209
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
De radarsensor bevindt zich in het
onderste deel van de voorbumper.
Houd de radarsensor schoon en zorg
ervoor dat hij niet wordt afgedekt.
Het systeem wordt aan het begin van
elke rit automatisch ingeschakeld.
Het menu voor de Toyota Supra
Safety-systemen wordt weergegeven.
Als alle Toyota Supra Safety-systemen
waren uitgeschakeld, worden alle sys-
temen nu ingeschakeld.
“Customise Settings” (persoonlijke
voorkeursinstellingen): afhankelijk van
de uitrusting kunnen de Toyota Supra
Safety-systemen afzonderlijk worden
geconfigureerd. De afzonderlijke instel-
lingen worden ingeschakeld en opge-
slagen voor het op dat moment
gebruikte bestuurders
profiel. Zodra een instelling wordt gewijzigd in het menu,
worden alle instellingen in het menu
ingeschakeld.
De instelling schakelt tussen het onder-
staande:
ALL ON (alles ingeschakeld): alle
Toyota Supra Safety-systemen zijn
ingeschakeld. De basisinstellingen wor-
den ingeschakeld voor de subfuncties.
“Customise” (aanpassen): de Toyota
Supra Safety-systemen worden inge-
schakeld overeenkom
stig de afzonder-
lijke instellingen.
Sommige Toyota Supra Safety-syste-
men kunnen niet afzonderlijk worden
uitgeschakeld.
Alle Toyota Supra Safety-systemen
worden uitgeschakeld.
Met radarsensor
In-/uitschakelen
Automatisch inschakelen
Handmatig in-/uitschakelen
Druk op de toets.
Druk herhaaldelijk op de toets.
Houd de toets ingedrukt.
ToetsStatus
Controlelampje brandt groen:
alle Toyota Supra Safety-sys- temen zijn ingeschakeld.
Controlelampje brandt oranje: sommige Toyota Supra
Safety-systemen zijn uitge-
schakeld of op dat moment niet beschikbaar.
Controlelampje brandt niet:
alle Toyota Supra Safety-sys- temen zijn uitgeschakeld.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 209 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
211
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
benodigde remkracht toegepast. Rem-
hulp vereist dat het rempedaal vooraf
voldoende snel en stevig wordt inge-
trapt.
Het systeem kan ook helpen door de
auto automatisch af te remmen wan-
neer het risico op een aanrijding
bestaat.
Bij lage snelheden kan de auto tot stil-
stand worden afgeremd.
Afremmen in de stad: reminterventie
vindt plaats bij snelheden tot maximaal
ongeveer 85 km/h.
Met radarsensor: re
minterventie vindt
plaats bij snelheden tot maximaal onge-
veer 250 km/h.
Bij snelheden boven ongeveer 210
km/h vindt de reminterventie plaats in
de vorm van een kort e schok. Er wordt
niet automatisch gedecelereerd.
Het remmen kan worden onderbroken
door het gaspedaal in te trappen of
door het stuurwiel actief te bewegen.
De signalering van objecten is mogelijk
beperkt. Houd rekening met de grenzen
van het detectiebereik en de functio-
nele beperkingen. Het detectievermogen van het systeem
is beperkt.
Alleen objecten die door het systeem
zijn gesignaleerd, worden in aanmer-
king genomen.
Daarom reageert het systeem mogelijk
niet of reageert het vertraagd.
Het is mogelijk dat de onderstaande
zaken niet worden gesignaleerd, bij-
voorbeeld:
Bij het met hoge snelheid naderen
van een langzaam rijdend voertuig.
Voertuigen die u plotseling snijden of
die sterk afremmen.
Voertuigen met een ongebruikelijk
uitziende achterzijde.Beperkingen van het systeem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Door werkingslimieten van het systeem
kan het voorkomen dat het systeem hele-
maal niet, te laat, onjuist of ten onrechte
reageert. Er bestaat een kans op ongeval-
len en schade.
Houd rekening met de informatie over de
beperkingen van het systeem en grijp
indien nodig actief in.
Detectiegebied
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 211 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
212
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
Tweewielers die voor u rijden.
Bij snelheden boven ongeveer 250
km/h wordt het systeem tijdelijk uitge-
schakeld. Zodra de snelheid weer
onder deze waarde komt, reageert het
systeem weer overeenkomstig de
instellingen.
Het systeem werkt in de volgende situ-
aties mogelijk niet optimaal, bijvoor-
beeld:
In dichte mist, onder natte omstan-
digheden of bij sneeuw.
In scherpe bochten.
Wanneer Vehicle Stability Con-
trol-systemen zijn beperkt of uitge-
schakeld, bijvoorbeeld VSC OFF.
Als het gezichtsveld van de camera
of de voorruit vóór de binnenspiegel
vuil of afgedekt is.
Als de camera oververhit is geraakt
als gevolg van extreem hoge tempe-
raturen en tijdelijk is gedeactiveerd.
Maximaal 10 s na het starten van de
motor met behulp van de startknop.
Tijdens het kalibratieproces van de
camera direct na aflevering van de
auto.
Bij langdurige verblinding door
tegenlicht, bijvoorbeeld wanneer de
zon laag aan de hemel staat.
Afhankelijk van de uitvoering: als de
radarsensoren vuil of afgedekt zijn.
Afhankelijk van de uitvoering: na
onjuist uitgevoerde werkzaamheden aan het lakwerk van de auto in de
buurt van de radarsensoren.
Het bevestigen van objecten, bijvoor-
beeld stickers of emblemen, in het
gebied van de radarstraal zal ook de
werking van de radarsensoren schaden
en kan zelfs tot gevolg hebben dat deze
falen.
Des te gevoeliger de waarschuwingen
(bijvoorbeeld waarschuwingstijd) zijn
ingesteld, des te meer waarschuwingen
er worden weergegeven. Hierdoor wor-
den er mogelijk meer voortijdige of
ongerechtvaardigde waarschuwingen
en reacties gegeven.
Het systeem kan ongevallen met voet-
gangers en fietsers helpen voorkomen.
Als een ongeval niet kan worden ver-
meden, helpt het systeem de snelheid
van de aanrijding te verlagen.
Het systeem waarschuwt voor het
mogelijke risico op een aanrijding in
stadsverkeer en remt indien nodig auto-
matisch.
Bij snelheden boven ongeveer 5 km/h
waarschuwt het systeem voor het
mogelijke risico op een aanrijding met
een voetganger of fietser.
Maximale snelheidslimiet
Functionele beperkingen
Gevoeligheid van de waarschuwingen
Pre-Crash Safety-systeem
(voor voetgangers en fietsers)
Principe
Algemeen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
212 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
213
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
Er wordt rekening gehouden met voet-
gangers en fietsers wanneer deze bin-
nen het detectiebereik van het systeem
worden gesignaleerd.
Het systeem wordt geregeld door de
volgende sensoren, afhankelijk van de
uitrusting:
Camera in het gebied van de bin-
nenspiegel.
Radarsensor in de voorbumper.
De detectiezone vóór de auto bestaat
uit twee delen:
Centrale zone, pijl 1, direct vóór de
auto.
Uitgebreide zone, pijl 2, rechts en
links van het centrale gebied.
Er bestaat een risico op een aanrijding
wanneer personen zich in de centrale
zone bevinden. Er wordt alleen een
waarschuwing gegeven voor personen
in de uitgebreide zone wanneer deze
zich in de richting van de centrale zone
bewegen. DetectiegebiedVeiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Het systeem ontslaat u niet van uw per-
soonlijke verantwoordelijkheid om de
zichtbaarheid en verkeerssituatie goed in
te schatten. Er bestaat een kans op onge-
vallen. Pas uw rijstijl aan de omstandighe-
den op de weg aan. Houd de
verkeerssituatie in de gaten en grijp in als
de situatie dit vereist.
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan
u niet van uw verantwoordelijkheid om vei-
lig te rijden. Systeembeperkingen kunnen
betekenen dat waarschuwingen of reac-
ties van het systeem niet of te laat worden
gegeven, onjuist worden gegeven of zon-
der rechtvaardiging worden gegeven. Er
bestaat een kans op ongevallen. Pas uw
rijstijl aan de omstandigheden op de weg
aan. Houd de verkeerssituatie in de gaten
en grijp in als de situatie dit vereist.
WAARSCHUWING
Als gevolg van systeembeperkingen wer-
ken individuele functies
mogelijk niet cor-
rect bij het starten door aanslepen/slepen
terwijl de Toyota Supra Safety-systemen
zijn ingeschakeld. Er bestaat een kans op
ongevallen. Schakel voor het starten door
aanslepen/slepen alle Toyota Supra
Safety-systemen uit.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 213 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
214
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
De camera bevindt zich aan de voor-
zijde van de binnenspiegel.
Houd de voorruit schoon en onafgedekt
in het gedeelte voor de binnenspiegel.
De radarsensor bevindt zich in het
onderste deel van de voorbumper.
Houd de radarsensor schoon en zorg
ervoor dat hij niet wordt afgedekt.
Het systeem wordt aan het begin van
elke rit automatisch ingeschakeld.
Het menu voor de Toyota Supra
Safety-systemen wordt weergegeven.
Als alle Toyota Supra Safety-systemen
waren uitgeschakeld, worden alle sys-
temen nu ingeschakeld.
“Customise Settings” (persoonlijke
voorkeursinstellingen): afhankelijk van
de uitrusting kunnen de Toyota Supra
Safety-systemen afzonderlijk worden
geconfigureerd. De afzonderlijke instel-
lingen worden ingeschakeld en opge-
slagen voor het op dat moment ge-
bruikte bestuurdersprofiel. Zodra een
Overzicht
Toets in de auto
Toyota Supra Safety
Camera
Met radarsensor
In-/uitschakelen
Automatisch inschakelen
Handmatig in-/uitschakelen
Druk op de toets.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 214 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
216
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
van het detectiebereik en de functio-
nele beperkingen.
Het systeem reageert op voetgangers
en fietsers wanneer uw eigen snelheid
lager is dan ongeveer 85 km/h.
Het detectievermogen van het systeem
is beperkt.
Hierdoor geeft het systeem mogelijk
geen waarschuwingen of worden de
waarschuwingen pas laat gegeven.
Het is mogelijk dat de onderstaande
zaken niet worden gesignaleerd, bij-
voorbeeld:
Gedeeltelijk verborgen voetgangers.
Voetgangers die niet als zodanig
worden gesignaleerd, als gevolg van
de kijkhoek of contouren.
Voetgangers buiten het detectiebe-
reik.
Voetgangers die kleiner zijn dan
ongeveer 80 cm. Het systeem werkt in
sommige situaties
mogelijk niet optimaal, bijvoorbeeld:
In dichte mist, onder natte omstan-
digheden of bij sneeuw.
In scherpe bochten.
Wanneer het Vehicle Stability Con-
trol-systeem is ui tgeschakeld, bij-
voorbeeld VSC OFF.
Als het gezichtsveld van de camera
of de voorruit vóór de binnenspiegel
vuil of afgedekt is.
Als de camera oververhit is geraakt
als gevolg van extreem hoge tempe-
raturen en tijdelijk is gedeactiveerd.
Afhankelijk van de uitvoering: als de
radarsensoren vuil of afgedekt zijn.
Afhankelijk van de uitrusting van de
auto: na onjuist uitgevoerde werk-
zaamheden aan het lakwerk van de
auto.
Maximaal 10 s na het starten van de
motor met behulp van de startknop.
Tijdens het kalibratieproces van de
camera direct na aflevering van de
auto.
Bij langdurige verblinding door
tegenlicht, bijvoorbeeld wanneer de
zon laag aan de hemel staat.
In het donker.
Het bevestigen van objecten (bijvoor-
beeld stickers of folie) in het gebied van
de radarstraal zal ook de werking van
de radarsensoren schaden en kan zelfs
tot gevolg hebben dat deze falen.
Beperkingen van het systeem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Door werkingslimieten van het systeem
kan het voorkomen dat het systeem hele-
maal niet, te laat, onjuist of ten onrechte
reageert. Er bestaat een kans op ongeval-
len en schade.
Houd rekening met de informatie over de
beperkingen van het systeem en grijp
indien nodig actief in.
Maximale snelheidslimiet
Detectiegebied
Functionele beperkingen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 216 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
221
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
Het systeem werkt in
de volgende situ-
aties mogelijk niet optimaal, bijvoor-
beeld:
In dichte mist, onder natte omstan-
digheden of bij sneeuw.
Wanneer er ontbrekende, versleten,
slecht zichtbare, samenko-
mende/scheidende of onduidelijke
rijstrookmarkeringen zijn, bijvoor-
beeld in gebieden waar wegwerk-
zaamheden plaatsvinden.
Als rijstrookmarkeringen bedekt zijn
met sneeuw, ijs, vuil of water.
In scherpe bochten of op smalle
wegen.
Als de rijstrookmarkeringen niet wit
zijn.
Als rijstrookmarkeringen door objec-
ten worden overschaduwd.
Als de auto te dicht achter een voor-
ligger rijdt.
Bij langdurige verblinding door
tegenlicht, bijvoorbeeld wanneer de
zon laag aan de hemel staat.
Als het gezichtsveld van de camera
of de voorruit vóór de binnenspiegel
vuil of afgedekt is.
Als de camera oververhit is geraakt
als gevolg van extreem hoge tempe-
raturen en tijdelijk is gedeactiveerd.
Maximaal 10 s na het starten van de
motor met behulp van de startknop.
Tijdens het kalibratieproces van de
camera direct na aflevering van de
auto.
Er wordt mogelijk een voertuigmelding
weergegeven bij beperkte functionali-
teit.
De Blind Spot Monitor signaleert voer-
tuigen in de dode hoek of voertuigen
die van achteren naderen in de aan-
grenzende rijstrook. In deze situaties
wordt een waarschuwing in verschil-
lende gradaties gegeven.
Vanaf een minimumsnelheid bewaken
twee radarsensoren in de achterbum-
per het gebied achter en naast de auto.
Beperkingen van het systeem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Door werkingslimieten van het systeem
kan het voorkomen dat het systeem hele-
maal niet, te laat, onjuist of ten onrechte
reageert. Er bestaat een kans op ongeval-
len en schade.
Houd rekening met de informatie over de
beperkingen van het systeem en grijp
indien nodig actief in.
Functionele beperkingen
Blind Spot Monitor
Principe
Algemeen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 221 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
222
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
De minimumsnelheid is landspecifiek
en wordt weergegeven in het menu
voor de Toyota S
upra Safety-systemen.
Het systeem geeft aan wanneer voer-
tuigen zich in de dode hoek bevinden,
pijl 1, of van achteren in de aangren-
zende rijstrook naderen, pijl 2.
Het lampje in de buitenspiegel gaat
gedimd branden.
Voordat van rijstrook wordt gewisseld
met ingeschakelde richtingaanwijzer,
geeft het systeem in de bovenstaande
situaties een waarschuwing.
Het lampje in de buitenspiegel knippert
en het stuurwiel trilt.
De radarsensoren bevinden zich in de
achterbumper.
Houd de bumpers schoon en het
gedeelte van de radarsensoren onafge-
dekt.
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Het systeem ontslaat u niet van uw per-
soonlijke verantwoordelijkheid om de
zichtbaarheid en verkeerssituatie goed in
te schatten. Er bestaat een kans op onge-
vallen. Pas uw rijstijl aan de omstandighe-
den op de weg aan. Houd de
verkeerssituatie in de gaten en grijp in als
de situatie dit vereist.
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan
u niet van uw verantwoordelijkheid om vei-
lig te rijden. Systeembeperkingen kunnen
betekenen dat waarschuwingen of reac-
ties van het systeem niet of te laat worden
gegeven, onjuist worden gegeven of zon-
der rechtvaardiging worden gegeven. Er
bestaat een kans op ongevallen. Pas uw
rijstijl aan de omstandigheden op de weg
aan. Houd de verkeerssituatie in de gaten
en grijp in als de situatie dit vereist.
Overzicht
Toets in de auto
Toyota Supra Safety
Radarsensoren
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 222 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM