Page 65 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-14
6
2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.OPMERKING:_ Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan. _3. Als de koelvloeistof bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de afdekkap over
het koelvloeistofreservoir door de bou-
ten te verwijderen, open de reservoird-
op, vul koelvloeistof bij tot de
merkstreep voor maximumniveau,
sluit de reservoirdop weer en breng
tenslotte de afdekkap over het reser-
voir en de bouten aan.
DC000080
LET OP:_ l
Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht lei-
dingwater. Gebruik geen hard water
of zout water, hierdoor kan de mo-
tor worden beschadigd.
l
Wanneer water werd gebruikt in
plaats van koelvloeistof, ververs
dan zo snel mogelijk met koelvloei-
stof, anders wordt de motor onvol-
doende gekoeld en is het
koelsysteem niet beschermd tegen
bevriezing en corrosie.
l
Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel mo-
gelijk een Yamaha dealer het anti-
vries percentage van de
koelvloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effectief
zijn.
_
DW000067
WAARSCHUWING
_ Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop nooit terwijl de motor nog heet
is. _OPMERKING:_ De koelvloeistofradiatorkoelvin schakelt au-
tomatisch aan of uit, afhankelijk van de tem-
peratuur van de koelvloeistof in de
koelvloeistofradiator. Als de motor overver-
hit raakt, staan op pagina 6-46 nadere in-
structies vermeld. _
1. Bout (´ 2)Linkerzijde
Inhoud koelvloeistofreservoir:
0,44 L
D_5mt.book Page 14 Tuesday, September 12, 2000 5:03 PM
Page 66 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-15
6
DAU01612
Verversen van de koelvloeistof
1. Zet de motorfiets op een vlakke onder-
grond en laat het motorblok zo nodig
afkoelen.
2. Verwijder het paneel C en de stroom-
lijnpanelen A en B. (Zie pagina 6-6 en
6-8 voor de werkwijze bij het verwijde-
ren en aanbrengen van het framepa-
neel en van de stroomlijnpanelen.)
3. Schuif een opvangbak onder de motor
om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
4. Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop.
DW000067
WAARSCHUWING
_ Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop nooit terwijl de motor nog heet
is. _
5. Verwijder de aftapplug voor de koel-
vloeistofpomp om het pomphuis leeg
te maken.
6. Draai de slangklemschroef los en
maak dan de koelvloeistofradiator-
slang los om de koelvloeistofradiator
leeg te maken.
7. Spoel het koelsysteem grondig door
met schoon leidingwater, nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd.
8. Sluit de koelvloeistofradiatorslang aan
en zet dan de schroef in de slangklem
vast.
9. Breng de aftapplug voor koelvloeistof
aan en zet deze dan vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
OPMERKING:_ Controleer of de ring beschadigd is en ver-
vang hem zo nodig. _
1. RadiatordopRechterzijde
1. Koelvoeistofpomp aftapplug
2. Klemschroef Rechterzijde
Aanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:
12 Nm (1,2 m·kg)
D_5mt.book Page 15 Tuesday, September 12, 2000 5:03 PM
Page 67 of 118
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-16
6
10. Verwijder de afdekkap over het koel-
vloeistofreservoir door de bouten los
te halen.11. Verwijder het koelvloeistofreservoir
door de bouten los te halen.
12. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir en keer dan het koel-
vloeistofreservoir ondersteboven om
leeg te maken.
13. Monteer het koelvloeistofreservoir
door de bouten aan te brengen.
14. Giet de aanbevolen koelvloeistof in
het reservoir tot aan de merkstreep
voor maximumniveau en breng dan de
dop en de afdekkap weer aan.
15. Giet de aanbevolen koelvloeistof in de
koelvloeistofradiator tot hij vol is.1. Bout (´ 2)Linkerzijde
1. Bout (´ 2)Linkerzijde
Mengverhouding antivries/water:
1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol
antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof:
Totale hoeveelheid:
2,15 L
Inhoud koelvloeistofreservoir:
0,44 L
D_5mt.book Page 16 Tuesday, September 12, 2000 5:03 PM
Page 68 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-17
6
DC000080
LET OP:_ l
Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht lei-
dingwater. Gebruik geen hard water
of zout water, hierdoor kan de mo-
tor worden beschadigd.
l
Wanneer water werd gebruikt in
plaats van koelvloeistof, ververs
dan zo snel mogelijk met koelvloei-
stof, anders wordt de motor onvol-
doende gekoeld en is het
koelsysteem niet beschermd tegen
bevriezing en corrosie.
l
Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel mo-
gelijk een Yamaha dealer het anti-
vries percentage van de
koelvloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effectief
zijn.
_16. Breng de koelvloeistofradiatorvuldop
aan, start de motor, laat een paar mi-
nuten stationair draaien en zet hem
dan uit.17. Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop om het koelvloeistofniveau in
de koelvloeistofradiator te controleren.
Vul zo nodig zoveel koelvloeistof bij tot
het niveau bovenin de koelvloeistofra-
diator staat en breng dan de koelvloei-
stofradiatorvuldop aan.
18. Start de motor en controleer dan of er-
gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
19. Breng het framepaneel en de stroom-
lijnpanelen aan.
DAU03726
Controleren van het
luchtfilterelement Het luchtfilterelement moet worden gecon-
troleerd volgens de intervalperioden ver-
meld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Reinig het luchtfiltere-
lement vaker als u in zeer stoffige of vochti-
ge gebieden rijdt.
1. Verwijder het motorrijderzadel. (Zie
pagina 3-13 voor instructies over ver-
wijderen en aanbrengen van het rij-
derzadel.)
2. Verwijder de tankbevestigingsbouten
en licht de brandstoftank op zoals in
de afbeelding.1. Bout (´ 2)
D_5mt.book Page 17 Tuesday, September 12, 2000 5:03 PM
Page 69 of 118
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-18
6
3. Draai de hendel van de brandstof-
kraan naar “OFF” en maak dan de
slangen en de kabelstekker van de
tankvlotter los.OPMERKING:_ Markeer de slangen voordat ze worden los-
gehaald, zodat ze later niet verkeerd wor-
den aangesloten. _
4. Licht de brandstoftank aan de voorzij-
de op om hem van het luchtfilterhuis
vandaan te halen en ondersteun de
tank dan zoals getoond.5. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven te verwijderen.
1. Brandstofkraan
2. Slang (´ 2)
3. Tankvlotterstekker
1. Schroef (´ 6)
2. Luchtfilterdeksel
D_5mt.book Page 18 Tuesday, September 12, 2000 5:03 PM
Page 70 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-19
6
6. Trek het luchtfilterelement los.
7. Controleer het luchtfilterelement en
vervang als dit beschadigd of extreem
stoffig is.8. Steek het filterelement in het luchtfil-
terhuis.
DC000082
LET OP:_ l
Controleer of het luchtfilterelement
correct in het luchtfilterhuis is ge-
plaatst.
l
Laat de motor nooit draaien zonder
dat het luchtfilterelement aanwezig
is, dat kan leiden tot overmatige
slijtage bij de zuiger(s) en/of de ci-
linder(s).
_9. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
10. Sluit de kabelstekker van de tankvlot-
ter en de slangen aan, draai de hendel
van de brandstofkraan naar “ON”,
breng de brandstoftank aan in de oor-
spronkelijke positie en monteer dan
de bouten.
DW000131
WAARSCHUWING
_ Controleer of de brandstofslangen en de
onderdrukslang stevig zijn aangesloten,
de juiste ligging hebben en niet zijn af-
gekneld. Vervang eventuele beschadig-
de slangen. _11. Breng het motorrijderzadel aan.
1. LuchtfilterelementD_5mt.book Page 19 Tuesday, September 12, 2000 5:03 PM
Page 71 of 118
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-20
6
DAU01335
Luchtaanzuigkanaal Controleer of het luchtrooster in het aan-
zuigkanaal niet is verstopt. Reinig het lucht-
rooster als dat nodig is.
DAU00630
Afstellen van de carburateurs De carburateurs vormen een belangrijk on-
derdeel van de motor en moeten zeer pre-
cies worden afgesteld. Laat daarom de
meeste carburateurafstellingen over aan
een Yamaha dealer die over de benodigde
vakkennis en ervaring beschikt. De afstel-
ling die in het volgende hoofdstuk is be-
schreven, wordt echter als onderdeel van
het routineonderhoud beschouwd en kan
wel door de eigenaar worden uitgevoerd.
DC000095
LET OP:_ De carburateurs zijn afgesteld en uitge-
breid getest in de fabriek van Yamaha.
Als deze afstellingen worden gewijzigd
zonder dat voldoende technische kennis
aanwezig is, kan de werking van de mo-
tor achteruitgaan of wordt de motor be-
schadigd. _
1. Luchtaanzuigkanaal
D_5mt.book Page 20 Tuesday, September 12, 2000 5:03 PM
Page 72 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
6
DAU00632
Afstellen van het stationair
toerental Het stationair toerental moet als volgt wor-
den gecontroleerd en eventueel afgesteld
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Start de motor en laat een paar minu-
ten warmdraaien bij 1.000 tpm–
2.000 tpm, terwijl nu en dan het gas
wordt opengedraaid naar 4.000 tpm–
5.000 tpm.OPMERKING:_ De motor is voldoende warm als deze snel
reageert op de gasbediening. _
2. Controleer het stationair toerental en
stel dit zo nodig volgens de specifica-
tie af door de gasklepstelschroef te
verdraaien. Draai om het stationair
toerental te verhogen de schroef rich-
ting
a. Draai om het stationair toeren-
tal te verlagen de schroef richting
b.OPMERKING:_ Als het voorgeschreven stationair toerental
niet haalbaar is volgens de hierboven be-
schreven werkwijze, vraag dan een
Yamaha dealer de afstelling uit te voeren. _
DAU00635
Afstellen van de vrije slag van de
gaskabel De vrije slag van de gaskabel dient 6–8 mm
te bedragen bij de gasgreep. Controleer de
vrije slag van de gaskabel regelmatig en
laat zo nodig afstellen door een Yamaha
dealer.
1. Gasklepstelschroef
Stationair toerental:
1.250–1.350 tpm
a. Vrije slag gaskabel
D_5mt.book Page 21 Tuesday, September 12, 2000 5:03 PM