Page 9 of 86

DAU00021
QGEEF VOORRANG AAN VEILIGHEID
1
1-1
Motorfietsen zijn fascinerende machines die bij de berijder een gevoel van kracht en vrijheid wakker kunnen roe-
pen. Toch is het gebruik ervan aan zekere grenzen gebonden die u beslist moet aanvaarden; ook de beste
motorfiets is onderhevig aan natuurkundige wetten.
Regelmatige verzorging en onderhoud zijn van groot belang om de waarde en de goede conditie van uw motor te
handhaven. Dit geldt trouwens niet alleen voor de motorfiets, maar ook voor de berijder: goede prestaties zijn
alleen mogelijk bij een goede conditie. Rijden onder invloed van medicijnen, drugs en alcohol is natuurlijk uit den
boze. Motorrijders dienen altijd — meer dan autobestuurders — geestelijk en lichamelijk op hun best te zijn.
Onder invloed van al zeer geringe hoeveelheden alcohol ontstaat een neiging om te grote risico’s te nemen.
Beschermende kleding is voor een motorrijder van even groot belang als in een auto de veiligheidsgordels voor
bestuurders en inzittenden. Draag steeds een compleet motorpak (vervaardigd uit leder of slijtvaste synthetische
materialen met beschermers), stevige laarzen, motorhandschoenen en een goed passende helm. Het dragen
van optimaal beschermende kleding mag echter geen aanmoediging zijn voor zorgeloos gedrag. Volledig omslui-
tende helmen en motorpakken geven een gevoel van totale veiligheid en bescherming, maar motorrijders zullen
toch altijd kwetsbaar zijn in het verkeer. Motorrijders die het aan kritische zelfbeheersing ontbreekt, zullen
gemakkelijk te snel rijden en risico’s nemen. Bij natte weersomstandigheden is dit des te gevaarlijker. Een goede
motorrijder rijdt veilig, voorspelbaar en defensief — hij vermijdt elk risico, ook wanneer die door andere wegge-
bruikers worden veroorzaakt.
Prettige rit!
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 7
Page 10 of 86
DAU00026
BESCHRIJVING
2
2-1
1. Koplamp (blz. 6-34)
2. Brandstoftankdop (blz. 3-7)
3. Zekeringen (blz. 6-33)
4. Helmbevestiging (blz. 3-9)
5. Veervoorbelasting-instelring
achterschokbreker (blz. 3-9)6. Schakelpedaal (blz. 3-5)
1234
5
6
Aanzicht linkerzijde
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 8
Page 11 of 86
BESCHRIJVING
2
2-2
7. Boordegreedschapsset (blz. 6-1)
8. Accu (blz. 6-31)
9. Luchtfilterelement (blz. 6-12)
10. Contactslot/stuurslot (blz. 3-1)
11. Rempedaal (blz. 3-6, 6-21)12. Oliefilterelement (blz. 6-9)
13. Veervoorbelasting-instelring
achterschokbreker (blz. 3-9)
78 910
11
12 13
Aanzicht rechterzijde
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 9
Page 12 of 86
BESCHRIJVING
2
2-3
14. Koppelingshendel (blz. 3-5, 6-19)
15. Linker stuurschakelaars (blz. 3-3)
16. Snelheidsmeterunit (blz. 3-2)
17. Rechter stuurschakelaars (blz. 3-4)
18. Remhendel (blz. 3-5, 6-20)19. Gashendel (blz. 6-15)
20. Brandstoftankdop (blz. 3-6)
14
1516 17 18
19 20
Schakelaars en instrumenten
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 10
Page 13 of 86

DAU00027
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3
3-1
DAU00029
Contactslot/stuurslot
Met behulp van het contactslot/stuurslot
kunnen de ontsteking en de verlichting-
systemen worden bediend en kan het
stuursysteem worden vergrendeld. De
diverse standen worden hierna beschre-
ven.
DAU00036
ON
Alle elektrische systemen komen onder
stroom en de motor kan worden gestart.
De sleutel kan niet worden uitgenomen.
DAU00038
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DAU00040
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektri-
sche systemen zijn uitgeschakeld. De
sleutel kan worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur volledig naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai de sleutel naar de “LOCK”-
stand. Houd de sleutel hierbij inge-
drukt.
3. Neem de sleutel uit.
Om het stuur te ontgrendelen
Druk de sleutel in en draai dan naar
“OFF” terwijl de sleutel ingedrukt wordt
gehouden.
OFFON
LOCKP
PUSH
IGNITION
ON
OFF
LOCK
(Parkeren)
.
DW000016
X@
Draai de contactsleutel nooit naar
“OFF” of naar “LOCK” terwijl de
motorfiets rijdt; elektrische systemen
worden dan afgeschakeld en mogelijk
zult u zo de macht over het stuur ver-
liezen of een ongeval veroorzaken.
Zorg dat de motorfiets stilstaat voor-
dat u de sleutel naar “OFF” of naar
“LOCK” draait.
DAU01590
.(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht
en het parkeerlicht branden, maar alle
overige elektrische systemen zijn uitge-
schakeld. De sleutel kan worden uitgeno-
men.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “
.” te kunnen draaien.
DCA00043
<>
Gebruik de parkeerstand niet geduren-
de langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken.
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 11
Page 14 of 86

3-2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3
DAU00056
Controlelampjes
DAU00063
Controlelampje grootlicht “&”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is inge-
schakeld.
DAU00057
Controlelampje “5” richtingaanwij-
zers
Dit controlelampje knippert terwijl de
schakelaar voor richtingaanwijzers naar
de linker- of rechterstand is gedrukt.
20
40
60
0km/h
80100120
140
160
12 34
DAU00061
Controlelampje “N” voor vrijstand
Dit controlelampje brandt terwijl de ver-
snellingsbak in de vrijstand staat.
DAU03182
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden of
knippert wanneer een elektrisch circuit
dat de motorwerking controleert defect is.
Vraag in dat geval de Yamaha dealer het
zelfdiagnosesysteem te controleren.
OPMERKING:
Dit waarschuwingslampje zal een paar
seconden aan gaan wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid, maar dat duidt
niet op een storing.
1. Controlelampje grootlicht “&”
2. Controlelampje “5” richtingaanwijzers
3. Controlelampje “N” voor vrijstand
4. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
DAU01087
Snelheidsmeterunit
De snelheidsmeterunit is voorzien van
een snelheidsmeter, een kilometerteller
en een ritteller. De snelheidsmeter toont
de actuele rijsnelheid. De kilometerteller
toont de totale afgelegde afstand. De rit-
teller toont de afstand afgelegd sinds de
teller het laatst via de terugstelknop werd
teruggesteld op nul. De ritteller kan wor-
den gebruikt om de afstand te schatten
die met een volle brandstoftank kan wor-
den afgelegd. Deze informatie stelt u in
staat de volgende tankstops te plannen.
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
3. Ritteller
4. Terugstelknop
20
40
60
0km/h
80100120
140
160
1
2
3
4
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 12
Page 15 of 86
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3
3-3
OPMERKING:
Alleen voor het Duitse model uitgerust
met een rijsnelheidsbegrenzer:
De rijsnelheidsbegrenzer zorgt dat de
motor een rijsnelheid van 80 km/u niet
kan overschrijden.
DAU00109
Antidiefstal-alarm (optie)
Deze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere
informatie.
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00119
Lichtsignaalschakelaar “&”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU00121
Dimlichtschakelaar
Zet deze schakelaar op “&” voor groot-
licht en op “%” voor dimlicht.
1. Lichtsignaalschakelaar “&”
2. Dimlichtschakelaar
3. Richtingaanwijzerschakelaar
4. Claxonschakelaar “*”
1
2
3
4
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 13
Page 16 of 86

3-4
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3
DAU00134
Lichtschakelaar
Zet deze schakelaar in de stand “
'”
om de parkeerlichten, het achterlicht en
de instrumentenverlichting in te schake-
len. Zet de schakelaar in de stand “:”
om ook de koplamp in te schakelen.
DAU00138
Noodstopschakelaar
Zet deze schakelaar op “$” om in een
noodgeval de motor direct uit te schake-
len, zoals wanneer de machine omslaat
of als de gaskabel blijft hangen.
1. Noodstopschakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startknop “,”
1
2
3
DAU00143
Startknop “,”
Druk deze knop in om de motor door mid-
del van de startmotor te starten.
DC000005
<>
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
DAU00127
Richtingaanwijzerschakelaar
Druk deze schakelaar naar “6” om
afslaan naar rechts aan te geven. Druk
deze schakelaar naar “4” om afslaan
naar links aan te geven. Na loslaten keert
de schakelaar terug naar de midden-
stand. Om de richtingaanwijzers uit te
schakelen wordt de schakelaar ingedrukt
nadat hij is teruggekeerd in de midden-
stand.
DAU00129
Claxonschakelaar “*”
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
1. Lichtsignaalschakelaar “&”
2. Dimlichtschakelaar
3. Richtingaanwijzerschakelaar
4. Claxonschakelaar “*”
1
2
3
4
5JX-9-D0 (DUTCH) 4/10/0 1:30 AM Page 14