Page 25 of 96

3-12
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00261
HelmbevestigingSteek de sleutel in het slot en draai deze
dan zoals getoond om de helmbevesti-
ging te openen.
Vergrendel de helmbevestiging door de
sleutel in de oorspronkelijke positie te
draaien en deze dan uit te nemen.
DW000030
X@Rijd nooit met een helm bevestigd aan
de helmbevestiging, de helm kan zo
voorwerpen raken waardoor de machi-
ne mogelijk onbestuurbaar wordt en
een ongeval niet uitgesloten is.
1
1. Openen.
DAU03591
Afstellen van de
schokdemperunitDeze schokdemper is uitgerust met een
stelmoer voor veervoorspanning.
DC000015
<>Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimumin-
stelwaarden te verdraaien.
b
a21
1. Borgmoer
2. StelmoerStel de veervoorspanning als volgt af.
1. Draai de borgmoer los.
2. Om de veervoorspanning te verho-
gen en zo de vering stugger te
maken, wordt de stelmoer gedraaid
richting a. Om de veervoorspanning
te verlagen voor een zachtere vering
wordt de stelmoer gedraaid richting
b.
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 24
Page 26 of 96

3-13
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
3. Draai de borgmoer vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
DC000018
<>Draai de borgmoer altijd vast tegen de
stelmoer, en draai dan de borgmoer
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment.
DAU00315
X@Deze schokdemper is gevuld met stik-
stofgas onder hoge druk. Lees en
begrijp de volgende informatie alvo-
rens de schokdemper te gebruiken. De
fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade aan eigen-
dommen of voor persoonlijk letsel als
dit voortvloeit uit verkeerd gebruik.
8Probeer de gascilinder niet te
openen en blijf er verder vanaf.
8Stel de schokdemper niet bloot
aan open vuur of aan andere hitte-
bronnen, anders kan deze door de
oplopende druk exploderen.
8Vervorm of beschadig de gascilin-
der op geen enkele wijze, de dem-
pende werking zal dan achteruit-
gaan.
8Laat onderhoud aan de schok-
demper altijd uitvoeren door een
Yamaha dealer.
OPMERKING:De afstelling voor veervoorspanning
wordt gecontroleerd door de afstand A te
meten, zoals getoond in de afbeelding.
Hoe korter de afstand A, hoe lager de
veervoorspanning; hoe langer de afstand
A, hoe hoger de veervoorspanning.
A
Veervoorspanning:
Minimum (zacht):
Afstand A = 235 mm
Standaard:
Afstand A = 230 mm
Maximum (hard):
Afstand A = 220 mm
Aanhaalmoment:
Borgmoer:
55 Nm (5,5 m0kgf)
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 25
Page 27 of 96

3-14
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00320
Bagagedrager
DW000032
X@8Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 2 kg voor de bagage-
drager niet.
8Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 180 kg /178 kg (CH, A)
voor de machine niet.
1
1. Bagagedrager
DAU00325
Voorzorgen bij YEIS-systeemDoor verkeerde montage of beschadiging
van onderdelen van het YEIS-systeem
(Yamaha Energy Induction System) zal
de systeemwerking verminderen.
Behandel de YEIS-luchtkamer en -lucht-
kamerslang daarom met speciale zorg en
vervang gescheurde of beschadigde
onderdelen altijd direct.
DC000022
<>Probeer niet het YEIS-systeem op een
of ander wijze aan te passen.
12
1. YEIS-lochtkamer
2. Luchtkamerslang
DAU00326
YPVS-systeemDit model is uitgerust met het YPVS-sys-
teem (Yamaha Power Valve System). Dit
systeem verhoogt het vermogen en ren-
dement van de motor via een verstelbare
klep in de uitlaatpoort. De stand van de
YPVS-klep wordt door een computerge-
stuurde servomotor constant aangepast
overeenkomstig het motortoerental.
Het YPVS-systeem vormt een belangrijk
onderdeel van de motor en vraagt om
een zeer nauwkeurige afstelling. Laat
deze afstelling daarom altijd verrichten
door een Yamaha dealer, die immers
beschikt over de benodigde vakkennis en
ervaring.
1
1. YPVS-systeem
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 26
Page 28 of 96

3-15
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DC000023
<>Het YPVS-systeem werd afgesteld en
uitgebreid getest op de Yamaha
fabriek. Als deze afstellingen worden
gewijzigd zonder dat voldoende tech-
nische kennis aanwezig is, kan de wer-
king van de motor achteruitgaan of
wordt de motor beschadigd.De werking van het YPVS-systeem is op
de volgende momenten hoorbaar:
8Terwijl de contactsleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de motor wordt
gestart.
8Als de motor afslaat terwijl de con-
tactsleutel op “ON” staat.
DC000024
<>Als het YPVS-systeem niet werkt, laat
dan een controle uitvoeren door een
Yamaha dealer.
DAU00330
ZijstandaardDe zijstandaard bevindt zich aan de lin-
kerzijde van het frame. Trek of druk de
zijstandaard met uw voet omhoog of
omlaag terwijl u de motorfiets verticaal
houdt.OPMERKING:De ingebouwde sperschakelaar voor de
zijstandaard maakt deel uit van het starts-
persysteem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitleg
over het startspersysteem.)
DW000044
X@Met de motorfiets mag nooit worden
gereden terwijl de zijstandaard omlaag
staat of niet behoorlijk kan worden
opgetrokken (of niet omhoog blijft),
anders kan de zijstandaard de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuur
verliest. Het Yamaha startspersysteem
is ontworpen om de motorrijder te hel-
pen bij zijn verantwoordelijkheid de
zijstandaard op te trekken alvorens
weg te rijden. Controleer dit systeem
daarom regelmatig zoals hierna
beschreven en laat het repareren door
een Yamaha dealer als de werking niet
naar behoren is.
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 27
Page 29 of 96
3-16
DAU03571
StartspersysteemHet startspersysteem (waarvan de sper-
schakelaar voor de zijstandaard en de
vrijstandschakelaar deel uitmaken) heeft
de volgende functies:
8Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnellings-
stand staat en de zijstandaard nog
uitgeklapt staat.
8Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startsper-
systeem regelmatig, hanteer daarbij de
volgende werkwijze.
DW000045
X@Als zich een storing voordoet, vraag
dan alvorens te gaan rijden een
Yamaha dealer het systeem te contro-
leren.FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3 3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 28
Page 30 of 96

3-17
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
Met afgezette motor:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar in “
#” staat.
3. Draai de sleutel naar “ON”.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Trap het kickstartpedaal omlaag.
Slaat de motor aan?
Er is mogelijk iets mis met de
vrijstandschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.
Terwijl de motor nog draait:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Houd de koppelingshendel ingetrokken.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Er is mogelijk iets mis met de
zijstandaardschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.
NEE
Deze controle is het meest betrouwbaar bij
een warme motor.
JA
JA NEE
Alles in orde. U kunt met de motorfiets gaan rijden.
OPMERKING:Deze controle is het meest betrouwbaar bij een
warme motor.
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 29
Page 31 of 96

4-1
DAU01114
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4
De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van de machine. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en
wind vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het weg-
vallen van de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om voorafgaand aan elke rit een visuele
inspectie uit te voeren en bovendien de volgende punten te controleren.
DAU03439
Controlelijst voor gebruik
ONDERDEEL CONTROLES PAGINA
Brandstof•Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
•Vul zo nodig brandstof bij.
•Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-5–3-7
Tweetakt motorolie•Controleer het olieniveau in het oliereservoir.
•Vul zo nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
•Controleer de machine op olielekkage.3-8
Versnellingsbakolie•Controleer het olieniveau in het versnellingsbakhuis.
•Vul zo nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.6-10–6-12
Koelvloeistof•Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
•Vul zo nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
•Controleer het koelsysteem op lekkage.6-12–6-15
Voorrem•Controleer de werking.
•Als de voorrem zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
•Controleer de vrije slag van de remhendel.
•Stel zo nodig bij.
•Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
•Vul zo nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
•Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.3-5, 6-23, 6-24–6-26
Achterrem•Controleer de werking.
•Als de achterrem zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
•Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
•Vul zo nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
•Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.3-5, 6-23–6-26
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 30
Page 32 of 96

4-2CONTROLES VOOR HET STARTEN
4
Koppeling•Controleer de werking.
•Smeer de kabel als dat nodig is.
•Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
•Stel zo nodig bij.3-4, 6-22
Gasgreep•Controleer of de werking soepel is.
•Controleer de vrije slag.
•Vraag zo nodig de Yamaha dealer om af te stellen of te smeren.6-18, 6-29
Bedieningskabels•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer als dat nodig is.6-29
Aandrijfketting•Controleer of de ketting correct is aangespannen.
•Stel zo nodig bij.
•Controleer de conditie van de ketting.
•Smeer als dat nodig is.6-7–6-28
Wielen en banden•Controleer op schade.
•Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
•Controleer de bandspanning.
•Corrigeer als dat nodig is.6-19–6-21
Rem- en schakelpedalen•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer de pedaalscharnierpunten als dat nodig is.6-30
Rem- en koppelingshendels•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer zo nodig de hendelscharnierpunten.6-30
Zijstandaard•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer zo nodig het scharnierpunt.6-31
Framebevestigingen•Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
•Zet zo nodig vast.— ONDERDEEL CONTROLES PAGINA
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 31