Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje/details/handelingen
Waarschuwingslampje lage bandenspanning
Als het lampje gaat branden:
Lage bandenspanning, bijvoorbeeld door
■Natuurlijke oorzaken (→blz. 445)
■Lekke band (→blz. 451, blz. 468)
Breng de banden op de juiste spanning.
Na een paar minuten dooft het lampje. Laat het systeem
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige indien het lampje niet dooft nadat de
banden op spanning zijn gebracht.
Als het lampje gaat branden nadat het gedurende 1 minuut
geknipperd heeft:
Storing in het bandenspanningswaarschuwingssysteem
(→blz. 445)
Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
*1Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur (waar-
schuwingszoemer)
Geeft aan dat de koelvloeistoftemperatuur te hoog is
→Blz. 486
*1Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) hybridesys-
teem oververhit
Geeft aan dat het hybridesysteem oververhit is geraakt
Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
Oplossing (→blz. 488)
*1
Brake Override-systeem
Geeft aan dat het gaspedaal en rempedaal gelijktijdig worden inge-
trapt en het Brake Override-systeem in werking is.
Laat het gaspedaal los en trap het rempedaal in.
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Brake Override-
systeem (met waarschuwingszoemer)
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wegrijregeling
Geeft aan dat de schakelstand is gewijzigd en de wegrijregeling is
geactiveerd terwijl het gaspedaal werd ingetrapt (met waarschu-
wingszoemer).
Laat het gaspedaal even los.
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het systeem van de
wegrijregeling (met waarschuwingszoemer).
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren ge-
kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
*1: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
*2: Waarschuwingszoemer geactiveerde parkeerrem: De zoemer klinkt als de auto met een
snelheid van ongeveer 5 km/h of meer rijdt.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
443
7
Bij problemen
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat
niet doet, kunt u de macht over het
stuur verliezen. Dit kan leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
• Zet de auto zo snel mogelijk stil op
een veilige plaats. Breng de banden
meteen op spanning.
• Auto's met reservewiel: Als, nadat de
banden op spanning zijn gebracht,
het waarschuwingslampje lage
bandenspanning opnieuw gaat
branden, kan dit erop duiden dat er
een band lek is. Controleer de
banden. Vervang het wiel met de
lekke band door het reservewiel en
laat de band repareren door de
dichtstbijzijnde erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Auto's met bandenreparatieset: Als,
nadat de banden op spanning zijn
gebracht, het waarschuwingslampje
lage bandenspanning opnieuw gaat
branden, kan dit erop duiden dat er
een band lek is. Controleer de
banden. Repareer een lekke band
met de bandenreparatieset.
(→Blz. 451)
• Vermijd plotselinge
stuurbewegingen en hard remmen.
De banden kunnen beschadigd
raken, waardoor u de controle over
het stuurwiel of de remmen kunt
verliezen.
Als u een klapband krijgt of als er
plotseling een lek ontstaat
Het kan zijn dat het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet meteen in werking treedt.OPMERKING
Ervoor zorgen dat het bandenspannings-
waarschuwingssysteem goed werkt
Monteer geen banden met verschillende
specificaties of van verschillende
merken, anders werkt het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem mogelijk niet goed.
7.2.4 Als er een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven
Het multi-informatiedisplay
waarschuwt bij systeemstoringen en
onjuist uitgevoerde handelingen, of
geeft meldingen over noodzakelijk
onderhoud weer. Voer de juiste
herstelprocedure uit wanneer er een
melding verschijnt.
Multi-informatiedisplay
Als een van de waarschuwingsmeldingen
weer wordt weergegeven na het
uitvoeren van de volgende handelingen,
neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
446
Meldingen en waarschuwingen
De waarschuwingslampjes en waarschuwingszoemers werken afhankelijk van de soort
melding. Als de melding aangeeft dat controle door een dealer noodzakelijk is, laat de auto
dan onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschuwings-
lampje systeemWaarschuwings-
zoemer*Waarschuwing
— Klinkt■Duidt op een belangrijke situatie, bijvoorbeeld
wanneer een rijsysteem defect is of wanneer er
gevaar ontstaat wanneer de herstelprocedure
niet wordt uitgevoerd
■Geeft een bepaalde situatie aan, bijvoorbeeld
wanneer er schade aan de auto is, of wanneer er
gevaar bestaat
Gaat branden of
knipperenKlinktDuidt op een belangrijke situatie, bijvoorbeeld wan-
neer de systemen die worden aangegeven op het
multi-informatiedisplay defect zijn.
— Klinkt niet■Geeft een bepaalde conditie aan, bijvoorbeeld een
storing in de elektronische onderdelen, de staat
van de onderdelen, of wanneer er onderhoud
vereist is
■Geeft een bepaalde situatie aan, bijvoorbeeld
wanneer een handeling onjuist is uitgevoerd, of
hoe een handeling op juiste wijze moet worden
uitgevoerd
*: Een zoemer klinkt voor het eerst en er verschijnt een melding op het
multi-informatiedisplay.
Waarschuwingsmeldingen
De hieronder uitgelegde
waarschuwingsmeldingen verschillen
mogelijk van de werkelijke meldingen
overeenkomstig de bedrijfscondities en
voertuigspecificaties.
Als er een melding wordt weergegeven
dat u naar uw erkende Toyota-dealer
moet gaan
Het systeem of onderdeel dat op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven, is defect.
Laat de auto onmiddellijk nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.Als er een melding over een bediening
wordt weergegeven
• Als er een melding over de bediening
van het gaspedaal of rempedaal wordt
weergegeven
Er wordt mogelijk een
waarschuwingsmelding over de
bediening van het rempedaal
weergegeven terwijl de
ondersteunende systemen zoals het
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig) of het Dynamic
Radar Cruise Control-systeem met
volledig snelheidsbereik (indien
aanwezig) in werking zijn. Als een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, decelereer de auto dan
of volg de instructie op het
multi-informatiedisplay.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
447
7
Bij problemen
• Er wordt een waarschuwingsmelding
weergegeven wanneer het Brake
Override-systeem in werking is.
(→Blz. 192)
• Er wordt een waarschuwingsmelding
weergegeven wanneer de
wegrijregeling of de Parking Support
Brake (indien aanwezig) in werking is
(→blz. 193, blz. 315). Volg de
instructies op het
multi-informatiedisplay.
• Als er een melding over de bediening
van de startknop wordt weergegeven
Er wordt een instructie voor de
bediening van de startknop
weergegeven wanneer een onjuiste
procedure voor het starten van het
hybridesysteem wordt uitgevoerd of
wanneer de startknop onjuist wordt
bediend. Volg de op het
multi-informatiedisplay weergegeven
instructies om de startknop nogmaals
te bedienen.
• Als er een melding over een
schakelhandeling wordt weergegeven
Om te voorkomen dat de
selectiehendel in de verkeerde stand
wordt gezet of dat de auto
onverwachts in beweging komt, kan
op het multi-informatiedisplay een
melding worden weergegeven die u
verzoekt om de selectiehendel in een
andere stand te zetten. Volg in dat
geval de instructie van de melding en
zet de selectiehendel in de
aangegeven stand.
• Als er een melding of afbeelding met
betrekking tot een geopend/gesloten
onderdeel of het bijvullen van een
vloeistof wordt weergegeven
Controleer het onderdeel dat op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven of dat door het
waarschuwingslampje wordt
aangegeven en los het probleem op,
bijvoorbeeld door het geopende
portier te sluiten of de vloeistof bij te
vullen.Als er een melding wordt weergegeven
dat de handleiding moet worden
geraadpleegd
• Als “Engine Coolant Temperature
High.” (koelvloeistoftemperatuur te
hoog) wordt weergegeven, volg dan
de instructies (→blz. 486).
• Als de onderstaande meldingen
worden weergegeven, is er mogelijk
sprake van een storing. Breng de auto
onmiddellijk op een veilige plaats tot
stilstand en neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. Doorrijden
met de auto kan gevaarlijk zijn.
– “Braking Power Low.” (lage
remkracht)
– “Charging System Malfunction.”
(storing laadsysteem)
– “Engine Oil Pressure Low.” (lage
motoroliedruk)
• Als de onderstaande meldingen
worden weergegeven, is er mogelijk
sprake van een storing. Laat
onmiddellijk de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
– “Hybrid System Malfunction.”
(storing hybridesysteem)
– “Check Engine.” (controleer motor)
– “Hybrid Battery System
Malfunction.” (systeemstoring
batterijpakket)
– “Accelerator System Malfunction.”
(systeemstoring gaspedaal)
– “Entry & Start System Malfunction.”
(storing in Smart entry-systeem
met startknop)
– “Exhaust filter full”
(uitlaatgasfiltersysteem vol)
(→blz. 347)
– “Hybrid System Stopped”
(hybridesysteem is gestopt)
– “Engine Stopped” (motor is
gestopt)
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
448
• Als “Low 12-Volt Battery.” (12V-accu
bijna leeg) wordt weergegeven
–
Wanneer het display na een paar
seconden uitgaat (wordt gedurende
ongeveer 6 seconden weergegeven):
Laat het hybridesysteem langer dan
15 minuten werken en laad de
12V-accu.
– Wanneer het display niet uitgaat:
Start het hybridesysteem met
behulp van de procedures:
→blz. 480
•
Als “Maintenance required for Traction
battery cooling parts. See owner’s
manual.” (Onderhoud vereist voor
koelonderdelen tractiebatterij. Zie
handleiding) wordt weergegeven,
kunnen de filters verstopt zitten, kunnen
de ventilatieopeningen geblokkeerd zijn
of kan er een gat in het kanaal zitten.
Voer daarom de onderstaande
correctieprocedure uit.
– Als de ventilatieopeningen en filters
van het batterijpakket
(tractiebatterij) vuil zijn, voer dan de
procedure op blz. 414 uit om ze
schoon te maken.
– Als de waarschuwingsmelding
wordt weergegeven wanneer de
ventilatieopeningen en filters van
het batterijpakket (tractiebatterij)
niet vuil zijn, laat de auto dan
onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als “Engine Oil Level Low. Add or Rep-
lace Oil.” (Motoroliepeil laag. Olie bij-
vullen of verversen) wordt
weergegeven
Het motoroliepeil is laag. Controleer het
oliepeil en vul indien nodig olie bij.
Deze melding kan verschijnen als de auto
op een helling stilstaat. Plaats de auto op
een horizontale ondergrond en
controleer of de melding verdwijnt.Als “Hybrid System Stopped. Steering
Power Low” (Motor uitgeschakeld.
Weinig stuurbekrachtiging) wordt
weergegeven
Deze melding wordt weergegeven als het
hybridesysteem wordt uitgeschakeld
tijdens het rijden. Als het stuurwiel
zwaarder werkt dan gebruikelijk, houd
het dan stevig vast en oefen meer kracht
uit dan anders.
Als “Hybrid System Overheated.
Reduced Output Power.”
(Hybridesysteem oververhit.
Gereduceerd uitgangsvermogen)
wordt weergegeven
Deze melding wordt mogelijk weergegeven
tijdens het rijden onder zware
omstandigheden. (Bijvoorbeeld wanneer u
een lange steile helling op rijdt.)
Oplossing:→486
Als “Depress Brake When Vehicle is
Stopped. Hybrid System may Over-
heat.” (Trap rempedaal in wanneer auto
stilstaat. Hybridesysteem is mogelijk
oververhit) wordt weergegeven
De melding wordt mogelijk weergegeven
wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt
om de auto op een omhoog lopende
helling op zijn plaats te houden, enz.
Het hybridesysteem kan oververhit
raken. Laat het gaspedaal los en trap het
rempedaal in.
Als “Traction battery needs to be prote-
cted. Shift intoto restart.”
(Tractiebatterij moet worden
beschermd. Zet selectiehendel in stand
P om opnieuw te starten) wordt
weergegeven
Deze melding wordt weergegeven
wanneer het batterijpakket
(tractiebatterij) bijna leeg is, doordat de
selectiehendel een bepaalde periode in
stand N heeft stilgestaan. Zet bij het
bedienen van de auto de selectiehendel
in stand P en herstart het
hybridesysteem.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
449
7
Bij problemen
4. Houd de startknop gedurende
15 seconden ingedrukt terwijl het
rempedaal stevig wordt ingetrapt.
Ook als het hybridesysteem met behulp van
deze stappen kan worden gestart, kan er
een storing in het systeem aanwezig zijn.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
7.2.8 Als de elektronische sleutel
niet goed werkt
Als de communicatie tussen de elek-
tronische sleutel en de auto is verbroken
(→
blz. 132) of de elektronische sleutel
niet kan worden gebruikt omdat de
batterij leeg is, werken het Smart
entry-systeem met startknop en de
afstandsbediening niet. In dergelijke
gevallen kunnen de portieren en de
achterklep worden geopend of kan het
hybridesysteem worden gestart
volgens onderstaande procedure.
Vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren
Gebruik de mechanische sleutel
(→blz. 120) om de volgende handelingen
uit te voeren:
1Vergrendelen van alle portieren
2Sluiten van de ruiten (draaien en
vasthouden)*
3Ontgrendelen van alle portieren
4Openen van de ruiten (draaien en
vasthouden)*
*: Deze instellingen moeten aan de
persoonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. (→Blz. 500)
Starten van het hybridesysteem
1.
Zorg ervoor dat de selectiehendel in
stand P staat en trap het rempedaal in.
2. Houd de zijde van de elektronische
sleutel met het Toyota-logo tegen de
startknop.
Wanneer de elektronische sleutel
wordt gedetecteerd, klinkt er een
zoemer en wordt het contact AAN
gezet.
Wanneer het Smart entry-systeem
met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voorkeursinstellingen,
wordt het contact in stand ACC gezet.
3. Trap het rempedaal stevig in en
controleer of
en meldingen op
het multi-informatiedisplay worden
weergegeven.
4. Druk op de startknop.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als het hybride-
systeem nog steeds niet kan worden
bediend.
Uitschakelen van het hybridesysteem
Activeer de parkeerrem, zet de
selectiehendel in stand P en druk op de
startknop zoals u normaal doet bij het
uitschakelen van het hybridesysteem.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
478
• “Hybrid System Overheated Reduced
Output Power.” (Hybridesysteem
oververhit. Gereduceerd
uitgangsvermogen) wordt op het
multi-informatiedisplay
weergegeven.
• Er komt stoom onder de motorkap uit.
Correctieprocedures
Als het waarschuwingslampje hoge
koelvloeistoftemperatuur gaat branden
1. Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en schakel de
airconditioning en vervolgens het
hybridesysteem uit.
2. Als er stoom te zien is: Open, nadat de
stoom is verdwenen, voorzichtig de
motorkap.
Als er geen stoom te zien is: Open
voorzichtig de motorkap.
3. Controleer nadat het hybridesysteem
voldoende is afgekoeld de slangen en
het radiateurblok (radiateur) op
sporen van lekkage.
2ZR-FXE motor
M20A-FXS motor1Radiateur
2Koelventilatoren
Neem bij lekkage van een grote
hoeveelheid koelvloeistof
onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
4. Het koelvloeistofniveau is correct als
het zich tussen de streepjes FULL en
LOW van het reservoir bevindt.
1Reservoir
2FULL-streepje
3LOW-streepje
5. Vul indien nodig koelvloeistof bij.
In noodgevallen mag ook water
gebruikt worden als u geen
koelvloeistof bij de hand hebt.
6. Schakel het hybridesysteem en de
airconditioning in en controleer of de
koelventilatoren van de radiateur
draaien en of er geen koelvloeistof
lekt uit de radiateur of de slangen.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
485
7
Bij problemen
De koelventilatoren gaan draaien als
de airconditioning wordt
ingeschakeld direct na een koude
start. Controleer of de ventilatoren
draaien door ernaar te luisteren en te
voelen of er luchtstroom is. Schakel
als u hier niet zeker van bent de
airconditioning nog een aantal keer in
en uit. (De ventilatoren werken
mogelijk niet bij temperaturen
beneden het vriespunt.)
7.
Als de ventilatoren niet draaien: Zet het
hybridesysteem onmiddellijk uit en
neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als de ventilatoren draaien: Laat de
auto nakijken door de dichtstbijzijnde
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als “Hybrid system overheated. Reduced
output power.” (Hybridesysteem
oververhit. Gereduceerd
uitgangsvermogen) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay
1. Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand.
2. Schakel het hybridesysteem uit en
open de motorkap voorzichtig.
3. Controleer nadat het hybridesysteem
is afgekoeld de slangen en het
radiateurblok (radiateur) op sporen
van lekkage.
2ZR-FXE motorM20A-FXS motor
1Radiateur
2Koelventilatoren
Neem bij lekkage van een grote hoe-
veelheid koelvloeistof onmiddellijk
contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
4. Het koelvloeistofniveau is correct als
het zich tussen de streepjes FULL
(vol) en LOW (laag) bevindt wanneer
het hybridesysteem koud is.
2ZR-FXE motor
M20A-FXS motor
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
486