205
Praktische informatie
7Met automatische transmissie
en elektrische parkeerrem
/
Voor vrijgeven
► Zet de schakelhendel in N terwijl de motor draait
en u het rempedaal indrukt.
►
Houd het rempedaal ingetrapt en zet de motor
uit.
►
Laat het rempedaal los en zet het contact weer
aan.
►
Druk het rempedaal in en duw op de hendel om
de parkeerrem uit te schakelen.
►
Laat het rempedaal los en schakel het contact
uit.
Terug naar de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt, start de motor en
selecteer stand P .
Met selectiehendel of
keuzeschakelaar van de
transmissie en elektrische
parkeerrem
/
Procedure voor het activeren van de vrijloop
► Trap het rempedaal in terwijl de auto stilstaat en
de motor draait, en selecteer stand
N.
Binnen 5 seconden:
► Houd het rempedaal ingetrapt en doe het
volgende in deze volgorde: zet de motor uit en
beweeg de selectieschakelaar naar voren of naar
achteren.
►
Laat het rempedaal los en zet het contact aan.
►
T
rap het rempedaal in en druk op de hendel van
de elektrische parkeerrem om deze vrij te zetten.
►
Laat het rempedaal los en schakel het contact
uit.
Er wordt een melding op het instrumentenpaneel weergegeven om te
bevestigen dat de wielen 15 minuten worden
vrijgezet.
In de vrijloop kan het audiosysteem niet worden
bijgewerkt (melding weergegeven op het
instrumentenpaneel).
Na 15 minuten of terug naar de normale
werking.
► Houd het rempedaal ingetrapt, start de motor en
selecteer stand P .
Sleutelloos instap- en startsysteem
Trap het rempedaal niet in terwijl u het
contact aan en weer uit zet. Als u dat wel doet,
start de motor waardoor u de procedure opnieuw
moet uitvoeren.
Onderhoudstips
Algemene aanwijzingen
Houd u aan de volgende aanbevelingen om
beschadiging van de auto te voorkomen.
Buitenkant
Gebruik nooit een hogedrukspuit in de motorruimte - kans op schade aan
elektrische componenten!
Was de auto niet bij fel zonlicht of bij zeer lage
temperaturen.
Wanneer u de auto in een autowasstraat wast, vergrendel dan alle portieren en,
afhankelijk van de uitvoering, haal de
elektronische sleutel uit de detectiezone en
schakel de handsfree-functie (Handsfree toegang
achterklep) uit.
Wanneer u een hogedrukreiniger gebruikt,
houd de spuitmond dan op minimaal 30 cm
van de auto (vooral wanneer u gebieden met
beschadigde lak, sensoren of afdichtingen
reinigt).
Verwijder meteen alle vlekken die chemicaliën
bevatten die de lak van uw auto kunnen
beschadigen (zoals boomhars, vogelpoep,
insectenafscheidingen, pollen en teer).
Afhankelijk van de omgeving moet u de
auto vaker wassen om zoutafzettingen (in
kustgebieden), roet (in industriële gebieden)
of modder/zout (in natte of koude gebieden)
224
In geval van pech
Toegang tot de accu
De accu bevindt zich onder de motorkap.
► Open de motorkap met de hendel binnenin de
auto en haal vervolgens de veiligheidshaak aan de
buitenzijde los.
►
Bevestig de motorkapsteun.
► Verwijder het kunststof kapje voor toegang tot de
pluspool (+) als uw auto hiermee is uitgerust.
De minpool (-) van de accu is niet bereikbaar.
Dit is een afzonderlijk massapunt vlak bij de accu.
Zie de betreffende hoofdstukken voor meer informatie over de motorkap en de motor.
Starten van de motor met een
hulpaccu en startkabels
Als de accu van uw auto leeg is, kan de motor
worden gestart met een hulpaccu (externe accu of
de accu van een andere auto) en startkabels of met
een startbooster.
Start de motor nooit als er een acculader is aangesloten.
Gebruik nooit een startbooster van 24
V of hoger.
Controleer eerst of de hulpaccu een nominale
spanning van 12
V en een capaciteit minimaal
gelijk aan die van de lege accu heeft.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers (zoals
audiosysteem, ruitenwissers en verlichting) van
beide auto's uit.
Zorg ervoor dat de startkabels zich niet in de
buurt van bewegende delen van de motor (zoals
ventilator en riemen) bevinden.
Maak de plusklem (+) niet los bij draaiende
motor.
► Beweeg het kunststof kapje van de pluspool (+)
omhoog, wanneer uw auto hiermee is uitgerust.
►
Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+) van de
lege accu (A ) (bij het gebogen metalen gedeelte) en
vervolgens op de pluspool (+) van de hulpaccu (B )
of de startbooster.
► Sluit het ene uiteinde van de groene of zwarte
kabel aan op de minpool (-) van de hulpaccu (B ) of
de startbooster (of op een massapunt van de auto
met de hulpaccu).
►
Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte
kabel aan op het massapunt C .
►
Start de motor van de auto met de hulpaccu en
laat deze enkele minuten draaien.
►
Start de auto met de lege accu en laat de motor
draaien.
Als de motor niet direct start, zet dan het contact af
en wacht even voordat u een nieuwe poging doet.
►
W
acht totdat de motor stationair draait.
►
Maak de startkabels vervolgens
in omgekeerde
volgorde los.
►
Breng het kunststof kapje aan op de pluspool (+),
als uw auto hiermee is uitgerust.
►
Laat de motor minimaal 30 minuten draaien,
terwijl de auto stilstaat, om de accu voldoende op
te laden.
Wanneer u meteen gaat rijden zonder dat de auto voldoende is opgeladen, kunnen
sommige functies mogelijk niet goed werken
(zoals Stop & Start).
Voer het loskoppelen uit in de omgekeerde volgorde.
Automatische transmissieProbeer de motor nooit te starten door de
auto aan te duwen.
225
In geval van pech
8Laden met behulp van een
acculader
Voor een optimale levensduur van de accu is het
noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de accu
voldoende is opgeladen.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn om
de accu op te laden:
–
Als de auto vooral voor korte ritten wordt gebruikt.
–
Als de auto meerdere weken niet wordt gebruikt.
Neem contact op met een PEUGEOT
-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als u de accu van uw auto zelf gaat opladen, gebruik dan uitsluitend een lader
die geschikt is voor loodaccu's en die een
nominale spanning van 12
V heeft.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.
Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde polen.
De accu hoeft niet te worden losgekoppeld.
►
Zet het contact af.
►
Schakel alle stroomverbruikers uit
(audiosysteem, ruitenwissers, verlichting enz.).
► Schakel lader B uit voordat u de kabels op de
accu aansluit om gevaarlijke vonken te voorkomen.
►
Controleer of de kabels van de lader in goede
staat zijn.
►
Beweeg het kunststof kapje van de pluspool (+)
omhoog, wanneer uw auto hiermee is uitgerust.
►
Sluit de kabels van lader
B als volgt aan:
•
de rode pluskabel (+) op de pluspool (+) van
accu A.
•
de zwarte minkabel (-) op massapunt
C van de
auto.
►
Zet na afloop van het laden eerst acculader
B uit
voordat u de kabels loskoppelt van accu A .
Als deze sticker is aangebracht, mag er
uitsluitend een 12V-lader worden gebruikt.
Anders kunnen elektrische onderdelen
onherstelbaar beschadigd raken.
24V
12V
Bevroren accuProbeer nooit om een bevroren accu te
laden - Risico op explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat deze
dan door een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats controleren op
beschadigingen van de inwendige delen en op
scheuren in de behuizing (kans op lekkage van
giftig en corrosief zuur).
De accu loskoppelen / weer
aansluiten
We raden u aan om de accu los te koppelen als de
auto langere tijd niet wordt gebruikt, zodat de accu
voldoende lading behoudt om de motor te starten.
Voer de volgende handelingen uit voordat u de accu
loskoppelt:
►
Sluit alle te openen carrosseriedelen (portieren /
deuren, achterklep, ruiten).
►
Schakel alle stroomverbruikende voorzieningen
uit (zoals audiosysteem, ruitenwissers en lampen).
►
Zet het contact uit en wacht 4 minuten.
238
Bluetooth®-audiosysteem
Bluetooth® audiosysteem
De beschreven functies en instellingen kunnen afwijken van die van het systeem in
uw auto.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen die de volle aandacht vragen,
zoals het koppelen van een Bluetooth
®-telefoon
aan het handsfreesysteem met Bluetooth® van
het audiosysteem, uitsluitend uitvoeren bij
stilstaande auto en ingeschakeld contact.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het uitsluitend in uw auto functioneert.
Werkzaamheden aan dit systeem mogen
uitsluitend door een dealer of een gekwalificeerde
werkplaats worden uitgevoerd om elke kans op
elektrocutie, brand of mechanische storing te
vermijden.
Het audiosysteem kan na het afzetten van de motor na enkele minuten automatisch
worden uitgeschakeld om te voorkomen dat de
accu leeg raakt.
De eerste stappen
Drukken: Aan/uit.Draaien: volume aanpassen.
Kort indrukken: geluidsbron wijzigen (radio, USB-uitgang, AUX-uitgang (indien draagbaar
apparaat is aangesloten), CD-speler,
audiostreaming).
Lang indrukken: weergave van het menu Telefoon
(als een telefoon is aangesloten).
Audio-instellingen wijzigen: fader voor/achter, balans links/rechts, lage/
hoge tonen, loudness, geluidssfeer.
Inschakelen/uitschakelen automatische
volumeregeling (gekoppeld aan rijsnelheid).
Radio: Kort indrukken: zenderlijst weergeven.
Lang indrukken: zenderlijst bijwerken.
Media:
Kort indrukken: bestandsoverzicht weergeven.
Lang indrukken: sorteermogelijkheden weergeven.
Selecteren van de weergave op het scherm: datum, audiofuncties, boordcomputer,
telefoon.
Bevestigen of weergave van het contextmenu.
Toetsen 1 - 6. Kort indrukken: voorkeuzezender selecteren. Lang indrukken: radiozender als voorkeuzezender
opslaan.
Radio:
Automatisch stapsgewijs zoeken naar een
radiozender met een lagere/hogere frequentie.
Media:
Selecteren van het vorige/volgende nummer van de
CD, USB, Streaming audio.
Scrollen in een lijst.
Radio: Handmatig stapsgewijs zoeken naar een
radiozender met een lagere/hogere frequentie.
Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst.
Media:
Vorige/volgende map/genre/artiest/afspeellijst van
het USB-apparaat selecteren.
Scrollen in een lijst.
Huidige bewerking annuleren. Eén niveau omhooggaan in een structuur
(menu of map).
Toegang tot het hoofdmenu.
TA-functie (verkeersinformatie) in- of
uitschakelen.
Lang indrukken: berichtensoort selecteren.
Selecteren van de golfbanden FM/DAB/AM.
239
Bluetooth®-audiosysteem
10Stuurkolomschakelaars
Bedieningselementen op het
stuurwiel - Type 1
Radio:Vorige/volgende voorkeuzezender
selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst selecteren.
Media:
Vorig/volgend nummer selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst selecteren.
Radio: Kort indrukken: zenderlijst weergeven.
Lang indrukken: zenderlijst bewerken.
Media:
Kort indrukken: bestandsoverzicht weergeven.
Lang indrukken: sorteermogelijkheden weergeven.
Bij ander gebruik dan telefoon: Kort indrukken: geluidsbron wijzigen
(radio, USB-uitgang, AUX-uitgang (indien
draagbaar apparaat is aangesloten, CD-speler,
audiostreaming), bevestiging als het menu
"Telefoon" is geopend.
Lang indrukken: openen van het menu "Telefoon".
Bij een binnenkomend gesprek:
Kort indrukken: gesprek aannemen.
Lang indrukken: gesprek weigeren.
Tijdens het gebruik van de telefoon:
Kort indrukken: openen van het menu "Telefoon". Lang indrukken: gesprek beëindigen
Een selectie bevestigen.
Verhogen van het geluidsvolume.
Verlagen van het geluidsvolume.
Geluid onderbreken/weer inschakelen door
het gelijktijdig indrukken van de
volumetoetsen.
Bedieningsfuncties op het
stuurwiel - Type 2
Toegang tot het hoofdmenu.
Verhogen van het geluidsvolume.
Geluid onderbreken/herstellen.
Verlagen van het geluidsvolume.
Bij ander gebruik dan telefoon:
Kort indrukken: geluidsbron wijzigen
(radio, USB-uitgang, AUX-uitgang (indien
draagbaar apparaat is aangesloten, CD-speler,
audiostreaming), bevestiging als het menu
"Telefoon" is geopend.
Lang indrukken: openen van het menu "Telefoon".
Bij een binnenkomend gesprek:
Kort indrukken: gesprek aannemen. Lang indrukken: gesprek weigeren.
Tijdens het gebruik van de telefoon:
Kort indrukken: openen van het menu "Telefoon".
Lang indrukken: gesprek beëindigen
Starten van de spraakherkenning van uw
smartphone via het systeem.
Radio:Kort indrukken: zenderlijst weergeven.
Lang indrukken: zenderlijst bewerken.
Media:
Kort indrukken: bestandsoverzicht weergeven.
Lang indrukken: sorteermogelijkheden weergeven.
Radio: Vorige/volgende voorkeuzezender
selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst selecteren.
Media:
Vorig/volgend nummer selecteren.
Vorige/volgende item uit een menu of lijst selecteren.
Indrukken van de draaiknop: bevestigen.
Menu's
Afhankelijk van de uitvoering." Multimedia": Parameters media,
Radio-instellingen.
" Telefoon": Bellen, Beheer index, Instelling
telefoon, Gespr. beëindigen.
" Boordcomputer".
"Onderhoud": Diagnose, Logboek
waarschuw., ... .
240
Bluetooth®-audiosysteem
"Verbindingen": Beheer van de
verbindingen, apparaten zoeken.
" Persoonlijke instelling - configuratie":
Parameters van de auto definiëren,
Taalkeuze, Configuratie beeldscherm, Keuze van
eenheden, Datum en tijd instellen.
Druk op de toets "MENU".
Scrollen tussen de menu's.
Toegang tot een menu.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk herhaaldelijk op de toets SOURCE om
de radiofunctie te selecteren.
Druk op deze toets om het golfbereik te selecteren (FM / AM / DAB).
Druk op een van de toetsen voor automatisch zoeken naar een radiozender.
Druk op een van de toetsen om handmatig naar hogere/lagere frequenties te zoeken.
Druk op deze toets voor een lijst van de beschikbare zenders in het gebied waar u
zich bevindt.
Druk langer dan 2 seconden op de toets om deze
lijst bij te werken. Tijdens het bijwerken is de
geluidsweergave uitgeschakeld.
RDS
De omgeving (zoals heuvels, gebouwen, tunnels, parkeerplaatsen en ondergrond)
kan de ontvangst blokkeren, ook in de
RDS-trackstand. Dit is een normaal verschijnsel
door de manier waarop radiogolven worden
verstuurd en heeft niets te maken met een
storing in het audiosysteem.
Als de RDS-functie niet beschikbaar is, worden het symbool RDS doorgestreept op
het display weergegeven.
Als RDS is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar de sterkste frequentie van een
zender, zodat u ernaar kunt blijven luisteren
zonder dat u zelf de frequentie hoeft te wijzigen.
Onder bepaalde omstandigheden zijn sommige
RDS-zenders niet in het hele land te ontvangen
doordat de zenders niet altijd het hele land
dekken. Daardoor kan de zender tijdens het
rijden wegvallen.
Korte procedure
Druk in modus "Radio" op OK om de RDS-functie
direct in of uit te schakelen.
Lange procedure
Druk op de toets MENU.
Selecteer "Audiofuncties".
Druk op OK.
Selecteer de functie "Voorkeuze FM-band".
Druk op OK.
Selecteer "Frequentie volgen (RDS)".
Druk op OK, RDS verschijnt op het scherm.
TA-berichten beluisteren
De TA-functie (Traffic Announcement) geeft
voorrang aan het luisteren naar de
verkeersinformatie. Voor een correcte werking
van deze functie is een goede ontvangst van een
radiozender nodig die deze berichten uitzendt.
Zodra er een bericht wordt uitgezonden, wordt de
geluidsbron die op dat moment wordt
weergegeven (Radio, CD, ...) automatisch
onderbroken en wordt de verkeersinformatie
doorgegeven. Zodra dit bericht is afgelopen,
wordt de weergave van de oorspronkelijke
geluidsbron hervat.
Wees voorzichtig met het verhogen van het geluidsvolume tijdens het beluisteren van
verkeersinformatie. Als het systeem terugkeert
naar de oorspronkelijk geluidsbron kan het
geluidsvolume te hoog zijn.
241
Bluetooth®-audiosysteem
10Druk op TA om de weergave van
verkeersinformatie in- of uit te schakelen.
Verkeersberichten ontvangen
via de functie INFO
De functie INFO geeft voorrang aan verkeersberichten. Voor een correcte
werking van deze functie is een goede ontvangst
van een radiozender nodig die deze berichten
uitzendt. Zodra er een bericht wordt uitgezonden,
wordt de geluidsbron die op dat moment wordt
weergegeven (Radio, CD, USB,...) automatisch
onderbroken en wordt het verkeersbericht
doorgegeven. Zodra dit bericht is afgelopen,
wordt de weergave van de oorspronkelijke
geluidsbron hervat.
Houd deze toets lang ingedrukt voor een overzicht van categorieën.
Selecteer één of meerdere categorieën of maak een selectie ongedaan.
Schakel de ontvangst van de desbetreffende berichten in of uit.
Tekstberichten weergeven
Tekstberichten worden door een radiozender tijdens het luisteren naar het
programma meegestuurd.
Druk op "OK" zodra de zendergegevens op het scherm worden weergegeven om naar
het contextmenu te gaan.
Selecteer "Zenderinfo (TXT)" en bevestig uw keuze met OK.
Digitale radio (DAB, Digital
Audio Broadcasting)
Digitale radio
Afhankelijk van de uitvoering
Als de DAB-zender waarop is afgestemd niet beschikbaar is in FM, dan is de optie
"DAB FM" doorgestreept.
1 Optieweergave: doorgestreept bij actief maar niet
beschikbaar.
2 Weergave van de naam van de radiozender
waarop is afgestemd.
3 Opgeslagen radiozender, toetsen 1 t/m 6.
Kort indrukken: voorkeuzezender selecteren.
Lang indrukken: opslaan van een radiozender.
4 De naam van de gebruikte multiplexdienst wordt
weergegeven.
5Weergave van RadioText (TXT) van de
radiozender waarop is afgestemd.
6 Geeft de kwaliteit van het signaal op de
beluisterde band weer.
Wanneer u naar een andere regio rijdt,
raden wij u aan om de lijst met ingestelde
radiozenders bij te werken.
Volledige lijst met radiozenders en "multiplexen".
Digitale radio
Dankzij de digitale radio kunt u genieten van een optimale geluidskwaliteit en van extra
categorieën informatie (TA INFO).
Via "multiplex/bundel" kunt u kiezen uit
radiozenders die op alfabetische volgorde zijn
gerangschikt.
Wijzigen van het golfbereik (FM1, FM2, DAB,...)
Wijzigen van een zender binnen dezelfde "multiplex/bundel".
Zoeken naar de vorige/volgende "multiplex/bundel".
Lang indrukken: selecteren van de gewenste categorie berichten uit Transport,
242
Bluetooth®-audiosysteem
Actualiteiten, Entertainment en Speciale Flash-
berichten (afhankelijk van de zender).
Druk op "OK" zodra de radiogegevens op het scherm worden weergegeven om naar
het contextmenu te gaan.
(Zendervolgsysteem (RDS), Volgsysteem
digitale zender /
FM, Zenderinfo (TXT),
Zenderinformatie,...)
Volgsysteem DAB/FM
"DAB" dekt niet het hele land. Als het digitale signaal niet goed is, kunt
u met " -Volgsysteem digitale zender /
FM"
dezelfde zender blijven beluisteren doordat
het systeem automatisch overschakelt op de
desbetreffende analoge "FM"-zender (indien
beschikbaar).
Als het "Volgsysteem digitale zender /
FM" is
ingeschakeld, wordt automatisch de DAB-zender
geselecteerd.
Druk op de toets MENU.
Selecteer "Multimedia" en bevestig uw keuze.
Selecteer "Volgsysteem digitale zender / FM" en bevestig uw keuze.
Als "Volgsysteem digitale zender / FM" is
geactiveerd, kan er sprake zijn van een
vertraging van enkele seconden als het systeem
overschakelt op de analoge "FM"-radiozender en
kan het geluidsvolume soms veranderen.
Als de "DAB"-zender waarnaar u luistert niet beschikbaar is als "FM"-zender (optie "DAB/
FM" doorgestreept) of als "Volgsysteem digitale
zender /
FM" niet is geactiveerd, wordt het geluid
onderbroken als het digitale signaal te zwak
wordt.
Media
USB-aansluiting
Steek de USB-stick in de USB-aansluiting of sluit het USB-apparaat via een kabel (niet
meegeleverd) op de USB-aansluiting aan.
Het systeem schakelt automatisch over op de
USB-bron.
Gebruik geen USB-hub om beschadiging van het systeem te voorkomen.
Apparaten die op het systeem worden aangesloten, moeten voldoen aan de norm
die van toepassing is op het product en/of aan de
norm IEC 60950-1.
Het systeem maakt afspeellijsten aan (in het
tijdelijke geheugen). Het aanmaken van deze lijsten
kan enkele seconden of soms enkele minuten
duren nadat het apparaat voor de eerste keer is
aangesloten.
Verminder het aantal niet-muziekbestanden en
het aantal mappen om de wachttijd te verkorten.
Telkens wanneer er een nieuwe USB-stick wordt
aangesloten, worden de afspeellijsten bijgewerkt.
Tijdens het gebruik van de USB-aansluiting wordt het draagbare apparaat automatisch
opgeladen.
Afspeelmethode
Er zijn verschillende afspeelmethodes:
– Normaal : de nummers worden in de normale
volgorde volgens de afspeellijst afgespeeld.
–
Shuffle
: de nummers van een album of een map
worden in een willekeurige volgorde afgespeeld.
–
W
illekeurig voor alle media: alle nummers
van alle mediaspelers worden in een willekeurige
volgorde afgespeeld.
–
Herhaling
: alleen de nummers van dit album of
deze map worden afgespeeld.
Druk op deze toets om naar het contextmenu van de functie Media te gaan.
Druk op deze toets om de gekozen afspeelmethode te selecteren.
Druk op deze toets om te bevestigen.
De keuze wordt boven in het scherm getoond.
Een nummer selecteren voor afspelen
Druk op een van deze toetsen om naar het vorige/volgende nummer te gaan.
Druk op een van deze toetsen om naar de vorige/volgende map te gaan.