Page 49 of 244

47
Ergonomie en comfort
3Hoogte
► Trek de hendel omhoog voor omhoog zetten
of duw deze omlaag voor omlaag zetten totdat de
gewenste stand is bereikt.
Rugleuninghoek
► Draai de knop voor de gewenste hoek.
Stoelen met elektrisch
verstelbare lendensteun
Naast de eerder genoemde handmatige
afstellingen beschikt deze stoel over elektrische
lendensteunverstelling.
Elektrische verstelling van de
lendensteun
Met deze schakelaar kan de lendensteun zowel in
diepte als in hoogte worden versteld.
► Houd het voorste of het achterste
gedeelte van de schakelaar ingedrukt om de
mate van steun voor de lendenen te vergroten of te
verkleinen.
►
Houd het bovenste of onderste gedeelte van
de schakelaar ingedrukt om de lendensteun te
verhogen of te verlagen.
Stoelen met
AGR-kwaliteitslabel
Naast de eerder genoemde handmatige afstellingen
en elektrische lendensteunverstelling beschikt
deze stoel ook over handmatige afstelling van de
zittinglengte en elektrische zittinghoekverstelling.
Lengte van de zitting
► Trek de handgreep naar voren om de zitting te
ontgrendelen en beweeg vervolgens het voorste
deel van de zitting naar voren of naar achteren.
Verstellen van het zitgedeelte
► Houd het voorste of achterste gedeelte van de
toets ingedrukt om het voorste deel van de zitting
omhoog of omlaag te bewegen.
Elektrisch verstelbare stoelen,
AGR gecertificeerd
Om veiligheidsredenen mag de stoel alleen worden versteld als het voertuig stilstaat.
Voer deze verstellingen alleen bij draaiende motor uit om te voorkomen dat de accu leeg
raakt.
Page 50 of 244

48
Ergonomie en comfort
Deze stoel is ook voorzien van de eerder genoemde
handmatige in lengte verstelbare zitting en elektrisch
verstelbare lendensteun.
Verstellen in lengterichting
► Duw de schakelaar naar voren of naar achteren
om de stoel in lengterichting in de gewenste stand
te zetten.
Rugleuninghoek
► Duw de schakelaar naar voren of naar achteren.
Hoogte en hoek van de zitting
► Duw de achterzijde van de schakelaar omhoog
of omlaag voor de gewenste hoogte.
►
Duw de voorzijde van de schakelaar omhoog of
omlaag om de zitting in de gewenste hoek te zetten.
Zitposities opslaan
Deze functie, die is gekoppeld aan de elektrisch
verstelbare bestuurdersstoel, biedt de mogelijkheid
om twee standen van de bestuurdersstoel in het
geheugen op te slaan. Dit vergemakkelijkt het
instellen van de stoel als de auto regelmatig door
een andere bestuurder wordt gebruikt.
Het slaat de elektrisch afgestelde posities van de
stoel en de buitenspiegels op.
Met de toetsen M / 1 / 2
► Stap in de auto en zet het contact aan.
►
Zet uw stoel en de buitenspiegels in de gewenste
stand.
►
Druk op toets
M en vervolgens binnen 4
seconden op toets 1 of 2.
Het opslaan wordt bevestigd door een
geluidssignaal.
Het opslaan van een andere stand annuleert de
vorige, in het geheugen opgeslagen stand.
Oproepen van een opgeslagen zitpositie
Zorg ervoor dat het verplaatsen van de stoel niet gehinderd wordt door voorwerpen of
personen.
Contact aan of draaiende motor
►
Druk op toets
1 of 2 om de betreffende zitpositie
op te roepen.
Er klinkt een geluidssignaal wanneer de stoelpositie
volledig is aangepast.
U kunt de beweging onderbreken door op de toets
M , 1 of 2 te drukken of door één van de schakelaars
van de stoelverstelling te bedienen.
U kunt een zitpositie niet oproepen tijdens het rijden.
Het opvragen van een opgeslagen zitpositie is tot
ongeveer 45 seconden na het afzetten van het
contact mogelijk.
Stoelverwarming
De functie werkt alleen als de motor draait en als de
buitentemperatuur lager dan 20 °C is.
►
Druk op de toets voor uw stoel.
Page 51 of 244

49
Ergonomie en comfort
3► Elke keer dat u op de toets drukt, wijzigt de
stand van de verwarming; het bijbehorende aantal
controlelampjes gaat branden.
►
U kunt de verwarming uitschakelen door op de
toets te drukken totdat alle controlelampjes uit zijn.
De status van het systeem wordt opgeslagen bij het
uitzetten van het contact.
Gebruik de functie niet als de stoel niet wordt gebruikt.
Verlaag de verwarmingsstand zo snel mogelijk.
Als de stoel en het interieur een prettige
temperatuur hebben bereikt, schakel de functie
uit; als het stroomverbruik daalt, daalt ook het
energieverbruik.
Langdurig gebruik van de stoelverwarming wordt afgeraden voor personen met een
gevoelige huid.
Personen die warmte niet goed kunnen voelen
door bijvoorbeeld ziekte of medicijnen, kunnen
brandwonden krijgen.
Voorkom als volgt schade aan het
verwarmingselement en kortsluiting:
–
Plaats geen zware voorwerpen op de stoel.
–
Ga niet op uw knieën op de stoel zitten of op
de stoel staan.
–
Mors geen vloeistoffen op de stoel.
–
Gebruik de stoelverwarming nooit als de stoel
vochtig is.
Meerkeuzemassagefunctie
Systeem waarbij kan worden gekozen uit
verschillende massagesoorten en waarbij de
intensiteit van de massage kan worden ingesteld.
Dit systeem werkt bij draaiende motor en in de
STOP-stand van het Stop & Start-systeem.
Inschakelen / uitschakelen
Kies het tabblad Massage in de app Stoelen op het touchscreen.
►
Selecteer de bestuurders- of de passagiersstoel.
De betreffende pagina wordt weergegeven met de
meest recent opgeslagen instellingen.
Als de instellingen in orde zijn, drukt u erop om de functie in de Stoelen-app in of uit te
schakelen.
Wanneer u niets doet, wordt de oorspronkelijke
pagina weer weergegeven.
De status van de functie wordt niet opgeslagen bij
het afzetten van het contact.
Instellingen wijzigen
► Selecteer de betreffende stoel op de pagina
Massage.
►
Selecteer een massage-intensiteit uit de drie
verschillende niveaus: "1 " (Zacht), "2" (Normaal) of
" 3 " (Hard).
►
Selecteer een andere soort massage uit de
beschikbare soorten massage.
De wijzigingen worden direct doorgevoerd en
worden opgeslagen wanneer het contact wordt
afgezet.
Zodra het systeem is ingeschakeld, wordt een één
uur durende massagecyclus gestart, bestaande
uit sessies van 6 minuten massage en 3 minuten
pauze.
Aan het einde van de cyclus stopt het systeem
automatisch.
Het stuurwiel verstellen
► Trek aan de hendel om het stuurwiel te
ontgrendelen terwijl de auto stilstaat.
►
V
erstel het stuurwiel in hoogte en diepte voor een
optimale zithouding.
►
Druk de hendel weer vast om het stuurwiel te
vergrendelen.
Deze afstellingen mogen om veiligheidsredenen alleen worden
uitgevoerd als de auto stilstaat.
PEUGEOT i-Cockpit® De informatie op het instrumentenpaneel
is zichtbaar boven het stuurwiel, voor meer
veiligheid en rijcomfort.
Page 52 of 244

50
Ergonomie en comfort
Stel de hoogte van het stuurwiel af zodat het
stuurwiel het zicht op het instrumentenpaneel niet
belemmert.
Spiegels
Buitenspiegels
Afhankelijk van de uitvoering gebruikt het elektrochroomsysteem een sensor voor het
detecteren van het niveau van het buitenlicht en
van het licht dat van achteren op de auto valt
zodat er automatisch en geleidelijk tussen dag- en
nachtstand kan worden geschakeld.
Stel de buitenspiegels om veiligheidsredenen zo af dat de dode hoek
zo klein mogelijk is.
De objecten die u in de spiegel ziet zijn dichterbij
dan ze lijken. Houd hiermee rekening om de
afstand ten opzichte van achteropkomend
verkeer goed in te schatten.
Ontwasemen / ontdooien
Het ontwasemen / ontdooien van de buitenspiegels werkt gelijktijdig met de
achterruitverwarming.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over de achterruitverwarming.
Afstellen
► Beweeg schakelaar A naar rechts of links om de
juiste buitenspiegel te selecteren.
►
Duw schakelaar
B in de vier richtingen om de
spiegel af te stellen.
►
Zet schakelaar
A weer in de middenstand.
Elektrisch inklappen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de buitenspiegels
elektrisch inklapbaar.
► Zorg dat het contact is aangezet
en zet schakelaar A vanuit de auto
in de middelste stand.
►
Beweeg schakelaar
A naar
achteren.
►
V
ergrendel de auto van buitenaf.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp van schakelaar A , worden ze niet
automatisch uitgeklapt als de auto wordt
ontgrendeld.
Elektrisch uitklappen
► Van buitenaf: ontgrendel de auto.
► V an binnenuit: zet schakelaar A met aangezet
contact in de middelste stand en beweeg deze
daarna naar achteren.
Het automatisch inklappen / uitklappen van de buitenspiegels kan worden ingesteld in
de app Instellingen
> Voertuig van het
touchscreen.
Klap de spiegels in voordat u de auto laat
wassen in een automatische wasstraat.
Handmatig inklappen
De spiegels kunnen handmatig worden ingeklapt
(parkeren, smalle garage, enz.).
►
Kantel de spiegel richting de auto.
Automatisch kantelen van buitenspiegels bij achteruitrijden
Afhankelijk van de uitvoering kan met deze functie
het spiegelglas van de spiegels automatisch omlaag
worden gekanteld om het achteruit inparkeren te
vereenvoudigen.
Zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld
terwijl de motor draait, wordt het spiegelglas van de
spiegels naar de grond gericht.
Page 53 of 244

51
Ergonomie en comfort
3Het spiegelglas van beide spiegels keert terug naar
de oorspronkelijke stand:
–
Enkele seconden nadat er uit de
achteruitversnelling is geschakeld.
–
W
anneer er sneller dan 10 km/h wordt gereden.
–
Als de motor wordt afgezet.
Het systeem kan in de app Instellingen >
V oertuig van het touchscreen worden
ingeschakeld / uitgeschakeld.
Elektrochromatische
binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een
antiverblindingsstand waardoor de spiegel
donkerder wordt en de bestuurder minder hinder
ondervindt van bijvoorbeeld de zon en van de
koplampen van achteropkomend verkeer.
Het elektrochroomsysteem gebruikt een sensor voor
het detecteren van het niveau van het buitenlicht
en van het licht dat van achteren op de auto valt
zodat er automatisch en geleidelijk tussen dag- en
nachtstand kan worden geschakeld.
Voor optimaal zicht bij het manoeuvreren wordt het spiegelglas automatisch helderder
als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Het systeem wordt uitgeschakeld als de lading in
de bagageruimte hoger dan de bagageafdekking
is of als er voorwerpen op de bagageafdekking
zijn geplaatst.
Achterbank
Hoofdsteunen achter
Hoge stand (als zitplaatsen bezet zijn):
► Beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
Lage stand (opgeborgen stand, als de zitplaatsen
onbezet zijn):
►
Druk de pal (
A) in om de hoofdsteun los te halen
en duw deze omlaag.
De hoofdsteunen achter kunnen worden verwijderd.
Een hoofdsteun verwijderen
► Kantel de betreffende rugleuning naar voren.
► Beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
►
Druk vervolgens de pal (
A) in om de hoofdsteun
te ontgrendelen en zet hem helemaal omhoog.
►
Berg de hoofdsteun op.
Een hoofdsteun terugplaatsen
► Steek de pennen van de hoofdsteun in de
geleiders van de betreffende rugleuning.
►
Duw de hoofdsteun omlaag tot tegen de aanslag.
►
Druk de pal (
A) in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en duw de hoofdsteun omlaag.
Ga nooit rijden met passagiers op de achterbank als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en in de hoge stand staan.
De hoofdsteun van de middelste zitplaats en de
hoofdsteunen van de buitenste zitplaatsen zijn
niet uitwisselbaar.
Page 54 of 244

52
Ergonomie en comfort
De rugleuningen neerklappen
Beide delen van de rugleuning kunnen op een of
twee manieren worden ontgrendeld:
–
Met een handgreep
1 aan de buitenzijde van de
rugleuning.
–
Met een hendel
2 op het zijpaneel van de
bagageruimte (SW).
Verplaats de rugleuningen uitsluitend wanneer de auto stilstaat.
Eerste handelingen:
►
Zet de hoofdsteunen omlaag of verwijder ze
wanneer u zware ladingen vervoert.
►
Zet de armsteun achter omhoog.
►
Schuif waar nodig de voorstoelen naar voren.
►
Controleer of er geen persoon of voorwerp
(zoals kleding of bagage) in de buurt is en u de
rugleuningen ongehinderd kunt neerklappen.
►
Controleer of de buitenste veiligheidsgordels vlak
op de rugleuning liggen.
Wanneer de rugleuning is ontgrendeld, is de rode indicator zichtbaar in de handgreep.
Vanuit het passagierscompartiment
► Druk de handgreep ( 1) voor het ontgrendelen
van de rugleuning in.
► Beweeg de rugleuning ( 3) naar voren tot hij plat
ligt.
Vanuit de bagageruimte (SW)
► Trek de handgreep (2 ) voor het ontgrendelen van
de rugleuning naar u toe.
De rugleuning (3 ) wordt volledig op de zitting
neergeklapt.
De rugleuningen in de
oorspronkelijke stand
terugzetten
Controleer eerst of de buitenste veiligheidsgordels goed verticaal langs de
vergrendelingsogen van de rugleuningen zijn
geplaatst.
Page 55 of 244

53
Ergonomie en comfort
3
► Zet de rugleuning rechtop (3) en druk hem stevig
in de vergrendeling.
►
Controleer of de rode indicator van de handgreep
( 1 ) niet meer zichtbaar is.
►
Controleer of de buitenste veiligheidsgordels niet
klem zitten.
Let op: als de rugleuning niet goed is vergrendeld, komt de veiligheid van de
passagiers bij een noodstop of een aanrijding in
gevaar.
Voorwerpen in de bagageruimte kunnen naar
voren worden geslingerd - kans op ernstig letsel!
Verwarming en ventilatie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur wordt gefilterd en van
buitenaf toegevoerd via het luchtrooster onder de
voorruit, of in het interieur gerecirculeerd.
Bedieningselementen
Afhankelijk van de uitvoering zijn bepaalde bedieningselementen beschikbaar in de app
Klimaat op het touchscreen en / via het
bedieningspaneel op de middenconsole.
Luchtverdeling
1. Ventilatieroosters voor het ontdooien /
ontwasemen van de voorruit
2. Ventilatieroosters voor het ontdooien /
ontwasemen van de zijruiten vóór
3. Verstelbare en afsluitbare zijventilatieroosters
4. Verstelbare en afsluitbare middelste
ventilatieroosters
5. Ventilatieroosters voetenruimte bestuurder en
voorpassagier
6. Ventilatieroosters voetenruimte achterpassagiers
7. Verstelbare en afsluitbare ventilatieroosters
Advies
Het ventilatie- en
airconditioningssysteem gebruiken
►
Let erop dat de uitstroomopening onder
de voorruit, de verschillende luchtkanalen,
ventilatieroosters, overige uitstroomopeningen en
ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven
voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar
het interieur.
►
Dek de zonnesensor op het dashboard niet
af; deze wordt gebruikt voor het regelen van het
automatische airconditioningssysteem.
►
Zet de airconditioning minstens één tot twee
keer per maand 5 tot 10 minuten aan om het
systeem in goede staat te houden.
►
Gebruik de airconditioning niet als deze niet
koelt en neem contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer er een zware lading op een steile
helling bij een hoge buitentemperatuur wordt
gesleept, kan de airconditioning tijdelijk worden
uitgeschakeld, zodat de motor meer vermogen
heeft en meer sleepkracht biedt.
Rijd niet te lang met de ventilatie uitgeschakeld of terwijl de luchtrecirculatie in
het interieur langere tijd is ingeschakeld. Kans op
beslaan en verslechtering van de luchtkwaliteit!
Als de auto lange tijd in de zon heeft gestaan en de temperatuur in het interieur
Page 56 of 244

54
Ergonomie en comfort
hoog is opgelopen, is het raadzaam om het
interieur even te ventileren.
Zorg ervoor dat de luchttoevoer hoog genoeg
is ingesteld, zodat de lucht in het interieur goed
wordt ververst.
Bij condensvorming door gebruik van de airconditioning kan er water onder uit de
auto lekken. Dit is volkomen normaal.
Onderhoud van het ventilatie- en airconditioningssysteem
►
Controleer regelmatig de staat van het
interieurfilter en laat de filterelementen periodiek
vervangen.
We raden aan om een samengesteld
interieurfilter te gebruiken. Het speciale actieve
additief biedt bescherming tegen vervuilende
gassen en onaangename geuren.
►
V
oor een juiste werking van het
airconditioningssysteem moet u het laten
controleren volgens de aanbevelingen in het
onderhoudsschema van de fabrikant.
Stop & Start De verwarmings- en
airconditioningssystemen werken alleen als de
motor draait.
Schakel het Stop & Start-systeem tijdelijk uit om
een comfortabele temperatuur in het interieur te
behouden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Stop & Start-systeem.
Eco rijstandDe selectie van deze stand optimaliseert het
brandstofverbruik, maar beperkt het gebruik van
de verwarming en de airconditioning zonder deze
echter uit te schakelen.
Plug-in hybrideauto's Intensief gebruik van de airconditioning
beperkt de actieradius van de auto in de
elektrische modus.
Ventilatie bij aangezet contact
Bij aangezet contact kunt u het ventilatiesysteem
gebruiken om de luchtstroom (2 ) en de
luchtverdeling (3 ) gedurende een bepaalde tijd in het
interieur te regelen. Deze tijd is afhankelijk van de
laadtoestand van de accu.
Deze functie geldt niet voor de airconditioning.
Automatische airconditioning met
gescheiden regeling
Bij dit systeem wordt het airconditioningssysteem
automatisch ingeschakeld en worden de
temperatuur, luchtstroom en luchtverdeling in het
interieur automatisch geregeld. Dit systeem werkt bij draaiende motor, maar de
aanjager en bedieningsfuncties ervan blijven werken
bij ingeschakeld contact.
Druk op de toets van de Klimaat-app om de
pagina met de bedieningstoetsen van het
systeem weer te geven.
1. Temperatuurregeling
2. Regeling luchtstroom
3. Regeling luchtverdeling
4. Airconditioning aan / uit
5. Automatische airconditioning aan / uit en
instelling (AUTO ZACHT/AUTO NORMAAL/
AUTO HARD)
6. Synchronisatie van de temperatuur voor
bestuurder / passagier voorin
7. Alleen AQS-functie of Clean Cabin (afhankelijk
van de uitvoering).
8. Maximale stand van de airconditioning
9. Ontwasemen - ontdooien voorruit en voorste
zijruiten
10. Luchtrecirculatie in het interieur
11 . Achterruitverwarming
12. Systeem uitschakelen