FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU04991*
Controlelampje startblokkering “”
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha dealer om het elektrisch
circuit te testen.Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
te knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.
OPMERKING:_ Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem. Als het startblokkeersysteem defect
is, begint het controlelampje te knipperen.
Vraag in dat geval een Yamaha-dealer het
zelfdiagnosesysteem te controleren. Als
het controlelampje eerst vijfmaal langzaam
knippert en dan herhaaldelijk tweemaal
snel, betreft het mogelijk een signaalsto-
ring. Als deze fout zich voordoet, probeer
dan het volgende. _1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
OPMERKING:_ Houd andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge-
start. _2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeer-
sleutel en beide standaardsleutels
naar een Yamaha dealer en laat de
standaardsleutels opnieuw coderen.
DAU00063
Controlelampje grootlicht “”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is ingescha-
keld.
1. Waarschuwingslampje “” voor olieniveau
2. Controlelampje “” voor vrijstand
3. Controlelampje “” richtingaanwijzers
4. Waarschuwingslampje motorstoring “”
5. Controlelampje startblokkering “”
6. Controlelampje grootlicht “”U5KSD4.book Page 5 Thursday, September 12, 2002 4:23 PM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00119
Lichtsignaalschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU03888
Dimlichtschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” voor groot-
licht en op “” voor dimlicht.
DAU00129
Claxonschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU03889
Richtingaanwijzerschakelaar “/”
Druk deze schakelaar naar “” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand. Om
de richtingaanwijzers uit te schakelen wordt
de schakelaar ingedrukt nadat hij is terug-
gekeerd in de middenstand.
DAU03890
Noodstopschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de machine
omslaat of als de gaskabel blijft hangen.
1. Lichtsignaalschakelaar “”
2. Dimlichtschakelaar “/”
3. Claxonschakelaar “”
4. Richtingaanwijzerschakelaar “/”
1. Noodstopschakelaar “/”
2. Schakelaar “” voor alarmverlichting
3. Startknop “”
U5KSD4.book Page 7 Thursday, September 12, 2002 4:23 PM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-20
3
CD-01D
Met afgezette motor:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar in “” staat.
3. Draai de sleutel naar “ON”.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Er is mogelijk iets mis met de
vrijstandschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.
Terwijl de motor nog draait:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Houd de koppelingshendel ingetrokken.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?Nadat de motor is afgeslagen:
10. Klap de zijstandaard omhoog.
11. Houd de koppelingshendel ingetrokken.
12. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Er is mogelijk iets mis met de zijstandaard-
schakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.Er is mogelijk iets mis met de koppelings-
schakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.
NEE
OPMERKING:Deze controle is het meest betrouwbaar bij
een warme motor.
JAJA NEE
Alles in orde.
U kunt met de motorfiets gaan rijden.
JA NEE
U5KSD4.book Page 20 Thursday, September 12, 2002 4:23 PM
5-1
5
DAU00372
5-GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU00373
WAARSCHUWING
_
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
Controleer of de zijstandaard is in-
getrokken alvorens weg te rijden.
Als de zijstandaard niet behoorlijk
is ingetrokken, kan deze de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuur
verliest.
_
DAU04976
Starten van een koude motor Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
DW000054
WAARSCHUWING
_
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-19.
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
_
1. Draai de hendel van de brandstof-
kraan in “ON”.
2. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “” is gezet.
3. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.OPMERKING:_ Als de versnellingsbak in de vrijstand staat,
moet het vrijstandcontrolelampje branden;
zo niet, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen. _
U5KSD4.book Page 1 Thursday, September 12, 2002 4:23 PM
INDEXAAccu ...................................................... 6-25
Afstellen van het stationair toerental ...... 6-12
Antidiefstal-alarm .....................................3-6BBagageriembevestiging ......................... 3-18
Banden .................................................. 6-13
Bougies, controleren ................................6-6
Brandstof ............................................... 3-10
Brandstofkraan ...................................... 3-11
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig..... 5-4CCarburateurs, afstellen ........................... 6-12
Cardanolie ...............................................6-9
Chokehendel.......................................... 3-12
Claxonschakelaar ....................................3-7
Contactslot/stuurslot ................................3-2
Controlelampje grootlicht .........................3-5
Controlelampje richtingaanwijzers ............3-4
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ..........................3-4
Controlelampje startblokkering .................3-5
Controlelampje vrijstand...........................3-4
Controlelijst voor gebruik..........................4-1DDimlichtschakelaar ...................................3-7
GGasgreep en gaskabel,
controleren en smeren ........................ 6-21
Gaskabel, afstellen van vrije slag........... 6-13
Gereedschapsset .................................... 6-1HHelmbevestiging .................................... 3-14IIdentificatienummers ............................... 9-1
Identificatienummer sleutel ...................... 9-1
Inrijperiode............................................... 5-5KKabels, controleren en smeren .............. 6-21
Klepspeling, afstellen............................. 6-13
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-29
Koppelingshendel .................................... 3-8
Koppelingshendel, vrije slag afstellen .... 6-16LLichtsignaalschakelaar ............................ 3-7
Locaties van onderdelen.......................... 2-1
Luchtfilterelement, reinigen .................... 6-11MModelinformatiesticker ............................. 9-2
Motorolie ................................................. 6-7NNoodstopschakelaar ................................ 3-7
OOmrekentabel ..........................................8-5
Ondersteunen van de motorfiets ............6-31
Opbergcompartiment .............................3-15PPaneel, verwijderen en aanbrengen .........6-5
Parkeren ..................................................5-5
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema ...............................6-2RRemblokken, controleren .......................6-19
Rem- en koppelingshendel,
controleren en smeren .........................6-22
Rem- en schakelpedalen,
controleren en smeren .........................6-21
Remhendel ..............................................3-9
Remhendel, afstellen van vrije slag ........6-17
Remlichtschakelaar, afstellen.................6-18
Rempedaal ..............................................3-9
Rempedaalstand, afstellen .....................6-18
Remvloeistofniveau, controleren ............6-19
Remvloeistof, verversen.........................6-20
Richtingaanwijzer of remlicht/
achterlicht gloeilampen, vervangen ......6-31
Richtingaanwijzerschakelaar ....................3-7SSchakelaar voor alarmverlichting .............3-8
Schakelen van versnellingen....................5-3
Schakelpedaal .........................................3-8
Schakelpunten
(alleen voor Zwitserland) ........................5-4
U5KSD4.book Page 1 Thursday, September 12, 2002 4:23 PM