Page 41 of 104

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-26
3
DAUM4201
Gelijkstroom aansluitpuntenDeze machine is uitgerust met een gelijk-
stroom aansluitcontact voor accessoires,
een gelijkstroomstekker voor accessoires,
een stekker voor handgreepverwarming en
een gelijkstroomstekker voor mistverlich-
ting.LET OP
DCA26810
Ge bruik geen elektrische accessoires of
com binaties van accessoires die meer
stroom vra gen dan de aan geg even ca-
paciteit. Hier door kan het circuit over-
verhit raken, met door bran den van de
zekerin g tot g evolg.OPMERKINGGebruik geen accessoires terwijl de motor
is uitgeschakeld om ontladen raken van de
accu te voorkomen.
Gelijkstroom aansluitcontact voor ac-
cessoires
Als het contactslot is ingeschakeld, kunt u
een 12V-accessoire met de juiste aanslui-
ting gebruiken.
Ge bruiken van het gelijkstroom aansluit-
contact voor accessoires 1. Schakel de machinevoeding uit.
2. Verwijder het deksel van het gelijk- stroom aansluitcontact voor acces-
soires.
3. Zet het accessoire uit.
4. Plaats de stekker van het accessoire
in het gelijkstroom aansluitcontact
voor accessoires. 5. Schakel de machinevoeding in en
start de motor.
6. Zet het accessoire aan.
OPMERKINGZet na de rit het accessoire uit, koppel het
los en sluit het deksel van het gelijkstroom
aansluitcontact voor accessoires.
WAARSCHUWING
DWA14361
Om een elektrische schok of kortsluitin g
te voorkomen, dient u te controleren of
d e dop op het gelijkstroom aansluitcon-
tact is aan geb racht als het contact niet
wor dt geb ruikt.
Ve r m o gen van gelijkstroomcircuits:
Circuit van gelijkstroom aansluit-
contact en gelijkstroomstekker: 24 W (2 A)
Circuit van handgreepverwarming
en mistverlichting: 120 W (10 A)
1. Dop gelijkstroom aansluitcontact
1
1. Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoi-
res
1
UBEHDAD0.book Page 26 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 42 of 104

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-27
3
Gelijkstroom ka belstekkers voor acces-
soires
Deze machine is uitgerust met een gelijk-
stroomstekker voor accessoires, een gelijk-
stroomstekker voor handgreepverwarming
en een stekker voor mistverlichting. Raad-
pleeg uw Yamaha dealer voordat u een ac-
cessoire monteert.
DAU15306
Zijstan daar dDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine ma g nooit wor den gere-
d en terwijl de zijstan daar d omlaa g staat
of niet behoorlijk kan wor den op getrok-
ken (of niet omhoo g b lijft), an ders kan d e
zijstan daar d d e gron d raken en zo de
b estuur der aflei den, waar door de ma-
chine mo gelijk on bestuur baar wor dt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om d e bestuur der te helpen b ij
zijn verantwoor delijkhei d de zijstan-
d aar d op te trekken alvorens weg te rij-
d en. Controleer dit systeem daarom re
gelmati g en laat het repareren door
een
Yamaha dealer als de werkin g niet
naar behoren is.
UBEHDAD0.book Page 27 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 43 of 104
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-28
3
DAU44895
StartspersysteemDit systeem voorkomt dat de motor wordt
gestart terwijl een versnelling is ingescha-
keld, tenzij de koppelingshendel is inge-
trokken en de zijstandaard is opgeklapt.
Het schakelt ook de motor uit als de zijstan-
daard omlaag wordt gezet terwijl een ver-
snelling is ingeschakeld.
Controleer het systeem regelmatig door de
onderstaande procedure te volgen.OPMERKING Deze controle is vooral betrouwbaar
als hij wordt uitgevoerd met een war-
me motor.
Zie pagina’s 3-2 en 3-13 voor informa-
tie over de bediening van de schake-
laar.
UBEHDAD0.book Page 28 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 44 of 104

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-29
3
JA NEE JA NEE JA NEE
WAARSCHUWING
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Zet de noodstopschakelaar in de stand “run”.
3. Zet het contactslot aan.
4. Zet de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Zet de versnellingsbak in een versnelling.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startknop.
Start de motor? De sperschakelaar van de koppelingshendel
werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. Laat als een storing wordt aangetroffen de
machine nakijken alvorens te gaan rijden.
UBEHDAD0.book Page 29 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 45 of 104

Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
4-1
4
DAU1559B
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en p roce-
dures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvol doen de inspectie of on derhou d van de machine ver groot het risico op on geval of scha de. Rij d niet met d e machine als u
een pro bleem heb t g evon den. Als een pro bleem niet kan wor den op gelost via de proce dures in d eze handleid ing, laat de machi-
ne dan nazien door een Yamaha dealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Bran dstof • Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer de tankbeluchtingsslang/overl
oopslang op obstakels, scheuren of
beschadiging en controleer de slangaansluiting. 3-18, 3-19
Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage. 6-12
Koelvloeistof • Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage. 6-15
Vo or re m • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-23, 6-23
UBEHDAD0.book Page 1 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 46 of 104

Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
4-2
4
Achterrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-23, 6-23
Koppelin g • Controleer de werking.
• Smeer indien nodig de kabel.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.
6-21
Gas greep • Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel-
len en de kabel en het kabelhuis te smeren. 6-18, 6-28
Be dienin gska bels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig. 6-27
Aan drijfkettin g • Controleer of de ketting correct is aangespannen.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer de conditie van de ketting.
• Smeer indien nodig.
6-25, 6-27
Wielen en ban den • Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
6-18, 6-21
Rem- en schakelped alen• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten. 6-28
Rem- en koppelin gshen dels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
6-29
ITEM CONTROLES PAGINA
UBEHDAD0.book Page 2 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 47 of 104
Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
4-3
4
Zijstan daar d • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het scharnierpunt. 6-29
Frame bevesti gin gen • Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast.
—
Instrumenten, verlichtin g,
si gnalering ssysteem en
schakelaars • Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.
—
Zijstan daar dschakelaar • Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te
controleren. 3-27
ITEM CONTROLES PAGINA
UBEHDAD0.book Page 3 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM
Page 48 of 104

Gebruik en belan grijke rij-informatie
5-1
5
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met de
b ed ienin gselementen kan lei den tot ver-
lies van de controle, met mo gelijk een
on geval of letsel tot gevol g.
DAU16842
Inrijperio deDe belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1600 km (1000 mi) niet te
zwaar worden belast. De verschillende on-
derdelen van de motor slijten op elkaar in
totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn be-
reikt. Rijd tijdens deze periode nooit lang-
durig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAU17094
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langer dan 5000 tpm
achtereen draaien. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moet d e motorolie wor den ver-
verst en moet de oliefilterpatroon of het
oliefilterelement wor den vervan gen.[DCA10303]1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langer dan 6000 tpm
achtereen draaien. 1600 km (1000 mi) en ver
der
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP
DCA10311
Voer het toerental niet zover op dat
d e toerenteller in de ro de zone
wijst.
Als tij dens de inrijperio de motor-
scha de optree dt, vraa g d an direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
UBEHDAD0.book Page 1 Tuesday, January 12, 2021 1:37 PM