224
PEUGEOT Connect Nav
Druk op "OK" om te bevestigen.
Om alle systemen te beschermen tegen
niet-geautoriseerde toegang en om deze zo
goed mogelijk te beveiligen, wordt het gebruik van
een complexe beveiligingscode of een wachtwoord
aanbevolen.
Verbindingen beheren
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Verbinding beheren".
Via deze functie kunt u zien welke online diensten
u gebruikt en welke beschikbaar zijn, en kunt u de
verbindingsmethode wijzigen.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Frequentie".
Druk op een van de toetsen om automatisch naar radiozenders te zoeken.
Of
Verplaats de schuifbalk om handmatig naar andere frequenties te zoeken.
Of
van de smartphone om te kijken welke diensten
beschikbaar zijn.
De functie Bluetooth moet zijn ingeschakeld, en de smartphone moet zijn ingesteld op
"zichtbaar voor alle apparaten".
Controleer of de door de smartphone en het systeem
weergegeven code identiek zijn om het koppelen, met
wat voor methode dan ook (via de smartphone of via
het systeem), te voltooien.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij u aan om op de smartphone de functie Bluetooth
uit te schakelen en weer in te schakelen.
Procedure via de smartphone
Selecteer de naam van het systeem in de lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om verbinding
met de smartphone te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Druk op "Bluetooth-verbinding".
Selecteer "Zoeken".
Er wordt een lijst met de gedetecteerde
smartphones weergegeven.
Selecteer in de lijst de naam van de gekozen smartphone.
Afhankelijk van het type smartphone, wordt u gevraagd om de overdracht van uw contacten
en berichten goed te keuren.
Verbinding delen
De smartphone kan via 3 verschillende profielen via het
systeem worden verbonden:
–
"Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend telefoon),
–
"Streaming" (streaming: draadloos audiobestanden
via de smartphone afspelen),
–
"Gegevens mobiel internet".
Het profiel "Gegevens mobiel internet" moet worden geactiveerd voor online navigatie
(wanneer voor de auto geen "noodoproep of
pechhulpoproep"-diensten beschikbaar zijn), nadat
eerst het delen van de verbinding van de
smartphone is geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Wi-Fi-verbinding
Verbinding met het netwerk via Wi-Fi van de
smartphone.
Druk op Connect-App om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Verbinding Wi-Fi-netwerk".
Selecteer het tabblad "Beveiligd", "Niet
beveiligd", of "Opgeslagen".
Selecteer een netwerk.
Voer, via het virtuele toetsenbord, voor het
netwerk de Wi-Fi, "Sleutel" en het
" Wachtwoord" in.
Druk op "OK" om de verbinding tot stand te
brengen.
De Wi-Fi-verbinding en Wi-Fi-verbinding delen kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Wi-Fi-verbinding delen
Afhankelijk van de uitvoering.
Een lokaal Wi-Fi-netwerk aanmaken via het systeem.
Druk op Connect-App om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Wifi-verbinding delen".
Selecteer het tabblad "Activering" om Wi-Fi-verbinding
delen in- of uit te schakelen.
En/of
Selecteer het tabblad "Instellingen" om de
netwerknaam en het wachtwoord van het systeem te
wijzigen.
227
PEUGEOT Connect Nav
12seconden of soms enkele minuten duren nadat het
apparaat voor de eerste keer is aangesloten.
Verminder het aantal niet-muziekbestanden en het
aantal mappen om de wachttijd te verkorten.
Elke keer wanneer het contact wordt ingeschakeld of
wanneer er een USB-geheugenstick wordt ingestoken,
worden de afspeellijsten bijgewerkt. Het audiosysteem
slaat deze lijsten op, zodat deze sneller worden
geladen wanneer ze niet gewijzigd zijn.
AUX-aansluiting (AUX)
Afhankelijk van de uitrustingSluit een draagbaar apparaat (MP3-speler, enz.) met een audiokabel (niet meegeleverd)
aan op de jack-aansluiting.
Deze geluidsbron is uitsluitend beschikbaar als "Extra
ingang" in de audio-instellingen is geselecteerd.
Stel eerst het volume van het draagbare apparaat
af (op een hoog geluidsniveau). Stel dan het
geluidsvolume van het audiosysteem in.
De bediening vindt plaats via het draagbare apparaat.
Geluidsbron selecteren
Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Selecteer "BRONNEN".
Selecteer de geluidsbron.
Een video bekijken
Afhankelijk van de uitrusting/afhankelijk van de
uitvoering/afhankelijk van het land.
Steek een USB-geheugenstick in de USB-poort.
De video kan alleen via het touchscreen worden bediend.
Druk op Radio Media om het beginscherm weer te geven.
Selecteer "BRONNEN".
Selecteer Video om de video te starten.
Druk om de USB-geheugenstick te verwijderen
op de pauzetoets om de video te stoppen en
verwijder de geheugenstick.
Het systeem kan videobestanden met de indelingen
MPEG-4 Part 2, MPEG-2, MPEG-1, H.264, H.263,
VP8, WMV en RealVideo afspelen.
Streaming via Bluetooth®
Met streaming kunt u via uw smartphone naar audio
luisteren.
Het profiel Bluetooth moet hiervoor worden geactiveerd.
Stel eerst het volume van het draagbare apparaat af
(op een hoog geluidsniveau).
Stel dan het geluidsvolume van het audiosysteem in.
Als het afspelen niet automatisch begint, kan het zijn
dat u het afspelen van de audio moet starten via de
smartphone.
Bediening verloopt via het externe apparaat of via de
aanraaktoetsen van het systeem.
Als streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een geluidsbron beschouwd.
Apple®-speler aansluiten
Sluit een Apple®-speler met behulp van een geschikte
kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in de auto.
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten / albums /
genres / playlists / audioboeken / podcasts).
De standaardindeling is de indeling per artiest.
Om dit te veranderen moet u terug naar het eerste
niveau in de structuur en kiest u een andere indeling
(bijvoorbeeld afspeellijsten). Bevestig uw keuze
voordat u in de structuur weer afzakt naar het
gewenste nummer.
De softwareversie van het audiosysteem kan
incompatibel zijn met de softwareversie van de
Apple
®-speler.
Informatie en tips
Het systeem ondersteunt USB-apparaten voor
massaopslag, BlackBerry®-apparaten en Apple®-
spelers via de USB-poorten. De adapterkabel wordt
niet meegeleverd.
U beheert de apparaten met de bedieningstoetsen van
het audiosysteem.
Andere apparaten, die bij het aansluiten niet door het
systeem worden herkend, moeten met een kabel (niet
meegeleverd) op de jack-plug worden aangesloten
of via Bluetooth-streaming worden gekoppeld (indien
compatibel).
228
PEUGEOT Connect Nav
Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u met de telefoon waarmee het laatst
verbinding is gemaakt, terugkomt in uw auto wordt
deze automatisch herkend en wordt er binnen
ongeveer 30 seconden na het inschakelen van het
contact automatisch verbinding gemaakt met de
telefoon (indien Bluetooth is ingeschakeld).
Het verbindingsprofiel wijzigen:
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om een lijst met gekoppelde apparatuur weer te geven.
Druk op de toets "Details".
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Telefoonverbindingen beheren
Met deze functie kunt u een apparaat aansluiten of
ontkoppelen, of een koppeling verwijderen.
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te
geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om een lijst met gekoppelde apparatuur weer te geven.
Druk op de naam van de telefoon die in de lijst is geselecteerd om de koppeling ongedaan te
maken.
Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden af met
de bestandsextensie ".wma", ".aac", ".flac", ".ogg" en
".mp3" met een bitrate tussen 32 Kbps en 320 Kbps.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate)
kunnen worden afgespeeld.
Andere typen audiobestanden (".mp4", enz.) kunnen
niet worden afgespeeld.
Alle ".wma"-bestanden moeten standaard WMA
9-bestanden zijn.
De ondersteunde bemonsteringsfrequenties (sampling
rates) zijn 32, 44 en 48 KHz.
Om problemen met lezen en weergeven te voorkomen,
raden wij aan om bestandsnamen te kiezen van
maximaal 20 tekens die geen speciale tekens bevatten
(zoals, " ? .
; ù).
Gebruik uitsluitend USB-geheugensticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Wij raden aan om de originele USB-kabel voor het draagbare apparaat te gebruiken.
Telefoon
Een Bluetooth®-telefoon
koppelen
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart en de
compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-
apparaten. Raadpleeg de gebruikershandleiding
van de telefoon om te kijken welke diensten
beschikbaar zijn.
De functie Bluetooth moet zijn ingeschakeld, en de telefoon moet zijn ingesteld op
"zichtbaar voor alle apparaten" (in de
telefooninstellingen).
Voltooien van het koppelen, ongeacht of dit vanaf de
telefoon of het systeem wordt gedaan: controleer of de
door de telefoon en het systeem weergegeven code
identiek zijn.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij u aan om op de telefoon de functie Bluetooth uit
te schakelen en weer in te schakelen.
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de lijst met gedetecteerde apparaten.
Accepteer, in het systeem, het verzoek om verbinding
met de telefoon te maken.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op "Bluetooth zoeken".
Of
Selecteer "Zoeken". Er wordt een lijst met de gedetecteerde
telefoons weergegeven.
Selecteer de naam van de telefoon in de lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de
telefoon voor:
–
"Telefoon" (handsfree-set, uitsluitend telefoon),
–
"Streaming" (streaming: draadloos audiobestanden
via de telefoon afspelen),
–
"Gegevens mobiel internet".
Het profiel "Gegevens mobiel internet" moet worden geactiveerd voor online navigatie
nadat eerst verbinding delen via de smartphone is
geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon, wordt u gevraagd om
de overdracht van uw contacten en berichten goed te
keuren.
De mogelijkheid van het systeem om maar één profiel te koppelen hangt af van de
telefoon.
Als dit niet mogelijk is, worden standaard alle drie
de verbindingsprofielen geselecteerd.
Profielen die compatibel zijn met het systeem: HFP, OPP, PBAP, A2DP, AVRCP, MAP en
PAN.
Ga naar de website van het merk voor meer informatie
(compatibiliteit, aanvullende instructies, enz.).
229
PEUGEOT Connect Nav
12Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u met de telefoon waarmee het laatst
verbinding is gemaakt, terugkomt in uw auto wordt
deze automatisch herkend en wordt er binnen
ongeveer 30 seconden na het inschakelen van het
contact automatisch verbinding gemaakt met de
telefoon (indien Bluetooth is ingeschakeld).
Het verbindingsprofiel wijzigen:
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om een lijst met gekoppelde apparatuur weer te geven.
Druk op de toets "Details".
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Telefoonverbindingen beheren
Met deze functie kunt u een apparaat aansluiten of
ontkoppelen, of een koppeling verwijderen.
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te
geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het vervolgscherm weer
te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om een lijst met gekoppelde apparatuur weer te geven.
Druk op de naam van de telefoon die in de lijst is geselecteerd om de koppeling ongedaan te
maken.
Druk er nogmaals op om de telefoon weer te koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Selecteer de prullenbak rechts boven op het scherm om een prullenbak naast de
geselecteerde telefoon weer te geven.
Druk op de prullenbak naast de geselecteerde telefoon om deze telefoon te verwijderen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en verschijnt een
pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op de toets telefoon op het stuur om het gesprek aan te nemen.
En
houd de toets
telefoon op het stuurwiel langer ingedrukt om
het gesprek te weigeren.
Of
Selecteer “Gesprek beëindigen" op het touchscreen.
Bellen
Gebruik de telefoon bij voorkeur niet onder het rijden.
Parkeer de auto.
Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Voer het nummer in via het digitale toetsenbord.
Druk op "Bellen" om het nummer te bellen.
Een contact bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te geven.
Of, houd
de telefoontoets op het stuurwiel ingedrukt.
Selecteer "Contact".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde lijst.
Selecteer "Bellen".
Een recent gebruikt nummer
bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm weer te
geven.
Of
Houd
de telefoontoets op het stuurwiel ingedrukt.
Selecteer "Oproepen".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde lijst.
234
PEUGEOT Connect Nav
Instellingen
Wanneer ik de instellingen voor hoge en lage tonen
wijzig, wordt geluidssfeer uitgeschakeld.
Wanneer de geluidssfeer wordt gewijzigd, worden
de instellingen voor hoge en lage tonen gereset.
De geluidssfeer is gekoppeld aan de hoge en lage
tonen.
► Wijzig de instelling van de hoge en de lage tonen of
wijzig de geluidssfeer om de gewenste geluidskwaliteit
te verkrijgen.
Wanneer ik de instellingen voor balans wijzig,
wordt de geluidsverdeling uitgeschakeld.
Wanneer u de instelling voor de geluidsverdeling
wijzigt, worden de instellingen voor de balans
gedeselecteerd.
De geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans.
► Stel de balans in of kies een geluidsverdeling naar
eigen wens.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen
geluidsbronnen.
Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen de
geluidsinstellingen worden aangepast aan
verschillende audiobronnen die hoorbare verschillen
kunnen genereren bij het veranderen van de bron.
► Controleer of de geluidsinstellingen overeenkomen
met de bronnen waarnaar wordt geluisterd. Het is
raadzaam om de geluidsinstellingen (Bass, Treble,
Balans) in de middelste stand te zetten, om de
geluidssfeer op "Geen" te zetten en om de correctie
van het volume in de USB-modus op "Actief" en in de
Radiomodus op "Niet actief" te zetten.
De zender wordt niet meer ontvangen, of de naam van
de zender in de lijst is veranderd.
Sommige zenders sturen in plaats van een naam
andere informatie mee (bijv. titel van het afgespeelde
nummer).
Het systeem interpreteert deze informatie als de naam
van de zender.
►
Druk op "Lijst bijwerken" in het secundaire menu
"Zenderlijst".
Media
Het afspelen van de muziek op mijn USB-
geheugenstick begint pas na lang wachten
(ongeveer 2 tot 3 minuten).
Door bepaalde bestanden die standaard op een USB-
geheugenstick staan, kan het erg lang duren tot de
muziek op de USB-geheugenstick wordt afgespeeld
(tot 10 keer de fabrieksopgave).
►
Wis de bestanden die standaard op de USB-
geheugenstick staan, en beperk het aantal submappen
in de mappenstructuur van de USB-geheugenstick.
Na het insteken van een USB-geheugenstick kan
het even duren voordat deze wordt afgespeeld.
Het systeem leest verschillende data (map, titel, artiest,
enz.). Dit kan een paar seconden duren, maar ook een
paar minuten.
Dit is volkomen normaal.
Het kan zijn dat sommige informatietekens in
de huidige afspeelmedia niet correct worden
weergegeven.
Het audiosysteem kan bepaalde typen tekens niet
verwerken. ►
Gebruik standaard karakters voor de benaming van
nummers en mappen.
Het afspelen van streaming-bestanden start niet.
Het aangesloten apparaat start afspelen niet
automatisch.
►
Start het afspelen via het apparaat.
T
itels van nummers en afspeeltijden worden niet op
het scherm voor audiostreaming weergegeven.
De Bluetooth-verbinding biedt deze mogelijkheid niet.
Telefoon
Het lukt niet om mijn Bluetooth-telefoon te
koppelen.
Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie van de telefoon
is uitgeschakeld of dat uw toestel niet zichtbaar is voor
het systeem.
►
Controleer of de Bluetooth-functie van de telefoon is
ingeschakeld.
►
Controleer bij de instellingen van uw telefoon of
deze op "zichtbaar voor alle apparaten" staat.
►
Schakel de Bluetooth-functie van de telefoon uit en
weer in.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het
systeem..
►
U kunt de compatibiliteit van uw telefoon controleren
op de website van het merk (services).
Android Auto en/of CarPlay werken niet.
Android Auto en CarPlay worden niet ingeschakeld
wanneer de USB-kabels van slechte kwaliteit zijn.
►
Gebruik originele USB-kabels om de compatibiliteit
te waarborgen.
Android Auto en/of CarPlay werken niet. Android Auto en CarPlay zijn niet in alle landen
beschikbaar.
►
Controleer de lijst met ondersteunde landen via
deze websites: Google Android Auto of Apple.
Het volume van de via Bluetooth verbonden
telefoon is te laag.
Het volume is afhankelijk van het systeem en van de
telefoon.
►
V
erhoog het volume van het audiosysteem, indien
nodig, tot maximaal en verhoog het volume van de
telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit van een
telefoongesprek.
►
Beperk geluid uit de omgeving (sluit bijvoorbeeld
ramen, zet de ventilatie lager of ga langzamer rijden).
Sommige contacten komen in de lijst dubbel voor.
U kunt contacten op de volgende manieren
synchroniseren: u kunt de contacten op de simkaart
synchroniseren, de contacten op de telefoon
synchroniseren, of beide. Wanneer u beide
synchronisaties selecteert, kan het zijn dat sommige
contacten dubbel voorkomen.
►
Selecteer "Contacten van simkaart weergeven" of
"Contacten van telefoon weergeven".
De contacten staan niet op alfabetische volgorde.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-opties.
Afhankelijk van de instellingen kunnen contacten in een
bepaalde volgorde worden overgenomen.
►
V
erander de instellingen voor de weergave van
contacten in de telefoon.
Het systeem ontvangt geen sms-tekstberichten.
In de modus Bluetooth kunnen er geen sms-
tekstberichten naar het systeem worden gestuurd.
239
Trefwoordenregister
3D digitaal instrumentenpaneel 10
12V-accu
154, 159, 176, 176–178
A
Aanhanger 69, 148
Aanhangergewichten
182–183, 185
Aanraakgevoelige leeslampjes
54–55
Aansluiting 12 V
52
ABS
68
Accessoires
65
Accu laden
177–178
Achterbank
45
Achterlichten
174
Achterruitverwarming
51
Achteruitrijcamera
106, 131–132
Achteruitrijlicht
175
Actieradius AdBlue®
20, 158
Active Safety Brake
126, 128
Adaptieve cruise control met Stop-functie
108–109
Adaptieve snelheidsregelaar
113–114
AdBlue®
20, 160
AdBlue® bijvullen
162
AdBlue®-reservoir
162
Afmetingen
187
Afstandsbediening
30–33, 35
Afstellen van de koplamphoogte
59
Afzetten van de motor
87, 89
Airbags
72–74, 76
Airbags vóór
73–74, 76
Airconditioning
47, 49–50
Airconditioning (handbediend)
47
Alarmknipperlichten 65, 165
Alarmsysteem
38–39
Algemeen menu
27
Allesdragers
152
Android Auto verbinding
205, 223
Antiblokkeersysteem (ABS)
68
Antidiefstalsysteem/Startblokkering
31
Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling
68–69
Apple®-speler
192, 204, 227
Apple CarPlay verbinding
205, 222
Apps
223
Audiokabel
227
Automatische airconditioning ~ Airconditioning,
automatische
48, 50
Automatische ruitenwissers
64
Automatische transmissie ~ Versnellingsbak,
automatische
94, 96–98, 101, 159, 177
Automatisch inschakelen verlichting
59
Automatisch noodremsysteem
126, 128
AUX-aansluiting
192, 204, 227
B
Bagageafdekking 56
Bagageruimte
37, 56
Banden
160, 187
Banden oppompen
160, 187
Bandenreparatieset
166
Bandenspanning
160, 167, 169, 187
Bandenspanningscontrole (met set)
167, 169
Bandenspanning te laag (detectie)
104
Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening,
batterij
35–36
Batterij afstandsbediening vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen
35
Bediening autoradio aan stuurkolom ~ Autoradio,
bedieningen aan stuurkolom
188–189, 199, 212
Beladen
152
Benzinemotor
156, 183
Bijvullen AdBlue®
158, 162
Binnenspiegel
44
BlueHDi
20, 158, 165
Bluetooth (handsfree set)
193–194, 206, 228–229
Bluetooth (telefoon)
193–194, 206–207, 228–229
Bluetooth-verbinding
193–194, 206–207,
223–224, 228–229
Boordcomputer
24–25
Boordgereedschap
56, 165–167
Brandstof
7, 138
Brandstofadditief
159
Brandstofniveaumeter
138
Brandstoftank
138–139
Brandstof tanken
138–139
Brandstoftank leeg (diesel)
165
Brandstofverbruik
7
Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop
138
Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep
138–139
Buitenspiegels
43–44, 51, 124
Buitenverlichting
60
C
Carrosserie 164
240
Trefwoordenregister
Carrosserie-onderhoud 164
Centrale vergrendeling
33–34
CHECK
23
Claxon
66
Configuratie van de auto
27
Connectiviteit
222
Contact
89, 230
Contact aangezet
89
Controlelampjes
12–13
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau,
controle
19
Controlepaneel
142
Controles
156, 158–160
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) -
Digitale radio
191, 203, 226
Dagteller
23
Dashboardkastje
52
Datum (instellen)
209, 232
Datum instellen
209, 232
Detectie obstakels
129
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
104, 167
Dieselmotor
138, 156, 165, 185
Digitaal instrumentenpaneel
10–11
Digitale radio - DAB (Digital Audio
Broadcasting)
191, 203, 226
Dimlicht
173–174
Dimmer dashboardverlichting ~
Dashboardverlichting (dimmer)
23
Display instrumentenpaneel 9–10
Dodehoekbewaking
124
Draadloze lader
53
Drive Assist Plus
11 3
Dynamische noodrem
91–93
E
Eco-mode ~ Eco-modus 154
Eco-rijden (adviezen)
7
ECO-stand
100
Electronic Stability Program (ESC)
68–69
Elektrisch bediende handrem ~ Handrem,
elektrisch bediend
91–93, 159
Elektrische ruitbediening
40
Elektrisch verstelbare stoelen
42
Elektromotor
5, 8, 28, 89, 139, 149,
157, 176, 179, 186
Elektronische remdrukregelaar (REF)
68
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic
Brake Force Distribution (EBD)
68
Elektronische sleutel
32–33
Elektronische startblokkering ~ Startblokkering,
elektronische
87
Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP)
68–69
Energiestromen
28
ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma)
68
Etiketten
6
F
Flacon AdBlue® 161
Follow me home-verlichting
31, 60
Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-
verlichting
31, 60
Frequentie (radio)
225–226
G
Gekoppeld navigatiesysteem 220–222
Geluidssignaal stil voertuig (elektrische auto)
66, 86
Geluidssignaal voor voetgangers
(elektrische auto)
66, 86
Geprogrammeerd laden
28
Geprogrammeerd laden (elektrische auto)
28, 141,
145, 147
Gereedschap
165–167
Gereedschapskist
56
Gesproken commando's ~
Spraakcommando's
214–217
Gevarendriehoek
165
Gewichten
182–183, 185
GPS
219
Grootlicht
61, 173–174
Grootlichtassistent
61
H
Halogeenlampen 59, 173, 175
242
Trefwoordenregister
M
Make-upspiegel 52
Massagefunctie
42
Matrix-instrumentenpaneel
9
Matten
53, 106
Mat verwijderen
53
Meldingen
230
Menu
205
Menu's (audio)
189–190, 200–201, 212–213
Menustructuren display
205
Milieu
7, 36, 86
Minimaal laadniveau tractiebatterij
(elektrische auto)
22
Mistachterlicht
57, 175
Mobiele app
28, 51, 147
Monteren allesdragers ~ Allesdragers monteren
152
Motor
160
Motoren
182–183, 185
Motorkap
155–156
Motorkapsteun
155–156
Motorolie
157
Motorolieniveaumeter
19
N
Navigatiesysteem 217–219
Neerklappen stoelen achter
45–46
Netaansluiting (standaardstekker)
142
Niveau AdBlue®
158
Niveau brandstofadditief diesel ~
Brandstofaddititiefniveau
159
Niveau koelvloeistof ~ Koelvloeistofniveau 20, 158
Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau
158
Niveau ruitensproeiervloeistof ~
Ruitensproeiervloeistofniveau
62, 158
Niveaus controleren
157–158
Niveaus en controles
156–158
Noodbediening achterklep
37
Noodbediening portieren
35
Noodoproep ~ Urgence-oproep
66–67
Noodprocedure afzetten van de motor
90
Noodprocedure starten
90, 177
Noodremassistentie ~ Brake Assist
System (BAS)
68, 127
Noodremassistentie (AFU) ~ Brake Assist
System (BAS)
68
O
Oliefilter 159
Oliefilter (vervangen)
159
Olieniveau
19, 157
Oliepeilstok
19, 157
Olieverbruik
157
Onder de motorkap ~ Motorruimte
156
Onderhoud (adviezen)
55, 140, 163
Onderhoudsadviezen
55, 140, 163
Onderhoudscontroles
19, 158, 160
Onderhoudsindicator ~
Onderhoudsintervalindicator
19, 23
Ontdooien
44, 50
Ontgrendelen
30, 32
Ontgrendelen achterklep
33
Ontgrendelen bagageruimte ~ Bagageruimte
ontgrendelen
33
Ontgrendelen portieren ~ Portieren ontgrendelen
34
Ontgrendelen van binnenuit ~ Interieur
ontgrendelen
34
Ontluchten brandstofsysteem ~ Brandstofsysteem
ontluchten
165
Ontwasemen
44, 50
Ontwasemen achter
50
Ontwasemen achter ~ Achterruitverwarming
51
Ontwasemen voor
50
Op afstand bedienbare functies
(elektrische auto)
28, 51, 147
Opbergvak
56
Opbergvakken
52, 56
Openbaar snellaadpunt
142, 146
Openen bagageruimte ~ Bagageruimte
openen
32, 37
Openen motorkap ~ Motorkap, openen
155
Openen portieren ~ Portieren openen
32, 37
Openen ruiten ~ Ruiten openen
30
Openen zonnescherm panoramadak ~
Zonnescherm panoramadak openen
55
Opladen via normaal stopcontact
(elektrische auto)
142, 146–148, 186
Opschakelindicator
102
Overzicht motoren ~ Motorenoverzicht
186
Overzicht van het verbruik
28
P
Panoramadak 55