Page 81 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-30
6
l
Pas op en zorg dat tijdens bijvullen
geen water het remvloeistofreservoir
kan binnendringen. Water zal het
kookpunt van de remvloeistof aan-
zienlijk verlagen zodat dampbelvor-
ming kan optreden.
l
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen aantasten. Veeg gemor-
ste remvloeistof steeds direct af.
l
Naarmate de remblokken afslijten, zal
het remvloeistofniveau geleidelijk ver-
der dalen. Vraag echter wel een
Yamaha dealer om een inspectie als
het remvloeistofniveau plotseling sterk
is gedaald.
DAU03238
Verversen van de remvloeistof Laat de remvloeistof op de tijden aangege-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema verversen door een Yamaha
dealer. Laat bovendien de afdichtingen van
de hoofdremcilinders en remklauwen en de
remslang vervangen volgens de intervalpe-
rioden of wanneer ze lekken of zijn bescha-
digd.l
Afdichtingen: Vervang elke twee jaar.
l
Remslang: Vervang elke vier jaar.
D_5mt.book Page 30 Tuesday, September 12, 2000 5:03 PM
Page 82 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-31
6
DAU00744
Doorbuiging aandrijfketting De doorbuiging van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en eventueel worden bijgesteld.
Aandrijfketting controleren op doorbui-
ging
1. Plaats de motorfiets op een vlakke on-
dergrond en houd hem verticaal.OPMERKING:_ Om de kettingdoorbuiging te controleren en
bij te stellen, moet de motorfiets rechtop
worden gehouden en mag deze geen ge-
wicht dragen. _2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.3. Draai het achterwiel door de motor-
fiets te duwen en vind zo het strakste
gedeelte in de aandrijfketting; meet nu
de doorbuiging van de ketting zoals af-
gebeeld.
4. Stel de doorbuiging van de ketting als
volgt bij als deze niet correct is.
DAU01251
Doorbuiging aandrijfketting bijstellen
1. Draai de wielasmoer los en draai dan
de borgmoer los op de kettingspan-
ner, aan beide zijden van de
swingarm.
2. Draai om de aandrijfketting strakker te
stellen de stelbout aan beide uiteinden
van de swingarm richting
a. Draai om
de aandrijfketting losser te stellen de
stelbout aan beide uiteinden van de
swingarm richting
ben druk vervol-
gens het achterwiel naar voren.
a. Doorbuiging aandrijfketting
Doorbuiging aandrijfketting:
40–50 mm
1. Wielasmoer
2. Stelbout spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
4. Uitlijnmerktekens
D_5mt.book Page 31 Tuesday, September 12, 2000 5:03 PM
Page 83 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
6
OPMERKING:_ Gebruik voor een goede wieluitlijning de uit-
lijnmerktekens aan beide zijden van de
swingarm, om zeker te zijn dat beide stel-
moeren dezelfde positie hebben. _
DC000096
LET OP:_ Een slecht gespannen aandrijfketting
overbelast de motor en andere vitale de-
len van de motorfiets, waardoor de ket-
ting kan slippen of breken. Om dit te
voorkomen moet de spanning van de
aandrijfketting binnen het voorgeschre-
ven bereik blijven. _3. Draai de borgmoeren vast en zet dan
de wielasmoer vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
DAU03006
Smeren van de aandrijfketting De aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.
DC000097
LET OP:_ De aandrijfketting moet worden ge-
smeerd nadat de motorfiets is gewassen
of ermee in de regen is gereden. _1. Reinig de aandrijfketting met petro-
leum en een zacht borsteltje.
DCA00053
LET OP:_ Om beschadiging van de o-ringen te
voorkomen, mag de aandrijfketting niet
worden gereinigd met een stoomreini-
ger of hogedrukreiniger of met niet-ge-
schikte ontvetters. _2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met
speciale smering voor O-ring kettin-
gen.
DCA00052
LET OP:_ Gebruik geen motorolie of andere
smeermidelen voor de aandrijfketting,
deze bevatten mogelijk toevoegingen
die de o-ringen kunnen beschadigen. _
Aanhaalmoment:
Wielasmoer:
150 Nm (15,0 m·kg)
D_5mt.book Page 32 Tuesday, September 12, 2000 5:03 PM
Page 84 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-33
6
DAU02962
Controleren en smeren van de
kabels De werking van alle bedieningskabels en
de conditie van de kabels moeten vóór ie-
dere rit worden gecontroleerd. De kabels
en de kabeleinden dienen zo nodig te wor-
den gesmeerd. Vraag een Yamaha dealer
een kabel te controleren of te vervangen
wanneer deze is beschadigd of niet soepel
beweegt.
DW000112
WAARSCHUWING
_ Bij een beschadiging van de buitenkabel
kan de kabelbediening verslechteren en
de binnenkabel gaan roesten. Vervang
een beschadigde kabel zo snel mogelijk
om onveilige condities te voorkomen. _
DAU03764
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel De bediening van de gasgreep en de condi-
tie van de gaskabel moet voorafgaand aan
elke rit worden gecontroleerd, en de kabel
moet zo nodig worden gesmeerd of vervan-
gen.OPMERKING:_ Omdat de gasgreep moet worden verwij-
derd om bij het uiteinde van de gaskabel te
kunnen komen, is het beter de gasgreep en
de gaskabel steeds tegelijkertijd te smeren. _1. Verwijder de gasgreep door de
schroeven te verwijderen.
2. Houd de gaskabel omhoog en breng
dan enkele druppels olie aan op het
kabeluiteinde, zodanig dat de olie in
de buitenkabel kan druipen.
3. Smeer het gaskabelhuis aan de bin-
nenzijde.
4. Vet de metaal-op-metaal contactvlak-
ken van de gasgreep in en monteer
dan de gasgreep door de schroeven
aan te brengen. Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
Aanbevolen smeermiddel:
Gaskabel:
Motorolie
Gaskabelhuis en gasgreep:
Lithiumvet (universeel vet)
D_5mt.book Page 33 Tuesday, September 12, 2000 5:03 PM
Page 85 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-34
6
DAU03163
Smeren van het rempedaal De werking van het rempedaal moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het pedaalscharnierpunt moet zo nodig
worden gesmeerd.
DAU03164
Controleren en smeren van de
rem- en koppelingshendel De werking van de rem- en de koppe-
lingshendel moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de hendelschar-
nierpunten moeten zo nodig worden ge-
smeerd.
DAU03165
Controleren en smeren van de
zijstandaard De werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten zo nodig wor-
den gesmeerd.
DW000113
WAARSCHUWING
_ Als de zijstandaard niet soepel omhoog
en omlaag beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. _
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
D_5mt.book Page 34 Tuesday, September 12, 2000 5:03 PM
Page 86 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-35
6
DAU03166
Smeren van de
achterwielophanging De scharnierpunten in de achterwielophan-
ging moeten worden gesmeerd volgens de
intervalperioden voorgeschreven in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
DAU02939
Controleren van de voorvork De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt te worden gecontroleerd
op de aangegeven tijden in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
Controleren van de conditie
DW000115
WAARSCHUWING
_ Ondersteun de motorfiets goed, zodat
deze niet kan omvallen. _Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.Controleren van de werking
1. Plaats de motorfiets op een horizonta-
le ondergrond en houd hem verticaal.
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
DC000098
LET OP:_ Als u beschadigingen aantreft of wan-
neer de voorvork niet soepel functio-
neert, laat deze dan door een Yamaha
dealer nakijken of repareren. _
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
D_5mt.book Page 35 Tuesday, September 12, 2000 5:03 PM
Page 87 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-36
6
DAU00794
Controle van stuursysteem Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur
moet als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven
in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
DW000115
WAARSCHUWING
_ Ondersteun de motorfiets goed, zodat
deze niet kan omvallen. _
2. Houd de voorvorkpoten beet bij het
ondereinde en probeer ze naar voren
en achteren te bewegen. Als speling
kan worden gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te
testen.
DAU01144
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
D_5mt.book Page 36 Tuesday, September 12, 2000 5:03 PM
Page 88 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-37
6
DAU01291
Accu Deze motorfiets is uitgerust met een per-
manent-dichte accu (onderhoudsvrij type)
waarvoor geen onderhoud vereist is. De
elektrolyt hoeft niet te worden gecontro-
leerd en er hoeft geen gedistilleerd water te
worden bijgevuld.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
DW000116
WAARSCHUWING
_ l
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
doordat dit zwavelzuur bevat, een
stof die ernstige brandwonden ver-
oorzaakt. Vermijd contact met de
huid, ogen of kleding en bescherm
uw ogen altijd bij werkzaamheden
nabij accu’s. Voer als volgt EER-
STE HULP uit als er lichamelijk con-
tact is geweest met elektrolyt.
• UITWENDIG: Spoel met rijkelijk
veel water.
• INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
• OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
l
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
l
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
_Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de motorfiets
een maand lang niet wordt gebruikt,
laad volledig bij en zet hem dan weg
op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan steeds
volledig bij als dat nodig is.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.
D_5mt.book Page 37 Tuesday, September 12, 2000 5:03 PM