Page 17 of 155

17-06-2002
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES Door de lange intervallen hoeft u de werkplaats minder vaak te bezoeken.
¥ Voor modellen met benzinemotor: elke 30.000 km of elke twee jaar.
¥ Voor modellen met direct ingespoten dieselmotor: elke 20.000 km of elke twee jaar.
¥ Voor modellen met indirect ingespoten dieselmotor: elke 15.000 km of elke twee jaar. Door de lange intervallen tussen de onderhoudscontroles is het noodzakelijk het motoroliepeil regelmatig te controleren: het is normaal dat er tussen twee verversingen motorolie bijgevuld moet worden. Daarom nodigt Peugeot u uit voor een tussentijdse controle tussen twee onderhoudscontroles.
Deze tussentijdse controle wordt niet aangegeven door de onderhoudsintervalindicator. De controle moet elke 15.000 km plaatsvinden voor benzinemotoren, elke 10.000 km voor dieselmotoren met directe inspuiting en elke7.500 km voor dieselmotoren met indirecte inspuiting. Een Peugeot-monteur voert een kortdurende controle uit. Bovendien worden vloeistoffen indien nodig bijgevuld (olie, koelvloeistof, ruitensproeiervloeistof tot 2 liter). Een te laag oliepeil kan ernstige schade aan de motor veroorzaken: controleer daarom het motoroliepeil ten minste elke 3000 of 5000 km, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. Deze lange intervallen zijn mogelijk geworden door de doorontwikkeling van onze auto's en van de smeermiddelen:
DAAROM IS HET VERPLICHT UITSLUITEND MOTOROLIèN TE GEBRUIKEN DIE GEHOMOLOGEERD ZIJN EN AANBEVOLEN WORDEN DOOR DE CONSTRUCTEUR.
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
18
Page 18 of 155

17-06-2002
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De airbag(s) en de pyrotechnische gordelspanners dienen elke 10 jaar vervangen te worden.De remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het pollenfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles) gecontroleerd te worden.
De distributieriem: raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES19
Bijzondere gebruiksomstandigheden Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden:
¥ Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
¥ Overwegend stadsverkeer (b.v. taxi).
¥ Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden: ¥ In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan +30 ¡C.¥ In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan -15 ¡C.
¥ In stoffige gebieden.
¥ In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden"te volgen en de intervallen te verkorten: ¥ Elke 20.000 km of elk jaar voor benzinemotoren.¥ Elke 15.000 km of elk jaar voor dieselmotoren met directe inspuiting.¥ Elke 10.000 km of elk jaar voor dieselmotoren met indirecte inspuiting.
Page 19 of 155

17-06-2002
ONDERHOUDSINTERVALINDICATOR
Deze geeft aan hoeveel kilometer u nog verwijderd bent van de eerstvolgendeonderhoudscontrole volgens het onde-rhoudsschema.
Werking Zodra het contact wordt aangezet, gaat het lampje (een sleutel die onderhoudswerk-zaamheden symboliseert) gedurende
5 seconden branden. De teller geeft (afge-rond) het resterende aantal kilometers totde eerstvolgende onderhoudscontrole aan.
Voorbeeld:er is nog 4800 km af te leggen
tot de eerstvolgende onderhoudscontrole.Bij het aanzetten van het contact en gedu- rende 5 seconden daarna geeft de telleraan: 5 seconden na het aanzetten van het contact geeft de teller weer de normale kilometerstand of de stand van de dagtelleraan.
De afstand tot de eerstvolgende onder-houdscontrole is minder dan 1000 km.
Voorbeeld: er is nog 900 km af te leggen
tot de eerstvolgende onderhoudscontrole. Bij het aanzetten van het contact en gedurende 5 seconden daarna geeft deteller aan:
5 seconden na het aanzetten van hetcontact geeft de teller weer de nor-male kilometerstand aan, maar hetlampje blijft branden. Dit om aan te geven dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden uitge-voerd moeten worden. De kilometer-totaalstand of de stand van de dagtel-ler wordt aangegeven. De afstand tot de eerstvolgendeonderhoudscontrole is overschreden.
Elke keer als het contact wordt aangezet,gaat het lampje gedurende 5 secondenknipperen en geeft de teller het aantalkilometers aan dat er teveel gereden is.
Voorbeeld:
er had 300 km eerder een
onderhoudscontrole uitgevoerd moeten worden. Bij het aanzetten van het contact en gedurende 5 seconden daarna geeft deteller aan:
5 seconden na het aanzetten van hetcontact geeft de teller weer de nor-male kilometerstand aan, maar hetlampje blijft branden. De kilometerto-taalstand of de stand van de dagtellerwordt aangegeven.
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
20
Page 20 of 155
17-06-2002
Op 0 zetten van de onderhoudsintervalindicator
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsintervalindicator na elkeonderhoudscontrole weer op 0. Als u zelf de onderhoudscontrole heeft uitgevoerd, kan de onderhouds-intervalindicator op de volgende wijzeop 0 gezet worden:
Ð zet het contact af.
Ð druk op knop1 en houdt deze inge-
drukt.
Ð zet het contact aan. De kilometer- teller begint 10 seconden terug te tellen.
Ð houd knop 1gedurende 10 secon-
den ingedrukt.
De teller geeft [= 0]aan en het
lampje gaat uit.
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES 21
Page 21 of 155

17-06-2002
VERSCHILLENDE TYPEN ONDERHOUDSCONTROLES Elke auto heeft zijn eigen onderhoudsinterval, die door de constructeur is vastgesteld op basis van de technische eigen- schappen.
Deze bestaat uit 2 verschillende onderhoudscontroles A en C, tussentijdse controles en enkele aanvullende werkzaamheden; deze zijn speciaal op uw auto, de kilometerstand en de leeftijd van uw 206 afgestemd. Onderhoudscontrole type B geldt voor oudere auto's.Uw dealer geeft bij de garantiecontrole en daarna bij elke onderhoudscontrole het type en de werkzaamheden van de volgende onderhoudscontrole aan.
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
22
ONDERHOUDSINTERVAL VAN UW 206 BENZINE
Onderhoudscontrole elke 30.000 km of elke 2 jaar
Garantiecontrole bij
10.000 km of 6 maanden*.
Deze is noodzakelijk om aanspraak op de garan- tie te kunnen maken.
Niveau vloeistof automatische transmissie elke 60 000 km.
Vervangen van remvloeistofelke 2 jaar of elke 60.000 km.
Deze termijnen gelden uitsluitend wanneer olie op synthetische basiswordt
gebruikt. Het gebruik van brandstofbesparende of synthetische olie is eveneenstoegestaan.
* Wat het eerst wordt bereikt.
Tussentijdse controle tussen twee onderhoudsbeurten.
KM-STAND 30 000 60 000 90 000 120 000
150 000 180 000 210 000 240 000 270 000
Page 22 of 155
17-06-2002
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
24
Tussentijdse controle tussen twee onderhoudsbeurten.
ONDERHOUDSINTERVAL VAN UW 206 DIESEL MET INDIRECTE INSPUITING
Onderhoudscontrole elke 15.000 km of elke 2 jaar
Garantiecontrolebij 10.000 km of 6 maanden*.
Deze is noodzakelijk om
aanspraak op de garantie te kunnen maken.
Vervangen van remvloeistofelke 2 jaar of elke 60.000 km.
Deze termijnen gelden uitsluitend wanneer olie op synthetische basiswordt
gebruikt. Het gebruik van brandstofbesparende of synthetische olie is eveneens toegestaan.
* Wat het eerst wordt bereikt.
KM-STAND 15 000 30 000 45 000 60 000 75 000
90 000 105 000 120 000 135 000 150 000 165 000
Page 23 of 155
17-06-2002
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES23
Tussentijdse controle tussen twee onderhoudsbeurten.
ONDERHOUDSINTERVAL VAN UW 206 HDI TURBODIESEL
Onderhoudscontrole elke 20.000 km of elke 2 jaar
Garantiecontrole bij 10.000 km of 6 maanden*.
Deze is noodzakelijk om
aanspraak op de garantie te kunnen maken.
Vervangen van remvloeistofelke 60.000 km. of elke 2 jaar.
Deze termijnen gelden uitsluitend wanneer olie op synthetische basiswordt
gebruikt. Het gebruik van brandstofbesparende of synthetische olie is eveneens toegestaan.
* Wat het eerst wordt bereikt.
KM-STAND 20 000 40 000 60 000 80 000 100 000
120 000 140 000 160 000 180 000 200 000 220 000 240 000
Page 24 of 155