23-12-2002
Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Schakel voor de veiligheid van
uw kind de airbag aan passagiers-
zijde altijd uit als u een kinderzitje
met de rug in de rijrichting op devoorstoel plaatst. Zet het contact uit, steek de sleutel in de schakelaar voor uitschakelenvan de airbag aan passagierszijde1, draai deze in de stand "OFF"en
verwijder de sleutel zonder destand van de schakelaar te veran-deren.
Het verklikkerlampje op hetinstrumentenpaneel brandtzolang de airbag is uitge-schakeld.
UW PARTNER IN DETAIL 87
AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd (behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld). Storing airbag voor
Als dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel gaatbranden in combinatie meteen geluidssignaal, raad-
pleeg dan een PEUGEOT-
servicepunt om het systeem te latencontroleren.
AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op dewerking van de veiligheidsgordelsmet pyrotechnische gordelspanners. De elektronische schoksensors registreren een plotselinge vertra-ging van de auto: als de drempel-waarde voor het in werking tredenwordt overschreden, worden de air-bags onmiddellijk opgeblazen enbeschermen de inzittenden van deauto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor eenafdoende bescherming; de krachtvan de aanrijding is afhankelijk vanhet soort obstakel en de snelheidvan de auto op dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking:
Het uit het kussen ont-
snappende gas kan enigszins irriteren.
* Volgens land van bestemming.
23-12-2002
Zekering AmpFuncties
11 5A Ruitenwisser achter (achterdeuren) - 12 V-aansluitingen achter.
4 20 A Multifunctioneel display - instrumentenpaneel - autoradio - stuurkolomschakelaars.
5 15 A Sirene alarm.
6 10 A Diagnosestekker.
7 15 A Alarmsysteem.
9 30 A Stoelverwarming - ventilator multifunctioneel dak.
10 40 A Achterruit- en buitenspiegelverwarming.
11 15 A Ruitenwisser achter (achterklep).
12 30 A Elektrisch bediende ruiten v——r - schuif-/kanteldak.
14 10 A Servicecentrale motor - stuurkolomschakelaars - regensensor.
15 15 A Instrumentenpaneel - multifunctioneel display - autoradio.
16 30 A Bediening centrale portiervergrendeling.
20 10 A Remlicht rechts.
21 15 A Remlicht links.
22 20 A Plafonnier v——r - kaartleeslampje - aansteker - 12 V-aansluiting voor - elektrisch bediende spiegels.
PRAKTISCHE INFORMATIE
104