Page 65 of 96
3
63
Starten – Rijden - Parkeren
Inrijden
Nieuwe remblokken
inremmen
d Waarschuwing:
Nieuwe remblokken moeten
„inremmen” en leveren dan
ook tijdens de eerste 500 km
nog niet de optimale remver-
traging.
De iets lagere remvertraging
kan door het krachtiger
indrukken/aantrekken van
het remhandel/pedaal wor-
den gecompenseerd.
Vermijd dan ook tijdens de
eerste 500 km onnodig
bruusk remmen!
e Attentie:
Aanwijzingen voor BMW Integral
ABS (b 72-79) in acht nemen.
Nieuwe banden inrijden
d Waarschuwing:
Nieuwe banden hebben een
glad oppervlak. Zij moeten
dan ook met een beheerste
rijstijl door het inrijden met
wisselende overhellingshoe-
ken worden ingereden!
Pas na het inrijden is de volle
grip van het loopvlak bereikt!
10k41bkn2.book Seite 63 Donnerstag, 24. Juli 2003 9:30 09
Page 66 of 96

64
Starten – Rijden - Parkeren
3
Startvoorbereidingen
Zet het contact aan– De noodstopschakelaar in de rijstand A
Contactslot in bedrijfsstand ON
Alleen in geval van nood:
De noodstopschakelaar 1 in
stand B plaatsen
– De stroomcircuits van Motro-
nic, benzinepomp en startmo-
tor zijn onderbroken
L Opmerking:
Als bij ingeschakeld contact
(rijstand ON) de noodstopscha-
kelaar in stand B wordt gescha-
keld, werkt het BMW Integral
ABS nog (
b 72-79).
Zijstandaard volledig
inklappen
L Opmerking:
Bij een uitgeklapte zijstandaard
en een ingeschakelde versnel-
ling kan de motorfiets niet wor-
den gestart.
Zet de versnellingsbak in
neutraal
– Vrijstand controlelamp groen
k brandt (b 7)
– Aanduiding ingeschakelde versnelling geeft „0” aan
L Opmerking:
Motor start niet:
–De versnellingsbak in standk
schakelen of de koppelings-
greep intrekken
Motor slaat bij het inschakelen
van de eerste versnelling af:
–Druk de zijstandaard volledig
terug, zo nodig storingstabel
(
b Onderhoudshandleiding,
hoofdstuk 2) aanhouden
10k41bkn2.book Seite 64 Donnerstag, 24. Juli 2003 9:30 09
Page 67 of 96
3
65
Starten – Rijden - Parkeren
Starten
d Waarschuwing:
Laat de motor niet onnodig of
langdurig stationair draaien
— Oververhittings-/brandgevaar!
Rijd na het starten direct weg.
Vermijd na een koude start hoge
toerentallen.
e Attentie:
Starten bij een lege accu leidt tot
het hoorbaar klapperen van het
startrelais. Verder starten bescha-
digt het startrelais en de startmo-
tor. Voordat er opnieuw wordt ge-
start: Accu opladen
(
bOnderhoudshandleiding, hoofdstuk 2).
L Opmerking:
Bedien de gashendel bij het
starten niet.
Bedien startdrukschakelaar 2
– De motor slaat aan
Bedien de gashendel zo
nodig met gevoel
L Opmerking:
Bij een omgevingstemperatuur
beneden 0 °C bij het starten de
koppeling aantrekken.
Starten
BBA
2
1
10k41bkn2.book Seite 65 Donnerstag, 24. Juli 2003 9:30 09
Page 68 of 96
66
Starten – Rijden - Parkeren
3
Controlelamp ABSControlelamp ABS1 bij een
storing in BMW Integral ABS
(
b 79)
Waarschuwingslamp
algemeen
De controlelamp algemeen 2
gaat branden bij een storing in
het BMW Integral ABS (
b 79),
alsmede bij een defect achter-
of remlicht.
BenzinetankinhoudAls de controlelamp voor de
benzinereserve 3 gaat branden
is er nog circa 4 liter benzine in
de tank aanwezig.
MotoroliedrukControlelamp 4 dooft vanaf
stationair toerental.
e Attentie:
Handel, rekening houdend met
de verkeerssituatie, onmiddel-
lijk als volgt als de
controlelamp 4 tijdens het rij-
den gaat branden:
Trek de koppelingsgreep in
Bedien de noodstopschake-
laar
Breng de motorfiets veilig tot stilstand
Controleer het motoroliepeil (
b 28)
Als de controlelamp brandt en
het oliepeil is in orde beslist een
vakwerkplaats, bij voorkeur een
BMW motorfietsdealer, raad-
plegen!
Controlelampen
12
43
10k41bkn2.book Seite 66 Donnerstag, 24. Juli 2003 9:30 09
Page 69 of 96
3
67
Starten – Rijden - Parkeren
Koelvloeistoftemperatuur
Controlelamp5 (rood)
dooft bij het starten vanaf het
stationair toerental.
e Attentie:
Als de controlelamp voor de
koelvloeistoftemperatuur 5 gaat
branden, de motor afzetten en
laten afkoelen.
Controleer het koelvloeistofpeil
in de expansietank (
b 40).
Bij volle expansietank en bran-
dende controlelamp of overma-
tig koelvloeistofverbruik een
specialist, bij voorkeur een
BMW motorfietsdealer,
raadplegen.
LaadstroomControlelamp 6 dooft vanaf
stationair toerental.
e Attentie:
Als de controlelamp 6 tijdens
het rijden gaat branden:
een specialist, bij voorkeur
een BMW motorfietsdealer,
raadplegen!
Controlelampen
65
10k41bkn2.book Seite 67 Donnerstag, 24. Juli 2003 9:30 09
Page 70 of 96
68
Starten – Rijden - Parkeren
3
MotortoerentalKies het motortoerental in rela-
tie tot de koelvloeistoftempera-
tuur (
b 6), laat de motor alleen
met hoge toerentallen draaien
als hij op bedrijfstemperatuur is.
Als het toerental in het rode
bereik van de toerenteller komt,
wordt ter bescherming van de
motor de benzinetoevoer
onderbroken, daardoor slaat de
motor over.
L Opmerking:
De toerentalbegrenzer begint
bij 9.400 min
-1 te werken.
Overgang tussen gas
loslaten en gasgeven
d Waarschuwing:
Geef niet abrupt gas of draai
de gashendel niet plotseling
dicht, vooral niet op een nat of
glad wegdek.
Schakelen
L Opmerking:
Laat bij het schakelen de kop-
peling niet slippen. Regel de
snelheid uitsluitend via het
motortoerental.
De digitale versnellingsindicatie in
de cockpit geeft de ingeschakelde
versnelling aan (
b 7).
Rijden en schakelen
10k41bkn2.book Seite 68 Donnerstag, 24. Juli 2003 9:30 09
Page 71 of 96
3
69
Starten – Rijden - Parkeren
Rijden en schakelen
Wegrijden/overschakelen: Trek de koppelingsgreep in
Druk de schakelhefboom naar beneden (eerste versnelling)
en laat hem weer los
Laat de koppelingsgreep voorzichtig opkomen
Verhoog hierbij het motortoe- rental iets
Geef pas gas als de koppeling
in aangrijping is
Het overschakelen naar de
2e, 3e, 4e, 5e en 6e versnel-
ling verloopt op dezelfde wijze
als hierboven is beschreven
Terugschakelen:
Draai de gashendel dicht
Trek de koppelingsgreep in
Schakel terug naar de eerst-volgende lagere versnelling:
tegen de richting van de pijl in
Laat de koppelingsgreep
voorzichtig opkomen
10k41bkn2.book Seite 69 Donnerstag, 24. Juli 2003 9:30 09
Page 72 of 96
70
Starten – Rijden - Parkeren
3
Remsysteem - Algemeen
Natte remmenNa het wassen van de motor-
fiets, na het rijden door plassen
of bij het rijden in de regen kun-
nen de remmen later aangrijpen
door vocht, resp. in de winter
door ijsvorming op de remschij-
ven en de remblokken.
d Waarschuwing:
De remschijven moeten
worden drooggeremd!
Wegenzoutaanslag op de
remschijf/remblokken
Bij het rijden op wegen waarop
wegenzout is gestrooid kunnen
de remmen later aangrijpen als
gedurende langere tijd niet
wordt geremd.
d Waarschuwing:
Het dunne zoutlaagje op de
remschijven en de remblok-
ken moet bij het remmen eerst
worden weggeschuurd.
10k41bkn2.book Seite 70 Donnerstag, 24. Juli 2003 9:30 09