69
3
Handleiding Supra 3-1. OVERZICHT
OVERZICHT
Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Displays” (weergaven)
4 “Control display” (regeldisplay)
5 “Brightness at night” (helderheid in
het donker)
6 Draai aan de controller tot de
gewenste helderheid is verkregen.
7 Druk op de controller.
De instelling wordt opgeslagen voor het
op dat moment gebr uikte bestuurders-
profiel.
Afhankelijk van de hoeveelheid licht in
de omgeving is het effect van de inge-
stelde helderheid niet altijd direct zicht-
baar.
Bij bepaalde menu-items van het
hoofdmenu kan de weergegeven con-
tent worden geselecteerd.
1 Druk op de toets.
2 “Contents of main menu” (content
hoofdmenu)
3 Selecteer het gewenste menu en de
gewenste content.
De instelling wordt opgeslagen voor het
op dat moment gebr uikte bestuurders-
profiel. Het menu toont alle berichten die in de
auto binnenkomen centraal in de vorm
van een lijst.
De volgende berichten kunnen worden
weergegeven:
• Verkeersberichten.
• Voertuigmeldingen.
• Communicatieberichten, zoals
e-mails, SMS-berichten of herinne-
ringen.
• Meldingen voor onderhoud.
De meldingen worden ook weergege-
ven in het statusveld.
Via Toyota Supra Command:
1 “Notifications” (berichten)
2 Selecteer het gewenste bericht.
Het desbetreffende menu wordt
geopend en het bericht wordt weerge-
geven.
Alle berichten die geen voertuigmeldin-
gen zijn kunnen uit de lijst worden ver-
wijderd. De voertuigmeldingen blijven
in de lijst staan zolang ze van toepas-
sing zijn.
Via Toyota Supra Command:
1 “Notifications” (berichten)
Regeldisplay
Helderheid
De content van het hoofdmenu
selecteren
Berichten
Principe
Algemeen
Berichten oproepen
Berichten wissen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 69 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
71
3
Handleiding Supra 3-1. OVERZICHT
OVERZICHT
Volg de instructies op het regeldisplay.
Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Data privacy” (gegevensbescher-
ming)
4 Selecteer de gewenste instelling.
Afhankelijk van het gebruik kunnen per-
soonlijke gegevens in de auto worden
opgeslagen, zoals voorkeuzezenders
van de radio. Deze persoonlijke gege-
vens kunnen permanent worden gewist
met behulp van Toyota Supra Com-
mand.
Afhankelijk van de uitrusting van uw
auto kunnen de volgende gegevens
worden gewist:
• Instellingen bestuurdersprofiel.
• Voorkeuzezenders radio.
• Onder de voorkeuzetoetsen opge- slagen gegevens.
• Waarden van de dagteller en boord-
computer.
• Muziekharddisk.
• Navigatiegegevens, zoals opgesla-
gen bestemmingen.
• Telefoonboek.
• Online gegevens, zoals favorieten
en cookies. • Agendagegevens, zoals gesproken
herinneringen.
• Inloggegevens.
Het wissen van gegevens kan maxi-
maal 15 minuten duren.
Het wissen van gegevens is uitsluitend
mogelijk bij stilstaande auto.
Volg de instructies op het regeldisplay.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Data privacy” (gegevensbescher-
ming)
4 “Delete personal data” (persoon-
lijke gegevens wissen)
5 “Delete personal data” (persoon-
lijke gegevens wissen)
6 OK
7 Verlaat en vergrendel de auto.
Het wissen is na 15 minuten voltooid.
Als niet alle gegevens zijn gewist, her-
haal dan indien nodig de wisprocedure.
Schakel de Drive Ready-modus in om
het wissen van de gegevens af te bre-
ken.
Inschakelen/uitschakelen
In de auto opgeslagen
persoonlijke gegevens wissen
Principe
Algemeen
Voorwaarden voor werking
Gegevens wissen
Het wissen afbreken
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 71 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
72
Handleiding Supra3-1. OVERZICHT
In de bestuurdersprofielen kunnen per-
soonlijke instellingen van verschillende
bestuurders worden opgeslagen en
desgewenst worden opgeroepen.
Er zijn drie profielen beschikbaar
waarin persoonlijke voorkeursinstellin-
gen voor de auto kunnen worden opge-
slagen. Elke afstandsbediening is
gekoppeld aan één van deze bestuur-
dersprofielen.
Wanneer de auto wordt ontgrendeld
met een afstandsbediening, wordt het
daaraan toegewezen bestuurderspro-
fiel geactiveerd. Alle in het bestuurders-
profiel opgeslagen instellingen worden
automatisch toegepast.
Als er meerdere bestuurders met een
eigen afstandsbediening zijn, wordt de
auto bij het ontgrendelen ingesteld op
hun persoonlijke instellingen. Deze
instellingen worden ook hersteld nadat
de auto is gebruikt door iemand met
een andere afstandsbediening.
Wijzigingen in instellingen worden auto-
matisch opgeslagen in het op dat
moment gebruikte bestuurdersprofiel.
Als een ander bestuurdersprofiel wordt
geselecteerd via
Toyota Supra Com-
mand, worden de daarin opgeslagen
instellingen automatisch toegepast. Het
nieuwe bestuurderspr ofiel wordt toege-
wezen aan de afstandsbediening die
momenteel wordt gebruikt. Er is ook een gastprofiel beschikbaar
dat niet is toegewezen aan een
afstandsbediening. Dit kan worden
gebruikt om instellingen van de auto te
wijzigen zonder de persoonlijke
bestuurdersprofielen te veranderen.
Om ervoor te zorgen dat het juiste
bestuurdersprofiel kan worden inge-
steld, moet het systeem de gedetec-
teerde afstandsbediening uitsluitend
aan de bestuurder kunnen toekennen.
Daarvoor moet aan de volgende voor-
waarden worden voldaan:
• De bestuurder heeft alleen zijn eigen
afstandsbediening bij zich.
• De bestuurder ontgrendelt de auto.
• De bestuurder stapt in via het
bestuurdersportier.
De naam van het op dat moment
gebruikte bestuurdersprofiel wordt
weergegeven als het regeldisplay wordt
ingeschakeld.
Selecteer een bestuurdersprofiel, zie
blz. 73.
Zodra de motor wordt gestart of op een
toets wordt gedrukt, wordt het laatst
geselecteerde display weergegeven op
het regeldisplay.
Annuleren van het welkomstscherm via
Toyota Supra Command: OK
Bestuurdersprofielen
Principe
Algemeen
Voorwaarden voor werking
Momenteel gebruikt
bestuurdersprofiel
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 72 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
73
3
Handleiding Supra 3-1. OVERZICHT
OVERZICHT
De instellingen voor
de volgende syste-
men en functies worden opgeslagen in
het op dat moment gebruikte bestuur-
dersprofiel. Het is afhankelijk van het
land en de uitrusting welke instellingen
kunnen worden opgeslagen.
• Ontgrendelen en vergrendelen.
• Verlichting.
• Airconditioning.
• Radio.
• Instrumentenpaneel.
• Voorkeuzetoetsen.
• Geluidsvolumes.
• Regeldisplay.
• Parkeersensoren
• Achteruitrijcamera.
• Head-up display.
• SPORT-modusschakelaar.
• Zitpositie, stand van de buitenspie- gels.
De via het stoelverstellingsgeheugen inge-
stelde posities en de laatste positie worden
opgeslagen.
• Cruise control.
• Toyota Supra Safety.
Ongeacht de gebruikte afstandsbedie-
ning kan een ander bestuurdersprofiel
worden opgeroepen. Dit geeft de
bestuurder de mogelijkheid zijn per-
soonlijke voorkeursinstellingen op te
roepen, ook al heeft hij de auto ont-
grendeld met de afstandsbediening van
een andere bestuurder.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto) 2
“Driver profiles” (bestuurdersprofie-
len)
3 Selecteer een bestuurdersprofiel.
4 OK
• De in het geselecteerde bestuur- dersprofiel opgeslagen instellingen
worden automatisch toegepast.
• Het geselecteerde bestuurderspro-
fiel wordt toegewezen aan de
afstandsbediening die momenteel
wordt gebruikt.
• Als het bestuurders profiel al aan een
andere afstandsbediening is toege-
wezen, is dit vanaf dat moment van
toepassing op beide afstandsbedie-
ningen.
In het gastprofiel kunnen persoonlijke
instellingen worden opgeslagen die niet
in een van de drie bestuurdersprofielen
worden opgeslagen.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Driver profiles” (bestuurdersprofie-
len)
3 “Drive off (guest)” (wegrijden (gast))
4 OK
Het gastprofiel kan niet worden her-
noemd. Het wordt niet toegewezen aan
de op dat moment gebruikte afstands-
bediening.
Om verwarring van bestuurdersprofie-
len te voorkomen is het mogelijk om het
op dat moment gebruikte bestuurders-
profiel een eigen naam te geven.
Instellingen
Profielbeheer
Een bestuurdersprofiel selecteren
Gastprofiel
Het bestuurdersprofiel hernoemen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 73 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
76
Handleiding Supra3-1. OVERZICHT
Het gebruik van de volgende typen
connectiviteit vereist een eenmalige
koppeling met de auto:
• Bluetooth.
• Apple CarPlay.
• Screen Mirroring.
De gekoppelde apparaten worden ver-
volgens automatisch
herkend en ver-
bonden met de auto. • Het apparaat is compatibel met
Bluetooth.
• Het apparaat is ingeschakeld.
• Bluetooth is zowel bij het apparaat als bij de auto ingeschakeld, zie
blz. 76.
• Mogelijk moeten er vooraf bepaalde Bluetooth-instellingen op het appa-
raat worden gewijzigd, zoals de
zichtbaarheid van het apparaat.
Raadpleeg de handleiding van het
apparaat.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Settings” (instellingen)
5 “Bluetooth”
FunctieType
connectiviteit
Bellen via het hands-
free-systeem.
Bedienen van telefoon-
functies via Toyota Supra
Command.
De agendafuncties van de
smartphone gebruiken.
Bluetooth.
Muziek vanaf een smart-
phone of audiospeler
afspelen.Bluetooth of
USB.
Compatibele apps bedie-
nen via Toyota Supra
Command.Bluetooth of
USB.
USB-opslagmedium:
Exporteren en importeren
van bestuurdersprofielen.
Importeren en exporteren
van opgeslagen routes.
Muziek afspelen.
USB.
Video's vanaf een smart-
phone of USB-apparaat
afspelen.
USB.
Apple CarPlay-apps
bedienen via Toyota Supra
Command en via spraak-
commando's.
Bluetooth en
WLAN.
Screen Mirroring: het
scherm van de smart-
phone weergeven op het
regeldisplay.
WLAN.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het bedienen van geïntegreerde informa-
tiesystemen en communicatieapparatuur
tijdens een rit kan u afleiden van het ver-
keer. U kunt de controle over de auto ver-
liezen. Er bestaat een kans op ongevallen.
Gebruik de systemen of apparatuur alleen
als de verkeerssituatie dit toelaat. Stop
indien nodig en bedien de systemen of
apparatuur terwijl de auto stilstaat.
Bluetooth-verbinding
Voorwaarden voor werking
Bluetooth inschakelen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 76 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
77
3
Handleiding Supra 3-1. OVERZICHT
OVERZICHT
Om alle ondersteunde functies van een
mobiele telefoon te kunnen gebruiken,
moeten de volgende functies zijn geac-
tiveerd voordat de mobiele telefoon aan
de auto wordt gekoppeld.
Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Settings” (instellingen)
5 Selecteer de gewenste instelling.
• “Office” (agenda)
Activeer deze functie voor de overdracht van
SMS-berichten, e-mails, de agenda, taken,
memo's en herinneringen naar de auto. Aan
de overdracht van alle gegevens naar de
auto kunnen kosten zijn verbonden.
• “Contact pictures” (foto's contacten)
Activeer deze functie om foto's bij de contac-
ten weer te geven.
6 Kantel de controller naar links.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Connect new device” (verbind
nieuw apparaat)
5 Selecteer de volgende functies: • “Telephone” (telefoon)
• “Bluetooth audio”
• “Apps”
• “Apple CarPlay”
• “Screen Mirroring”
De Bluetooth-naam van de auto wordt weer-
gegeven in het regeldisplay.
6
Zoek op het mobiele apparaat naar
Bluetooth-apparaten in de omge-
ving.
De Bluetooth-naam van de auto wordt weer-
gegeven op het scherm van het mobiele
apparaat.
Selecteer de Bluetooth-naam van de auto.
7Afhankelijk van het mobiele appa-
raat wordt een controlenummer
weergegeven of moet u zelf het
controlenummer invoeren.
• Vergelijk het controlenummer dat op het regeldisplay wordt weergegeven
met het controlenummer op het
scherm van het apparaat.
Bevestig het controlenummer op het appa-
raat en op het regeldisplay.
• Voer hetzelfde controlenummer in op het apparaat en via Toyota Supra
Command en bevestig vervolgens.
Het apparaat is verbonden en wordt weerge-
geven in de apparatenlijst, zie blz. 81
Er kunnen zich gevallen voordoen
waarin het mobiele apparaat niet functi-
oneert zoals verwacht, hoewel aan alle
voorwaarden is voldaan en alle nood-
zakelijke stappen in de juiste volgorde
zijn uitgevoerd. Desalniettemin functio-
neert het mobiele apparaat niet zoals
verwacht.
Telefoonfuncties
inschakelen/uitschakelen
Het mobiele apparaat koppelen
aan de auto
Veelgestelde vragen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
77 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
81
3
Handleiding Supra 3-1. OVERZICHT
OVERZICHT
steeds niet beschikbaar is contact op
met de klantenservice, een erkende
Toyota-dealer of hers
teller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Met Screen Mirroring kan het scherm
van de smartphone worden weergeven
op het regeldisplay.
• Een smartphone die compatibel is
met Screen Mirroring.
• Screen Mirroring is ingeschakeld op de smartphone.
• WLAN is ingeschakeld in de auto.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Settings” (instellingen)
5 “Vehicle WiFi” (wifi van auto) Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “System settings” (systeeminstellin-
gen)
3 “Mobile devices” (mobiele appara-
ten)
4 “Connect new device” (verbind
nieuw apparaat)
5 “Screen Mirroring”
De WLAN-naam van de auto wordt weerge-
geven in het regeldisplay.
6Zoek op de smartphone naar
WLAN-apparaten in de omgeving.
De WLAN-naam van de auto wordt weerge-
geven op het scherm van het apparaat.
Selecteer de WLAN-naam van de auto.
7Bevestig de verbin ding via Toyota
Supra Command.
Het apparaat is verbonden en wordt
weergegeven in de apparatenlijst, zie
blz. 81
• Na een eenmalige registratie worden apparaten automati sch gedetecteerd
en wordt er automatisch verbinding
mee gemaakt als de standby-modus
wordt ingeschakeld.
• De op de simkaart of in de mobiele telefoon opgeslagen gegevens wor-
den na de detectie naar de auto
overgedragen.
Screen Mirroring
Algemeen
Voorwaarden voor werking
WLAN inschakelen
De smartphone met Screen
Mirroring registreren
Mobiele apparaten beheren
Algemeen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 81 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
4
85
Handleiding Supra
4
BEDIENING
BEDIENING
.4-1. BEDIENINGOpenen en sluiten .................... 86
Stoelen, spiegels en stuurwiel .............................. 104
Veilig vervoeren van kinderen .............................. 117
Rijden .................................... 144
Displays ................................. 161
Verlichting .............................. 184
Veiligheid ............................... 192
Rijstabiliteitsregelsystemen ... 229
Rijassistentiesystemen .......... 234
Rijcomfort .............................. 262
Klimaat................................... 263
Interieur ................................. 272
Opbergmogelijkheden ........... 276
Bagageruimte ........................ 278
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 85 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM