Page 49 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Boordgereedschapsset ........................................ 6-1
Periodiek smeer- en onderhoudsschema ............ 6-2
Het panneel verwijderen en aanbrengen ............. 6-5
Controleren van de bougies ................................. 6-6
Motorolie .............................................................. 6-7
Cardanolie ........................................................... 6-9
Reinigen van het luchtfilterelement .................... 6-11
Afstellen van de carburateurs ............................ 6-12
Afstellen van het stationair toerental .................. 6-12
Afstellen van de vrije slag van de gaskabel ....... 6-13
Afstellen van de klepspeling .............................. 6-13
Banden .............................................................. 6-13
Spaakwielen ...................................................... 6-16
Vrije slag van koppelingshendel afstellen .......... 6-16
Afstellen van de vrije slag van de remhendel .... 6-17
De stand van het rempedaal afstellen ............... 6-18
Afstellen van de remlichtschakelaar
achterrem ........................................................ 6-18
Controleren van de remblokken voor- en
achter ............................................................... 6-19
Controleren van remvloeistofniveau .................. 6-19Verversen van remvloeistof ............................... 6-20
Controleren en smeren van de kabels .............. 6-21
Controleren en smeren van gasgreep en
gaskabel .......................................................... 6-21
Controleren en smeren van rem- en
schakelpedalen ............................................... 6-21
Controleren en smeren van de rem- en
koppelingshendel ............................................ 6-22
Controleren en smeren van de zijstandaard ..... 6-22
Controleren van de voorvork ............................. 6-23
Controle van stuursysteem ............................... 6-23
Controleren van wiellagers ................................ 6-24
Accu .................................................................. 6-25
Zekeringen vervangen ...................................... 6-27
Koplampgloeilamp vervangen ........................... 6-29
Vervangen van gloeilampen voor
richtingaanwijzer of remlicht/achterlicht .......... 6-31
Ondersteunen van de motorfiets ....................... 6-31
Storingzoeken ................................................... 6-32
Storingzoekschema .......................................... 6-33
U5KSD4.book Page 1 Thursday, September 12, 2002 4:23 PM
Page 50 of 102

6-1
6
DAU00462
6-PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU00464
Veiligheid is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar. Door periodiek inspecties, afstel-
lingen en smeerbeurten uit te laten voeren,
zorgt u ervoor dat uw machine in zo veilig
en efficiënt mogelijke conditie blijft. Op de
volgende pagina’s wordt de belangrijkste
informatie met betrekking tot inspecties, af-
stellingen en smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema zijn slechts
te beschouwen als algemene richtlijn voor
normale rijomstandigheden. Het is echter
mogelijk dat de INTERVALPERIODEN
VOOR ONDERHOUD MOETEN WOR-
DEN VERKORT AFHANKELIJK VAN HET
WEER, HET TERREIN, DE GEOGRAFI-
SCHE LOCATIE EN INDIVIDUEEL GE-
BRUIK.
DW000060
WAARSCHUWING
_ Vraag een Yamaha dealer het onder-
houdswerk uit te voeren als u hiermee
niet echt vertrouwd bent. _
DAU01129
Boordgereedschapsset De boordgereedschapsset is te vinden in
het opbergcompartiment. (Zie pagina 3-15
voor de werkwijze bij het openen van het
opbergcompartiment.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Het
gebruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel kan echter nodig zijn om be-
paalde onderhoudswerkzaamheden cor-
rect uit te voeren.
OPMERKING:_ Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn. _
DW000063
WAARSCHUWING
_ Door modificaties die niet door Yamaha
zijn goedgekeurd kan het motorvermo-
gen achteruitgaan of de machine te on-
veilig worden om nog te gebruiken
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
zelf wijzigingen aanbrengt. _
1. Boordgereedschapsset
U5KSD4.book Page 1 Thursday, September 12, 2002 4:23 PM
Page 51 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-2
6
DAU03685
Periodiek smeer- en onderhoudsschema
OPMERKING:_
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
Herhaal de intervalperioden vanaf 50.000 km, te beginnen bij 10.000 km.
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal ge-
reedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
_CP-03DNR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (×1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
1
*BrandstofleidingControleer de brandstofslangen op scheuren of
beschadiging.√√√√ √
2*BrandstoffilterControleer de conditie.√√
3 BougiesControleer de conditie.
Reinigen en elektrodenafstand bijstellen.√√
Vervangen.√√
4*KleppenKlepspeling controleren.
Afstellen.√√√√
5 LuchtfilterelementReinigen.√√
Vervangen.√√
6 KoppelingWerking controleren.
Afstellen.√√√√√
7*VoorremWerking en vloeistofniveau controleren, machine
controleren op vloeistoflekkage.
(Zie OPMERKING op bladzijde 6-4.)√√ √ √ √ √
Remblokken vervangen. Indien afgesleten tot aan slijtagelimiet.
U5KSD4.book Page 2 Thursday, September 12, 2002 4:23 PM
Page 52 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
6
8
*AchterremWerking en vloeistofniveau controleren, machine
controleren op vloeistoflekkage.
(Zie OPMERKING op bladzijde 6-4.)√√ √ √ √ √
Remblokken vervangen. Indien afgesleten tot aan slijtagelimiet.
9*RemslangenControleren op scheuren of beschadiging.√√√√ √
Vervangen. (Zie OPMERKING op bladzijde 6-4.) Elke 4 jaar
10*WielenControleren op slingering, losse spaken en
beschadigingen.
Spaken zo nodig vastzetten.√√√√
11*BandenControleren op correcte profieldiepte en op schade.
Zo nodig vervangen.
Bandspanning controleren.
Zo nodig corrigeren.√√√√ √
12*WiellagersLager controleren op losheid of schade.√√√√
13*SwingarmControleren op werking en overmatige speling.√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 50.000 km
14*BalhoofdlagersControleren op lagerspeling en stroefheid in
stuurbeweging.√√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 20.000 km
15*FramebevestigingenControleren of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn
vastgezet.√√√√ √
16 ZijstandaardWerking controleren.
Smeren.√√√√ √
17*ZijstandaardschakelaarWerking controleren.√√√√√ √
18*VoorvorkControleren op werking en olielekkage.√√√√
19*SchokdemperunitControleren op werking en schokdemper op olielekkage.√√√√
20*CarburateursChokebediening controleren.
Stationair motortoerental afstellen en carburateurs
synchroniseren.√√√√√ √ NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (×1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
U5KSD4.book Page 3 Thursday, September 12, 2002 4:23 PM
Page 53 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
DAU03884
OPMERKING:_
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
Hydraulisch remsysteem
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul zo nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de remklauwen worden vervangen en de remvloei-
stof worden ververst.
De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
_ 21 MotorolieVerversen.
Olieniveau controleren en machine inspecteren op
olielekkage.√√√√√ √
22
*OliefilterelementVervangen.√√√
23 CardanolieOlieniveau controleren en machine inspecteren op
olielekkage.√√ √
Verversen.√√√
24*Remlichtschakelaars
voor- en achterremWerking controleren.√√√√√ √
25Bewegende delen en
kabelsSmeren.√√√√ √
26*Gaskabelhuis en
gaskabelControleer werking en vrije slag.
Stel zo nodig de vrije slag van de gaskabel af.
Smeer het gaskabelhuis en de gaskabel.√√√√ √
27*Uitlaatdemper en
uitlaatpijpSchroefklem controleren op losheid.√√√√√
28*Verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaarsWerking controleren.
Richthoek koplamplichtbundel afstellen.√√√√√ √ NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (×1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
U5KSD4.book Page 4 Thursday, September 12, 2002 4:23 PM
Page 54 of 102
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
DAU01777
Het panneel verwijderen en
aanbrengen Het hierboven afgebeelde paneel moet
worden verwijderd om sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk uit te kunnen voeren. Neem deze
paragraaf door telkens wanneer het
stroomlijnpaneel moet worden verwijderd of
aangebracht.
DAU00491
Paneel A
Verwijderen van het paneelVerwijder de bout en trek het paneel los zo-
als getoond.Aanbrengen van het paneel
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bout aan.
1. Paneel A
1. Bout
U5KSD4.book Page 5 Thursday, September 12, 2002 4:23 PM
Page 55 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
6
DAU01673
Controleren van de bougies De bougies zijn belangrijke onderdelen van
de motor die gemakkelijk kunnen worden
gecontroleerd. Omdat door verhitting en
neerslag bougies altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. De conditie van de bougies
kan daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
Een bougie verwijderen
1. Trek de betreffende bougiekap
(rechtsachter of linksvoor) los zoals
getoond.
2. Verwijder de bougiedop.3. Verwijder de bougie zoals weergege-
ven met behulp van de bougiesleutel
uit de boordgereedschapsset.
Controleren van de bougies
1. Kijk of op elke bougie de porseleinen
isolator rond de centrale elektrode
licht tot gemiddeld bruin verkleurd is
(de ideale kleur als normaal met de
machine wordt gereden).
2. Controleer of alle bougies in de motor
dezelfde kleur hebben.
OPMERKING:_ De motor is misschien defect als een van
de bougies een duidelijk andere kleur heeft.
Probeer dergelijke problemen niet zelf vast
te stellen. Laat in plaats daarvan uw motor-
fiets nakijken door een Yamaha dealer. _3. Controleer bij elke bougie of de elek-
troden zijn afgesleten en let op over-
matige koolaanslag of andere
neerslag. Vervang als dat nodig is.
1. Bougiekap
1. Bougiesleutel
Voorgeschreven bougie:
BPR7ES (NGK) of
W22EPR-U (DENSO)
U5KSD4.book Page 6 Thursday, September 12, 2002 4:23 PM
Page 56 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-7
6
Een bougie aanbrengen
1. Meet de elektrodenafstand met een
draadvoelmaat. Stel de afstand indien
nodig af volgens de specificatie.
2. Reinig het oppervlak van de bougie-
pakking en het pasvlak en verwijder
eventueel vuil uit de schroefdraad van
de bougie.
3. Breng de bougie aan met behulp van
de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
OPMERKING:_ Als er geen momentsleutel voorhanden is
om de bougie te monteren, is het aanhaal-
moment ongeveer correct als een kwart-
slag tot een halve slag–verder dan
handvast wordt aangedraaid. De bougie
moet echter zo snel mogelijk naar het juiste
aanhaalmoment worden aangedraaid. _4. Installeer de bougiedop.
5. Plaats de bougiekap in de oorspron-
kelijke positie.
DAU04618
Motorolie Voor iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en het oliefilterelement
worden vervangen volgens de intervalpe-
rioden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Plaats de motorfiets op een vlakke on-
dergrond en houd hem verticaal.OPMERKING:_ Zorg dat de motorfiets rechtop staat bij het
controleren van het motorolieniveau. Wan-
neer de motorfiets iets schuin staat, kan het
niveau al foutief worden afgelezen. _2. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan
uit.
a. ElektrodenafstandElektrodenafstand:
0,7–0,8 mm
Aanhaalmoment:
Bougie:
20 Nm (2,0 m·kgf)
U5KSD4.book Page 7 Thursday, September 12, 2002 4:23 PM