91
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
Vervoer de afstandsbediening niet samen
met elektronische apparaten.
• Verstoring van de radiografische ver-
binding door het opladen van
mobiele apparaten, zoals een
mobiele telefoon.
• De afstandsbediening bevindt zich in de directe omgeving van een draad-
loos oplaadstation. Leg de afstands-
bediening op een andere plaats.
Bij een storing kan de auto van buitenaf
worden ontgrendeld en vergrendeld
met de geïntegreerde sleutel, zie
blz. 91.
De Drive Ready-modus kan niet wor-
den ingeschakeld als er geen afstands-
bediening is gedetecteerd.
Voer in dat geval de volgende proce-
dure uit:
1 Houd de achterzijde van de
afstandsbediening tegen het merk-
teken op de stuurkolom. Let op het
display van het instrumentenpaneel.
2 Als de afstandsbediening wordt
gedetecteerd: Schakel binnen 10
seconden de Drive Ready-modus
in. Als de afstandsbediening niet wordt
gedetecteerd, wijzig
dan de positie van
de afstandsbediening enigszins en her-
haal de procedure.
Welke voorzorgsmaatregelen kunnen
er worden genomen om een auto te
kunnen openen als de afstandsbedie-
ning per ongeluk in de auto is opgeslo-
ten?
• De auto kan ook worden vergren- deld en ontgrendeld met de functie
onderhoud op afstand van de Toyota
Supra Connect-app.
Dit vereist een actief Toyota Supra Con-
nect-contract en de Toyota Supra Con-
nect-app moet op een smartphone zijn
geïnstalleerd.
• De auto kan worden ontgrendeld via de Concierge Services.
Dit vereist een actief Toyota Supra Con-
nect-contract.
Met de geïntegreerde sleutel kan het
bestuurdersportier worden ontgrendeld
en vergrendeld zonder de afstandsbe-
diening te gebruiken.
De geïntegreerde sleutel past ook op
het slot van het dashboardkastje.
De geïntegreerde sleutel kan ook wor-
den gebruikt op de schakelaar voor het
in- en uitschakelen van de voorpassa-
giersairbags, zie blz. 203.
De Drive Ready-modus inschakelen
via de speciale ID-functie van de
afstandsbediening
Veelgestelde vragen
Geïntegreerde sleutel
Algemeen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
91 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
115
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
• Houd de fotocellen schoon.
• Plaats geen objecten in het gebied
tussen de binnenspiegel en de voor-
ruit. 1
Trek de hendel omlaag.
2 Beweeg het stuurwiel naar de
gewenste hoogte en hoek, passend
bij uw zitpositie.
3 Duw de hendel weer omhoog.
De geheugenfunctie kan de volgende
instellingen opslaan en oproepen,
indien gewenst:
• Stoelpositie.
• Stand buitenspiegels.
• Hoogte head-up display.
Aan elk bestuurdersprofiel, zie blz. 72,
kunnen twee geheugenposities wor-
den toegewezen met verschillende
instellingen.
De volgende instellingen worden niet
opgeslagen:
• Breedte rugleuning.
• Lendensteun.
Overzicht
Voorwaarden voor werking
Stuurwiel
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Door het stuurwiel tijdens het rijden te ver-
stellen kan het onverwacht bewegen. U
kunt de controle over de auto verliezen. Er
bestaat een kans op ongevallen. Verstel
het stuurwiel alleen als de auto stilstaat.
Handmatig verstellen stuurwiel
Geheugenfunctie
Principe
Algemeen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
115 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
145
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
Als de motor niet automatisch is uitge-
schakeld toen de auto tot stilstand
kwam, kan hij handmatig worden uitge-
schakeld:
Trap het rempedaal vanuit de hui-
dige stand snel in.
Zet de selectiehendel in stand P.
Als aan alle voorwaarden voor werking
is voldaan, wordt de motor uitgescha-
keld.
De luchtstroom van de airconditioning
wordt beperkt als de motor niet draait.
■Algemeen In de volgende situaties wordt de motor
niet automatisch uitgeschakeld:
Op sterk dalende wegen.
Rempedaal niet stevig genoeg inge-
trapt.
Hoge buitentemperatuur en werking
van de automatische airconditioning.
Interieur niet verwarmd of gekoeld
tot de gewenste temperatuur.
Als er een kans is op condensvor-
ming wanneer de automatische air-
conditioning wordt ingeschakeld.
Motor of andere onderdelen niet op
bedrijfstemperatuur.
Koelen van de motor is noodzakelijk.
Scherpe stuurhoek of ver draaien
van het stuurwiel.
Accu is ver ontladen.
Op grote hoogtes.
Motorkap is ontgrendeld.
Parking Assist-systeem is ingescha-
keld.
Filerijden.
Selectiehendel in stand N of R.
Na achteruitrijden.
Gebruik van brandstof met veel
ethanol.
Handmatig uitschakelen motor
Airconditioning als de auto gepar-
keerd is
Weergave op het instrumentenpaneel
Het display in de toerenteller
geeft aan dat het Stop &
Start-systeem er klaar voor is
om de motor automatisch te
starten
Het display geeft aan dat niet
is voldaan aan de voorwaar-
den voor het automatisch uit-
schakelen van de motor.
Functionele beperkingen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
145 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
146
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
Onder de volgende omstandigheden
wordt de motor automatisch gestart om
weg te kunnen rijden:
Het rempedaal wordt losgelaten.
Accelereer na het starten van de motor
op de normale manier.
Als de motor automatisch is uitgescha-
keld, zal hij niet automatisch worden
gestart als aan een van de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
Bestuurdersgordel los en bestuur-
dersportier open.
Motorkap is ontgrendeld.
Diverse controlelampjes branden,
waarbij de tijdsduur varieert.
De motor kan alleen worden gestart
met de startknop.
Zelfs als u niet wilt wegrijden, wordt de
motor automatisch gestart in de vol-
gende situaties:
Zeer hoge temperatuur in het interi-
eur wanneer de koelfunctie wordt
ingeschakeld.
Zeer lage temperatuur in het interi-
eur wanneer de verwarming wordt
ingeschakeld.
Als er een kans is op condensvor-
ming wanneer de automatische air-
conditioning wordt ingeschakeld.
De bestuurder oefent kracht uit op
het stuurwiel.
Schakelen van stand D naar N of R.
Schakelen van stand P naar N, D of
R.
Accu is ver ontladen.
Start van het meten van het oliepeil.
Afhankelijk van de uitvoering en het
land heeft de auto verschillende senso-
ren om de verkeerssitu atie te registre-
ren. Hierdoor kan het intelligente Stop
& Start-systeem zich aanpassen aan
verschillende verkeer ssituaties en er
indien nodig op anticiperen.
Bijvoorbeeld in de volgende situaties:
Als er een situatie wordt gesigna-
leerd waarbij de duur van de stop
waarschijnlijk erg kort is, wordt de
motor niet automatisch uitgescha-
keld. Afhankelijk van de situatie
wordt er een melding weergegeven
op het regeldisplay.
Als er een situatie wordt gesigna-
leerd waarbij de auto onmiddellijk
moet wegrijden, wordt de uitgescha-
kelde motor automatisch gestart.
De functie wordt mogelijk beperkt als
bijvoorbeeld de navigatiegegevens
ongeldig, verouderd of niet beschikbaar
zijn.
Starten van de motor
Voorwaarden voor werking
Wegrijden
Veiligheidsfunctie
Beperkingen van het systeem
Intelligent Stop & Start-systeem
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 146 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
161
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
“Reset to SPORT STANDARD” (reset-
ten naar SPORT STANDARD).
Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard,
landspecifieke en speciale uitrusting
die beschikbaar is voor de modelserie.
Daardoor worden mogelijk uitrusting en
functies beschreven die niet in uw auto
aanwezig zijn, bijvoorbeeld als gevolg
van de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit geldt
ook voor functies en systemen met
betrekking tot veiligheid. Houd u bij het
gebruik van de bijbehorende functies
en systemen aan de desbetreffende
wet- en regelgeving.
Het instrumentenpaneel is een wisse-
lend display. Wanneer de
SPORT-modusschakelaar wordt
gebruikt om de rijmodus te wijzigen, wij-
zigen de displays van het instrumenten-
paneel overeenkomstig de rijmodus.
Wijzigingen in de displays van het
instrumentenpaneel kunnen worden
gedeactiveerd via Toyota Supra Com-
mand.
De displays van het instrumentenpa-
neel verschillen soms mogelijk van de
afbeeldingen in de handleiding.Displays
Uitrusting
Instrumentenpaneel
Principe
Algemeen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 161 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
162
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
1
Brandstofmeter Blz. 167
2 Snelheidsmeter
3 Toerenteller Blz. 168
Status van de SPORT-modus-
schakelaar Blz. 159
4 Tijd Blz. 169
5 Wisselende displays Blz. 162
6 Buitentemperatuur Blz. 169
7 Koelvloeistoftemperatuur Blz. 169
8 Voertuigmeldingen Blz. 162
Bereik Blz. 177
9 Schakelstandindi cator Blz. 154
10 Wisselende displays Blz. 162
Speed Limit Info Blz. 173
In bepaalde delen van het instrumen-
tenpaneel kunnen verschillende assis-
tentiesystemen, zoals cruise control,
worden weergegeven. De displays ver-
schillen mogelijk, afhankelijk van de uit-
rusting en landspecificatie. Het display kan worden gewijzigd voor
de sportmodus.
De rijmodus wordt gewijzigd naar de
sportmodus.
De voertuigmeldingen bewaken de
functies van de auto en waarschuwen u
bij eventuele fouten in de bewaakte
systemen.
Een voertuigmelding wordt weergege-
ven als een combinatie van controle- of
waarschuwingslampje
s en tekstberich-
ten op het instrumentenpaneel en,
indien van toepassing, op het head-up
display.
Indien van toepassing gaat het tekstbe-
richt dat op het regeldisplay wordt
weergegeven, vergezeld van een extra
geluidssignaal.
Overzicht
Wisselende displays
Display sportmodus
Principe
Wijzigen van de weergave
Druk op de SPORT-modus-
schakelaar totdat SPORT
wordt weergegeven.
Voertuigmeldingen
Principe
Algemeen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 162 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
163
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
Druk op de toets op de richtingaanwij-
zerhendel.
Sommige voertuigmeldingen worden
permanent weergegeven en verdwijnen
pas wanneer de storing is verholpen.
Als er zich gelijktijdig meerdere storin-
gen voordoen, worden de meldingen na
elkaar weergegeven.
De meldingen kunnen gedurende
ongeveer 8 seconden worden verbor-
gen. Vervolgens worden ze automa-
tisch weer weergegeven.
Sommige voertuigmeldingen worden
na ongeveer 20 seconden automatisch
verborgen. De voertuigmeldingen blij-
ven bewaard en kunnen opnieuw wor-
den weergegeven.
Via Toyota Supra Command:
1
“My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle status” (status auto) 3
“Vehicle messages” (voertuig-
meldingen)
4 Selecteer een tekstbericht.
Tekstberichten en symbolen op het
instrumentenpaneel geven uitleg over de
betekenis van een voertuigmelding en
de controle- en waarschuwingslampjes.
U kunt aanvullende informatie oproe-
pen via de voertuigmeldingen, bijvoor-
beeld de oorzaak van de storing en de
eventueel vereiste actie.
De aanvullende tekst wordt bij drin-
gende meldingen automatisch weerge-
geven op het regeldisplay.
Het is mogelijk om aanvullende assis-
tentie te selecteren, afhankelijk van de
voertuigmelding.
Via Toyota Supra Command:
1“My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle status” (status auto)
3 “Vehicle messages” (voertuig-
meldingen)
4 Selecteer het gewenste tekstbe-
richt.
5 Selecteer de gewenste instelling.
Voertuigmeldingen verbergen
Continue weergave
Tijdelijke weergave Weergeven van in het geheugen
opgeslagen voertuigmeldingen
Display
Voertuigmeldingen
Er wordt ten minste één voer-
tuigmelding weergegeven of
opgeslagen.
Tekstberichten
Aanvullende tekstberichten
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 163 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
167
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
Het huidige vulniveau van de brandstof-
tank wordt weergegeven.
Door de hoek van de auto kan de weer-
gave variëren.
Opmerkingen m.b.t. tanken, zie
blz. 292.
Groene lampjes
Richtingaanwijzer
De richtingaanwijzer is inge-
schakeld.
Als het controlelampje snel-
ler knippert dan gebruikelijk,
werkt een richtingaanwijzer
niet goed.
Richtingaanwijzers, zie
blz. 149.
Stadslicht
Het stadslicht is ingescha-
keld.
Stadslicht/dimlicht, zie
blz. 185.
Dimlicht
Het dimlicht is ingeschakeld.
Stadslicht/dimlicht, zie
blz. 185.
Lane Departure Warning
Het controlelampje brandt:
het systeem ingeschakeld. Er
is ten minste één rijstrook-
markering gesignaleerd en er
kunnen voor ten minste één
kant van de auto waarschu-
wingen worden gegeven.
Lane Departure Warning, zie
blz. 217.
Automatic High Beam-systeem
Automatic High Beam-sys-
teem is ingeschakeld.
Het grootlicht wordt automa-
tisch in- en uitgeschakeld
afhankelijk van de verkeerssi-
tuatie.
Automatic High Beam-sys-
teem, zie blz. 188.
Blauwe lampjes
Grootlicht
Het grootlicht is ingescha-
keld.
Grootlicht, zie blz. 150.
Brandstofmeter
Principe
Algemeen
Display
Een pijl naast het benzine-
pompsymbool geeft aan aan
welke kant van de auto zich
de tankdopklep bevindt.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 167 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM