Page 65 of 86

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-35
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
DW000119
X@
De gloeilampen van koplampen wor-
den zeer heet. Houd daarom brandbare
producten uit de buurt van een kop-
lampgloeilamp en raak het lampglas
niet aan zolang dit niet is afgekoeld.
4. Breng een nieuwe gloeilamp op zijn
plaats en zet deze dan vast met de
gloeilamphouder.
1. Gloeilamphouder
DC000105
<>
Voorkom aanraking van het glazen
gedeelte van de kopgloeilamp zodat
geen olie op de lamp komt. Hierdoor
zouden de doorzichtigheid van het
glas, de lichtsterkte van de gloeilamp
en de levensduur van de lamp kunnen
worden aangetast. Wrijf eventuele ver-
ontreinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een doekje
gedrenkt in alcohol of thinner.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de stekker aan.
1. Hier niet aanraken
1
6. Monteer de koplampunit door de
schroeven aan te brengen.
7. Vraag zo nodig een Yamaha dealer
de koplamplichtbundel af te stellen.
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 63
Page 66 of 86
6-36
1
2
3
4
5
6
7
8
9
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU03218
Een richtingaanwijzergloeilamp
vervangen
1. Verwijder de lamplens van de rich-
tingaanwijzer door de schroef te ver-
wijderen.
1. Schroef (´2)
1
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in
de fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens aan door de
schroeven aan te brengen.
DC000108
<>
Voorkom te ver aandraaien van de
schroeven zodat de lens niet breekt.
1. Lamp
1
1
DAU01623
Gloeilamp in
remlicht/achterlicht vervangen
1. Verwijder de lamplens van het rem-
licht/achterlicht door de schroeven
los te draaien.
1. Schroef (´2)
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 64
Page 67 of 86

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-37
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in
de fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Breng de lamplens aan door de
schroeven te verwijderen.
DC000108
<>
Voorkom te ver aandraaien van de
schroeven zodat de lens niet breekt.
1. Lamp
DAU01579
Ondersteuning van de
motorfiets
Dit model is niet voorzien van een mid-
denbok, neem daarom de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht bij het verwijde-
ren van het voor- en achterwiel of bij het
uitvoeren van ander onderhoud waarbij
de motorfiets rechtop moet staan.
Controleer of de motorfiets stabiel en
horizontaal staat alvorens onderhoud te
verrichten. Onder het motorblok kan een
stevige houten kist gezet worden voor
extra stabiliteit.
Onderhoud aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de
motorfiets met een motorstandaard
of, als geen andere standaard voor-
handen is, door een krik te plaatsen
onder het frame aan de voorzijde
van het achterwiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.Onderhoud aan het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond
met een motorfietsstandaard of, als deze
niet voorhanden is, door een krik te plaat-
sen onder beide zijden van het frame aan
de voorzijde van het achterwiel, of onder
beide uiteinden van de swingarm.
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 65
Page 68 of 86

6-38
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU03239
Voorwiel
Verwijderen van het voorwielDW000122
X@
8Het is aan te bevelen onderhoud
aan het wiel uit te laten voeren
door een Yamaha dealer.
8Ondersteun de motorfiets op veili-
ge wijze, zodat deze niet kan
omslaan.
1. Maak de snelheidsmeterkabel los
van het voorwiel.
1. Snelheidsmeterkabel
1
2. Draai de klembout op de voorwielas
los en verwijder dan de wielas.
3. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-37.
4. Trek de wielas uit en verwijder dan
het wiel.
DCA00048
<>
Bekrachtig de rem niet terwijl het wiel
samen met de remschijf is verwijderd,
anders komen de remblokken tegen
elkaar.
1. Wielasklembout
2. Wielas
1 2
DAU01394
Aanbrengen van het voorwiel
1. Monteer de wielnaaf en het de tand-
wieloverbrenging voor de snelheids-
meter zodanig aan elkaar dat de
nokjes in de sleuven vallen.
2. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
OPMERKING:
Controleer of er voldoende afstand
bestaat tussen de remblokken alvorens
de remschijf ertussen te schuiven; de
sleuf in de tandwieloverbrenging voor de
snelheidsmeter moet over de aanslag op
de vorkpoot vallen.
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 66
Page 69 of 86
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-39
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
3. Steek de wielas naar binnen.
4. Laat het voorwiel zakken zodat dit
op de grond rust.
5. Duw het stuur enkele malen stevig
op en neer om te controleren of de
voorvork correct werkt.
6. Draai de wielas vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
Aanhaalmoment:
Wielas:
59 Nm (5,9 m·kg)
7. Breng de voorwielasklembout aan
en zet deze dan vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
8. Sluit de snelheidsmeterkabel aan.
DAU03189
Achterwiel
Verwijderen van het achterwielDW000122
X@
8Het is aan te bevelen onderhoud
aan het wiel uit te laten voeren
door een Yamaha dealer.
8Ondersteun de motorfiets op veili-
ge wijze, zodat deze niet kan
omslaan.
1. Draai de wielasmoer los en de moer
van de remankerstang bij de reman-
kerplaat.
1. Wielasmoer
1
Aanhaalmoment:
Wielasklembout:
20 Nm (2,0 m·kg)
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 67
Page 70 of 86

6-40
1
2
3
4
5
6
7
8
9
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
2. Licht het achterwiel van de grond
volgens de werkwijze op pagina
6-37.
3. Haal de remankerstang los van de
remankerplaat door de moer en de
bout te verwijderen.
4. Verwijder de stelmoer voor vrije rem-
pedaalslag en haal dan de rempe-
daalstang los van de remnokhef-
boom.
1. Remankerstang
2. Moer remankerstang
3. Remdrukstang
4. Stelmoer vrije slag remhendel
1
2
34
5. Draai de borgmoer los en draai de
stelmoer voor kettingspanning los
aan beide uiteinden van de swing-
arm.
6. Verwijder de wielasmoer en trek dan
de voorwielas los.
7. Druk het wiel naar voren en haal dan
de aandrijfketting van het achter-
tandwiel.
OPMERKING:
De aandrijfketting hoeft niet te worden
gedemonteerd om het achterwiel te ver-
wijderen en aan te brengen.
8. Verwijder het wiel.
1. Wielas
2. Stelmoer kettingspanning
3. Borgmoer
312
DAU03190
Aanbrengen van het achterwiel
1. Steek de wielas in vanaf de linkerzij-
de en breng dan de aandrijfketting
aan over het achtertandwiel.
2. Breng de wielasmoer aan en laat het
achterwiel dan zakken zodat dit op
de grond rust.
3. Monteer de rempedaalstang aan de
remnokhefboom en breng dan de
stelmoer voor vrije rempedaalslag
aan op de rempedaalstang.
4. Koppel de remankerstang aan de
remankerplaat door de bout en de
moer aan te brengen en zet dan de
bout vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
5. Stel de spanning van de aandrijfket-
ting af. (Zie pagina 6-26 voor de
werkwijze bij spannen van de aan-
drijfketting.) Aanhaalmoment:
Bout remankerstang:
23 Nm (2,3 m·kg)
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 68
Page 71 of 86

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-41
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6. Draai de wielasmoer vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
7. Stel de stand en de vrije slag van
het rempedaal af. (Zie pagina
6-21 voor afstelprocedures voor de
stand en de vrije slag van het rem-
pedaal.)
DW000103
X@
Controleer de werking van het remlicht
na het afstellen van de vrije rempe-
daalslag.
DAU01008
Storingzoeken
Yamaha motorfietsen ondergaan een
grondige inspectie voordat ze vanaf de
fabriek op transport gaan, maar tijdens
gebruik kunnen toch storingen optreden.
Problemen in de brandstof-, compressie-
of ontstekingssystemen kunnen bijvoor-
beeld de oorzaak zijn van slecht starten
of een afname in motorvermogen.
In het volgende storingzoekschema is
een snelle en gemakkelijke werkwijze
weergegeven om deze vitale systemen
zelf te kunnen controleren. Ga met uw
motorfiets echter wel naar een Yamaha
dealer als reparaties nodig zijn, hier zijn
vakkundige monteurs aanwezig die
beschikken over het benodigde gereed-
schap en de ervaring en vakkennis om
het nodige onderhoud aan de machine
correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele
onderdelen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van min-
dere kwaliteit en hebben een kortere
levensduur, zodat dan later mogelijk toch
dure reparaties nodig zijn. Aanhaalmoment:
Wielasmoer:
104 Nm (10,4 m·kg)
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 69
Page 72 of 86

6-42
1
2
3
4
5
6
7
8
9
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU01297
StoringzoekschemaDW000125
X@
Uit de buurt blijven van open vuur en niet roken bij het controleren of repareren van het brandstofsys-
teem.
2. Compressie
3. Ontsteking
4. Accu1. Benzine
Controleer het brandstofpeilVoldoende benzine.
Te weinig benzine.Controleer de compressie.
Benzine bijvullen. De motor start niet: Controleer de compressie.
Laat de motor ronddraaienEr is compressie.
Er is geen compressie.Controleer de ontsteking.
Verzoek een Yamaha dealer om inspectie.
Verwijder de bougies enNat
DroogVeeg de bougies schoon met een droge doek en stel
Verzoek een Yamaha dealer om inspectie.Draai de gasgreep half open en
De motor start niet:
Laat de motor ronddraaienDe motor draait snel rond.
De motor draaitDe accu is in orde.
Controleer de accuklemmen en laad
De motor start niet:
in de benzinetank.
met de startmotor.
controleer de elektroden.
met de startmotor.
langzaam rond. indien nodig de accu op.Verzoek een Yamaha
dealer om inspectie. Controleer de accu.start de motor. de elektrodenafstand bij of vervang de bougies.
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 70