Page 490 of 586

Waarschuwingszoemer achteruitrijden
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursin-
stellingABC
Signaal (zoemer) wanneer de
transmissie in stand R staatPermanent Dempen — — O
Startknop (→blz. 201)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Stand ACC Aan/Uit O — O
Automatische verlichting (→blz. 213)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursin-
stellingABC
Gevoeligheid lichtsensor Standaard -2 - 2 O — O
Tijd die verstrijkt voordat de
koplampen uitgaan (Exten-
ded Headlight Lighting)30 seconden60 seconden
—— O 90 seconden
120 seconden
Verlichting (→blz. 213)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursin-
stellingABC
Zoemer verlichting Aan Uit — — O
AHS (Adaptive High Beam-systeem)*1(→blz. 215)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Adaptive High Beam-
systeemAan/Uit — — O
Aanpassing helderheid en
het verlichte gebied van het
grootlicht op basis van de
rijsnelheid15 km/h/30 kmh/60 km/h — — O
Aanpassen van de intensiteit
van het grootlicht tijdens het
rijden in bochten (het gebied
in de richting waarin de auto
draait wordt helderder ver-
licht)Aan/Uit — — O
Aanpassing van het stra-
lingsbereik van het dimlicht
in overeenstemming met de
afstand tot een voorligger of
tegenliggerAan/Uit — — O
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
488
Page 579 of 586

Bediening van elk systeem.....358
Gebruik van de automatische
modus .................362
Geconcentreerde
luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus) ..........363
Inschakelen van de regeling
ALLAUTO(ECO) ...........358
Op afstand bedienbare
airconditioning ............365
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen .........362
Regeling ALL AUTO (ECO) ......358
Stoelventilatoren (voorstoelen) . .368
Stoelverwarming ...........368
Stuurwielverwarming ........367
Stuurwielverwarming*/
stoelverwarming*/
stoelventilatoren* ..........367
Voor het verlaten van de auto . . .365
Voorruitontwaseming
(indien aanwezig) ...........364
Gebruik van de interieurverlichting Bedienen van de
interieurverlichting .........370
Bedienen van de leeslampjes . . . .371
Overzicht interieurverlichting . . .369
Plaats van de interieurverlichting .369
Gebruik van de ondersteunende
systemen Advanced Park-functie
fileparkeren ..............323
Advanced Park-functie haaks
inparkeren (vooruit/achteruit) . . .318
Advanced Park-functies .......308
Advanced Park-functie wegrijden
uit fileparkeervak ...........326
Afstandsbedieningsfunctie .....332
Basisfuncties .......234 , 248, 257
Begeleidingsschermen
Advanced Park ............317
Bestuurderscamera* .........234
Bewegend voertuig achter de
auto*..................302
Bij gebruik van de Grip Control . . .344
Bijwerken van de software .....226
Blokkeerfase ..............270
BSM (Blind Spot Monitor)* .....270Controleren van de Toyota Safety
Sense-versie van uw auto
......225
Cruise control .............263
Detectiegebieden van de
Safe Exit Assist ............277
Display werking van ondersteuning
stuurwielbediening ..........248
Doel van Advanced Park .......307
Door Toyota Safety Sense gebruikte
sensoren ................228
Dynamic Radar Cruise Control . . .256
Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist ...........262
Fase voor afremmen en tot
stilstand brengen ...........270
Functie inhaalbeveiliging ......262
Functie van de
afstandsbedieningsfunctie .....308
F
unctie voor verlaging van de
bochtensnelheid ...........261
Functie wegrijden uit haaks
parkeervak (vooruit/achteruit)
Advanced Park ............321
Geheugenfunctie Advanced Park .328
In- en uitschakelen van
Advanced Park ............316
In- en uitschakelen van het
Safe Exit Assist-systeem ......276
Inhoud van het gedeelte van de
handleiding over Toyota Safety
Sense ..................225
Inschakelen/uitschakelen van de
Parking Support Brake ........298
Inschakelen/uitschakelen van de
RCD-functie ..............294
Inschakelen/uitschakelen van de
RCTA ..................288
Instellen van de maximale
rijsnelheid ...............266
Instellen van de rijsnelheid . .258 , 264
In-/uitschakelen van de
Blind Spot Monitor ..........272
In-/uitschakelen van het systeem .247
LDA (Lane Departure Alert) . . . .248
LTA-functies ..............244
LTA (Lane Tracing Assist) ......244
Multimedia-display ......294 , 304
Naderingswaarschuwing ......261
Noodstopsysteem ..........268
Objecten die door de Safe Exit Assist
kunnen worden gesignaleerd . . . .277
Trefwoordenlijst
577
Trefwoordenlijst
Page 584 of 586

Als uw auto oververhit raakt. . . .473
Correctieprocedures.........473
De interieurverlichting en de
koplampen gaan niet branden of de
claxon maakt geen geluid.......466
De interieurverlichting en de
koplampen gaan zwakker branden of
de claxon maakt geen of weinig
geluid..................466
Herstarten van het EV-systeem . .469
Herstelprocedure...........475
Hoorbare symptomen........441
Merkbare symptomen........441
Noodreparatieprocedure......459
Noodstartfunctie...........466
Omstandigheden waaronder u vóór
het slepen contact dient op te nemen
met de dealer.............438
Onderdelen van de
bandenreparatieset.........457
Openen van de klepjes van de
laadaansluitingen..........467
Plaats van bandenreparatieset en
gereedschap..............457
Procedure bij slepen in een
noodgeval...............440
Situaties waarbij het niet mogelijk is
om door een ander voertuig te
worden gesleept...........438
Slepen in een noodgeval......440
Slepen met een lepelwagen.....438
Starten van het EV-systeem. . . .469
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren...........468
Vervoeren op een autoambulance .440
Verwijderen van de
bandenreparatieset.........459
Voordat u de band repareert. . . .456
Zichtbare symptomen........441
Ter informatie.................5
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Airbags voor voorpassagier
uitschakelen...............36
Baby- en kinderzitjes.........37
Baby- of kinderzitje vastgezet met een
onderste ISOfix-bevestigingspunt .48
Baby- of kinderzitje vastgezet met een
veiligheidsgordel............47Bij gebruik van een baby- of
kinderzitje................39
Geschiktheid baby- en kinderzitjes
voor elke zitpositie...........41
Handmatig in-/uitschakelsysteem
airbag...................35
Inhoudsopgave.............37
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel............49
Plaatsingsmethode baby- of
kinderzitje................46
Punten om rekening mee te
houden..................38
Rijden met kinderen in de auto....37
Systeemonderdelen..........36
Verklaringen................498
Verstellen van de stoelen
Achterstoelen.............168
Afstellen in verticale richting. . . .171
Hoofdsteunen
.............170
Plaatsen van de hoofdsteunen . . .172
Procedure voor het verstellen . . .167 ,
168
Rugleuningen achter
neerklappen..............169
Verwijderen van de hoofdsteunen .171
Voorstoelen..............167
Verstellen van het stuurwiel en de
spiegels
Afstellen van de hoogte van de
binnenspiegel.............174
Antiverblindingsstand........174
Binnenspiegel.............174
Buitenspiegels............174
Claxonneren..............173
Inklappen en uitklappen van de
spiegels.................175
Koppeling van spiegelstand aan
achteruitrijden............176
Procedure voor het verstellen . . .173 ,
175
Stuurwiel................173
Trefwoordenlijst
582