18
Handleiding Supra1-1. AANWIJZINGEN
Het systeem is zo
ontworpen dat na
een ongeval met een bepaalde ernst,
die wordt gesignaleerd door de senso-
ren in de auto, automatisch een
noodoproep wordt geactiveerd.
Als er een noodoproep wordt verzon-
den door het automatische noodoproe-
psysteem, wordt dezelfde informatie
doorgegeven aan de aangewezen
alarmcentrale als normaal door het wet-
telijk vereiste eCall-noodoproepsys-
teem wordt doorgegeven aan de
centrale meldkamer.
Bovendien geeft het automatische
noodoproepsysteem ook de volgende
aanvullende informatie door aan een
door de autofabrikant aangewezen
alarmcentrale en, indien van toepas-
sing, aan de centrale meldkamer:
• Ongevalsgegevens, bijvoorbeeld de richting van de aanrijding zoals
gesignaleerd door de sensoren in de
auto, om de inzet van de hulpdien-
sten te optimaliseren.
• Contactgegevens, bijvoorbeeld het telefoonnummer van de geïnstal-
leerde simkaart en het telefoonnum-
mer van de bestuurder, indien
beschikbaar, zodat er indien nodig
snel contact kan worden opgenomen
met degenen die bij het ongeval
betrokken waren. De gegevens met betrekking tot een
verzonden noodoproep worden in de
auto geactiveerd. De gegevens bevat-
ten informatie over de noodoproep, bij-
voorbeeld de plaats en het tijdstip
waarop deze is verzonden.
De alarmcentrale slaat audio-opnamen
van de noodoproep op.
Audio-opnamen van de klant worden
24 uur bewaard, voor het geval de
details van de noodoproep moeten wor-
den geanalyseerd. Daarna worden de
audio-opnames gewist. Audio-opna-
mes van de medewerker van de alarm-
centrale worden 24 uur bewaard voor
kwaliteitswaarborging.
De gegevens die worden verkregen in
het kader van een automatische
noodoproep, worden alleen gebruikt
om de noodoproep te verwerken.
Indien dit wettelijk verplicht is, verstrekt
de autofabrikant de gegevens die hij
heeft verwerkt en, indien van toepas-
sing, nog steeds heeft bewaard.
De eigenaar van een auto die is voor-
zien van een automatisch noodoproe-
psysteem en het wett
elijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem heeft het
recht om het eCall-systeem in de auto
te gebruiken in plaats van de automati-
sche noodoproep.
Neem voor deactiveringsverzoeken
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
Automatische noodoproep
Verzonden informatie
Gegevensopslag
Verstrekking van persoonsgegevens
Wettelijk vereist
noodoproepsysteem
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 18 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
53
3
Handleiding Supra 3-1. OVERZICHT
OVERZICHT
■Entertainment
■Overige functies
In bepaalde menu's kan aan de rechter-
zijde van het split screen aanvullende
informatie worden weergegeven, bij-
voorbeeld van de boordcomputer.
De aanvullende informatie blijft zicht-
baar in het split screen, ook als u naar
een ander menu gaat. 1
Druk op de toets.
2 “Split screen”
De weergave kan wo rden geselecteerd
in de menu's waarin de split
screen-weergave mogelijk is.
1 Kantel de controller naar rechts tot
het split screen wordt geselecteerd.
2 Druk op de controller.
3 Selecteer de gewenste instelling.
U kunt bepalen wat op het scherm
wordt weergegeven.
1 Kantel de controller naar rechts tot
het split screen wordt geselecteerd.
2 Druk op de controller.
3 “Personalise menu” (menu persona-
liseren)
4 Selecteer de gewenste instelling.
5 Kantel de controller naar links.
SMS-bericht ontvangen.
Bericht ontvangen.
Herinnering.
Verzenden niet mogelijk.
Contacten worden geladen.
SymboolBetekenis
Bluetooth-audio.
USB-audio-interface
SymboolBetekenis
Bericht over de auto.
Geluidsweergave uitgescha-
keld.
Actuele locatie auto.
Verkeersinformatie.
Split screen
Algemeen
SymboolBetekenisIn-/uitschakelen
Selecteren van de weergave
Bepalen wat op het scherm wordt
weergegeven
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 53 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
61
3
Handleiding Supra 3-1. OVERZICHT
OVERZICHT
■Handgeschreven invoer op het
touchscreen
Tik op het symbool.
Letters en tekens kunnen rechtstreeks
op het touchscreen worden ingevoerd.
De navigatiekaart kan worden ver-
plaatst via het touchscreen.
Een aantal functies van Toyota Supra
Command kan worden bediend met de
touchpad van de controller.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Touchpad”
4 Selecteer de gewenste instelling:
• “Write” (schrijven): om letters en cij- fers in te voeren.
• “Map” (kaart): om de kaart te bedie- nen.
• “Search fields” (velden zoeken): om
letters in te voeren zonder het lijst-
veld te selecteren.
• “Audio feedback” (akoestische
terugmelding): het systeem laat de ingevoerde letters en cijfers via de
luidsprekers horen.
Het invoeren van letters vergt enige
oefening. Let bij het invoeren op het
volgende:
• Het is mogelijk om hoofdletters, kleine letters en cijfers in te voeren.
Het kan nodig zijn om te wisselen
tussen hoofdletters en kleine letters,
cijfers en tekens, zie blz. 58.
• Voer de tekens in zoals ze worden weergegeven op het regeldisplay.
• Gebruik altijd de bijbehorende
tekens zoals accenten of trema's,
zodat de letter goed wordt herkend.
De invoermogelijkheid is afhankelijk
van de ingestelde taal. Mogelijk
moet u speciale tekens invoeren met
de controller.
Bediening van de navigatiekaart
FunctieBediening
Inzoomen/uitzoo-
men op de kaart.Beweeg uw vingers
naar elkaar toe of uit
elkaar.
Touchpad
Algemeen
Functies selecteren
Invoeren van letters en cijfers
(behalve Korea en Taiwan)
Speciale tekens invoeren
(behalve Korea en Taiwan)
InvoerenBediening
Teken wissen.Swipe naar links op
de touchpad.
Spatie invoeren.
Swipe naar rechts in
het midden van de
touchpad.
Streepje invoeren.
Swipe naar rechts
aan de bovenzijde
van de touchpad.
Onderliggend
streepje invoeren.Swipe naar rechts
aan de onderzijde
van de touchpad.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
61 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
65
3
Handleiding Supra 3-1. OVERZICHT
OVERZICHT
Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 Indien van toepassing, “Language”
(taal)
4 “Language:” (taal)
5 Selecteer de gewenste taal.
U kunt instellen of het systeem de stan-
daard systeemmeldingen of een korte
variant daarvan gebruikt.
Als de korte variant is geselecteerd,
worden de systeemme ldingen beknopt
weergegeven.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Language” (taal)
4 “Voice control:” (spraakbediening:)
5 Selecteer de gewenste instelling.
Het is mogelijk om een nieuw spraak-
commando te geven als het spraak-
commandosysteem nog bezig is met
het verwerken van uw vorige spraak-
commando. Deze functie kan worden
uitgeschakeld als het verwerken van de
spraakcommando's vaker dan gewenst
wordt afgebroken, bijvoorbeeld door
omgevingsgeluiden of gesprekken op
de achtergrond. Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Language” (taal)
4 “Speaking during voice output”
(spreken tijdens de spraakweer-
gave)
Online spraakverwerking maakt het
gebruik van de dicteerfunctie mogelijk,
vergemakkelijkt de natuurlijke invoer
van bestemmingen en verbetert de
kwaliteit van spraakherkenning. Om
deze functie te gebruiken worden gege-
vens via een versleutelde verbinding
naar een provider van een dienst
gestuurd en daar lokaal opgeslagen.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Language” (taal)
4 “Server speech recognition”
(spraakherkenning via server)
Draai de volumeknop tijdens de
gesproken aanwijzingen totdat het
gewenste volume is bereikt.
• De volume-instelling blijft behouden, zelfs als u het volume van andere
audiobronnen wijzigt.
• De volume-instelling wordt opgesla- gen voor het op dat moment
gebruikte bestuurdersprofiel.
Instellen van de spraakdialoog
Spreken tijdens de
spraakweergave
Online spraakverwerking
Regelen van het volume
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
65 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
76
Handleiding Supra3-1. OVERZICHT
Het gebruik van de volgende typen
connectiviteit vereist een eenmalige
koppeling met de auto:
• Bluetooth.
• Apple CarPlay.
• Screen Mirroring.
De gekoppelde apparaten worden ver-
volgens automatisch
herkend en ver-
bonden met de auto. • Het apparaat is compatibel met
Bluetooth.
• Het apparaat is ingeschakeld.
• Bluetooth is zowel bij het apparaat als bij de auto ingeschakeld, zie
blz. 76.
• Mogelijk moeten er vooraf bepaalde Bluetooth-instellingen op het appa-
raat worden gewijzigd, zoals de
zichtbaarheid van het apparaat.
Raadpleeg de handleiding van het
apparaat.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Settings” (instellingen)
5 “Bluetooth”
FunctieType
connectiviteit
Bellen via het hands-
free-systeem.
Bedienen van telefoon-
functies via Toyota Supra
Command.
De agendafuncties van de
smartphone gebruiken.
Bluetooth.
Muziek vanaf een smart-
phone of audiospeler
afspelen.Bluetooth of
USB.
Compatibele apps bedie-
nen via Toyota Supra
Command.Bluetooth of
USB.
USB-opslagmedium:
Exporteren en importeren
van bestuurdersprofielen.
Importeren en exporteren
van opgeslagen routes.
Muziek afspelen.
USB.
Video's vanaf een smart-
phone of USB-apparaat
afspelen.
USB.
Apple CarPlay-apps
bedienen via Toyota Supra
Command en via spraak-
commando's.
Bluetooth en
WLAN.
Screen Mirroring: het
scherm van de smart-
phone weergeven op het
regeldisplay.
WLAN.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het bedienen van geïntegreerde informa-
tiesystemen en communicatieapparatuur
tijdens een rit kan u afleiden van het ver-
keer. U kunt de controle over de auto ver-
liezen. Er bestaat een kans op ongevallen.
Gebruik de systemen of apparatuur alleen
als de verkeerssituatie dit toelaat. Stop
indien nodig en bedien de systemen of
apparatuur terwijl de auto stilstaat.
Bluetooth-verbinding
Voorwaarden voor werking
Bluetooth inschakelen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 76 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
77
3
Handleiding Supra 3-1. OVERZICHT
OVERZICHT
Om alle ondersteunde functies van een
mobiele telefoon te kunnen gebruiken,
moeten de volgende functies zijn geac-
tiveerd voordat de mobiele telefoon aan
de auto wordt gekoppeld.
Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Settings” (instellingen)
5 Selecteer de gewenste instelling.
• “Office” (agenda)
Activeer deze functie voor de overdracht van
SMS-berichten, e-mails, de agenda, taken,
memo's en herinneringen naar de auto. Aan
de overdracht van alle gegevens naar de
auto kunnen kosten zijn verbonden.
• “Contact pictures” (foto's contacten)
Activeer deze functie om foto's bij de contac-
ten weer te geven.
6 Kantel de controller naar links.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Connect new device” (verbind
nieuw apparaat)
5 Selecteer de volgende functies: • “Telephone” (telefoon)
• “Bluetooth audio”
• “Apps”
• “Apple CarPlay”
• “Screen Mirroring”
De Bluetooth-naam van de auto wordt weer-
gegeven in het regeldisplay.
6
Zoek op het mobiele apparaat naar
Bluetooth-apparaten in de omge-
ving.
De Bluetooth-naam van de auto wordt weer-
gegeven op het scherm van het mobiele
apparaat.
Selecteer de Bluetooth-naam van de auto.
7Afhankelijk van het mobiele appa-
raat wordt een controlenummer
weergegeven of moet u zelf het
controlenummer invoeren.
• Vergelijk het controlenummer dat op het regeldisplay wordt weergegeven
met het controlenummer op het
scherm van het apparaat.
Bevestig het controlenummer op het appa-
raat en op het regeldisplay.
• Voer hetzelfde controlenummer in op het apparaat en via Toyota Supra
Command en bevestig vervolgens.
Het apparaat is verbonden en wordt weerge-
geven in de apparatenlijst, zie blz. 81
Er kunnen zich gevallen voordoen
waarin het mobiele apparaat niet functi-
oneert zoals verwacht, hoewel aan alle
voorwaarden is voldaan en alle nood-
zakelijke stappen in de juiste volgorde
zijn uitgevoerd. Desalniettemin functio-
neert het mobiele apparaat niet zoals
verwacht.
Telefoonfuncties
inschakelen/uitschakelen
Het mobiele apparaat koppelen
aan de auto
Veelgestelde vragen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
77 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
78
Handleiding Supra3-1. OVERZICHT
In dergelijke gevallen kan de volgende
uitleg hulp bieden:
Waarom kan de mobiele telefoon niet
worden gekoppeld of verbonden?
• Er zijn te veel Bluetooth-apparaten
gekoppeld aan de mobiele telefoon
of de auto.
Verwijder in de auto de Bluetooth-koppelin-
gen met andere apparaten.
Verwijder alle bekende Bluetooth-koppelin-
gen uit de apparatenlijst op de mobiele tele-
foon en laat deze vervolgens naar nieuwe
apparaten zoeken.
• De mobiele telefoon bevindt zich in de energiebesparingsmodus of de
batterij is bijna leeg.
Laad de mobiele telefoon op.
Waarom reageert de mobiele telefoon
niet meer?
• De applicaties op de mobiele tele-foon werken niet meer.
Schakel de mobiele telefoon uit en weer in.
• Omgevingstemperatuur te hoog of te laag om de mobiele telefoon te
bedienen.
Stel de mobiele telefoon niet bloot aan
extreme omgevingsomstandigheden.
Waarom kunnen telefoonfuncties niet
via Toyota Supra Command worden
gebruikt?
• De mobiele telefoon is mogelijk niet correct geconfigureerd (bijvoorbeeld
als een Bluetooth-audioapparaat).
Maak verbinding met de mobiele telefoon via
de functie “Telephone” (telefoon) of “Additio-
nal telephone” (extra telefoon).
Waarom worden telefoonboekcontac-
ten helemaal niet, niet allemaal of
slechts gedeeltelijk weergegeven?
• De overdracht van de telefoonboek-
contacten is nog niet voltooid. • Onder bepaalde omstandigheden
worden alleen de in de mobiele tele-
foon of op de simkaart opgeslagen
telefoonboekcontacten overgedra-
gen.
• Mogelijk kunnen telefoonboekcon- tacten met speciale karakters niet
worden weergegeven.
• De overdracht van contacten van sociale netwerken is misschien niet
mogelijk.
• Het aantal telefoonboekcontacten dat moet worden opgeslagen, is te
hoog.
• Het datavolume van het contact is te groot, bijvoorbeeld vanwege opge-
slagen informatie zoals memo's.
Verklein het datavolume van het contact.
• Een mobiele telefoon kan alleen als audiobron of als telefoon worden
gekoppeld.
Configureer de mobiele telefoon en koppel
deze met de functie “Telephone” (telefoon)
of “Additional telephone” (extra telefoon).
Hoe kan de kwaliteit van de telefoon-
verbinding worden verbeterd?
• Pas de sterkte van het Bluetooth-signaal op de mobiele
telefoon aan; de procedure varieert
per mobiele telefoon.
• Pas het volume van de microfoon en de luidspreker afzonderlijk aan in de
geluidsinstellingen.
Neem als alle punten in de lijst zijn
gecontroleerd en de gewenste functie
niet kan worden uitgevoerd contact op
met de klantenservice, een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 78 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
79
3
Handleiding Supra 3-1. OVERZICHT
OVERZICHT
Op de USB-interface kunnen mobiele
apparaten met een USB-stekker wor-
den aangesloten.
• Audioapparaten zoals MP3-spelers.
• USB-opslagapparatuur.
De gangbare bestandsformaten worden
ondersteund. De formaten FAT32 en exFAT
worden aanbevolen.
Een aangesloten USB-apparaat kan via
de USB-interface worden opgeladen
als het apparaat di
t ondersteunt. Houd
rekening met de maximale stroom-
sterkte voor het opladen via de
USB-interface.
Het volgende is mogelijk bij USB-appa-
raten die compatibel zijn met gege-
vensoverdracht:
• Exporteren en importeren van
bestuurdersprofielen, zie blz. 72.
• Afspelen van muziekbestanden via USB audio.
• Videofilms bekijken via USB video.
• Importeren van routes.
Houd bij het aansluiten rekening met
het volgende:
• Steek de stekker niet geforceerd in de USB-interface.
• Gebruik een flexibele adapterkabel.
• Bescherm het USB-apparaat tegen beschadiging.
• Vanwege de grote verscheidenheid van USB-apparaten die op de markt
verkrijgbaar zijn, is het mogelijk dat
bepaalde apparaten niet in de auto
werken.
• Stel de USB-apparaten niet bloot aan extreme omgevingsomstandig- heden zoals hoge temperaturen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
van het apparaat.
• Vanwege de grote verscheidenheid van compressietechnieken kunnen
op het USB-apparaat opgeslagen
mediabestanden niet altijd correct
worden afgespeeld.
• Voor een correcte overdracht van de opgeslagen gegevens dient een
USB-apparaat niet te worden opge-
laden via de accessoireaansluiting
van de auto terwijl het ook op de
USB-interface is aangesloten.
• Voor het gebruik van bepaalde func- ties van USB-apparaten zijn instellin-
gen op het USB-apparaat nodig. Zie
de gebruiksaanwijzing van het appa-
raat.
Ongeschikte USB-apparaten:
• USB-harddisks.
• USB-hubs.
• USB-geheugenkaartlezer met meer- dere ingangen.
• HFS-geformatteerde USB-appara- ten.
• Apparaten zoals ventilatoren of lam- pen.
Een apparaat dat compatibel is met de
USB-interface.
Het USB-apparaat wordt weergegeven
in de apparatenlijst, zie blz. 81.
USB-verbinding
Algemeen
Voorwaarden voor werking
Een apparaat aansluiten
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 79 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM