Page 57 of 127
23-12-2002
UW PARTNER IN DETAIL
56
NEERKLAPBARE ACHTERBANK Neerklappen van de achterbank:
Ð Schuif de hoofdsteunen omlaag.
Ð Druk op de knop
1om de rugleuning 2los te maken.
Ð Klap de rugleuning 2neer op de zitting.
Ð Zet de achterbank in de stand "gevouwen".
Terugplaatsen:
Ð Kantel de achterbankzitting terug in de oorspronkelijke stand.
Ð Klap de rugleuning omhoog.
Ð Controleer of de zitting goed is verankerd.Let op dat de gordels niet worden vastgeklemd.
Page 58 of 127

23-12-2002
UW PARTNER IN DETAIL57
ISOFIX-BEVESTIGINGEN De Isofix-bevestigingen zijn beschik- baar voor de rechter en de middelsteachterzitplaats. Ze maken het moge-lijk een speciaal Isofix-kinderzitje ,
dat verkrijgbaar is bij de PEUGEOT-servicepunten, te plaatsen. De sloten van het kinderzitje worden verankerd aan de speciale Isofixbevestigingspunten en zorgen zovoor een veilige, degelijke en snellemontage van het zitje. Een speciaal, gehomologeerd kinder-
zitje is het KIDDY Isofix kinderzitje. Ditkan met de rug in de rijrichting wordengeplaatst voor kinderen vanaf degeboorte tot 13 kg en met het gezichtin de rijrichting voor kinderen van 9 tot18 kg. In dit laatste geval moet het kinderzit- je worden bevestigd met de Isofix-bevestigingen, de gordelbeschermeren de veiligheidsgordel. Gebruik als het kinderzitje met de rug in de rijrichting wordt geplaatst zowelde Isofix-bevestigingen als het tuigjevan het kinderzitje. Het is in beide gevallen verplicht de voorstoel in de middelste stand ende rugleuning rechtop
te zetten.
Op de middelste achterzitplaats
mag het KIDDY Isofix kinderzitjeuitsluitend met het gezicht in de rij-richting worden geplaatst. Dit kinderzitje kan ook wordenbevestigd op zitplaatsen die niet zijnvoorzien van Isofix-bevestigingen.Het is in dat geval verplicht de nor-male driepunts veiligheidsgordels tegebruiken.
Als het KIDDY kinderzitje met de rug in de rijrichting op de passa-giersstoel is geplaatst, is het ver-plicht de passagiersairbag uit teschakelen. Het kind kan bij het in werking tre- den van de airbag levensgevaar-lijk gewond raken.
Volg bij het plaatsen van het kin- derzitje de gebruiksaanwijzingvan de fabrikant.
Page 59 of 127

23-12-2002
UW PARTNER IN DETAIL
58
KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:
Ð Kinderen jonger dan 10 jaar* moeten in goedgekeurde*, aan het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veilig-heidsgordels uitgeruste plaatsen worden vervoerd.
Ð Passagiersstoel*: kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het kinderzitje in de rijrichting worden vervoerd**. Het kinderzitje mag wel tegen de rijrichting in worden aangebracht. In deze stand is het verplicht de airbag aan passagierszijde uit te schakelen.
PEUGEOT beveelt de volgende systemen aan:
Vanaf de geboorte tot 18 maanden (tot 13 kg) "Britax Babysure": wordt zowel voorin als achterin met de rug in de rijrichting aangebracht en met een driepuntsgordel vastgemaakt. Als het zitje voorin is aangebracht, moet de passagiersstoel in de middelste standworden gezet.
Van 9 maanden tot 3 of 4 jaar (9 tot 18 kg) "Ršmer Prince": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastgemaakt.
Omwille van de veiligheid van uw kinderen: gebruik het zitje en de gordelbeschermer nooit los van elkaar.
Van 3 tot 6 jaar (15 tot 25 kg) "Ršmer Vario": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastgemaakt.
1
2
3
Page 60 of 127

Laat nooit een kind of een dier in uw auto achterwanneer alle ruiten geslo-ten zijn en de auto in de
zon staat. Laat de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter inde de auto. Schakel de airbag aan passa- gierszijde uit als een kinderzitjemet de rug in de rijrichting op depassagiersstoel wordt geplaatst. Bij het afgaan van de airbag kan een kind levensgevaarlijkgewond raken.
Volg alle aanwijzingen van de fabrikant met betrekking tot hetplaatsen van het kinderzitje op.Deze zijn aangegeven in de des-betreffende gebruiksaanwijzing.
UW PARTNER IN DETAIL 59
Van 3 tot 10 jaar (15 tot 36 kg)
"Recaro Start": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastgemaakt. De hoogte, de breedte en de lengte van het zitje kunnen naar gelang de leeftijd en de grootte van uw kind worden afgesteld. "Klippan Optima": wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastge- maakt.
Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
Let erop dat de driepuntsgordels of de banden van het kinderzitje goed vastgezet worden, zelfs bij een korte rit. Om te voorkomen dat de achterportieren per ongeluk worden geopend, gebruikt u de kindersloten.
* Volgens de wettelijke bepalingen.
** Alleen als de achterzitplaatsen al bezet zijn door andere kinderen of als de achterbank niet bruikbaar is (verwijderd, neergeklapt). Zet in dat geval de passagiersstoel in de achterste stand en schakel de airbag niet uit.
4
5
23-12-2002
Page 61 of 127
23-12-2002
UW PARTNER IN DETAIL
60
Conform de Europese regelgeving (Richtlijn 2000/3) geeft het onderstaande overzicht aan onder welke voorwaarden de verschillende zitplaatsen in uw auto kunnen worden voorzien van een kinderzitje:
U: universeel kinderzitje met rug of gezicht in rijrichting. Gewicht
Plaats < 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg
Passagiersstoel v——r UU UU
Buitenste UU UU
zitplaats achter
Middelste UU UU
zitplaats achter
Page 62 of 127

23-12-2002
UW PARTNER IN DETAIL61
VEILIGHEIDSGORDELS Hoogteverstelling van de veiligheidsgordel
Verlagen of verhogen: Schuif de knop omlaag of omhoog. De veiligheidsgordel omdoen
Trek de riem om u heen en steek de gesp in de gordelsluiting.
Veiligheidsgordels v——r met pyrotechnische gordelspanners Dankzij de toepassing van veilig- heidsgordels met gordelspanners isde veiligheid van de voorste inzitten-den bij frontale aanrijdingen nogverder verbeterd. De gordelspan-ners dienen om, afhankelijk van dekracht van de aanrijding, de veilig-heidsgordels stevig tegen de licha-men van de inzittenden te trekken. De veiligheidsgordels met gordel- spanners werken alleen als het contact is aangezet.
Veiligheidsgordels achter De zitplaatsen achter zijn voorzien van drie veiligheidsgordels metoprolautomaat (achterbank met intwee delen neerklapbare leuning(1/3 - 2/3).
De gordel heeft het meeste effect als dezestrak om het lichaamgedragen wordt.
De gordelspanners kunnen, afhan-kelijk van de aard en de kracht vande aanrijding, v——r en onafhankelijkvan de airbags afgaan. Het verklikkerlampje van de airbag in het instrumentenpaneel gaat bijhet afgaan van de gordelspannersbranden. Laat het systeem na een aanrijding
controleren door een PEUGEOT-servicepunt. Het systeem is ontworpen om
10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat het voor uw veiligheid binnen 10 jaar na aankoop van de auto
door een PEUGEOT-servicepuntcontroleren.
Page 63 of 127

UW PARTNER IN DETAIL
62
SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de portieren en de tankdop vergrendeldof ontgrendeld worden, kan de pas-sagiersairbag worden uitgeschakelden wordt het contactslot bediend. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van een van de voorportieren kun-nen de portieren en de achterklepgelijktijdig vergrendeld of ontgren-deld worden. Als ŽŽn van de portieren of de achter- klep geopend is, werkt de centralevergrendeling niet. Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitge-voerd. Afstandsbediening
Vergrendelen Druk op de knop
Aom de auto te
vergrendelen. Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden branden van de richting-aanwijzers. Ontgrendelen Druk op de knop Bom de auto te
ontgrendelen. Dit wordt bevestigd door het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerking : Als de auto is vergrendeld
en per ongeluk wordt ontgrendeld zon- der dat binnen 30 seconden een vande portieren wordt geopend, wordt deauto automatisch weer vergrendeld. Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats: druk op de knop A, de plafon-
niers gaan branden en de knip- perlichten knipperen gedurendeenkele seconden.
Batterij van afstandsbedie- ning vervangen Als de batterij van de afstandsbediening leeg is, wordt dit aangegeven door eengeluidssignaal in combinatie met demelding "Batterij afstandsbediening
leeg" op het display.
Wip om de batterij te vervangen het huismet een muntstuk bij het oog los om bijde batterij te komen (CR 2016/3 V). Als de afstandsbediening na het vervan- gen van de batterij niet werkt, moet dezeopnieuw geprogrammeerd worden. Herprogrammeren van de afstandsbediening Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk direct op de knop A.
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot. De af-
standsbediening werkt nu weer.
23-12-2002
Page 64 of 127

UW PARTNER IN DETAIL63
Codekaart Op deze kaart staat de identificatie-
code die uw PEUGEOT-servicepuntnodig heeft bij werkzaamheden aande startblokkering. De code is afge-dekt, verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veilige plaats buiten de auto.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt, klinkt er een geluids-signaal.
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem zodrahet contact wordt afgezet en voor-komt zo het starten van de motor bijeen inbraak. In de sleutel is een chip aange- bracht die over een specifieke codebeschikt. Bij het aanzetten van hetcontact moet de code van de sleutelworden herkend door de startblok-kering, waarna de motor gestart kanworden. Bij een storing in het systeem
zal,
als het contact wordt aangezet (2 e
stand van de sleutel), het verklikker- lampje van de centrale vergrende-lingsschakelaar op het middelstegedeelte van het dashboard snelgaan knipperen in combinatie meteen geluidssignaal. De auto kan dan niet gestart worden.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
23-12-2002