan met rie-
men of spanbanden worden bevestigd
aan de daarvoor bestemde ringen in
de hoeken van de bagageruimte.
De ringen dienen ook voor de beves -
tiging van het bagagenet (als optional
beschikbaar bij de Lancia-dealer).
fig. 159
P4T0093