Page 17 of 103
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-3
3
DAU00071
Kontroleren van het circuit voor het oliepeil-kontrolelampje
CB-48D
Zet de kontaktslot-schakelaar op “ON”
en de motorstop-schakelaar op “ ”.
Het oliepeil-kontrolelampje
licht niet op.
Het oliepeil-kontrolelampje
licht op.Kontroleer het oliepeil.
Het oliepeil-kontro-
lelampje licht op.
Het oliepeil-kontrole-
lampje licht niet op.
Het oliepeil en het
elektrische circuit zijn
in orde. U kunt met de
motorfiets rijden.
Druk op de startschakelaar met
de versnelling in vrij of met de
koppelingshendel ingetrokken.
Vraag uw Yamaha dealer
om het elektrische circuit te
inspekteren.
Het oliepeil is
voldoende.
Vul motorolie bij.Het oliepeil is
te laag.
D_4sv_Functions.fm Page 3 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM
Page 18 of 103
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-4
3
DAU01154
Brandstofpeil-waarschuwingslampje
“”
Wanneer het brandstofpeil onder circa
4,5 L komt, gaat dit lampje branden. Als het
waarschuwingslampje oplicht, laat de
brandstoftank dan bij de eerste gelegen-
heid bijvullen. Dit elektrische circuit kan ge-
kontroleerd worden volgens de procedure
op blz. 3-5.
D_4sv_Functions.fm Page 4 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM
Page 19 of 103
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-5
3
DAU00085
Kontroleprocedure voor het circuit van het brandstofnivo-waarschuwingslampje
CB-46D
Kontaktslot-schakelaar op “ON”
Motorstop-schakelaar op “ ”.
Brandstofnivo-waarschu-
wingslampje licht niet op.
Brandstofnivo-waarschu-
wingslampje licht op.Kontroleer het
brandstofnivo.
Brandstofnivo-
waarschuwings-
lampje licht op.
Brandstofnivo-
waarschuwings-
lampje licht niet op.
Het brandstofnivo en
het elektrische circuit
zijn in orde. U kunt met
de motorfiets rijden.
Zet de versnelling in vrij of trek
de koppelingshendel in en druk
dan op de startschakelaar.
Vraag uw Yamaha
dealer om het elektri-
sche circuit te
inspekteren.
Er is genoeg
benzine.
Het brandstof-
nivo is te laag.Vul benzine
bij.
D_4sv_Functions.fm Page 5 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM
Page 20 of 103
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-6
3
DAU00095
SnelheidsmeterDe snelheidsmeter geeft de snelheid van
de motorfiets aan. De snelheidsmeter is te-
vens uitgerust met een kilometerteller en
een dagteller. De dagteller kan op “0” terug-
gezet worden met de nulstelknop. Gebruik
deze dagteller om te kijken hoeveel kilome-
ter u met één volle tank kunt afleggen. Als u
dit enkele malen doet, zult u in de toekomst
beter kunnen plannen waar en wanneer u
moet stoppen om te tanken.
DAU00101
ToerentellerDit model is uitgerust met een elektrische
toerenteller zodat de bestuurder het motor-
toerental goed kan aflezen, en zodoende
de motorbelasting binnen de vereiste gren-
zen kan houden.
DC000003
LET OP:@ Zorg dat de toerenteller nooit in het rode
gebied komt.
Rode gebied: 11.500 tpm en hoger @
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
3. Dagteller
4. Nulstelknop
1. Toerenteller
2. Rode gebied
D_4sv_Functions.fm Page 6 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM
Page 21 of 103

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-7
3
DAU00106
DiagnosefunktieDit model is voorzien van een zelfdiagnose-
funktie voor de volgende circuits.l
Gasklep stand-sensorcircuit (T.P.S.)
l
Uiteindelijk uitlaatvermogen-klepcir-
cuit (EXUP)
l
Brandstofnivo-indikatorcircuit
Mocht er een storing optreden in een van
deze circuits, dan zal de toerenteller om en
om de volgende diagnose-aanduidingen te
zien geven:
CB-53D
In dit schema kunt u aflezen welk circuit de-
fekt is, aan de hand van het kenmerkende
diagnose-toerental dat wordt aangegeven.CB-54DAls uw toerenteller de bovenstaande reeks
diagnose-aanduidingen te zien geeft, no-
teer dan het aangegeven diagnose-toeren-
tal en breng uw motorfiets ter reparatie naar
een Yamaha dealer.
DC000004
LET OP:@ Om schade aan de motor te voorkomen,
dient u vooral zo snel mogelijk een
Yamaha dealer te raadplegen als uw toe-
renteller een steeds wisselende reeks
toerentallen te zien geeft. @
DAU01652
Koelvloeistoftemperatuur-meterDeze meter geeft de temperatuur van de
koelvloeistof aan, als de kontaktslot-scha-
kelaar op “ON” staat. De temperatuur van
de motor is afhankelijk van de weersom-
standigheden en van de mate waarin de
motor belast wordt. Als de naald van de
meter in het rode gebied komt, stop de mo-
torfiets dan onmiddellijk en laat de motor af-
koelen. (Zie blz. 6-11 voor meer details.)
DC000002
LET OP:@ Als de motor oververhit is, stop dan on-
middellijk met rijden. @
3 sekonden
lang: 0 tpm
2,5 sekonde
lang: het ken-
merkende dia-
gnose-toerental
voor het defekte
circuit (zie het
onderstaande
schema)
3 sekonden
lang: het
feitelijke
toerental
Diagnose-
toerental
Defekt circuit
3,000 tpm
Gasklep-sensorcircuit (T.P.S.)
7,000 tpm
Uiteindelijk uitlaatvermogen-
klepcircuit (EXUP)
8,000 tpm
Brandstofnivo-indikatorcircuit
1. Koelvloeistoftemperatuur-meter
2. Rode gebied
D_4sv_Functions.fm Page 7 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM
Page 22 of 103
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-8
3
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00120
Inhaal-schakelaar “PASS”
Druk op de schakelaar om het signaallicht
te bedienen.
DAU00121
Grootlicht/dimlicht-schakelaar
Draai de schakelaar naar “ ” voor groot-
licht en naar “ ” voor dimlicht.
DAU00127
Richtingaanwijzer-schakelaar
Om de rechter-richtingaanwijzer in te scha-
kelen, duwt u de schakelaar naar “ ”.
Om de linker-richtingaanwijzer in te schake-
len, duwt u de schakelaar naar “ ”. Als u
de schakelaar loslaat, keert deze terug naar
de middenpositie. Om de richtingaanwijzer
weer uit te zetten, drukt u de schakelaar in,
terwijl deze in de middenpositie staat.
DAU00130
Klaxon-schakelaar “ ”
Druk de schakelaar in om te klaxoneren.
1. Inhaal-schakelaar “PASS”
2. Grootlicht/dimlicht-schakelaar
3. Richtingaanwijzer-schakelaar
4. Klaxon-schakelaar “ ”
D_4sv_Functions.fm Page 8 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM
Page 23 of 103

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-9
3
DAU00134
Lichtschakelaar
Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal het dimlicht, de meterverlichting
en de achterverlichting ingeschakeld wor-
den. Door de lichtschakelaar naar “ ” te
draaien zal de koplamp ook ingeschakeld
worden.
DAU00138
Motorstop-schakelaar
De motorstop-schakelaar is een veilig-
heids-schakelaar voor gebruik onder
noodomstandigheden, zoals wanneer de
motorfiets is omgevallen of bij problemen
met de gasklep. Draai de schakelaar naar
“ ” als u de motor wilt starten. In noodge-
vallen draait u de schakelaar naar “ ”.
DAU00141
Startschakelaar “ ”
Als u de startschakelaar indrukt zal de start-
motor de motor doen ronddraaien.
DC000005
LET OP:@ Zie, alvorens de motor te starten, de pa-
ragraaf met aanwijzingen over het star-
ten. @
DAU00153
KoppelingshendelDe koppelingshendel is bevestigd aan het
linkerhandvat van het stuur. Het is voorzien
van een hendel-afsteller en een koppe-
lingsschakelaar die is geïntegreerd in het
startblokkeersysteem. (Zie de paragrafen
over het starten van de motor voor een be-
schrijving van dit systeem.)
Om te ontkoppelen, trekt u de koppe-
lingshendel in. Om de koppeling weer te la-
ten pakken, laat u de koppelingshendel
weer langzaam los. Voor een soepele be-
diening is het het beste om de koppe-
lingshendel snel in te trekken en langzaam
los te laten.
1. Motorstop-schakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startschakelaar
“”
1. Handgreepstand-instelschaal
2. Pijlteken
a. Afstand handgeeep
D_4sv_Functions.fm Page 9 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM
Page 24 of 103

FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-10
3
Voor het bijstellen van de afstand tussen de
koppelingshendel en het stuurhandvat,
draait u aan de afsteller terwijl u de hendel
naar voren duwt. Let op dat de standmarke-
ring op de afsteller recht tegenover het pijl-
teken staat.
DAU00157
VersnellingspedaalDeze motorfiets is uitgerust met een 5-ver-
snellingsbak met konstante aangrijping.
Het versnellingspedaal bevindt zich links
van het motorblok. Schakel nooit op of te-
rug, zonder de koppeling te gebruiken.
DAU00161
VoorremhendelDe voorremhendel is bevestigd aan het
rechterhandvat van het stuur en is voorzien
van een hendel-afsteller. Om de voorrem
aan te trekken, knijpt u de hendel naar het
stuur toe.
Om de afstand tussen de voorremhendel
en het stuurhandvat bij te stellen, draait u
aan de afsteller terwijl u de hendel naar vo-
ren trekt. Let op dat de standmarkering op
de afsteller recht tegenover het pijlteken
staat.
1. Versnellingspedaal
1. Handgreepstand-instelschaal
2. Pijlteken
a. Afstand handgeeep
D_4sv_Functions.fm Page 10 Tuesday, August 31, 1999 11:59 AM