181
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
4
“Warning at:” (waarschuwing bij:)
5Draai de controller totdat de ge-
wenste snelheid wordt weergegeven.
6Druk op de controller.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Speed warning” (snelheidswaar-
schuwing)
4 “Speed warning” (snelheidswaar-
schuwing)
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Speed warning” (snelheidswaar-
schuwing)
4 “Select current speed” (actuele
snelheid selecteren)
Voor sommige systemen kan de status
worden weergegeven of kunnen han-
delingen worden uitgevoerd.
Via Toyota Supra Command:
1 “My vehicle” (mijn auto) 2
“Vehicle status” (status auto)
• “Tyre Pressure Monitor” (banden- spanningscontrolesysteem): status
van het bandenspanningscontro-
lesysteem, zie blz. 306
• “Engine oil level” (motorolie- peil): elektronische meting van het
motoroliepeil, zie blz. 325.
• “Vehicle messages” (voertuigmel- dingen): voertuigmeldingen worden
op de achtergrond opgeslagen en
kunnen op het regeldisplay worden
weergegeven. Weergeven van
opgeslagen voertuigmeldingen, zie
blz. 163.
• “Service requirements” (onder- houdsvereisten): weergave van de
onderhoudsvereisten, zie blz. 169.
• “Remote maintenance call” (oproep voor onderhoud op afstand):
oproep voor onderhoud op afstand.
Het systeem projecteert belangrijke
informatie, bijvoorbeeld de snelheid,
binnen het gezichtsveld van de
bestuurder.
De bestuurder kan deze informatie tot
zich nemen zonder dat de aandacht
wordt afgeleid van de weg.
Activeren/deactiveren van de
snelheidswaarschuwing
De actuele snel
heid instellen
voor de snelheidswaarschuwing
Status auto
Algemeen
De status van de auto oproepen
Overzicht van de informatie
Head-up display (auto's met
head-up display)
Principe
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 181 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
296
Handleiding Supra6-1. MOBILITEIT
3
Pas de spanning aan als de actuele
bandenspanning afwijkt van de
voorgeschreven waarde.
4 Controleer of alle ventieldoppen op
de bandenventielen zijn geschroefd.
Via Toyota Supra Command:
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle status” (status auto)
3 “Tyre Pressure Monitor” (banden-
spanningscontrolesysteem)
4 Controleer of de actuele waarden
van de bandenspanning overeenko-
men met de voorgeschreven waar-
den.
5 Pas de spanning aan als de actuele
bandenspanning afwijkt van de
voorgeschreven waarde.
Bandenspanningsc ontrolesysteem
(TPM):
Reset het bandenspanningscontro-
lesysteem (TPM) voor banden waarvan
de bandenspanning niet wordt weerge-
geven op het regeldisplay. Q = tot 160 km/h
R = tot 170 km/h
S = tot 180 km/h
T = tot 190 km/h
H = tot 210 km/h
V = tot 240 km/h
W = tot 270 km/h
Y = tot 300 km/h
De profieldiepte van het loopvlak mag
niet kleiner zijn dan 3 mm, anders is er
een groot risico op aquaplaning.
De profieldiepte van het loopvlak mag
niet kleiner zijn dan 4 mm, anders is de
auto maar beperkt geschikt voor
gebruik onder winterse omstandighe-
den.
Over de gehele omtrek van de band
zijn op verschillende plaatsen slij-
Controleren met behulp van de ban-
denspanningsgegevens op het regel-
display
Na het aanpassen van de banden-
spanningSnelheidsindex
Loopvlak van banden
Zomerbanden
Winterbanden
Minimale profieldiepte loopvlak
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
296 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
307
6
Handleiding Supra 6-1. MOBILITEIT
MOBILITEIT
• Bij banden met een speciale goed-
keuring:
• Elke keer nadat een band of wiel is ver-vangen, moet het systeem worden gere-
set met de juiste
bandenspanningswaarden.
• Het systeem moet worden gereset als de bandenspanning van een of meer banden
is aangepast.
• Wielen met TPM-wielelektronica.
Als het systeem de banden niet auto-
matisch signaleert, kunnen de gege-
vens van de gemonteerde banden in de
bandeninstellingen worden ingevoerd.
De maat van de gemonteerde banden
is vermeld in de bandenspanningsinfor-
matie, zie blz. 294, en op de banden
zelf.
De bandengegevens hoeven niet
opnieuw te worden ingevoerd als de
bandenspanning is aangepast.
Voor zomer- en winterbanden worden
de voor beide gevallen laatst inge-
voerde bandengegevens opgeslagen.
Dit betekent dat de instellingen van de
laatst gebruikte bandensets kunnen
worden geselecteerd nadat een band of
wiel is vervangen.
Via Toyota Supra Command:
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle status” (status auto)
3 “Tyre Pressure Monitor” (banden-
spanningscontrolesysteem) Via Toyota Supra Command:
1
“Tyre settings” (bandeninstellingen)
2 Selecteer de banden:
• “Summer tyres” (zomerbanden)
• “Winter tyres/all-season tyres” (win-
ter-/all-seasonbanden)
3 “Current:” (actueel)
4 Selecteer het type band dat achter
is gemonteerd:
• Bandenmaat, bijvoorbeeld 245/45
R18 96Y.
• Bij banden met een speciale goed- keuring: “Other tyre” (andere band)
5 Selecteer de beladingstoestand van
de auto als de bandenmaat is gese-
lecteerd.
6 “Confirm settings” (bevestig instel-
lingen)
De actuele bandenspanning wordt nu
gemeten. De voortgang van de meting
wordt weergegeven.
De status van het systeem, bijvoor-
beeld of het systeem actief is, kan wor-
den weergegeven op het regeldisplay.
Via Toyota Supra Command:
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle status” (status auto)
3 “Tyre Pressure Monitor” (banden-
spanningscont rolesysteem)
De actuele status wordt weergegeven.
Bandeninstellingen
Algemeen
Oproepen van het menu
Wijzigen van de instellingen
Weergave status
Actuele status
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 307 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
308
Handleiding Supra6-1. MOBILITEIT
De actuele bandenspanning van iedere
band wordt weergegeven.
De actuele bandenspanningswaarden
kunnen variëren afhankelijk van de
rijomstandigheden of de buitentempe-
ratuur.
Afhankelijk van het model wordt de
actuele bandentemperatuur weergege-
ven.
De actuele bandentemperatuurwaar-
den kunnen variëren afhankelijk van de
rijomstandigheden of de buitentempe-
ratuur.
De status van het systeem en de ban-
den wordt weergegeven aan de hand
van de kleur van het wiel en een mel-
ding op het regeldisplay.
Indien van toepassing worden
bestaande meldingen niet gewist als de
weergegeven voorgeschreven span-
ning niet is bereikt nadat de banden-
spanning is aangepast.
• Het systeem is actief en baseert zich
voor wat betreft de waarschuwingen
op de weergegeven voorgeschreven
spanningswaarden.
• In het geval van banden met een speciale goedkeuring: het systeem
is actief en baseert zich voor wat betreft de waarschuwingen op de
bandenspanningswaarden die wer-
den opgeslagen bij de laatste reset
van het systeem.
Bij de desbetreffende wielen is er
sprake van een lekke band of een sterk
gedaalde bandenspanning.
Dalingen van de bandenspanning wor-
den mogelijk niet gesignaleerd.
Mogelijke oorzaken:
•Storing.
• De bandenspanning wordt gemeten nadat de bandeninstellingen zijn
bevestigd.
• Bij banden met een speciale goed- keuring: het systeem wordt gereset.
Via Toyota Supra Command:
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle status” (status auto)
3 “Tyre Pressure Monitor” (banden-
spanningscont rolesysteem)
4 “Tyre settings” (bandeninstellingen)
5 Selecteer de banden:
• “Summer tyres” (zomerbanden)
• “Winter tyres/all-season tyres” (win- ter-/all-seasonbanden)
6 “Current:” (actueel)
Als “Other tyre” (andere band) niet is
geselecteerd:
7 “Load state” (status belasting)
Actuele bandenspanning
Actuele bandentemperatuur
Bandenstatussen
Algemeen
Alle wielen groen
Een tot vier gele wielen
Grijze wielen
Het systeem resetten
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 308 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM