18
Instrumentenpaneel
Water in dieselbrandstoffilterBrandt permanent (met LCD-instrumentenpaneel).
Het dieselbrandstoffilter bevat water.
Voer direct (2) uit. Kans op schade aan het
brandstofinspuitsysteem!
Meters
Onderhoudsindicator
De informatie over onderhoudsbeurten wordt
aangegeven in afstand (kilometer of mijl) en tijd
(maanden of dagen).
Er wordt een waarschuwing gegeven zodra een van
deze waarden wordt bereikt.
De informatie over onderhoudsbeurten wordt op het
instrumentenpaneel weergegeven. Afhankelijk van de
uitvoering van de auto:
– De kilometerteller geeft de resterende kilometers tot
de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan of de afgelegde
afstand sinds de verstreken onderhoudsdatum,
voorafgegaan door het teken -.
– Een waarschuwingsmelding geeft de resterende
kilometers en de tijd tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan of hoe lang deze is verstreken.
De weergegeven waarde wordt berekend op basis van het aantal afgelegde kilometers en
de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
De waarschuwing kan ook worden weergegeven als
het einde van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
Zie (2).
MistachterlichtBrandt permanent. De verlichting brandt.
Groene verklikkerlampjes
Stop & Start (benzine of diesel)
Brandt permanent.Wanneer de auto stopt, zet het Stop & Start-
systeem de motor in de STOP-stand.
Knippert tijdelijk. De STOP-stand is momenteel niet beschikbaar
of de START-stand wordt automatisch geactiveerd.
Raadpleeg de rubriek Rijden voor meer informatie.
Auto is klaar om te rijden (elektrisch)Brandt permanent, in combinatie met een geluidssignaal als het gaat branden.
De auto is klaar om te rijden en de verwarmings- en
airconditioningsfuncties zijn beschikbaar.
Het lampje gaat uit wanneer er een snelheid van
ongeveer 5 km/h is bereikt en gaat weer branden als de
auto tot stilstand komt.
Het lampje gaat uit als u de motor afzet en uit de auto
stapt.
Park AssistBrandt permanent. De functie is geactiveerd.
Raadpleeg de rubriek Rijden voor meer informatie.
Lane Positioning AssistBrandt permanent. De functie is geactiveerd. Er is aan alle voorwaarden voldaan: het systeem is in
werking.
Raadpleeg de rubriek Rijden voor meer informatie.
Automatische ruitenwissersBrandt permanent.
De automatische stand van de ruitenwissers
vóór is geactiveerd.
RichtingaanwijzersKnippert, met geluidssignaal. De richtingaanwijzers zijn ingeschakeld.
ParkeerlichtPermanent.De lampen zijn ingeschakeld.
DimlichtBrandt permanent.De lampen zijn ingeschakeld.
GrootlichtassistentBrandt permanent.De functie is via het touchscreen
geactiveerd (menu Rijverlichting/ Auto).
De lichtschakelaar staat in de stand "AUTO".
Raadpleeg de rubriek Verlichting en zicht voor meer
informatie.
Blauwe verklikkerlampjes
Grootlicht
Brandt permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Zwarte/witte waarschuwingslampjes
Voet op het koppelingspedaal (benzine of diesel)
Brandt permanent (met lcd-instrumentenpaneel).
Stop & Start: de START-stand kan niet worden
geactiveerd, omdat het koppelingspedaal niet volledig
wordt ingedrukt.
Trap het koppelingspedaal volledig in.
Voet op het rempedaalBrandt permanent. Rempedaal niet of onvoldoende stevig
ingetrapt.
Om bij een auto met de automatische transmissie
EAT6, bij draaiende motor en vóór het vrijzetten van de
parkeerrem de keuzeschakelaar uit stand P
te halen.
Bij de automatische transmissie EAT8 of de
keuzeschakelaar moet het rempedaal mogelijk worden
ingedrukt om de transmissie vanuit stand N in een
andere stand te zetten.
Dit waarschuwingslampje blijft branden als u probeert
om de parkeerrem vrij te zetten zonder het rempedaal
in te trappen.
Automatische transmissie (EAT8) of
selectiehendel (elektrisch)
Brandt permanent. De automatische transmissie is vergrendeld.
De selectiehendel is vergrendeld.
U moet op de toets Unlock drukken om deze te
ontgrendelen.
89
Rijden
6Als dit waarschuwingslampje gaat branden nadat u op de toets "START/STOP" hebt
gedrukt:
►
Houd het pedaal volledig ingetrapt en druk niet
nogmaals op de toets "START/STOP" voordat de motor
is aangeslagen.
Als er aan een van de voorwaarden voor het starten
niet wordt voldaan, wordt er altijd een melding
weergegeven.
In sommige gevallen geeft een melding aan dat het
stuurwiel heen en weer moet worden bewogen terwijl
u de toets "START/STOP" ingedrukt houdt om de
stuurkolom te ontgrendelen.
Benzinemotoren Bij een benzinemotor kunt u na een koude
start 2 minuten lang duidelijke motortrillingen voelen
(bij verhoogd stationair toerental). Dit komt door het
voorverwarmen van de katalysator.
Als de motor afslaat, laat u het koppelingspedaal los en trapt u het vervolgens
weer helemaal in. De motor wordt dan automatisch
weer gestart.
Uitschakelen
► Trek de parkeerrem aan om de auto op zijn plaats
te houden.
►
Zet bij een auto met een
handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel bij voorkeur in
de neutraalstand.
► Selecteer bij een auto met een automatische
transmissie bij voorkeur stand P of N.
►
Druk op de toets "
START/STOP".
In sommige gevallen is het nodig om aan het stuurwiel
te draaien om de stuurkolom te vergrendelen.
Als de auto niet stilstaat, wordt de motor niet afgezet.
Als de motor wordt afgezet, worden ook de rembekrachtiging en de stuurbekrachtiging
uitgeschakeld: u zou dan de controle over de auto
kunnen verliezen!
Laat de elektronische sleutel nooit in de auto achter als u de auto verlaat.
Starten/afzetten van de
elektromotor
Starten
De selectiehendel moet in stand P staan.
► T rap het rempedaal volledig in en druk kort op de
knop START/STOP.
►
Houd uw voet op het rempedaal totdat het lampje
READY gaat branden en u een geluidssignaal hoort,
om aan te geven dat u met de auto kunt gaan rijden.
►
Druk met uw voet op het rempedaal op de toets
" Unlock" en selecteer stand
D/B of R.
►
Laat het rempedaal los en geef gas.
Bij het starten gaan de lampjes van het
instrumentenpaneel branden en gaat de naald of cursor
van de vermogensmeter naar de neutraalstand. De
stuurkolom wordt automatisch ontgrendeld (u kunt een
geluid horen en voelen dat het stuurwiel beweegt).
Afzetten
► Druk op de knop " START/STOP".
Controleer voordat u uit de auto stapt of:
–
De selectiehendel in stand
P
staat.
–
Het lampje
READY niet brandt.
Als het bestuurdersportier wordt geopend terwijl er niet aan de vereiste voorwaarden
voor het afzetten is voldaan, hoort u een
geluidssignaal en wordt er een
waarschuwingsmelding weergegeven.
Contact inschakelen zonder de
motor te starten
Wanneer de elektronische sleutel zich in het interieur
bevindt, kunt u op de toets "START/STOP" drukken
zonder een van de pedalen in te trappen om het
contact aan te zetten zonder de motor te starten.
96
Rijden
Met de flippers is het niet mogelijk om de neutraalstand
of de achteruitversnelling in te schakelen of uit de
achteruitversnelling te schakelen.
► Beweeg flipper "+ ” of "-” kort naar u toe om naar een
hogere of lagere versnelling te schakelen.
Informatie op het
instrumentenpaneel
Wanneer het contact wordt aangezet, wordt de
status van de transmissie op het instrumentenpaneel
weergegeven:
P : Parkeerstand.
R : Achteruitversnelling.
N : Neutraalstand.
D1...D8 : Automatische stand.
M1...M8 : Handbediende stand.
- : Schakelcommando in de handbediende stand niet
opgevolgd.
Als het contact aan staat en het bestuurdersportier
wordt geopend, dan wordt er een melding
Laat het systeem controleren door een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
De transmissie kan beschadigd raken: – W anneer het gaspedaal en het rempedaal
tegelijkertijd worden ingetrapt.
–
W
anneer er een probleem met de accu is
waardoor de keuzeschakelaar geforceerd vanuit
stand P naar een andere stand wordt bewogen.
Automatische transmissie
(EAT8)
Automatische transmissie (8 versnellingen) met
selectiehendel. De transmissie biedt ook de
mogelijkheid handmatig te schakelen met de
schakelflippers aan de stuurkolom.
Standen van de selectiehendel
P.Parkeerstand
Parkeren van de auto: de voorwielen worden
geblokkeerd.
R. Achteruitversnelling
N. Neutraalstand
Om de auto te verplaatsen met afgezet contact, of
om de vrijloop te gebruiken.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de vrijloop.
D. Rijden in de automatische stand
De transmissie schakelt zelf de juiste versnelling
in, op basis van uw rijstijl, het wegprofiel en de
belading van de auto. M.
Rijden in de handmatige stand
De bestuurder kan schakelen met de
schakelflippers.
Impulsselectiehendel
A.Toets P
Om de parkeerstand in te schakelen.
B. Toets Unlock
Om de transmissie te deblokkeren en, met ingetrapt
rempedaal, vanuit stand P een andere stand te
selecteren of stand R
te selecteren.
Houd deze toets ingedrukt voordat u de
selectiehendel beweegt.
C. Toets M
Om vanuit stand D over te schakelen op de
handbediende stand.
D. Controlelampjes transmissiestatus (R, N, D)
► Beweeg de hendel een of twee keer naar voren ( N
of R) of naar achteren (N of D), indien nodig tot voorbij
het weerstandspunt.
De keuzeschakelaar gaat terug naar zijn
oorspronkelijke positie wanneer u deze loslaat.
Als u bijvoorbeeld van
P naar
R wilt schakelen, houdt u
Unlock ingedrukt en duwt u de hendel twee keer naar
voren zonder het weerstandspunt te passeren of één
keer naar voren tot voorbij het weerstandspunt:
–
In het eerste geval gaat de transmissie van
P naar N
en vervolgens van N naar R.
–
In het tweede geval gaat de transmissie direct van
P naar R .
Schakelflippers
In stand M of D kan de bestuurder met de
schakelflippers schakelen.
97
Rijden
6Met de flippers is het niet mogelijk om de neutraalstand
of de achteruitversnelling in te schakelen of uit de
achteruitversnelling te schakelen.
► Beweeg flipper "+” of "-” kort naar u toe om naar een
hogere of lagere versnelling te schakelen.
Informatie op het
instrumentenpaneel
Wanneer het contact wordt aangezet, wordt de
status van de transmissie op het instrumentenpaneel
weergegeven:
P : Parkeerstand.
R : Achteruitversnelling.
N : Neutraalstand.
D1...D8 : Automatische stand.
M1...M8 : Handbediende stand.
- : Schakelcommando in de handbediende stand niet
opgevolgd.
Als het contact aan staat en het bestuurdersportier
wordt geopend, dan wordt er een melding
weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
transmissie in stand P te zetten.
Werking
Als het rempedaal bij draaiende motor moet worden
ingetrapt en/of de toets Unlock moet worden ingedrukt
om van stand te veranderen, wordt dit aangegeven met
een waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel.
Alleen de verzoeken voor het veranderen van de stand
die correct uitvoerbaar zijn, worden uitgevoerd.
Vrijloop-stand
Afhankelijk van de uitvoering en de motor
kan met de transmissie in stand D , behalve in
de modus
Sport, de vrijloop worden geactiveerd
door het gaspedaal geleidelijk volledig los te laten.
Hierdoor kan brandstof worden bespaard.
Het is normaal dat het motortoerental daalt
(toerenteller geeft het stationaire toerental aan,
minder geluid van de motor).
Als bij draaiende motor en vrijgezette parkeerrem stand R , D of M wordt
geselecteerd, zet de auto zich in beweging zonder
dat u het gaspedaal hoeft in te trappen.
Druk het gaspedaal en het rempedaal nooit gelijktijdig in. Hierdoor kan de versnellingsbak
beschadigd raken!
Plaats bij een lege accu altijd de met het
boordgereedschap meegeleverde wielblokken
tegen een van de wielen om de auto op zijn plaats
te houden.
Deblokkeren van de transmissie
– Vanuit stand P :
► T rap het rempedaal volledig in.
►
Druk op de toets
Unlock.
►
Selecteer een andere stand terwijl u het
rempedaal ingetrapt en de toets Unlock ingedrukt
houdt.
–
Als de neutraalstand
N is geselecteerd en bij een
snelheid lager dan 5
km/u:
►
T
rap het rempedaal volledig in.
►
Selecteer een andere stand terwijl u het
rempedaal ingetrapt houdt.
Inschakelen van de achteruitversnelling
► Breng de auto volledig tot stilstand.
► T rap het rempedaal in en druk daarna op de toets
Unlock.
►
Blijf op de toets drukken en kies stand
R.
Permanente handbediende stand
Inschakelen van de stand:
►
Met stand D geselecteerd.
►
Druk op toets
M; het groene controlelampje in de
toets gaat branden.
Uitschakelen van de stand:
►
Duw de hendel één keer naar voren om stand
D
weer te selecteren.
of
►
Druk op toets
M; het controlelampje in de toets gaat
uit.
Afzetten van het contact
Zet het contact alleen af als de auto stilstaat.
98
Rijden
Ga naar een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
In bepaalde gevallen gaan de controlelampjes van de
selectiehendel niet meer branden, maar wordt de status
van de transmissie nog wel op het instrumentenpaneel
weergegeven.
Ernstige storing
Dit waarschuwingslampje gaat branden, in combinatie met een melding.
Zet de auto stil.Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige
plaats en zet het contact af.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Keuzeschakelaar
De keuzeschakelaar is een impulsselectieschakelaar
met een functie voor regeneratief remmen.
Via de keuzeschakelaar van de transmissie of de
keuzeschakelaar wordt de aandrijving geregeld op
basis van de rijstijl, het wegprofiel en de belading van
de auto.
Als het regeneratief remmen is geactiveerd, wordt ook
het afremmen op de motor geregeld als het gaspedaal
wordt losgelaten.
P. Parkeerstand
Parkeren van de auto: de voorwielen worden
geblokkeerd.
R. Achteruitversnelling
Vrijloop
Zie het betreffende deel voor meer informatie over de
vrijloop.
Als u het bestuurdersportier opent terwijl stand
N is geselecteerd, klinkt er een geluidssignaal.
Het geluidssignaal stopt zodra u het
bestuurdersportier sluit.
Bijzonderheden van de automatische
stand
De transmissie selecteert de versnelling die
de beste prestaties levert op basis van de
omgevingstemperatuur, het wegprofiel, de belading van
de auto en de rijstijl.
Trap voor een maximale acceleratie het gaspedaal
volledig in (kickdown). De transmissie schakelt
automatisch terug of handhaaft de ingeschakelde
versnelling totdat de motor het maximumtoerental
bereikt.
Met de schakelflippers kan de bestuurder tijdelijk zelf
schakelen als de rijsnelheid en het motortoerental dit
toelaten.
Bijzonderheden van de handbediende
stand
De transmissie schakelt alleen een andere versnelling
in als de wagensnelheid en het motortoerental dit
toelaten.
Starten van de auto
Vanuit stand P :
► Trap het rempedaal volledig in.
►
Start de motor .
►
Houd het rempedaal ingetrapt en druk op de toets
Unlock.
►
Duw de hendel een of twee keer naar achteren om
de automatische stand D te selecteren of naar voren
om de achteruitversnelling R in te schakelen.
Vanuit de neutraalstand N :
►
T
rap het rempedaal volledig in.
►
Start de motor
.
►
Houd het rempedaal ingetrapt, druk de
selectiehendel naar achteren om de automatische
stand D te selecteren of naar voren terwijl u de toets
Unlock indrukt om de achteruitversnelling R in te
schakelen.
En daarna vanuit stand D of R:
►
Laat het rempedaal los.
►
Geef geleidelijk gas om de elektrische parkeerrem
automatisch vrij te zetten.
De auto begint onmiddellijk te rijden.
Automatische transmissie Probeer de motor nooit te starten door de auto
aan te duwen.
De auto afzetten
Stand P wordt direct automatisch ingeschakeld
wanneer het contact wordt afgezet, ongeacht de
huidige stand van de transmissie.
In stand N wordt stand P echter na een vertraging van
5 seconden ingeschakeld (tijd om de vrijloopstand in te
schakelen). Controleer of stand P
inderdaad is ingeschakeld
en of de elektrische parkeerrem automatisch is
aangetrokken; zo niet, trek de parkeerrem dan
handmatig aan.
De betreffende controlelampjes op de keuzeschakelaar van de transmissie en de
hendel van de elektrische parkeerrem, en de
controlelampjes op het instrumentenpaneel moeten
branden.
Storing in de transmissie
Dit waarschuwingslampje gaat branden, in combinatie met een geluidssignaal en een
melding.
Ga naar een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Rijd niet sneller dan 100
km/h waar dat is toegestaan.
Overschakelen van de transmissie op het
noodprogramma
Stand D wordt geblokkeerd in de derde versnelling.
De flippers op het stuurwiel werken niet en stand M is
niet meer beschikbaar.
U kunt een hevige schok voelen als de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld. Dit is niet
schadelijk voor de transmissie.
Storing in de selectiehendel
Kleine storing
Dit waarschuwingslampje gaat branden, in combinatie met een melding en een
geluidssignaal.
Rijd voorzichtig.