Page 17 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3
Contactslot/stuurslot .......................................................................... 3-1
Controlelampjes ................................................................................ 3-2
Snelheidsmeterunit ........................................................................... 3-3
Antidiefstal-alarm (optie) ................................................................... 3-4
Stuurschakelaars .............................................................................. 3-4
Koppelingshendel .............................................................................. 3-5
Schakelpedaal (XVS1100) ................................................................. 3-6
Schakelpedaal (XVS1100A) .............................................................. 3-6
Remhendel ........................................................................................ 3-6
Rempedaal ........................................................................................ 3-7
Brandstoftankdop .............................................................................. 3-8
Brandstof ........................................................................................... 3-8
Brandstofkraan .................................................................................. 3-9
Chokehendel “ ” .......................................................................... 3-10
Zadels (XVS1100) ............................................................................ 3-11
Zadels (XVS1100A) ......................................................................... 3-12
Helmbevestiging .............................................................................. 3-13
Opbergcompartiment ...................................................................... 3-14
Afstellen van de schokdemperunit .................................................. 3-15
Bagageriembevestigingen ............................................................... 3-18
Zijstandaard .................................................................................... 3-18
Startspersysteem ............................................................................ 3-19
D_5KS.book Page 1 Monday, August 21, 2000 11:41 AM
Page 18 of 102

3-1
3
DAU00027
3-FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
DAU00029
Contactslot/stuurslot Met behulp van het contactslot/stuurslot
kunnen de ontsteking en de verlichtingsys-
temen worden bediend en kan het stuur-
systeem worden vergrendeld. De diverse
standen worden hierna beschreven.
DAU00036
ON
Alle elektrische systemen komen onder
stroom en de motor kan worden gestart. De
sleutel kan niet worden uitgenomen.
DAU00038
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DAU00040
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen1. Draai het stuur volledig naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai de sleutel naar de
“LOCK”-stand. Houd de sleutel hierbij
ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in en draai dan naar “OFF”
terwijl de sleutel ingedrukt wordt gehouden.
DW000016
WAARSCHUWING
@ Draai de contactsleutel nooit naar “OFF”
of naar “LOCK” terwijl de motorfiets
rijdt; elektrische systemen worden dan
afgeschakeld en mogelijk zult u zo de
macht over het stuur verliezen of een
ongeval veroorzaken. Zorg dat de mo-
torfiets stilstaat voordat u de sleutel
naar “OFF” of naar “LOCK” draait. @1. Drukken
2. Slag
D_5KS.book Page 1 Monday, August 21, 2000 11:41 AM
Page 19 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3-2
3
DAU01590
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht
en het parkeerlicht branden, maar alle ove-
rige elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “ ” te kunnen draaien.
DCA00043
LET OP:@ Gebruik de parkeerstand niet gedurende
langere tijd, anders kan de accu ontla-
den raken. @
DAU00056
Controlelampjes
DAU03201
Waarschuwingslampje “ ” voor olie-
niveau
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan via de volgende procedu-
re worden getest.
1. Zet de noodstopschakelaar in “ ” en
draai de sleutel naar “ON”.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand of trek de koppelingshendel
aan.3. Druk op de startknop. Als het waar-
schuwingslampje niet gaat branden
terwijl de startknop wordt ingedrukt,
vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
OPMERKING:@ Bij een voldoende hoog olieniveau kan het
waarschuwingslampje soms toch knippe-
ren bij rijden op een helling of bij plotseling
afremmen of optrekken, er is dan echter
geen sprake van een storing. @
DAU00061
Controlelampje “ ” voor vrijstand
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU00057
Controlelampje “ ” richtingaanwij-
zers
Dit controlelampje knippert terwijl de scha-
kelaar voor richtingaanwijzers naar de lin-
ker- of rechterstand is gedrukt.
1. Waarschuwingslampje “ ” voor olieniveau
2. Controlelampje “ ” voor vrijstand
3. Controlelampje “ ” richtingaanwijzers
4. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
5. Controlelampje grootlicht “ ”
D_5KS.book Page 2 Monday, August 21, 2000 11:41 AM
Page 20 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3-3
3
DAU03192
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden of
knippert wanneer een elektrisch circuit dat
de motorwerking controleert defect is.
Vraag in dat geval de Yamaha dealer het
zelfdiagnosesysteem te controleren.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan via de volgende procedu-
re worden getest.
1. Zet de noodstopschakelaar in “ ”.
2. Draai de sleutel naar “ON”. Als het
waarschuwingslampje niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch circuit te testen.
DAU00063
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is ingescha-
keld.
DAU03193
Snelheidsmeterunit De snelheidsmeterunit is voorzien van een
digitale kilometerteller en een ritteller. De
snelheidsmeter toont de actuele rijsnelheid.
De kilometerteller toont de totale afgelegde
afstand. De rittellers tonen de afstand afge-
legd sinds de tellers het laatst werden te-
ruggesteld op nul.
Door indrukken van de “TRIP“-toets wisselt
de weergave tussen kilometerteller-mode,
“ODO“- en ritteller-mode “TRIP”.Om de ritteller terug te stellen wordt deze
geselecteerd door de “TRIP“-toets in te
drukken, waarna de “TRIP“-toets opnieuw
wordt ingedrukt en minstens 1 seconde in-
gedrukt wordt gehouden. De ritteller kan
worden gebruikt om de afstand te schatten
die met een volle brandstoftank kan worden
afgelegd. Deze informatie stelt u in staat de
volgende tankstops te plannen.
OPMERKING:@ Deze motorfiets is niet uitgerust met een
toerenteller; er is echter wel een toerental-
begrenzer ingebouwd die zorgt dat het
motortoerental een waarde van ca.
6.800 r/min, en de rijsnelheid een waarde
van ca. 175 km/u niet kan overschrijden. @
1. “TRIP”-toets
2. Kilometerteller/ritteller
D_5KS.book Page 3 Monday, August 21, 2000 11:41 AM
Page 21 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3-4
3
DAU00109
Antidiefstal-alarm (optie) Deze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere infor-
matie.
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00127
Richtingaanwijzerschakelaar
Druk deze schakelaar naar “ ” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “ ” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand. Om
de richtingaanwijzers uit te schakelen wordt
de schakelaar ingedrukt nadat hij is terug-
gekeerd in de middenstand.
DAU00119
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU00121
Dimlichtschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU00129
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
1. Richtingaanwijzerschakelaar
2. Lichtsignaalschakelaar “ ”
3. Dimlichtschakelaar
4. Claxonschakelaar “ ”
D_5KS.book Page 4 Monday, August 21, 2000 11:41 AM
Page 22 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3-5
3
DAU00138
Noodstopschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” om in een
noodgeval de motor direct uit te schakelen,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU00134
Lichtschakelaar
Zet deze schakelaar in de stand “ ”
om de parkeerlichten, het achterlicht en de
instrumentenverlichting in te schakelen. Zet
de schakelaar in de stand “ ” om ook de
koplamp in te schakelen.
DAU00143
Startknop “ ”
Druk deze knop in om de motor door middel
van de startmotor te starten.
DC000005
LET OP:@ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. @
DAU00152
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling aan te
laten grijpen. Voor een soepele werking
van de koppeling moet de hendel snel aan-
getrokken worden en langzaam worden
losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-19 voor uit-
leg over het startspersysteem.)
1. Noodstopschakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startknop “ ”
1. Koppelingshendel
D_5KS.book Page 5 Monday, August 21, 2000 11:41 AM
Page 23 of 102
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3-6
3
DAU00157
Schakelpedaal (XVS1100)Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de
5-traps constantmeshbak op deze motor-
fiets.
DAU01215
Schakelpedaal (XVS1100A) Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de
5-traps constantmeshbak op deze motor-
fiets.OPMERKING:@ Gebruik uw tenen of hiel om op te schake-
len en gebruik uw tenen om terug te scha-
kelen. @
DAU00158
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.
1. SchakelpedaalXVS1100
1. SchakelpedaalXVS1100A
1. Remhendel
D_5KS.book Page 6 Monday, August 21, 2000 11:41 AM
Page 24 of 102
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN SCHAKELAARS
3-7
3
DAU00162
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.1. RempedaalXVS1100
1. RempedaalXVS1100A
D_5KS.book Page 7 Monday, August 21, 2000 11:41 AM