Page 65 of 244
63
Ergonomie en comfort
3Voorzieningen achter
USB-aansluitingen
Elke USB-aansluiting is uitsluitend bestemd voor de
voeding en het opladen van draagbare apparatuur.
Armsteun achter
De armsteun bevat twee bekerhouders.
Skiluik
Het skiluik kan worden gebruikt voor het vervoeren
van lange voorwerpen.
Openen
► Zet de armsteun achter omlaag en open het luik
door de hendel omlaag te trekken.
► Steek de voorwerpen vanuit de bagageruimte
door het skiluik.
Voorzieningen
bagageruimte
Sedan
1. Bagageafdekking
2. 12V-aansluiting (120
W)
3. Verlichting bagageruimte
4. Tassenhaak
5. Opbergnet of hifi-versterker
6. Sjorogen
7. Opbergvak / Gereedschapskist onder de vloer
Page 66 of 244

64
Ergonomie en comfort
SW
1.Bagageafdekking
2. Hendels voor neerklappen zitplaatsen achter
3. Tassenhaken
4. 12
V-aansluiting (120 W)
5. Bagageruimteverlichting
6. Riemen
7. Opbergnet of hifi-versterker
8. Sjorogen
9. Opbergvak / Gereedschapskist onder de vloer
Aan de sjorogen kunt u verschillende
soorten bagagenetten bevestigen om
bagage op zijn plaats te houden.
Deze bagagenetten zijn als optie of accessoire
leverbaar.
Neem voor meer informatie contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het monteren van het bagagenet
voor hoge belading (SW).
Bagageafdekscherm (sedan)
Deze bestaat uit twee delen:
– een uitneembaar gedeelte A, bevestigd aan de
achterstijlen van het interieur,
–
een uitneembaar gedeelte
B, bevestigd aan het
frame van de achterruit.
Verwijderen van gedeelte A :
► Let op de montagerichting.
►
Haal de achterste bevestiging
1 aan elke kant uit
de klemmen.
►
Haal de voorste bevestiging
2 aan elke kant uit
de klemmen.
Dit deel kan slechts in één richting worden
gemonteerd.
Voer het aanbrengen uit in de omgekeerde volgorde
van het verwijderen.
Plaats de bagageafdekking op de juiste manier (zoals hieronder afgebeeld) - Risico
Page 67 of 244
65
Ergonomie en comfort
3van belemmering bij het sluiten van de
achterklep!
Verwijderen van gedeelte B:
► Haal de twee zijbevestigingen 3 uit de klemmen.
►
T
rek de hoedenplank naar voren om de twee
achterste bevestigingen 4 los te maken van het
frame.
Voer het aanbrengen uit in de omgekeerde volgorde
van het verwijderen.
Bij een noodstop of een aanrijding kunnen voorwerpen op de bagageafdekking in
gevaarlijke projectielen veranderen.
Bagageafdekscherm (SW)
Toegang
► Duw de handgreep omlaag; het
bagageafdekscherm komt automatisch omhoog
langs de stijlen van de bagageruimte.
Oprollen
► Trek de handgreep naar u toe; het
bagageafdekscherm wordt automatisch opgerold.
Flap A kan tegen de rugleuningen van de
achterbank worden gepositioneerd.
Verwijderen
► Duw knop B naar binnen en til het
bagageafdekscherm eerst aan het rechter uiteinde
op, daarna aan het linker uiteinde en verwijder het.
Bevestigen
Page 68 of 244

66
Ergonomie en comfort
► Plaats het linker uiteinde van het
oprolmechanisme in uitsparing 1 achter de zitplaats
links achter.
►
Duw knop
B naar binnen en bevestig het
oprolmechanisme in de uitsparing 2 rechts.
►
Laat de knop los om het bagageafdekscherm te
bevestigen.
►
Rol het scherm uit totdat het vastklikt aan de
stijlen van de bagageruimte.
Bij een noodstop of een aanrijding kunnen voorwerpen op de afdekking van de
laadruimte in gevaarlijke projectielen veranderen.
Bagagenet voor hoge
belading (SW)
Dit verwijderbare net, dat aan de specifieke
bovenste en onderste bevestigingen wordt
vastgemaakt, zorgt ervoor dat de auto tot aan het
dak kan worden beladen:
–
achter de voorstoelen (zitrij 1) wanneer de
achterbank is neergeklapt,
–
achter de achterbank (zitrij 2) wanneer de
bagageafdekking is verwijderd.
Het beschermt de inzittenden bij plotseling remmen.
Zitrij 1
► Klap de achterbank neer.
► V erwijder de hoofdsteunen van de achterbank.
►
Plaats de oprolautomaat van het net boven de
twee rails (op de achterzijde van de neergeklapte
achterbank).
► Schuif de twee rails B in de uitsparingen A en
druk de oprolautomaat van links naar rechts om
deze te blokkeren.
►
Rol het net voor hoge belading uit zonder het
strak te spannen.
►
Plaats een van de uiteinden van de metalen
stang van het net in de desbetreffende bovenste
bevestiging 1.
►
T
rek aan de metalen stang van het net om het
andere uiteinde in de andere bovenste bevestiging
1 te plaatsen.
►
Controleer of het net goed is vastgemaakt en
goed is gespannen.
Plaats de achterbank nooit terug terwijl de oprolautomaat aan de neergeklapte
rugleuning is bevestigd.
Zitrij 2
Page 69 of 244

67
Ergonomie en comfort
3► Rol de bagageafdekking op en verwijder deze
vervolgens.
►
Klap de achterbank neer
.
►
Plaats het linker uiteinde van de oprolautomaat
van het net in de zijsteun 3 vanuit de linkerzijde van
het interieur.
►
Plaats het rechter uiteinde van de oprolautomaat
van het net in de zijsteun 4 vanuit de rechterzijde
van het interieur.
►
Druk op beide zijden om de oprolautomaat vast
te zetten; de rode indicators mogen niet zichtbaar
zijn.
►
Rol het net vanuit de bagageruimte uit.
►
Plaats een van de uiteinden van de metalen
stang van het net in de desbetreffende bovenste
bevestiging 2.
►
T
rek aan de metalen stang van het net om het
andere uiteinde in de andere bovenste bevestiging
2 te plaatsen.
►
Controleer of het net goed is vastgemaakt en
goed is gespannen.
►
T
il de achterbank op en vergrendel deze.
12 V-accessoireaansluiting
► Til, wanneer u een 12 V-accessoire (maximaal
vermogen: 120 W) wilt aansluiten, het kapje op en
sluit een geschikte adapter aan.
►
Zet het contact aan.
Het aansluiten van elektrische apparatuur die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen, kan
leiden tot storingen in de werking van de
elektrische systemen van de auto, zoals een
slechte radio-ontvangst of storingen in de
weergave van de displays.
Sjorogen
Sedan
SW
De bagageruimte heeft vier sjorogen om de bagage
met verschillende typen bagagenetten op zijn plaats
te houden.
Bij de SW zijn twee van de sjorogen op een vaste
positie bevestigd en zijn de twee andere sjorogen
verplaatsbaar in rails.
Neem voor meer informatie over de diverse netten
contact op met het PEUGEOT-netwerk.
Verplaatsen van een van de verplaatsbare sjorogen:
► Houd de knop ingedrukt en verschuif het sjoroog
in de rail.
►
Laat de knop los om het sjoroog te vergrendelen
wanneer dit zich in de gewenste positie bevindt.
Verwijderen of aanbrengen van een van de
verplaatsbare sjorogen:
►
V
erplaats het sjoroog naar een langwerpige
uitsparing van de rail.
►
Neem de montagerichting in acht: het sjoroog
moet verticaal naar de buitenzijde van de auto zijn
gericht.
Verwar de sjorogen niet met de tassenhaken of de Top
Tether-bevestigingen.
Page 70 of 244
68
Ergonomie en comfort
Opbergbak
Sedan
SW
► T il de vloerplaat van de bagageruimte zover
mogelijk op voor toegang tot de opbergbak.
Afhankelijk van de uitvoering bevat de opbergbak:
–
Een bandenreparatieset met gereedschapsset.
–
Een reservewiel met gereedschapsset.
–
De laadkabel van de tractiebatterij (Plug-in
hybride).
Verlichting bagageruimte
De verlichting gaat automatisch branden zodra de
achterklep wordt geopend en gaat automatisch uit
zodra deze wordt gesloten.
De tijd dat de bagageruimteverlichting brandt, hangt
af van de situatie:
–
Bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten.
–
In de eco-modus: ongeveer 30 seconden.
–
Bij draaiende motor: onbeperkt.
Page 71 of 244

69
Verlichting en zicht
4Lichtschakelaar
Hoofdverlichting
Automatische verlichting / dagrijverlichting
Alleen parkeerlichten
Dimlicht of grootlicht
Overschakelen van dim- naar grootlicht
► Trek de hendel naar u toe om over te schakelen
van dim- naar grootlicht en terug. In de stand "AUTO" of als alleen de parkeerlichten
zijn ingeschakeld, kunt u een lichtsignaal met het
grootlicht geven door de lichtschakelaar naar u toe
te trekken.
Display
Het branden van het betreffende controlelampje
op het instrumentenpaneel geeft aan dat de
geselecteerde verlichting is ingeschakeld.
Wanneer een lamp defect is, dan gaat dit
waarschuwingslampje permanent branden,
wordt er een melding weergegeven en klinkt er een
geluidssignaal.
Mistlampen achter
Deze functie werkt alleen als het dimlicht of het grootlicht is ingeschakeld.
► Draai de ring naar voren / naar achteren om
deze functies in of uit te schakelen.
Wanneer de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld ("AUTO"), blijven de mistlampen en
het dimlicht branden.
Als de mistachterlichten worden ingeschakeld, kan
de miststand van de functie Adaptive Frontlight
System aan de voorkant worden geactiveerd.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over het Adaptive Frontlight System.
Het inschakelen van de mistverlichting is verboden bij helder weer of regen, zowel
overdag als 's nachts. Ze zijn onder deze
omstandigheden namelijk verblindend voor
medeweggebruikers. De mistverlichting mag
alleen worden ingeschakeld bij mist of sneeuwval
(de regels kunnen per land verschillen).
Vergeet niet de mistverlichting uit te schakelen
zodra deze niet meer nodig is.
Uitschakelen van de verlichting bij het afzetten van het contact
Als u het contact afzet, worden alle lichten
automatisch uitgeschakeld, behalve de
dimlichten als de automatische "follow me
home"-verlichting is geactiveerd.
De verlichting inschakelen na het afzetten van het contact
Als u de lichtschakelaar weer wilt activeren, draai
de ring in de stand AUTO en vervolgens in de
gewenste stand.
Als het bestuurdersportier is geopend, hoort u
een tijdelijk geluidssignaal dat de bestuurder
waarschuwt dat de lampen nog branden.
De verlichting gaat automatisch na enige tijd
uit; hoe lang dit duurt is afhankelijk van de
laadtoestand van de accu (overgang naar de
eco-modus).
Onder bepaalde weersomstandigheden (zoals een lage temperatuur of vocht) kan er
Page 72 of 244

70
Verlichting en zicht
een laagje condens aan de binnenzijde van de
koplampen en de achterlichten ontstaan; dit
verdwijnt als de lampen enkele minuten branden.
Kijk nooit van dichtbij in de lichtbundel van ledlampen. U kunt daarbij ernstig oogletsel
oplopen!
Dagrijverlichting/
Parkeerlichten
Deze ledlampen aan de voor- en achterzijde van de
auto gaan automatisch branden wanneer de motor
wordt gestart.
Ze hebben de volgende functies:
–
Dagrijverlichting (lichtschakelaar in stand "
AUTO"
bij voldoende omgevingslicht).
–
Parkeerlicht (lichtschakelaar in stand "
AUTO" bij
weinig omgevingslicht of in stand "Parkeerlicht" of
"Dim-/groot licht").
Richtingaanwijzers
► Links of rechts: beweeg de hendel omlaag of
omhoog, voorbij het zware punt.
Wanneer de richtingaanwijzers na meer dan 20 seconden nog niet zijn uitgeschakeld,
neemt het knippergeluid bij een snelheid van
meer dan 80 km/h automatisch toe.
Drie keer knipperen
► Beweeg de hendel kort omhoog of omlaag,
zonder deze door de weerstand te drukken. De
betreffende richtingaanwijzers knipperen drie keer.
De verlichting van de 3D Full LED-richtingaanwijzers
achter werkt dynamisch.
Parkeerlichten
De zijkant van de auto wordt gemarkeerd door het
inschakelen van de parkeerlichten aan de kant van
het verkeer.
►
Binnen één minuut na het afzetten van het
contact moet u de lichtschakelaar omhoog of
omlaag zetten, afhankelijk van de zijde van het
verkeer (wanneer u rechts parkeert, moet u de
lichtschakelaar bijvoorbeeld omlaag zetten om de
verlichting links in te schakelen).
Als de verlichting is ingeschakeld, hoort u een
geluidssignaal en gaat het controlelampje
van de betreffende richtingaanwijzer op het
instrumentenpaneel branden.
►
Zet de lichtschakelaar in de middelste stand om
de parkeerlichten uit te schakelen.
Hoogteverstelling van de
koplampen
Automatische afstelling van de koplampen met Peugeot
Matrix LED Technology
2.0-technologie
Dit systeem past automatisch de hoogte van
de koplampen aan op basis van verschillende
parameters (zoals de belasting van de auto).
Bij een storing gaat dit waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel branden, in
combinatie met een melding en een geluidssignaal.
Het systeem zet de koplampen in de laagste stand.
Laat het systeem door een PEUGEOT-dealer of
door een gekwalificeerde werkplaats controleren.
Raak de Peugeot Matrix LED Technology 2.0-koplampen niet aan - gevaar van
elektrocutie!