
10
Handleiding Supra1-1. AANWIJZINGEN
Elke auto heeft een uniek voertuigiden-
tificatienummer. Afhankelijk van het
land kan een auto-eigenaar worden
geïdentificeerd aan de hand van het
voertuigidentificatienummer, de kente-
kenplaat en de relevante autoriteiten.
Er zijn ook andere manieren om de in
de auto verzamelde gegevens te herlei-
den tot de bestuurder of auto-eigenaar,
bijvoorbeeld via het gebruikte Toyota
Supra Connect-account.
Volgens de geldende wetgeving inzake
gegevensbescherming hebben autoge-
bruikers bepaalde rechten die zij kun-
nen doen gelden tegen de
autofabrikant of bedrijven die hun per-
soonsgegevens verzamelen of verwer-
ken.
Autogebruikers hebben een onbeperkt
recht om gratis informatie te verkrijgen
van instanties die hun persoonsgege-
vens opslaan.
Deze instanties kunnen zijn:
• De autofabrikant.
• Een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur.
• Een andere naar behoren gekwalifi- ceerde en uitgeruste deskundige.
• Serviceproviders.
Autogebruikers kunnen informatie
opvragen over welke persoonsgege-
vens zijn opgeslagen, waar deze voor
worden gebruikt en waar ze vandaan
komen. Een bewijs van eigendom of
gebruik is vereist om deze informatie te
verkrijgen. Het recht op informatie omvat ook infor-
matie over gegevens die zijn overge-
dragen aan andere bedrijven of
instanties.
Raadpleeg de website van de autofa-
brikant voor het van toepassing zijnde
privacybeleid voor gegevens. Dit priva-
cybeleid voor gegevens bevat informa-
tie over het recht om gegevens te laten
verwijderen of corrigeren. Op de web-
site van de autofabrikant staan ook zijn
contactgegevens en die van de functio-
naris voor gegevensbescherming.
De auto-eigenaar kan de in de auto
opgeslagen gegevens indien van toe-
passing tegen betaling van een vergoe-
ding laten uitlezen door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
De wettelijk vereiste OBD-aansluiting
van het diagnosesysteem in de auto
wordt gebruikt om de autogegevens uit
te lezen.
De autofabrikant is verplicht om, in
overeenstemming met de geldende
wetgeving, de gegevens die hij heeft
opgeslagen aan de autoriteiten te ver-
strekken. De vereiste gegevens worden
alleen verstrekt voor een specifiek
geval, bijvoorbeeld om een strafbaar
feit te onderzoeken.
Overheidsinstanties zijn gemachtigd
om, in overeenstemming met de gel-
dende wetgeving, voor een specifiek
geval zelf de gegevens van de auto uit
te lezen. De informatie van de airbag-
Persoonlijke identificatie
Wetgeving inzake
gegevensbescherming
Wettelijke eisen
met betrekking
tot gegevensverstrekking
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 10 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM

11
1
Handleiding Supra 1-1. AANWIJZINGEN
AANWIJZINGEN
module kan bijvoorbeeld worden uitge-
lezen om licht te werpen op de
omstandigheden van een ongeval.
Regelsystemen verwerken gegevens
om de auto te bedienen.
Deze gegevens omvatten bijvoorbeeld:
• Statusmeldingen van de auto en de
afzonderlijke onderdelen, bijvoor-
beeld het toerental van de wielen, de
wielsnelheid, de deceleratie, de zij-
delingse versnelling en het controle-
lampje voor de veiligheidsgordels.
• Omgevingsomstandigheden, bijvoor- beeld de temperatuur en de regen-
sensorsignalen.
De gegevens worden alleen in de auto
zelf verwerkt en zijn meestal tijdelijk. De
gegevens worden niet opgeslagen
nadat het contact UIT is gezet.
Elektronische onderdelen, bijvoorbeeld
regelsystemen en auto sleutels, bevat-
ten onderdelen voor het opslaan van
technische informatie. Informatie over
de voertuigconditie, belasting van
onderdelen, onderhoudsvereisten,
gebeurtenissen of fouten kunnen tijde-
lijk of permanent worden opgeslagen.
Deze informatie documenteert over het
algemeen de toestand van een onder-
deel, een modu le, een systeem of zijn
omgeving, bijvoorbeeld:
• Bedrijfstoestanden van systeemon- derdelen, bijvoorbeeld vulniveaus,
bandenspanning en accustatus.
• Storingen en defecten in belangrijke systeemonderdelen, bijvoorbeeld
verlichting en remmen. • Reacties van de auto op bepaalde
rijsituaties, bijvoorbeeld de active-
ring van een airbag of de activering
van de rijstabili teitsregelsystemen.
• Informatie over gebeurtenissen
waarbij de auto beschadigd is
geraakt.
De gegevens zijn nodig zodat de modu-
les hun functies kunnen uitvoeren. De
gegevens worden ook gebruikt voor het
opsporen en verhelpen van storingen
en helpen de autofabrikant om de func-
ties van de auto te optimaliseren.
Het merendeel van deze gegevens is
tijdelijk en wordt alleen in de auto zelf
verwerkt. Slechts een klein deel van de
gegevens wordt opgeslagen in gebeur-
tenis- of foutgeheugens als reactie op
specifieke omstandigheden.
Wanneer werkzaamheden worden uit-
gevoerd, zoals reparaties, servicewerk-
zaamheden, garantiewerkzaamheden
en kwaliteitswaarborgingsmaatregelen,
kan deze technische informatie teza-
men met het voertuigidentificatienum-
mer worden uitgelezen.
Een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige kan de informatie uitlezen.
De wettelijk vereiste OBD-aansluiting
van het diagnosesysteem in de auto
wordt gebruikt om de gegevens uit te
lezen.
De gegevens worden verzameld, ver-
werkt en gebruikt door de relevante
organisaties in het servicenetwerk. De
gegevens documenteren de technische
omstandigheden van de auto en helpen
bij het lokaliseren van fouten, het vol-
Bedieningsgegevens in de auto
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
11 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM

19
1
Handleiding Supra 1-1. AANWIJZINGEN
AANWIJZINGEN
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Het wettelijk vereiste eCall-noodoproe-
psysteem staat altijd klaar in aanvulling
op het automatische noodoproepsys-
teem. Het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem neemt de
noodoproepfunctie over als het auto-
matische noodoproepsysteem om tech-
nische redenen niet functioneert,
bijvoorbeeld als de door de autofabri-
kant aangewezen alarmcentrale niet
kan worden bereikt.
Het wettelijk vereiste eCall-noodoproe-
psysteem maakt gebruik van de infra-
structuur van het openbare
alarmnummer 112.
Het systeem kan zo worden geconfigu-
reerd dat noodoproepen altijd worden
verzonden via het wettelijk vereiste
eCall-noodoproepsysteem en niet via
het automatische
noodoproepsysteem.
Laat de instelling configureren door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Deze auto is uitgerust met een black
box. De belangrijkste functie van deze
black box is om in geval van een aanrij-
ding of bijna-ongevallen, bijvoorbeeld
wanneer de airbag wordt geactiveerd of
er tegen een obstakel wordt gereden,
gegevens op te slaan waarmee kan
worden achterhaald hoe de systemen
van de auto hebben gefunctioneerd. De
black box dient om gedurende korte
tijd, meestal 30 seconden of minder,
gegevens op te slaan met betrekking tot het dynamische gedrag en de veilig-
heidssystemen van de auto.
De black box in deze auto wordt
gebruikt voor het opslaan van de vol-
gende gegevens:
Het gedrag van de verschillende
voertuigsystemen.
Of de bestuurder en voorpassagier
de veiligheidsgordel om had.
Of en hoe ver de bestuurder het gas-
pedaal en/of het rempedaal heeft
ingetrapt.
Hoe hard de auto reed.
Deze gegevens kunnen inzicht geven
in de omstandigheden waaronder de
aanrijding plaatsvond en welk letsel
daarbij optrad.
De black box slaat uitsluitend gegevens
op wanneer er een ernstige aanrijding
plaatsvindt; de black box slaat onder
normale rijomstandigheden dus geen
gegevens op. De black box slaat nooit
persoonlijke gegevens op (zoals naam,
geslacht, leeftijd, plaats van de aanrij-
ding).
Andere partijen, zoals ordehandhavers,
kunnen de gegevens van de black box
echter koppelen aan persoonlijke gege-
vens die bij een onderzoek naar een
aanrijding worden verkregen.
Om de gegevens die door de black box
zijn opgeslagen uit te lezen, is speciale
apparatuur nodig en is toegang tot de
auto of de black box vereist. Naast de
autofabrikant beschikken ook andere
partijen, zoals ordehandhavers, over
speciale apparatuur om de gegevens
uit te lezen, mits zij toegang hebben tot
de auto of de black box.
Black box
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 19 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM

47
3
Handleiding Supra 3-1. OVERZICHT
OVERZICHT
11
Drive Ready-modus in-/uit-
schakelen Blz. 144
1 Controlelampje voorpassa-
giersairbag Blz. 204
2 Leeslampjes Blz. 191
3 Interieurverlichting Blz. 190
4 Noodoproep, SOS Blz. 354
Rondom de dakconsole
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 47 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM

91
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
Vervoer de afstandsbediening niet samen
met elektronische apparaten.
• Verstoring van de radiografische ver-
binding door het opladen van
mobiele apparaten, zoals een
mobiele telefoon.
• De afstandsbediening bevindt zich in de directe omgeving van een draad-
loos oplaadstation. Leg de afstands-
bediening op een andere plaats.
Bij een storing kan de auto van buitenaf
worden ontgrendeld en vergrendeld
met de geïntegreerde sleutel, zie
blz. 91.
De Drive Ready-modus kan niet wor-
den ingeschakeld als er geen afstands-
bediening is gedetecteerd.
Voer in dat geval de volgende proce-
dure uit:
1 Houd de achterzijde van de
afstandsbediening tegen het merk-
teken op de stuurkolom. Let op het
display van het instrumentenpaneel.
2 Als de afstandsbediening wordt
gedetecteerd: Schakel binnen 10
seconden de Drive Ready-modus
in. Als de afstandsbediening niet wordt
gedetecteerd, wijzig
dan de positie van
de afstandsbediening enigszins en her-
haal de procedure.
Welke voorzorgsmaatregelen kunnen
er worden genomen om een auto te
kunnen openen als de afstandsbedie-
ning per ongeluk in de auto is opgeslo-
ten?
• De auto kan ook worden vergren- deld en ontgrendeld met de functie
onderhoud op afstand van de Toyota
Supra Connect-app.
Dit vereist een actief Toyota Supra Con-
nect-contract en de Toyota Supra Con-
nect-app moet op een smartphone zijn
geïnstalleerd.
• De auto kan worden ontgrendeld via de Concierge Services.
Dit vereist een actief Toyota Supra Con-
nect-contract.
Met de geïntegreerde sleutel kan het
bestuurdersportier worden ontgrendeld
en vergrendeld zonder de afstandsbe-
diening te gebruiken.
De geïntegreerde sleutel past ook op
het slot van het dashboardkastje.
De geïntegreerde sleutel kan ook wor-
den gebruikt op de schakelaar voor het
in- en uitschakelen van de voorpassa-
giersairbags, zie blz. 203.
De Drive Ready-modus inschakelen
via de speciale ID-functie van de
afstandsbediening
Veelgestelde vragen
Geïntegreerde sleutel
Algemeen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
91 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM

104
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
Dit hoofdstuk beschrijft alle standaard,
landspecifieke en speciale uitrusting
die beschikbaar is voor de modelserie.
Daardoor worden mogelijk uitrusting en
functies beschreven die niet in uw auto
aanwezig zijn, bijvoorbeeld als gevolg
van de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit geldt
ook voor functies en systemen met
betrekking tot veiligheid. Houd u bij het
gebruik van de bijbehorende functies
en systemen aan de desbetreffende
wet- en regelgeving.
Een zitpositie die goed is afgestemd op
de behoeften van de inzittende is
essentieel voor ontspannen rijden met
minimale vermoeidheid.
Bij ongevallen speelt een juiste zitposi-
tie een belangrijke rol. Houd u aan de
aanwijzingen in de volgende hoofdstuk-
ken:
• Stoelen, zie blz. 104.
• Veiligheidsgordels, zie blz. 108.
• Hoofdsteunen, zie blz. 112.
• Airbags, zie blz. 192.
Stoelen, spiegels en
stuurwiel
Uitrusting
Veilige zitpositie
Stoelen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Door de stoel tijdens een rit te verstellen
kan deze onverwacht in beweging komen.
U kunt de controle over de auto verliezen.
Er bestaat een kans op ongevallen. Ver-
stel de bestuurdersstoel alleen als de auto
stilstaat.
WAARSCHUWING
Als de rugleuning ter ver achterover staat,
kan het beschermende effect van de vei-
ligheidsgordel niet langer gegarandeerd
worden. Er bestaat een kans dat u bij een
ongeval onder de veiligheidsgordel door
schuift. Er bestaat een kans op (ernstig)
letsel. Verstel de stoel voordat u gaat rij-
den. Zet de rugleuning zo veel mogelijk
rechtop en wijzig dit niet tijdens het rijden.
WAARSCHUWING
Er bestaat een kans op beknelling als de
stoelen worden verschoven. Er bestaat
een kans op letsel of schade. Zorg er vóór
het verstellen voor dat er geen obstakels
aanwezig zijn in het gebied waarin de stoel
beweegt.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
104 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM

108
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
Voor de veiligheid van de inzittenden is
de auto uitgerust met twee veiligheids-
gordels. Ze kunnen echter alleen effec-
tieve bescherming bieden als ze op de
juiste manier worden gedragen.
Controleer voordat u g
aat rijden altijd of
alle inzittenden hun veiligheidsgordel
hebben vastgemaakt. De airbags vullen
de veiligheidsgordels aan als extra vei-
ligheidsvoorziening. De airbags zijn
geen vervanging voor de veiligheids-
gordels.
Als de stoel op de juiste wijze is afge-
steld, is de gordelbevestiging geschikt
voor alle volwassenen, ongeacht hun
postuur.
Veiligheidsgordels
Aantal veiligheidsgordels en
gordelsluitingen
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Gebruik een veiligheidsgordel nooit voor
meer dan één persoon tegelijk. Anders
kan het beschermende effect van de vei-
ligheidsgordel niet langer gegarandeerd
worden. Er bestaat een kans op (ernstig)
letsel. Gebruik een ve iligheidsgordel nooit
voor meer dan één persoon tegelijk. Laat
baby's en kinderen nooit meerijden op de
schoot van een andere inzittende. Gebruik
voor een baby of kind altijd een geschikt
baby- of kinderzitje.
WAARSCHUWING
De veiligheidsgordels bieden mogelijk
beperkte of zelfs helemaal geen bescher-
ming als ze niet op de juiste manier wor-
den gedragen. Het niet op de juiste manier
dragen van een veiligheidsgordel kan tot
extra letsel leiden, bijvoorbeeld bij een
ongeval of remmen en uitwijkmanoeuvres.
Er bestaat een kans op (ernstig) letsel.
Zorg ervoor dat alle inzittenden hun veilig-
heidsgordel op de juiste manier dragen.
WAARSCHUWING
Veiligheidsgordels zijn ontworpen om
tegen het skelet van het lichaam te rusten
en moeten respectievelijk laag over de
voorkant van het bekken worden gedra-
gen, of tegen het bekken, de borst en de
schouders aan liggen. Laat het heupge-
deelte van de gordel niet over de buik
lopen.
Om de bescherming te bieden waarvoor
ze zijn ontworpen, moeten de veiligheids-
gordels zo worden afgesteld dat ze zo
strak mogelijk om het lichaam zitten, zon-
der dat het oncomfortabel wordt. Een
losse gordel zal de bescherming van de
drager in hoge mate beperken.
Zorg ervoor dat de band van de veilig-
heidsgordel niet in contact komt met
poetsmiddelen, oliën of chemicaliën, en
met name met accuzuur. Hij kan veilig
gereinigd worden met een milde zeepwa-
teroplossing. Vervang de veiligheidsgor-
del als de band gerafeld of beschadigd is
of vuil geworden is. Veiligheidsgordels
mogen niet gedragen worden als ze
gedraaid zijn. Een veiligheidsgordel mag
maar door één inzittende worden gebruikt;
het is niet toegestaan om baby's of kinde-
ren bij een inzittende op schoot te laten
meerijden.
De complete veiligheidsgordel moet wor-
den vervangen als hij bij een ernstig onge-
val werd gedragen door een inzittende,
zelfs als er geen schade zichtbaar is.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 108 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM

110
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
Het meest elementaire beschermings-
systeem voor inzittenden is de veilig-
heidsgordel. De airbags zijn ontworpen
als aanvulling op de veiligheidsgordels,
niet als vervanging ervoor. Door de vei-
ligheidsgordel op de juiste manier te
dragen blijven de inzittenden goed in
hun stoel zitten en wordt voorkomen
dat ze onderdelen van het interieur
raken of uit de auto geslingerd worden
bij een aanrijding. Daarom moeten alle
inzittenden hun veiligheidsgordel dra-
gen. Als een veiligheidsgordel niet op
de juiste manier wordt gedragen, neemt
de effectiviteit
als beschermingssys-
teem voor inzittenden sterk af. Let op
het volgende voor een juiste houding
achter het stuur en een juist gebruik
van de veiligheidsgordels.
Plaats de hoofdsteun zo, dat het midden ervan gelijkligt met de bovenzijde van
uw oren
Zorg ervoor dat de gordel niet gedraaid is
Stel de stoel zo in dat uw armen licht gebogen zijn bij de ellebogen wanneer u
het bovenste gedeelte van het stuurwiel vasthoudt
Zorg ervoor dat de gordel strak over het lichaam loopt en nergens te los zit
Plaats het heupgedeelte van de gordel zo laag mogelijk over de heupen
Ga goed achter in de stoel zitten met de rugleuning rechtop Juiste houding achter het stuur en juist gebruik van de veiligheidsgordels
A
B
C
D
E
F
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
110 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM