Page 2 of 155

3UW 206 IN EEN OOGOPSLAG
1Stuurwiel met airbag en claxon
2 Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers
3 Uitschakelen airbag aan passagierszijde*
4 Blokkeerschakelaar elektrisch bediende ruitenachter
5 Dimmer dashboardverlichting
6 Radiobediening op het stuurwiel
7 Schakelaar ruitenwissers/ ruitensproeiers
8 Stuurslot
9 Schakelaar alarmknipperlichten
10 Multifunctioneel display 11
Voorruitontwaseming
12 Zijruitontwaseming
13 Verstelbaar zijventilatierooster
14 Airbag aan passagierszijde
15 Middelste verstelbare ventilatieroosters
16 Dashboardkastje
17 Autoradio 18 Schakelaars en bedieningsorganen verwarming, ventilatie, airconditioning, achterruitver-warming en verwarming buitenspiegels
19 Asbak v——r
20 Versnellingshendel
21 Aansteker 22
Schakelaar elektrisch bediende spiegels
23 Bediening stoelverwarming
24 Schakelaars elektrischbediende ruiten v——r
25 Handrem
26 Motorkapontgrendeling
27 Zekeringenkast
28 Opbergvak
29 Stuurkolomverstelling
30 Koplampverstelling
* Volgens land van bestemming.
17-06-2002
Page 35 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL35
DISPLAY A Dit display kan de volgende infor- matie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (knippert bij
kans op gladheid),
- de informatie van de radio,
- de controle op geopende portieren (bijv.: "portier links voor geo- pend",...),
- de waarschuwingsmeldingen (bijv.: "batterij afstandsbedieningleeg") en de status van de functies
van de auto (bijv.: "spaarstandactief"), kort weergegeven. Instellen van de parameters Houd de knop
1gedurende twee seconden ingedrukt om de gegevens in te stel-
len. Zodra een gegeven knippert, kan het worden gewijzigd.
Vervolgens kunnen door het indrukken van de knop 1in onderstaande volgorde
de verschillende gegevens geselecteerd worden:
Ð taal,
Ð uren (12 of 24 uur),
Ð minuten,
Ð jaar,
Ð maand,
Ð dag,
Ð temperatuureenheden (graden Celcius of Fahrenheit).Door de knop 2in te drukken kan de waarde van het geselecteerde gegeven
aangepast worden. Houd de knop ingedrukt om de instelling in een hoger tempo te wijzigen (terug naar het begin na de laatste waarde). Als de knop gedurende 7 seconden niet wordt ingedrukt, geeft het display het basisscherm weer en zijn de gewijzigde gegevens opgeslagen. Opmerking: Druk kort op de knop 2om gedurende enkele seconden de buiten-
temperatuur weer te geven.
Page 36 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
36
Instellen van de gegevens Houd de knop 1gedurende 2 seconden ingedrukt om de gegevens in te stellen.
Zodra een gegeven knippert, kan het worden veranderd.
Vervolgens kunnen door het indrukken van knop 1in onderstaande volgorde de
verschillende gegevens geselecteerd worden:
- taal,
- snelheidseenheden (km of mijl),
- temperatuureenheden (graden Celsius of Fahrenheit),
- tijdsaanduiding (in 12 of 24 uur),
- uren,
- minuten,
- jaar,
- maand,
- dag.Door het indrukken van knop 2kan het geselecteerde gegeven worden gewij-
zigd. Houd de knop ingedrukt om de gegevens in een hoger tempo in te stellen.Als de knop gedurende 7 seconden niet wordt ingedrukt, geeft het display het basisscherm weer en zijn de wijzigingen opgeslagen.
DISPLAY B Dit display kan de volgende informa- tie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (knippert bij kans op gladheid),
- informatie van de autoradio,
- controle op geopende portieren. Het display geeft schematisch aan of een portier geopend is,
- waarschuwingen (bijv.: "storing laden accu") of berichten (bijv.:"brandstofniveau laag") die tijde-lijk worden weergegeven, kunnenworden gewist door op knop 1of
2 te drukken,
- de boordcomputer.
Page 37 of 155
17-06-2002
UW 206 IN DETAIL37
DISPLAY C Dit display kan de volgende informa- tie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (knippert bij kans op gladheid),
- informatie van de autoradio,
- controle op geopende portieren. Het display geeft schematisch aan of een portier geopend is, - waarschuwingen die tijdelijk worden weergegeven (bijv.: "brandstofniveau
laag") kunnen worden gewist met behulp van de afstandsbediening,
- de boordcomputer (zie desbetreffende hoofdstuk),
- het navigatiesysteem (zie desbetreffende hoofdstuk). Instellen van parameters Met behulp van de afstandsbediening kunnen de parameters ingesteld worden. De toegang tot de verschillende menu's is bij het navigatiesysteem beschreven.
Page 38 of 155
17-06-2002
AUTORADIO RB3
UW 206 IN DETAIL
40
Hendel
Functie
1 - Indrukken (achterzijde) Volume verhogen
2 - Indrukken (achterzijde) Volume verlagen
1 + 2 - Gelijktijdig indrukken Geluid onderbreken (mute); geluid keert terug door indrukken van een willekeurige toets
3 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in oplopende frequentie (radio)
Volgende nummer selecteren (CD)
4 - Indrukken Automatisch zoeken naar zenders in aflopende frequentie (radio)
Vorige nummer selecteren (CD)
5 - Op het uiteinde drukken W ijzigen van de geluidsbron (radio/cassette/CD-wisselaar)
6 - Draaien Selecteren van volgende opgeslagen zender (radio)
(rechtsom) Selecteren van volgende CD
7 - Draaien Selecteren van vorige opgeslagen zender (radio)
(linksom) Selecteren van vorige CD
Page 39 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL41
Toets
Functie
A AAN/UIT-schakelaar radio.
B-Verlagen van volume.
C+Verhogen van volume.
D RDS RDS-functie AAN/UIT.
Langer dan 2 seconden indrukken: aan-/uitzetten van de regionale functie.
ETAVoorrang voor verkeersinformatie AAN/UIT.
F Lang indrukken: snel terugspoelen van cassette.
G Lang indrukken: snel vooruitspoelen van cassette.
F+G jk Kort indrukken: omkeren afspeelrichting van de cassette.
jj kk Lang indrukken: uitwerpen van de cassette.
H Bassen/hoge tonen hoger instellen.
I Bassen/hoge tonen lager instellen.
J Instelling van bassen, hoge tonen, loudness, balans en automatische volumeregeling.
K SRC Selecteren van radiofunctie: radio, cassette of CD-wisselaar.
Langer dan 2 seconden indrukken: in willekeurige volgorde afspelen CD.
L kk Handmatig zoeken van zenders in oplopende frequentie.
Volgende nummer van CD selecteren en selecteren volgende PTY (radio).
M MAN
Handmatige/automatische functie van de toetsen Len Nvoor de radio.
N jj Handmatig zoeken van zenders in aflopende frequentie.
Vorige nummer van CD selecteren en selecteren volgende PTY (radio).
O BND Selectie van het golfbereik FM1, FM2, FMast, AM.
ASTLanger dan 2 seconden indrukken: automatisch opslaan van voorkeuzezenders (autostore).
1 t/m 6 Selectie van een opgeslagen zender.
Langer dan 2 seconden indrukken: opslaan van een zender.
Selecteren van CD in CD-wisselaar.
Page 40 of 155

17-06-2002
ALGEMENE FUNCTIESAan / uit
Druk, als het contact AAN is of in de stand ACCESSOIRES staat, op de knop Aom de radio aan of uit te
schakelen. De radio kan gedurende 30 minuten werken zonder dat het contact aanstaat.
Diefstalbeveiliging De radio is zodanig gecodeerd dat deze alleen in uw auto functioneert. Het heeft geen enkele zin de radio in een andere auto te monteren. De diefstalbeveiliging is volledig automatisch en behoeft daarom niet te worden ingeschakeld of ingesteld.
REGELING VAN HET VOLUME Druk herhaaldelijk op de toets Com het volume te verhogen en op de toets Bom het te verlagen.
Druk lang op de toets Bof Com het volume sneller te verhogen resp. te verlagen.
AUDIO-INSTELLINGEN Druk herhaaldelijk op de toets Jom achtereenvolgens de bassen (BASS), de hoge tonen (TREB), de loud-
ness-functie (LOUD), de fader (FAD), de balans (BAL)en de automatische aanpassing van het volume te
kiezen. Deze functie wordt automatisch weer uitgeschakeld als er geen instellingen gewijzigd worden of door de toets J na het bereiken van de functie voor de automatische aanpassing van het volume nogmaals in te drukken.
Opmerking: De instellingen voor de bassen en hoge tonen zijn gekoppeld aan de op dat moment
ingeschakelde geluidsbron. Zo kan de toonhoogte voor de radio, cassette (RB3), CD (RD3) of CD-wisselaar
verschillend worden ingesteld.
UW 206 IN DETAIL
44
Page 42 of 155

17-06-2002
RADIOFUNCTIE Opmerkingen over de radio-ontvangst De ontvangst van uw autoradio wijkt af van de ontvangst van uw radio thuis. De ontvangst van langegolf-, middengolf- en FM-zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aan de kwaliteit van het appa-raat, maar aan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels, in tunnels of onder viaducten wordt gere- den.
Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, de reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebouwen, enz.) en het zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst. Selecteren van de radiofunctie Autoradio RB3: druk herhaaldelijk op de toets "SRC".
Autoradio RD3: druk op de toets P.
Selecteren van het golfbereik Autoradio RB3: druk kort op de toets "BND/AST" om de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Autoradio RD3: druk kort op de toets Pom de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Automatisch afstemmen Druk kort op ŽŽn van de toetsen Lof Nom respectievelijk de volgende of vorige zender te selec-
teren. Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. De radio stopt bij de eerste zender die na het loslaten van de toets wordt gevonden.
Als de functie TAis ingeschakeld, wordt alleen afgestemd op zenders die verkeersinformatie uitzenden.
Eerst worden de sterkste zenders afgezocht in de stand "LO". Daarna wordt in de stand "DX"ook naar zwakkere zenders
gezocht.Druk twee keer kort op de toets Lof Nom direct in de stand "DX"op de zwakkere zenders af te kunnen stemmen.
UW 206 IN DETAIL
46