Page 41 of 84

6-9
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
Installeren
1. Meet de elektrodenafstand met
behulp van een voelermaatje en stel
zonodig de elektrodenafstand bij tot
de voorgeschreven afstand.
2. Maak het pakkingsraakvlak schoon.
Verwijder alle vuil en vet van de
schroefdraad.
3. Installeer de bougie en draai deze
aan met het voorgeschreven aan-
trekkoppel.
1. Elektroden-afstand
OPMERKING:
Als er bij het installeren van de nieuwe
bougie geen momentsleutel voorhanden
is, kunt u het volgende als vuistregel aan-
houden: draai met uw vingers de bougie
zo strak mogelijk aan en draai deze hier-
na nog 1/4 a 1/2 slag aan met een bou-
giesleutel. Laat echter wel zo snel moge-
lijk het aantrekkoppel controleren.
4. Installeer de bougiedop.
DAU00517*
Motorolie
Controleren van het oliepeil
1. Plaats de motorfiets op een vlakke
ondergrond en zorg dat hij goed
rechtop blijft staan. Laat de motor
enkele minuten warmdraaien.
OPMERKING:
Let op dat de motorfiets horizontaal staat
als u het oliepeil controleert. Als de
motorfiets iets overhelt, kan dit leiden tot
een verkeerde aflezing.
Elektroden-afstand:
0,6 ~ 0,7 mm
Aantrekkoppel:
Bougie:
17,5 Nm (1,75 m·kg)
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 39
Page 42 of 84
6-10
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
2. Zet de motor af en controleer het
oliepeil door het oliepeil-kijkglas
rechtsonder in het carterdeksel.
OPMERKING:
Wacht enkele minuten totdat de olie
gezakt is, voor u het peil controleert.
3. Het oliepeil dient tussen de mini-
mum- en maximum-merktekens te
liggen. Als er te weinig olie in de
motor zit, vul dan olie bij tot aan het
juiste peil.
1. Maximum-merkteken
2. Minimum-merkteken
Verversen van de motorolie
1. Laat de motor enkele minuten warm-
draaien.
2. Zet de motor af. Plaats een opvang-
bak onder het motorblok en verwij-
der de olievuldop.
1. Versnellingsbak-olievuldop
3. Verwijder de aftapbouten.
1. Motorolie-aftapbout
1
1
1
2
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 40
Page 43 of 84
6-11
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DC000070
<>
Als u de olie-aftapbouten verwijdert,
zullen de pakkingring, de aandrukveer
en de oliezeef naar beneden vallen. Let
op dat u geen onderdelen verliest.
1. Oliezeef
2. Aandrukveer
3. Pakkingring
OPMERKING:
Het oliefilterdeksel zit vast met twee
schroeven en een aftapbout. Verwijder de
aftapbout en laat de olie weglopen uit het
filterhuis.
1. Bout (´3)
2. Aftapbout
4. Verwijder de filterdekselschroeven
en het oliefilterdeksel.
5. Verwijder het oliefilterelement en de
pakkingring.
6. Maak het oliefilter en de oliezeef
schoon met oplosmiddelen. Vervang
beschadigde onderdelen.
7. Controleer de pakkingring. Vervang
deze indien nodig.
8. Installeer het oliefilterdeksel, de
schroeven en de aftapbouten. Draai
de aftapbouten vast met het voorge-
schreven aantrekkoppel.
OPMERKING:
Let op dat de pakkingsring goed afsluit.
1. Oliefilterelement
2. Pakkingring
12 3
1 21
2
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 41
Page 44 of 84

6-12
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
2
2
DAU01501*
Luchtfilter
Het luchtfilter moet regelmatig schoonge-
maakt worden. Als u veel over stoffige
wegen of door de regen rijdt, zult u het
vaker moeten schoonmaken.
Reinigen van het luchtfilter
1. Verwijder het paneel A. (Zie blz. 6-6
voor het verwijderen en weer aan-
brengen.)
2. Verwijder de schroeven van het
luchtfilterhuis en het luchtfilterhuis-
deksel.
1. Luchtfilterhuisdeksel
2. Schroef (´4)DC000066
<>
8U mag geen chemische middelen
aan de motorolie toevoegen. De
motorolie dient tevens voor het
smeren van de koppeling en toe-
gevoegde middelen zouden de
koppeling kunnen doen slippen.
8Let op dat er geen vreemde voor-
werpen in het carter terechtko-
men.
10. Start de motor en laat deze enkele
minuten warmdraaien. Controleer in
de tussentijd het motorblok op olie-
lekkage. Mocht u ergens een lek
ontdekken, zet dan onmiddellijk de
motor af en probeer de oorzaak te
achterhalen.
DC000071
<>
Als u de olie-aftapbout weer aan-
brengt, vergeet dan niet om de pak-
kingring, de aandrukveer en de olie-
zeef in de goede positie te installeren.
9. Vul het motorblok met motorolie.
Plaats de olievuldop weer en draai
deze stevig aan. Aantrekkoppels:
Aftapbout:
43 Nm (4,3 m·kg)
Filterdekselschroef:
7,0 Nm (0,7 m·kg)
Aftapbout (filterdeksel):
10 Nm (1,0 m·kg)
Aanbevolen motorolie:
Zie blz. 8-1.
Totale hoeveelheid:
1,3 L
Periodieke olieverversing:
1,0 L
Met vervanging oliefilter:
1,1 L
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 42
Page 45 of 84

6-13
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
3. Verwijder het luchtfilter uit de behui-
zing.
4. Neem het luchtfilterelement uit de
houder en reinig het element met
oplosmiddel. Na het reinigen perst u
het overtollige oplosmiddel uit het
luchtfilterelement.
5. Breng de voorgeschreven olie aan
op het gehele oppervlak van het
luchtfilterelement en pers de overtol-
lige olie eruit. Het luchtfilterelement
moet wel nat zijn, maar er mag geen
olie uit druipen.
1. Luchtfilterelement
2. Luchtfilterelement houder
6. Breng de luchtfilterhouder aan op
het luchtfilter en plaats het geheel in
de behuizing.
7. Installeer het luchtfilterdeksel en het
paneel.
DC000082
<>
8Zorg dat het luchtfilter naar beho-
ren in de luchtfilter-behuizing zit.
8Laat de motor nooit lopen zonder
dat het luchtfilter geïnstalleerd is.
Dit kan leiden tot bijzonder snelle
slijtage van cilinders en/of zui-
gers.
Reinigen van de luchtfilteruitlaatslang
Controleer regelmatig de slang onderaan
het luchtfilterhuis. Als u er vuil of water in
aantreft, verwijder de slang dan, reinig
deze en breng de slang weer aan.
1. Slang
Aanbevolen olie:
Motorolie
1
21
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 43
Page 46 of 84

6-14
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU00629
Afstelling van de carburateur
De carburateur is een bijzonder belangrijk
onderdeel van de motor. De afstelling
ervan dient bijzonder nauwkeurig te
geschieden. Het verdient aanbeveling om
deze afstelling over te laten aan uw
Yamaha dealer die de nodige kennis van
zaken heeft en over ruime ervaring
beschikt. Het hieronder beschreven routi-
ne-onderhoudswerk kunt u echter zelf uit-
voeren.
DC000094
<>
De carburateur is na vele tests in de
Yamaha fabrieken afgesteld.
Veranderen van de afstellingen kan lei-
den tot slecht lopen van de motor en
zelfs tot beschadiging hiervan.
DAU01168
Afstelling stationair toerental
OPMERKING:
Voor deze procedure dient u een diagno-
se-toerenteller te gebruiken.
1. Sluit de toerenteller aan. Start de
motor en laat deze enkele minuten
lang warmdraaien met een toerental
van 1.000 à 2.000 tpm. Laat de
motor af en toe met een wat hoger
toerental lopen 4.000 à 5.000 tpm.
De motor is warm als deze snel op
de beweging van de gasgreep
reageert.2. Stel het stationair toerental nu op het
voorgeschreven toerental af, door de
gasklepstelschroef te verdraaien.
Draai de schroef in richting aom
het toerental te verhogen en in rich-
ting bom het toerental te verlagen.
OPMERKING:
Als u het toerental niet op de voorge-
schreven waarde krijgt, raadpleeg dan
een Yamaha dealer.
1. Gasstopschroef
1
ab
Standaard stationair toerental:
1.300 ~ 1.500 tpm
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 44
Page 47 of 84
6-15
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU00634
Afstelling van de gaskabel
OPMERKING:
Alvorens de speling van de gaskabel af te
stellen, dient u het stationair-toerental af
te stellen.
De gaskabel-speling kunt u afstellen door
de afstelmoer te verdraaien totdat de juis-
te speling van de gashendel is verkregen.
1. Afstelmoer
2. Borgmoer
c. Speling
1. Draai de borgmoer los.
2. Draai de afstelmoer in de richting a
voor meer speling, of in de richting
bom de speling te verminderen.
3. Draai de borgmoer weer aan.
DAU00637
Afstellen van de klepspeling
De juiste klepspeling verandert tijdens het
gebruik van de motorfiets, met als gevolg
een onjuiste invoer van het benzine-
/luchtmengsel of meer lawaai. Om dit te
vermijden, dienen de kleppen regelmatig
afgesteld te worden. Laat deze afstelling
echter aan een Yamaha dealer over.
1
2a
bc
Speling:
3 ~ 5 mm
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 45
Page 48 of 84

6-16
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU00652
Banden
Let, voor goede rijprestaties, een lange
levens duur en veilig rijden, op de volgen-
de punten:
Bandenspanning
Kontroleer de bandenspanning altijd,
voordat u met de motorfiets
wegrijdt.
DW000082
X@
De bandenspanning dient gemeten te
worden als de temperatuur van de
banden gelijk is aan de omgevings-
temperatuur. De bandenspanning is
afhankelijk van het totale gewicht van
de bagage, de bestuurder, de mede-
passagier, overige accessoires
(stroomlijnkappen, zadeltassen, enz. -
monteer nooit accessoires
die niet zijn goedgekeurd voor deze
motorfiets) en de snelheid van de
motorfiets.
DW000083
X@
Een juiste verdeling van het gewicht is
van groot belang voor een goede weg-
ligging, juist reageren op het remmen,
balans en veiligheid in het algemeen.
Zorg ervoor dat bagage die u vervoert,
goed vast zit zodat deze niet kan gaan
schuiven. Plaats de zwaarste voorwer-
pen in het midden van de motorfiets
en verdeel het gewicht gelijkmatig
over rechter- en linkerzijde. Stel de
voorbelasting van de schokbrekers in
aan de hand van het totale gewicht en
breng de bandenspanning ook op de
juiste waarde. OVERLAAD UW
MOTORFIETS NOOIT. Overschrijdt
nooit het totaal toegestane gewicht
van bagage, bestuurder, medepassa-
gier, overige accessoires (stroomlijn-
kappen, zadeltassen, enz. - monteer
nooit accessoires die niet zijn goedge-
keurd voor deze motorfiets). Een te
zwaar beladen motorfiets kan leiden
tot beschadiging van de banden, een
ongeluk en ernstige verwondingen.
* Belasting is het totale gewicht van bagage, bestuur-
der, mede-passagier en accessoires.
Maximale belasting* 180 kg
Bandenspanning bij
koude bandenVoor Achter
150 kPa 150 kPa
Belasting tot 80 kg (1,50 kg/cm
2, (1,50 kg/cm2,1,50 bar) 1,50 bar)
80 kg ~ 150 kPa 175 kPa
Maximale belasting*(1,50 kg/cm
2, (1,75 kg/cm2,1,50 bar) 1,75 bar)
125 kPa 125 kPa
Bij rijden op terrein (1,25 kg/cm
2, (1,25 kg/cm2,
1,25 bar) 1,25 bar)
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 46