Page 57 of 86

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-27
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU03006
Smeren van de aandrijfketting
De aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders
zal de ketting snel slijten, met name in
vochtige of stoffige gebieden. Onderhoud
de ketting als volgt.
DC000097
<>
De aandrijfketting moet worden
gesmeerd nadat de motorfiets is
gewassen of ermee in de regen is
gereden.
1. Reinig de aandrijfketting met petro-
leum en een zacht borsteltje.
DCA00053
<>
Om beschadiging van de o-ringen te
voorkomen, mag de aandrijfketting
niet worden gereinigd met een stoom-
reiniger of hogedrukreiniger of met
niet-geschikte ontvetters.
DC000096
<>
Een slecht gespannen aandrijfketting
overbelast de motor en andere vitale
delen van de motorfiets, waardoor de
ketting kan slippen of breken. Om dit
te voorkomen moet de spanning van
de aandrijfketting binnen het voorge-
schreven bereik blijven.
3. Draai beide borgmoeren vast en zet
dan de wielasmoer vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
4. Stel de vrije slag van het rempedaal
af. (Zie pagina 6-22 voor afstelpro-
cedures voor de vrije slag van het
rempedaal.)
DW000103
X@
Controleer de werking van het remlicht
na het afstellen van de vrije rempe-
daalslag.
Aanhaalmoment:
Wielasmoer:
104 Nm (10,4 m·kg)
2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig
met speciale smering voor O-ring
kettingen.
DCA00052
<>
Gebruik geen motorolie of andere
smeermidelen voor de aandrijfketting,
deze bevatten mogelijk toevoegingen
die de o-ringen kunnen beschadigen.
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 55
Page 58 of 86

6-28
1
2
3
4
5
6
7
8
9
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU02962
Controleren en smeren van de
kabels
De werking van alle bedieningskabels
evenals de toestand van de kabels die-
nen vóór iedere rit te worden gecontro-
leerd. De kabels en de uiteinden van de
kabels dienen indien nodig te worden
gesmeerd. Vraag een Yamaha dealer
een kabel te controleren of te vervangen
wanneer deze is beschadigd of niet soe-
pel beweegt.
DW000112
X@
Beschadiging van de buitenkabel kan
leiden tot een verslechterde bediening
van de kabels en het roesten van de
binnenkabel. Vervang een beschadig-
de kabel zo snel mogelijk om onveilige
condities te voorkomen.
DAU03199
Controleren en smeren van
rem- en schakelpedalen
De werking van het rem- en het schakel-
pedaal moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de pedaalschar-
nierpunten moeten zo nodig worden
gesmeerd.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 56
Page 59 of 86

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-29
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU03164
Controleren en smeren van
rem- en koppelingshendels
De werking van de rem- en de koppe-
lingshendel moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de hendelschar-
nierpunten moeten zo nodig worden
gesmeerd.
DAU03165
Controleren en smeren van
zijstandaard
De werking van de zijstandaard moet
voorafgaand aan elke rit worden gecon-
troleerd en het scharnierpunt en de
metaal-op-metaal contactvlakken moeten
zo nodig worden gesmeerd.
DW000113
X@
Als de zijstandaard niet soepel
omhoog en omlaag beweegt, vraag
dan een Yamaha dealer deze te contro-
leren of te repareren.
DAU02939
Controleren van de voorvork
De conditie en de werking van de voor-
vork dienen als volgt te worden gecontro-
leerd op de aangegeven tijdstippen in het
periodieke onderhoud- en smeerschema.
Controleren van de conditie
DW000115
X@
Ondersteun de motorfiets op veilige
wijze zodat de motor niet kan omval-
len.
Controleer de binnenste buizen op kras-
sen, beschadigingen en overmatige olie-
lekkage.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 57
Page 60 of 86

6-30
1
2
3
4
5
6
7
8
9
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
Controleren van de werking
1. Plaats de motorfiets op een horizon-
tale ondergrond en houd hem verti-
caal.
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar
beneden om te controleren of de
voorvork soepel in- en uitveert.
DC000098
<>
Indien u beschadigingen aantreft of
wanneer de voorvork niet soepel func-
tioneert, dient u deze door een
Yamaha dealer te laten nakijken of
repareren.
2. Houd de voorvorkpoten beet bij het
ondereinde en probeer ze naar
voren en achteren te bewegen. Als
speling kan worden gevoeld, vraag
dan een Yamaha dealer het stuur-
systeem te testen.
DAU00794
Controle van stuursysteem
Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur
moet als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.
1. Plaats een standaard onder de
motor zodat het voorwiel los is van
de grond.
DW000115
X@
Ondersteun de motorfiets op veilige
wijze zodat de motor niet kan omval-
len.
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 58
Page 61 of 86
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-31
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU01144
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de
wielnaaf speling vertoont of het wiel niet
soepel draait, vraag dan een Yamaha
dealer de wiellagers te controleren.
DAU01271
Accu
Deze motorfiets is uitgerust met een per-
manent-dichte accu (onderhoudsvrij type)
waarvoor geen onderhoud vereist is. De
elektrolyt hoeft niet te worden gecontro-
leerd en er hoeft geen gedistilleerd water
te worden bijgevuld.
1. Accu
1
Om de accu te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha
dealer de accu te laden als deze ontladen
lijkt te zijn. Vergeet niet dat de accu snel-
ler ontladen raakt als de machine is uitge-
rust met optionele elektrische accessoi-
res.
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 59
Page 62 of 86

6-32
1
2
3
4
5
6
7
8
9
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DW000116
X@
8Elektrolyt is giftig en gevaarlijk.
Het bevat zwavelzuur dat ernstige
brandwonden kan veroorzaken.
Vermijd contact met de huid, ogen
of kleding en bescherm uw ogen
altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
8UITWENDIG: Spoel met rijkelijk
veel water.
8INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep
direct de hulp van een arts is.
8OGEN: Spoel gedurende 15
minuten met water en roep
direct medische hulp in.
8Accu’s produceren explosief
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
8HOUD DEZE EN ANDERE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de motorfiets
niet langer dan een maand wordt
gebruikt, laad volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maan-
den wordt weggeborgen, moet deze
minstens eenmaal per maand wor-
den gecontroleerd; laad de accu dan
steeds volledig bij als dat nodig is.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.DC000102
<>
8Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen
toestand weg te bergen kan per-
manente accuschade ontstaan.
8Om een permanent-dichte accu
(onderhoudsvrij type) te laden, is
een speciale acculader (met con-
stante laadspanning) vereist. Bij
gebruik van een conventionele
acculader raakt de accu bescha-
digd. Wanneer u niet beschikt
over een speciale acculader voor
permanent-dichte accu’s (onder-
houdsvrij type), vraag dan een
Yamaha dealer uw accu op te
laden.
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 60
Page 63 of 86

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-33
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU01749
Zekeringen vervangen
De zekeringenkastjes bevinden zich ach-
ter paneel B. (Zie pagina 6-6 voor het ver-
wijderen en aanbrengen van het paneel.
Vervang een zekering als volgt als deze
is doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF”
en schakel het betreffende elektri-
sche circuit uit.
1. Zekeringenkast (´2)
11
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering aan
met de aangegeven stroomsterkte.
1. Hoofdzekering
2. Reserve-hoofdzekering
3. Zekering-koplamp
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering signaleringssysteem
6. Zekering carburateur-verwarming
7. Reservezekeringen (´2)
73564
21
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 30 A
Zekering ontstekings-
systeem: 10 A
Zekering signalerings-
systeem: 10 A
Zekering koplamp: 15 A
Zekering carburateur-
verwarming: 10 A
DC000103
<>
Gerbuik geen zekering met een sterke-
re stroomsterkte dan aanbevolen om
omvangrijke schade aan het elektrisch
systeem en de kans op brand te voor-
komen.
3. Draai de contactsleutel in “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch systeem te tes-
ten.
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 61
Page 64 of 86
6-34
1
2
3
4
5
6
7
8
9
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU03188
De koplampgloeilamp
vervangen
Als de koplamp op de motorfiets een
halogeen gloeilamp heeft. Vervang de
koplampgloeilamp als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen.
1. Schroef (´2)
1
2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de koplampunit en de
gloeilampkap.
1. Koplampstekker 1. Gloeilampkap
11
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 62