Page 17 of 104

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-2
3
DAU10474
Contactslot/stuurslotVia het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssy-
stemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.OPMERKINGGebruik de standaardsleutel (zwarte greep)
voor regelmatig gebruik van de machine.
Bewaar de codeersleutel (rode greep) op
een veilige plaats en gebruik deze uitslui-
tend voor hercodering om het risico op ver-
lies te minimaliseren.
DAU85050
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom en de voertuigverlichting wordt
ingeschakeld. De motor kan worden ge-
start. De sleutel kan niet worden uitgeno-
men.OPMERKING Laat om ontladen van de accu te voor-
komen het contactslot niet ingescha-
keld zonder dat de motor draait.
De koplamp gaat automatisch bran-
den als de motor wordt gestart.
De koplamp blijft branden totdat de
sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
zelfs als de motor afslaat.
DAU10662
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA10062
Draai nooit de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rij dt. Hier-
d oor wor den de elektrische systemen
uit geschakel d, wat mo gelijk kan lei den
tot verlies van d e controle of een on ge-
val.
DAU73800
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in en draai deze dan naar “LOCK”.
3. Neem de sleutel uit.OPMERKINGAls het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.
ON
OFF
LOCK
1. Drukken.
2. Draaien.12
UBEHDAD0.book Page 2 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 18 of 104

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-3
3
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in en draai deze naar “OFF”.
DAU4939P
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes
DAU11033
Controlelampjes richtin gaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstan dcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU59963
Waarschuwin gslampje olie druk “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motoroliedruk laag is.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld moet
dit lampje gaan branden, kort uitgaan, en
dan blijven branden totdat de motor is ge-
start. Laat als dit niet het geval is de machi-
ne nakijken door een Yamaha dealer.LET OP
DCA21211
Als het waarschuwin gslampje gaat
b ran den terwijl d e motor draait, stop dan
d e motor en controleer het olieniveau.
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Controlelampje linker richtingaanwijzers
“”
2. ABS-waarschuwingslampje “ ”
3. Storingsindicatielampje “ ”
4. Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
5. Waarschuwingslampje koelvloeistoftempe- ratuur “ ”
6. Indicator “OFF-ROAD”
7. Controlelampje rechter richtingaanwijzers “”
8. Vrijstandcontrolelampje “ ”
9. Controlelampje grootlicht “ ”
10.Controlelampje startblokkering “ ”
11.Waarschuwingslampje anti-blokkeervoor- ziening remsysteem (ABS OFF) “ ”
1
2
3
4
5 7
8
9
10 11
6
ABS
ABS
UBEHDAD0.book Page 3 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 19 of 104

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-4
3
Vul als het olieniveau laa g is vol doen de
olie van het aan bevolen type bij. Als het
waarschuwin gslampje na het bijvullen
van olie blijft bran den, stop d an de motor
en laat d e machine nakijken door een
Yamaha dealer.
DAU11449
Waarschuwin gslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de
tijd om af te koelen. (Zie pagina 6-39.)
Bij machines met een of meer radiatorkoel-
vinnen schakelt de radiatorkoelvin automa-
tisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur.OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, gaat
dit lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden, vraag
dan uw Yamaha dealer om de machine te
controleren. LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
DAU88331
Storin gsin dicatielampje (MIL) “ ”
Dit lampje gaat branden of knipperen als er
een storing wordt gedetecteerd in de motor
of een regelsysteem van de machine. Vraag
in dat geval een Yamaha dealer het boord-
diagnosesysteem te controleren. Het elek-
trische circuit van het
waarschuwingslampje kan worden gecon-
troleerd door de machinevoeding in te
schakelen. Het lampje moet enkele secon-
den oplichten en dan uitgaan. Als het lamp-
je niet gaat branden wanneer de
machinevoeding wordt ingeschakeld of
blijft branden, vraag dan uw Yamaha dealer
om de machine na te kijken.LET OP
DCA26820
Verlaa g als het MIL beg int te knipperen
het motortoerental om scha de aan het
uitlaatsysteem te voorkomen.OPMERKINGDe motor wordt bewaakt door het boorddi-
agnosesysteem, dat ook achteruitgang en
storingen in het uitstootcontrolesysteem
detecteert. Daardoor kan het MIL ook gaan
branden of knipperen als gevolg van aan-
passingen, gebrek aan onderhoud of over- matig/onjuist gebruik van de motorfiets.
Neem om dit te voorkomen het volgende in
acht.
Probeer niet om de software of de
motorregeleenheid aan te passen.
Monteer geen elektrische accessoires
die de motorregeling beïnvloeden.
Gebruik geen aftermarket-accessoi-
res of -onderdelen zoals veringen,
bougies, verstuivers, uitlaatsystemen
etc.
Wijk niet af van de aandrijflijnspecifi-
caties (ketting, tandwielen, wielen,
banden etc.).
Breng geen wijzigingen aan in de O2-
sensor, het luchtinlaatsysteem of on-
derdelen van het uitlaatsysteem (kata-
lysatoren of EXUP etc.), en verwijder
deze niet.
Onderhoud de aandrijfketting goed.
Zorg dat de banden op de juiste span-
ning blijven.
Zorg dat de rempedaalhoogte correct
afgesteld blijft om slepen van de ach-
terrem te voorkomen.
Vermijd extreem gebruik van de ma-
chine. Bijvoorbeeld herhaaldelijk of
overmatig openen en sluiten van de
UBEHDAD0.book Page 4 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 20 of 104

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-5
3
gasgreep, racen, burnouts, wheelies,
langdurig gebruik met half geopende
gasgreep etc.
DAU69895
ABS-waarschuwin gslampje “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de machine wordt ingeschakeld, en gaat uit
als u begint te rijden. Als het waarschu-
wingslampje tijdens het rijden gaat bran-
den, werkt het ABS-systeem mogelijk niet
goed.
WAARSCHUWING
DWA16043
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat als u een snelhei d van 10 km/h
(6 mi/h) he bt bereikt of als het waar-
schuwin gslampje tij dens het rij den gaat
b ran den:
Rijd extra voorzichtig om te voorko-
men dat de wielen b lokkeren bij een
noo dstop.
Laat de machine zo snel mo gelijk
controleren door een Yamaha dea-
ler.
DAUM4080
ABS-waarschuwin gslampje “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de anti-blokkeervoorziening remsysteem
handmatig is uitgeschakeld. De indicator
“OFF-ROAD” gaat tegelijkertijd branden.
WAARSCHUWING
DWAM1050
Rij d op verhar de weg en altij d met het
ABS in geschakel d. Rij den op open bare
weg en met het ABS uitg eschakeld is
mo gelijk ver boden en kan uw verzeke-
rin g on gel dig maken. Schakel het ABS
alleen uit als u op onverhar de oppervlak-
ken rij dt.
DAUM3622
Controlelampje start blokkerin g“”
Als de machine wordt uitgeschakeld gaat
het controlelampje na 30 seconden continu
knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.
OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld gaat
het lampje enkele seconden branden, om
vervolgens weer uit te gaan. Laat als dit niet
het geval is de machine nakijken door een
Yamaha dealer.Pro blemen oplossen
Als een probleem is gedetecteerd in het
startblokkeersysteem, knippert het lampje
in een patroon. Als het controlelampje
startblokkering knippert in het patroon 5
keer langzaam gevolgd door 2 keer snel,
betreft dit mogelijk een storing in het trans-
pondersignaal. Als deze fout zich voordoet,
probeer dan het volgende. 1. Houd andere startblokkeersleutels uit de buurt van het contactslot. Andere
startblokkeersleutels kunnen signaal-
storing veroorzaken, waardoor de mo-
tor weigert te starten.
2. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
4. Als de motor niet kan worden gestart met een of meer standaardsleutels,
breng de machine en alle sleutels dan
ABS
ABS
UBEHDAD0.book Page 5 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 21 of 104
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-6
3
naar een Yamaha dealer om de stan-
daardsleutels opnieuw te laten code-
ren.
DAUM4173
Multifunctionele meter
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
snelheidsmeter
toerenteller
brandstofniveaumeter
klok
eco-controlelampje
aanduiding ingeschakelde versnelling
indicator OFF-ROAD
multifunctioneel display
1. Bovenste insteltoets
2. Onderste insteltoets
3. Toets “OFF-ROAD ABS ON/OFF”
1
2
3
1. Toerenteller
2. Klok
3. Snelheidsmeter
4. Brandstofniveaumeter
5. Aanduiding ingeschakelde versnelling
6. Eco-controlelampje “ECO”
7. Indicator “OFF-ROAD”
8. Multifunctioneel display
1
2
3
4 5
6
7
8
UBEHDAD0.book Page 6 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 22 of 104

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-7
3
OPMERKING Om te wisselen tussen kilometers en
mijlen, stelt u het multifunctionele dis-
play in op de kilometerteller of een rit-
teller en houdt u vervolgens de
bovenste insteltoets ingedrukt totdat
de weergave-eenheden wijzigen.
Als de accu wordt losgekoppeld, ke-
ren de weergave-eenheden terug naar
de fabrieksinstellingen.
WAARSCHUWING
DWA12423
Zor g d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen in de instellin gen van de
multifunctionele meter g aat aanbren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan. Toerenteller
De toerenteller toont het motortoerental.
LET OP
DCA23050
Laat
de motor niet draaien in d e hoge-
toerenzone van de toerenteller.
Ho getoerenzone: 9400 tpm en ho ger
Bran dstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de brandstoftank aanwe-
zig is. De segmenten van de
brandstofniveaumeter verdwijnen van “F”
(vol) naar “E” (leeg) naarmate het brand-
stofniveau verder daalt. Als het laatste seg-
ment van de brandstofniveaumeter begint
te knipperen, dient u zo snel mogelijk te
tanken.OPMERKINGAls er een probleem wordt gedetecteerd in
het elektrische circuit, gaan de segmenten
van de brandstofniveaumeter knipperen.
Als dit zich voordoet, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te controleren.
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
1 2
1. Brandstofniveaumeter
1
UBEHDAD0.book Page 7 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 23 of 104

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-8
3
Eco-controlelampje
Dit controlelampje gaat aan wanneer de
machine wordt gebruikt op een milieuvrien-
delijke, energiezuinige manier. Het contro-
lelampje gaat uit als u de machine stopt.OPMERKINGHierna volgen enkele tips om het brand-
stofverbruik te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Rijd met een constante snelheid.
Selecteer de versnelling die geschikt
is voor de snelheid van de machine.
Aan dui din g in geschakel de versnellin g
De aanduiding ingeschakelde versnelling
geeft de geselecteerde versnelling aan. De
vrijstand wordt aangegeven door “–”.
Klok De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem.
OPMERKINGAls het contactslot is uitgeschakeld, kan de
klok worden weergegeven door op de bo-
venste insteltoets te drukken.De klok instellen1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de onderste insteltoets en bo-
venste insteltoets tegelijk ingedrukt
totdat de urenaanduiding begint te
knipperen.
3. Druk op de onderste insteltoets om de uren in te stellen.
4. Druk op de bovenste insteltoets en de
minutenaanduiding begint te knippe-
ren.
5. Druk op de onderste insteltoets om de
minuten in te stellen.
6. Druk op de bovenste insteltoets om de instellingen te bevestigen en de
klok aan te zetten.
1. Eco-controlelampje “ECO”
1
1. Aanduiding ingeschakelde versnelling
2. Vrijstandcontrolelampje “ ”
1. Klok
1
21
UBEHDAD0.book Page 8 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 24 of 104

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-9
3
OPMERKINGDruk bij het instellen van de uren en minu-
ten kort op de onderste insteltoets om de
waarde in stappen van één te verhogen, of
houd de toets ingedrukt om de waarde
doorlopend te verhogen.In dicator OFF-ROAD
Deze indicator gaat branden als het ABS
handmatig wordt uitgeschakeld.
Om het ABS uit te schakelen1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Laat de motor stationair draaien en houd de toets “OFF-ROAD ABS
ON/OFF” ingedrukt totdat het waar-
schuwingslampje “ABS OFF” begint
te knipperen. Laat de toets vervolgens
los.
3. Het waarschuwingslampje “ABS OFF”
en de indicator “OFF-ROAD” gaan te-
gelijkertijd branden.OPMERKINGHet ABS blijft uitgeschakeld tot de sleutel
naar “OFF” wordt gedraaid of de nood-
stopschakelaar naar “ ” (stoppen) wordt
gedraaid terwijl de motor draait, of tot u de
machine stopt en opnieuw op de toets “OFF-ROAD ABS ON/OFF” drukt. Het
waarschuwingslampje “ABS OFF” en de in-
dicator “OFF-ROAD” gaan dan uit.
WAARSCHUWING
DWAM1050
Rij
d op verhar de weg en altij d met het
ABS in geschakel d. Rij den op open bare
weg en met het ABS uitg eschakeld is
mo gelijk ver boden en kan uw verzeke-
rin g on gel dig maken. Schakel het ABS
alleen uit als u op onverhar de oppervlak-
ken rij dt.Multifunctioneel display
Het multifunctionele display kan het vol-
gende weergeven: een kilometerteller
twee rittellers
een terugtellende ritteller
een ritteller brandstofreserve
een weergave huidig brandstofver-
bruik
een weergave gemiddeld brandstof-
verbruik
een weergave koelvloeistoftempera-
tuur
een weergave luchttemperatuur
een helderheidsregeling
De kilometerteller toont de totale afstand
die met de machine is afgelegd. De stan-
daard rittellers tonen de afgelegde afstand
sinds de tellers voor het laatst werden te-
ruggesteld. De terugtellende ritteller toont
de resterende af te leggen afstand sinds de
teller voor het laatst werd ingesteld. De
brandstofreserve-ritteller toont de afgeleg-
de afstand sinds het laatste segment van
de brandstofniveaumeter begon te knippe-
ren.
OPMERKING De kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999 en kan niet worden terug-
gesteld.
De ritteller wordt teruggesteld naar 0
en blijft tellen nadat 9999.9 is bereikt.
De terugtellende ritteller wordt niet au-
tomatisch teruggesteld.
1. Multifunctioneel display
1
UBEHDAD0.book Page 9 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM