Page 57 of 104

Periodiek on derhoud en afstelling
6-6
6
9*Wielen • Controleer de speling en de
spaakspanning en controleer op
beschadigingen.
• Trek indien nodig de spaken aan. √√√√√
10 *Ban den • Controleer op slijtage en bescha-
digingen.
• Vervang indien nodig.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig. √√√√√
11 *Wiella gers • Controleer op speling of bescha-
digingen. √√√√
12 *La
gers scharnier-
punt achter bru g • Controleer op een correcte wer-
king en overmatige speling. √√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
13 Aan drijfkettin g • Controleer de spanning, uitlijning
en conditie van de aandrijfketting.
• Stel de ketting af en smeer deze grondig met een speciale smering
voor o-ringkettingen. Elke 1000 km (600 mi) en nadat de motorfiets is gewassen of ermee in de regen
of vochtige gebieden is gereden
14 *Balhoof dla gers • Controleer of de lagers loszitten.
√√ √
• Smeren met gematigde hoeveel- heid lithiumvet. √√
15 *Frame
bevesti gin-
g en • Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastge-
zet. √√√√√
16 Scharnieras van
remhen
del • Smeren met siliconenvet.
√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
UBEHDAD0.book Page 6 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 58 of 104

Periodiek on derhou d en afstelling
6-7
6
17 Scharnieras van
rempe
daal • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
18 Scharnieras van
koppelin
gshen del • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
19 Scharnieras van
schakelpe
daal • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
20 Zijstan daar d • Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet. √√√√√
21 *Zijstan
daar dscha-
kelaar • Controleer de werking en vervang
indien nodig. √√√√√√
22 *Voorvork • Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.
• Vervang indien nodig. √√√√
23 *Schok demperunit • Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.
• Vervang indien nodig. √√√√
24 *Relaisarm achter-
wielophan
gin g en
scharnierpunten
ver bin din gsarm • Controleer de werking.
√√√√
25 Motorolie • Verversen (warm de motor op al-
vorens olie af te tappen).
• Controleer het olieniveau en con- troleer de machine op olielekka-
ge. √√√√√√
26 Oliefilterpatroon • Vervangen. √√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)UBEHDAD0.book Page 7 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 59 of 104
Periodiek on derhoud en afstelling
6-8
6
27*Koelsysteem • Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage. √√√√√
• Verversen. Elke 3 jaar
28 *Voor- en achterrem-
schakelaar • Controleer de werking.
√√√√√√
29 *Bewe
gen de delen
en kab els •Smeren.
√√√√√
30 *Gas
greephuis en
g askab el • Controleer werking en vrije slag.
• Stel de vrije slag van de gaskabel
af indien nodig.
• Smeer het gasgreephuis en de gaskabel. √√√√√
31 *Lampen, richtin
g-
aanwijzers en scha-
kelaars • Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.
√√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
UBEHDAD0.book Page 8 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 60 of 104
Periodiek on derhou d en afstelling
6-9
6
DAU72800
OPMERKING Luchtfilter
• Het luchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht om beschadiging te
voorkomen.
• Het luchtfilterelement moet u vaker vervangen als u vaak in extreem vochtige of stoffige gebieden rijdt.
Hydraulisch remsysteem
• Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
• Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdrem cilinders en de remklauwen worden vervangen en de remvloei-
stof worden ververst.
• De remslangen dienen elke vier jaar te worden verv angen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
UBEHDAD0.book Page 9 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 61 of 104

Periodiek on derhoud en afstelling
6-10
6
DAU18782
Stroomlijnpanelen verwij deren
en aan bren genBij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk
worden beschreven, moeten de afgebeel-
de stroomlijnpanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf steeds door wanneer
u een stroomlijnpaneel moet verwijderen of
aanbrengen.
DAU18792
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneelVerwijder de schroeven en neem het
stroomlijnpaneel los. Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
Plaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de schroeven
aan.
DAU19653
Controleren van d
e bou giesBougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door ver-
hitting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. De conditie van de bougies kan
daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met het voertuig wordt gereden), en alle
bougies in de motor horen dezelfde ver-
kleuring te hebben. Wanneer een bougie
een heel andere kleur vertoont, werkt de
motor mogelijk niet naar behoren. Probeer
dergelijke problemen niet zelf vast te stel-
len. Laat in plaats daarvan uw machine na-
kijken door een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
1. Stroomlijnpaneel A
1
1. Stroomlijnpaneel A
2. Bout en ring
1
2
Voor geschreven bou gie:
NGK/LMAR8A-9
UBEHDAD0.book Page 10 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 62 of 104

Periodiek on derhou d en afstelling
6-11
6
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
LET OP
DCA10841
Ge
bruik geen geree dschap om d e bou-
g ie dop te verwij deren of aan te bren gen,
om de bobineka bel niet te b eschadig en.
De bou gie dop is mo gelijk lasti g te ver-
wij deren om dat de ru bber af dichtin g aan
het uitein de stevi g vastzit. Haal d e bou-
g ie dop los door hem heen en weer te
d raaien en te gelijkertij d los te trekken;
b ren g d e bou gie dop aan d oor heen en
weer te d raaien en teg elijkertijd aan
te
d rukken.
DAU36113
Filter busDit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
1. ElektrodenafstandElektro denafstan d:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Aanhaalmoment: Bougie:13 N·m (1.3 kgf·m, 9.6 lb·ft)
ZAUM1386
UBEHDAD0.book Page 11 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 63 of 104

Periodiek on derhoud en afstelling
6-12
6
DAUM4152
Motorolie en oliefilterpatroonVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke onder-
houdsschema.
Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot rust is gekomen voor een correcte af-
lezing en controleer dan het olieniveau
via het kijkglas voor het motorolieni-
veau. 4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van het aanbevo-
len type bij tot het maximumniveau.
OPMERKINGControleer de o-ring op beschadiging en
vervang deze indien nodig.
De motorolie verversen (en het filter ver-
van gen)
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond.
2. Verwijder stroomlijnpaneel A. (Zie pa-
gina 6-10.)
3. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
4. Zet een olieopvangbak onder de mo- tor om de gebruikte olie op te vangen.
5. Verwijder de olievuldop en de olieaf-
tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
1. Olievuldop
2. Kijkglas olieniveau
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau3
4
2
1
1. Olievuldop
2. O-ring
21
UBEHDAD0.book Page 12 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 64 of 104
Periodiek on derhou d en afstelling
6-13
6
OPMERKINGSla de stappen 6–8 over als de oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen.6. Verwijder de oliefilterpatroon met een
oliefiltersleutel.
OPMERKINGDe Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.7. Smeer een dun laagje schone motor-olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.OPMERKINGZorg dat de o-ring correct aanligt.8. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon meteen oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment. 9. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
10. Vul met de aangegeven hoeveelheid van de aanbevolen motorolie.
1. Olieaftapplug
2. Pakking
1. Oliefilterpatroon
2. Oliefiltersleutel
12
1
2
1. O-ring
1. MomentsleutelAanhaalmoment:Oliefilterpatroon:17 N·m (1.7 kgf·m, 13 lb·ft)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug:
43 N·m (4.3 kgf·m, 32 lb·ft)
1
UBEHDAD0.book Page 13 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM