Page 1 of 127
UW PARTNER IN EEN OOGOPSLAG1
Blz.
Stoelen, achterbank 54 - 60
Schakelaars op stuurkolom 72 - 73
Instrumentenpaneel 28
Verwarming, airconditioning 50 - 53
Buitenspiegels 75
Blz.
Controles 94 - 95
Toegang tot de auto 65 - 70
Brandstofvuldop 71
Lampen vervangen 99 - 102
Wiel verwisselen 96 - 98
In dit boekje worden alle mogelijke uitrustingen beschreven. Afhankelijk van de uitvoering en van de specifieke uitrustingen per land waarvoor de auto bestemd is, kan voor iedere geleverde auto slechtseen gedeelte van alle uitrustingen van toepassing zijn.
23-12-2002
Page 3 of 127

23-12-2002
3UW PARTNER IN EEN OOGOPSLAG
1 -Schakelaar snelheidsrege-
laar.
2 - Licht-/richtingaanwijzerscha-
kelaar.
3 - Airbag bestuurder. Claxon.
4 - Instrumentenpaneel.
5 - Stuurkolomschakelaarautoradio.
6 - Schakelaarruitenwissers/-sproeiers.
7 - Middelste verstelbare roosters verwarming/ventilatie.
8 - Schakelaaralarmknipperlichten.
9 - Multifunctioneel display ofklokje.
10 - Schakelaar centralevergrendeling.
11 - Schakelaars:Ð Elektrisch bediende ruiten.
Ð Zijruitontwaseming achter.Ð Airconditioning. 12 -
Voorruitontwaseming.
13 - Luidspreker (tweeter).
14 - Zijruitontwaseming.
15 - Verstelbaar zijventilatieroos- ter verwarming/ventilatie.
16 - Uitschakeling airbag aanpassagierszijde*.
17 - Bovenste dashboardkastjeof airbag passagierszijde.
18 - Onderste dashboardkastje.
19 - Autoradio RB3 of RD3.
20 - Bediening verwarming/air-conditioning.
21 - Versnellingshendel.
22 - Opbergvak.
23 - 12 V-aansluiting.
24 - Uitneembare asbak. 25 -
Aansteker.
26 - Handrem.
27 - Schakelaar stoelverwarming.
28 - Stuur-/contactslot.
29 - Stuurwielverstelling.
30 - Hendelmotorkapontgrendeling.
31 - Zekeringenkast.
32 - Koplampverstelling.
33 - Schakelaar elektrischbediende buitenspiegelpassagierszijde.
* Volgens land van bestemming.
Page 11 of 127
23-12-2002
AIRCONDITIONING
52
UW PARTNER IN EEN OOGOPSLAG
Nr. Symbool Functie
Bediening airconditioning.
1
Regelingluchtopbrengst en
luchttoevoer.
2 3
Regeling luchtverdeling.
4 Regeling
temperatuur.
11
Page 53 of 127
23-12-2002
1. Airconditioning De airconditioning kan tijdens alle seizoenen gebruikt worden. Het systeem stelt u in staat de temperatuur in het interieur `s zomers te verlagen en zorgt in de winter bij tem-peraturen boven 0 ¡C voor een snelle ontwaseming van beslagen ruiten. Druk de schakelaar in om de airconditioning in te schaFkelen. Het verklikkerlampje gaat branden. 2. Regeling luchtopbrengst en
toevoer van buitenlucht
Draai de knop in 1van de
4 standen om de gewen-
ste luchtopbrengst te ver-krijgen.
UW PARTNER IN DETAIL
52
AIRCONDITIONING
De airconditioning werkt niet als de knop voor de regeling van de luchtopbrengst in de laagste stand staat .
Opmerking: Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat er zich
een klein plasje water onder de auto vormt, dit is een normaal verschijnsel.
Page 54 of 127

23-12-2002
4. LuchtverdelingLuchtstroom naar voorruit en zijruiten (ontwasemen- ontdooien).
Ga voor het snel ontwasemen van devoorruit en de zijruiten als volgt te werk:
Ð Stel de temperatuur en de lucht- opbrengst in op maximaal.
Ð Sluit de middelste ventilatie- roosters.
Ð Schuif de knop van de luchttoe- voerregeling in de stand "Toevoer van buitenlucht".
Ð Schakel de airconditioning in.
Luchtstroom naar voorruit,portierruiten en beenruimte. Luchtstroom naar de been- ruimte.
Deze instelling wordt aanbevolen bijeen koud klimaat.
Luchtstroom naar interieur
(linker, rechter en middel-ste ventilatieroosters).
Deze instelling wordt aanbevolenonder warme weersomstandigheden.
Toevoer van buitenlucht.
Dit is de normale stand.
Luchtrecirculatie.
Deze stand dient om de toevoer vanbuitenlucht bij stank en stofoverlastaf te sluiten. Als deze stand gebruikt wordt terwijl de airco is ingeschakeld, wordt decapaciteit van de airco en de ver-warming vergroot. Als deze stand wordt gebruikt zon- der de airconditioning, bestaat hetrisico dat de ruiten beslaan. Zet de knop, zodra de omstandig- heden dit toelaten, weer in de standtoevoer buitenlucht.
UW PARTNER IN DETAIL 53
3. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen.
Van blauw (koud als de airco is inge- schakeld) tot rood (warm).
Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan omhet systeem in perfecte staat tehouden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem
dan door uw PEUGEOT-servicepuntcontroleren. Opmerking: Laat voor een optimale
werking van de airconditioning de ventilatieroosters openstaan.