2021 BMW 7 SERIES Instructieboekjes (in Dutch)

Buitenspiegels
instellen1Instellen2Spiegel
selecteren,
parkeerfunctie3In-
en
uitklappen
Stuurwiel
verstellenElektrische
stuurinstelling
Langspositie
en
hoogte
van
het
stuur
aan
de
stoelpositie
aanpassen
door
op
de
schakelaar
te
drukken.
Geheugenfunctie
Principe
Met
de
geheugenfunctie
kunnen
de
volgende
inj
stellingen
opgeslagen
en
indien
benodigd
opgej
roepen
worden:
'xZitpositie.'xBuitenspiegelpositie.'xStuurwielpositie.'xHoogte
van
het
Head-Up
Display.Opslaan1.Gewenste
stand
instellen.2.

Toets
van
het
portier
indrukken.
Tekst
in
de
toets
licht
op.3.Gewenste
toets
1
of
2
op
het
portier
indrukj
ken,
zolang
de
tekst
is
verlicht.
Er
klinkt
een
signaal.
Oproepen
Gewenste
toets
1
of
2
indrukken.
Infotainment
Radio
1Entertainmentbron
wisselen2Afhankelijk
van
de
uitvoering:
cd/dvd-station3Afhankelijk
van
de
uitvoering:
cd/dvd
uitwerj
pen4Zender/titel
wisselen5Voorkeuzetoetsen6Geluid
aan/uit,
volume7Verkeersinformatie
Navigatie
reisdoel
invoeren
Bestemming
invoeren
via
snel
zoeken
1.

Toets
op
de
controller
indrukken.2.

ZoekenSeite
25Instellen
en
bedienenKORTE
INSTRUCTIE25
Online
Edition
for
Part
no.
01405A11083
-
VI/20

3.Ten
minste
twee
letters
of
tekens
invoeren.
Evt.
wordt
de
zoekterm
automatisch
aangej vuld
in
het
grijs.
Druk
op
de
controller
of
kantel
deze
naar
boj
ven
om
het
zoekvoorbeeld
over
te
nemen.4.

Evt.
symbool
selecteren.
De
resultaten
worden
in
een
lijst
weergegej ven.5.Zoekgebied:
evt.
gezochte
stad
selecteren.6.Controller
naar
rechts
kantelen.7.Gewenst
reisdoel
selecteren.
Mobiele
telefoon
verbinden
Algemeen Na
de
eenmalige
verbinding
met
de
auto
kan
demobiele
telefoon
via
iDrive
en
de
toetsen
op
het
stuur
worden
bediend.
Mobiele
telefoon
via
Bluetooth
verbinden
De
verbinding
ofwel
volledig
aan
het
voorste
of het
achterste
Control
Display
uitvoeren.
1.COM2.Evt.
de
volgende
instelling
selecteren:
Telefoon3.Nieuwe
telefoon
verbinden4.De
verdere
handelingen
via
de
mobiele
telej foon
uitvoeren,
zie
de
handleiding
van
de
moj
biele
telefoon:
bijvoorbeeld
Bluetooth-appaj
raat
zoeken,
verbinden
of
nieuw
apparaat.
De
Bluetooth-naam
van
de
auto
wordt
op
het
display
van
de
mobiele
telefoon
weergegej ven.
Bluetooth-naam
van
de
auto
selecteren.5.Afhankelijk
van
het
mobiele
apparaat
wordt
ereen
controlenummer
weergegeven
of
moethet
controlenummer
zelf
worden
ingevoerd.'xWeergegeven
controlenummer
op
het
Control
Display
vergelijken
met
het
conj
trolenummer
op
het
display
van
het
appaj raat.Controlenummer
in
het
apparaat
en
in
hetControl
Display
bevestigen.'xHetzelfde
controlenummer
in
het
appajraat
en
via
iDrive
invoeren
en
bevestigen.
Het
apparaat
wordt
verbonden
en
in
de
appaj
ratenlijst
weergegeven.
Telefoneren
Gesprek
aannemen
Naargelang
de
uitrusting
kunnen
binnenkoj mende
oproepen
op
verschillende
manieren
worden
aangenomen.
'xVia
iDrive:


Beantwoorden
'x

/



De
overeenkomstige
toets
op
het
stuur
inj drukken.'xVia
de
keuzelijst
in
het
instrumentenpaneel:
Met
de
gekartelde
knop
op
het
stuurwiel
sej
lecteren:
Beantwoorden'xVia
het
touchscreen:
overeenkomstig
item
op het
Control
Display
aantikken.'xVia
gebaren:
met
de
wijsvinger
in
de
richtingvan
het
Control
Display
wijzen.
Nummers
kiezen
1.COM2.Evt.
Telefoon3.Nummer
bellen:4.Cijfers
invoeren.5.

Symbool
selecteren.
De
verbinding
wordt
opgebouwd
via
de
mobiele
telefoon
waaraan
de
functie
Telefoon
is
toegewezen.
Verbinding
tot
stand
brengen
via
de
extra
telej foon:
1.

Toets
indrukken.2.Bellen
viaSeite
26KORTE
INSTRUCTIEInstellen
en
bedienen26
Online
Edition
for
Part
no.
01405A11083
-
VI/20

Apple
CarPlay-voorbereiding
Principe CarPlay
maakt
het
mogelijk
om
bepaalde
funcjties
van
een
compatibele
Apple
iPhone
via
Siri-
spraakinvoer
en
via
iDrive
te
bedienen.
Voorwaarden
voor
een
correcte
werking'xCompatibele
iPhone.
iPhone
5
of
nieuwer
met
iOS
7.1
of
nieuwer.'xOvereenkomstig
contract
voor
mobiele
telej
fonie.'xEvt.
moet
de
gegevensverbinding
op
de
smartphone
zijn
geactiveerd.'xOp
de
iPhone
zijn
Bluetooth,
WLAN
en
de
Siri-spraakbediening
ingeschakeld.'xWLAN
in
het
voertuig
is
geactiveerd.
iBluetooth
met
CarPlay
aanmelden
1.COM2.Mob.
apparaten3.Nieuw
apparaat4.Telefonie
en
audio
De
Bluetooth-naam
van
de
auto
wordt
op
het Control
Display
weergegeven.5.Op
het
mobiele
apparaat
naar
Bluetooth-apj
paraten
in
de
omgeving
zoeken
en
het
voerj
tuig
selecteren.
Er
wordt
een
controlenummer
weergegeven.6.Het
weergegeven
controlenummer
op
het Control
Display
vergelijken
met
het
controlejnummer
op
de
display
van
het
mobiele
appaj
raat
en
hun
overeenstemming
bevestigen.7.CarPlay
selecteren:
Aanwijzing
bevestigen
en
verbinding
maken met
CarPlaySeite
27Instellen
en
bedienenKORTE
INSTRUCTIE27
Online
Edition
for
Part
no.
01405A11083
-
VI/20

OnderwegRijden
Rijden-stand-by
Rijden-stand-by
inschakelen
1.Rempedaal
intrappen.2.Start-/stopknop
indrukken.
Rijden-stand-by
uitschakelen
Steptronic
transmissie:
1.Bij
stilstaande
auto
de
keuzehendelstand
P inschakelen.2.Start-/stopknop
indrukken.
De
motor
wordt
afgezet.3.Parkeerrem
bedienen.
Automatische
start-stop-functie
De
Automatische
start-stop-functie
schakelt
de motor
bij
stilstand
automatisch
uit
om
brandstof
te
besparen.
Voor
het
wegrijden
start
de
motor
onder
de
volgende
voorwaarden
automatisch:
Steptronic
transmissie:
'xDoor
het
loslaten
van
het
rempedaal.'xAls
Automatic
Hold
is
geactiveerd:
rijpedaal intrappen.
Bij
autoss
met
Mild
Hybrid
technologie
wordt
demotor
reeds
bij
het
uitrollen
bij
lage
snelheden
afgezet.
Parkeerrem
Vastzetten Aan
schakelaar
trekken.
De
led
op
de
schakelaar
en
het
controlej
lampje
op
het
instrumentenpaneel
branden.
Vrijzetten Bij
ingeschakelde
rijden-stand-by:
Schakelaar
bij
ingedrukte
rem
of
ingeschaj
kelde
keuzehendelstand
P
indrukken.
LED
en
controlelampje
doven.
Parkeerrem
is
vrijgezet.
Parkeren
Parkeerrem
wordt
automatisch
vastgezet
als
de
auto
door
Automatic
Hold
op
zijn
plaats
wordt gehouden
en
rijden-stand-by
wordt
uitgeschaj
keld
of
als
de
auto
wordt
verlaten.
Steptronic
transmissie
Keuzehendelstand
D,
N,
R
inschakelen'xD
keuzestand.'xN
neutraalstand.'xR
Achteruitversnelling.Seite
28KORTE
INSTRUCTIEOnderweg28
Online
Edition
for
Part
no.
01405A11083
-
VI/20

Met
de
veiligheidsgordel
voor
de
bestuurder
omjgegespt
de
keuzehendel
in
de
gewenste
richtingdrukken,
resp.
over
een
drukpunt
duwen.
Keuzej
hendel
keert
in
de
middenstand
terug.
Het
rempedaal
indrukken
tot
wordt
weggereden,
anders
beweegt
de
auto
zich
bij
een
ingeschaj
kelde
keuzestand
of
achteruitversnelling.
Een
keuzehendelblokkering
verhindert
het
per ongeluk
schakelen
naar
keuzehendelstand
R
of
het
per
ongeluk
schakelen
uit
keuzehendelj
stand
P.
Keuzehendelstand
R
alleen
bij
stilstaande
auto
inschakelen.
Keuzehendelblokkering
opheffen
Toets
indrukken. P
inschakelen
Keuzehendelstand
P
alleen
bij
stilstaande
auto inschakelen.
Toets
P
indrukken.
Steptronic
transmissie,
sportprogramma
en
handbediening
Sportprogramma/handbediening
activeren:
Keuzehendel
uit
keuzehendelstand
D
naar
links
drukken.
Handbediening:
'xTerugschakelen:
keuzehendel
naar
voren
drukken.'xOpschakelen:
keuzehendel
naar
achteren trekken.
Sportprogramma/handbediening
beëindigen:
Keuzehendel
naar
rechts
drukken.
Richtingaanwijzers,
grootlicht,
lichtsignaal
Richtingaanwijzers
'xAan:
de
hendel
door
het
drukpunt
heen
drukj ken.'xUit:
de
hendel
in
tegengestelde
richting
doorhet
drukpunt
drukken.Seite
29OnderwegKORTE
INSTRUCTIE29
Online
Edition
for
Part
no.
01405A11083
-
VI/20

'xKort
knipperen:
de
hendel
iets
naar
boven
of
naar
beneden
aantikken.'xKortstondig
knipperen:
de
hendel
tot
het drukpunt
drukken
en
ingedrukt
houden
zoj
lang
er
moet
worden
geknipperd.
Grootlicht,
lichtsignaal
De
hendel
naar
voren
drukken
of
naar
achteren trekken.
'xGrootlicht
aan,
pijl
1.
Het
grootlicht
brandt
als
het
dimlicht
is
ingej schakeld.'xGrootlicht
uit/lichtsignaal,
pijl
2.
Licht
en
verlichting
Verlichtingsfuncties
SymboolFunctieMistachterverlichting.Night
Vision.Licht
uit.
Automatische
verlichtingsregeling.
Dagrijlicht.Stadslicht.SymboolFunctieAutomatische
verlichtingsregeling.
Adaptieve
lichtfuncties.Dimlicht.Instrumentenverlichting.Parkeerlicht,
rechts.Parkeerlicht,
links.
Ruitenwisserinstallatie
Wisser
in-/uitschakelen
en
kort
wissen
Inschakelen
De
hendel
naar
boven
drukken,
tot
de
gewenste instelling
bereikt
is.
'xRustpositie
van
de
wisser:
stand
0.'xRegensensor:
stand
1.'xNormale
wissersnelheid:
stand
2.'xSnelle
wissersnelheid:
stand
3.Seite
30KORTE
INSTRUCTIEOnderweg30
Online
Edition
for
Part
no.
01405A11083
-
VI/20

Uitschakelen
en
kort
wissen
De
hendel
naar
beneden
drukken.
'xUitschakelen:
de
hendel
naar
onderen
duwen,tot
de
basisstand
bereikt
is.'xKort
wissen:
de
hendel
vanuit
de
basisstand
naar
beneden
drukken.
Regensensor
Activeren/deactiveren
Activeren:
de
hefboom
uit
de
basisstand
een
keer
naar
boven
duwen,
pijl
1.
Deactiveren:
de
hefboom
terug
in
de
basisstand
duwen.
Gevoeligheid
instellen
Gekartelde
knop
van
de
ruitenwisserschakelaar draaien.
Voorruit
reinigen
Aan
de
ruitenwisserschakelaar
trekken.
Klimaatregeling
Airconditioning
SymboolFunctieTemperatuur.Koelfunctie.Maximaal
koelen.AUTO-programma.Seite
31OnderwegKORTE
INSTRUCTIE31
Online
Edition
for
Part
no.
01405A11083
-
VI/20

SymboolFunctieLuchtrecirculatiefunctie.Luchthoeveelheid,
handmatig.Luchtverdeling,
handmatig.SYNC-programma.Ruit
ontdooien
en
ontwasemen.Achterruitverwarming.Actieve
stoelventilatie.Stoelverwarming.Stoel-
en
armsteunverwarming.Ambient
Air-pakket.
Tussenstop
TankenTankdop
1.Voor
het
openen
van
de
tankdopklep
op
de
achterste
rand
drukken,
pijl.
De
tankdopklep
wordt
geopend.2.Tankdop
tegen
de
wijzers
van
de
klok
in
draaien.3.Tankdop
in
de
houder
op
de
klep
aanbrenj gen.
Benzine
De
benzine
moet
voor
een
optimaal
brandstofj
verbruik
zwavelvrij
of
zo
mogelijk
zwavelarm
zijn.
Brandstoffen
die
bij
de
brandstofpomp
als
mej
taalhoudend
zijn
aangegeven,
mogen
niet
worj
den
gebruikt.
Diesel De
motor
is
geschikt
voor
dieselbrandstof
overjeenkomstig
DIN
EN
590
en
ASTM
D975.
Wielen
en
banden
Gegevens
betreffende
de
bandenspanning
De
bandenspanningswaarden
bevinden
zich
op het
plaatje
op
de
portierstijl.
Na
aanpassing
van
bandenspanning
Bij
bandenpechwaarschuwing
RPA:
Bandenpechwaarschuwing
RPA
opnieuw
initialij
seren.
Bij
bandenspanningscontrole:
De
gecorrigeerde
bandenspanningswaarden
worden
automatisch
overgenomen.
Garanderen
dat
de
correcte
bandinstellingen
worden
geconj figureerd.
Seite
32KORTE
INSTRUCTIEOnderweg32
Online
Edition
for
Part
no.
01405A11083
-
VI/20