Page 201 of 610

199
3
3-5. Openen en sluiten van de ruiten
Voordat u gaat rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
*: Indien aanwezig
■Openen en sluiten
1 Opent het schuifdak
*
Het schuifdak stopt iets voordat het volledig
geopend is om windgeruis te beperken. Druk
nogmaals op de schakelaar om het schuif-
dak volledig te openen.
2Sluit het schuifdak*
*: Druk licht op een zijde van de schuifdak-
schakelaar om de beweging van het
schuifdak in een tussenstand te stoppen.
■Omhoog en omlaag kantelen
1 Kantelt het schuifdak omhoog
*
2Kantelt het schuifdak omlaag*
*: Druk licht op een zijde van de schuifdak-
schakelaar om de beweging van het
schuifdak in een tussenstand te stoppen.
■Het schuifdak kan worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Bedienen van het schuifdak nadat het
hybridesysteem is uitgeschakeld
Ook nadat het contact in stand ACC of UIT is
gezet, kan het schuifdak nog gedurende
ongeveer 45 seconden worden bediend. Het
kan echter niet meer worden bediend als een
van de voorportieren is geopend.
■Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten of naar beneden kante-
len een object bekneld raakt tussen het
schuifdak en het frame, stopt de beweging
van het schuifdak en wordt het weer iets
geopend.
■Zonnescherm
Het zonnescherm kan met de hand worden
geopend en gesloten. Bij het openen van het
schuifdak zal het zonnescherm echter auto-
matisch ook worden geopend.
Schuifdak*
Het schuifdak kan met behulp van
de schakelaars in de dakconsole
open en dicht worden geschoven
en naar boven en beneden worden
gekanteld.
Bedienen van het schuifdak
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 199 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 202 of 610

2003-5. Openen en sluiten van de ruiten
COROLLA HV_TMMT_EE
■Aan portierslot gekoppelde werking
schuifdak
●Het schuifdak kan worden geopend en
gesloten met behulp van de mechanische
sleutel.
* ( Blz. 558)
●Het schuifdak kan worden geopend en
gesloten met behulp van de afstandsbe-
diening.
* ( Blz. 133)*: Deze instellingen moeten aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als het schuifdak niet normaal sluit
Ga als volgt te werk:
●Als het schuifdak sluit, maar dan weer een
stukje opengaat
1 Breng de auto tot stilstand.
2 Houd de schakelaar CLOSE ingedrukt.
*1
Het schuifdak gaat dicht, gaat weer open en
stopt ongeveer 10 seconden.*2 Vervolgens
gaat het weer dicht, kantelt het omhoog en
stopt het ongeveer 1 seconde. Ten slotte
kantelt het schuifdak omlaag, waarna het
opent en sluit.
3 Controleer of het schuifdak geheel geslo-
ten is en laat dan de schakelaar los.
●Als het schuifdak oml aag kantelt maar dan
weer omhoog kantelt
1 Breng de auto tot stilstand.
2 Houd de toets UP ingedrukt
*1 totdat het
schuifdak omhoogkantelt en stopt.
3 Laat de toets UP even los en houd de
toets UP weer ingedrukt.
*1
Het schuifdak blijft ongeveer 10 seconden in
de omhooggekantelde positie staan.*2 Ve r -
volgens wordt de stand enigszins bijgesteld
en stopt het dak ongeveer 1 seconde. Ten
slotte kantelt het schuifdak omlaag, waarna
het opent en sluit.
4 Controleer of het schuifdak geheel geslo-
ten is en laat dan de schakelaar los.
*1: Als de schakelaar niet op het juiste
moment wordt losgelaten, moet de proce-
dure helemaal opnieuw worden uitge-
voerd.
*2: Als de schakelaar wordt losgelaten nadat er 10 seconden is gewacht, wordt de
automatische functie uitgeschakeld. Houd
in dat geval de toets CLOSE of UP inge-
drukt. Het schuifdak kantelt omhoog en
blijft gedurende ongeveer 1 seconde in
die stand. Dan kantelt het omlaag, gaat
open en sluit. Controleer of het schuifdak
geheel gesloten is en laat dan de schake-
laar los.
Als het schuifdak ook na het op de juiste
wijze uitvoeren van bovenstaande procedure
niet volledig sluit, laat dan uw auto controle-
ren door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 581)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
■Openen van het schuifdak
●Laat geen van de inzittenden tijdens het
rijden zijn/haar hand of hoofd buiten de
auto uit steken.
●Ga niet op het schuifdak zitten.
■Openen en sluiten van het schuifdak
●De bestuurder is verantwoordelijk voor
het openen en sluiten van het schuifdak.
Laat, om onbedoelde bediening, met
name door kinderen, te voorkomen, het
schuifdak niet door kinderen bedienen.
Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel
van een kind of een andere passagier
klem komt te zitten tussen het schuif-
dak.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 200 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 203 of 610

201
3
3-5. Openen en sluiten van de ruiten
Voordat u gaat rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
WAARSCHUWING
●Controleer of geen van de inzittenden
een lichaamsdeel naar buiten steekt dat
bekneld zou kunnen raken als het
schuifdak bediend wordt.
●Wanneer het schuifdak wordt bediend
met de afstandsbediening of mechani-
sche sleutel, bedien dan het schuifdak
nadat u hebt gecontroleerd of er geen
risico is dat een passagier met een
lichaamsdeel bekneld kan raken tussen
het schuifdak. Laat kinderen het schuif-
dak niet bedienen via de afstandsbedie-
ning of mechanische sleutel. Het kan
gebeuren dat een lichaamsdeel van een
kind of een andere passagier klem komt
te zitten tussen het schuifdak.
●Wanneer u uit de auto stapt, zet dan het
contact UIT en neem de sleutel en het
kind met u mee. Anders kan het kind de
auto mogelijk onbedoeld, uit katten-
kwaad, enz. bedienen, wat tot een
ongeval kan leiden.
■Klembeveiliging
●Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzette
lijk te activeren.
●Mogelijk werkt de klembeveiliging net
voordat het schuifdak volledig sluit niet.
Ook is de klembeveiliging niet ontwor-
pen om te werken terwijl de schuifdak-
schakelaar wordt ingedrukt. Let erop dat
uw vingers, enz. niet bekneld raken.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 201 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 204 of 610
2023-5. Openen en sluiten van de ruiten
COROLLA HV_TMMT_EE
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 202 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 205 of 610

4
203
4
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
Rijden
.4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 204
Lading en bagage .................. 210
Rijden met een aanhangwagen.................... 211
4-2. Rijprocedures
Startknop ............................... 217
EV-modus .............................. 221
Hybridetransmissie ................ 223
Richtingaanwijzer- schakelaar ........................... 226
Parkeerrem ............................ 227
Brake Hold ............................. 230
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 232
AHB (Automatic High Beam).................................. 235
Schakelaar mistlampen ......... 237
Ruitenwissers en -sproeiers .. 238
4-4. Tanken
Openen van de tankdop ........ 2424-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense .............. 244
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) .............................. 256
LTA (Lane Tracing Assist)....... 265
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik .................... 274
Cruise control ......................... 284
Snelheidsbegrenzer ............... 287
RSA (Road Sign Assist) ......... 290
BSM (Blind Spot Monitor)....... 294
Toyota Parking Assist- sensor .................................. 311
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert).......................... 319
PKSB (Parking Support Brake) ...... 323
Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten)... 330
Parking Support Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden) ............... 336
S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem) ...... 340
Rijmodusselectieschakelaar... 365
GPF-systeem (benzineroetfilter) ................. 366
Ondersteunende systemen .... 367
4-6. Rijtips Rijden met een hybrideauto ... 372
Rijden in de winter.................. 374
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 203 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 206 of 610

2044-1. Voordat u gaat rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
4-1.Voordat u gaat rijden
■Starten van het hybridesysteem
Blz. 217
■Rijden
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(Blz. 223)
2 Deactiveer de parkeerrem wanneer
deze in de stand voor handmatige
bediening staat. ( Blz. 227)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te
brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem.
Zet de selectiehendel in stand P als er gedu-
rende langere tijd wordt gestopt. ( Blz. 223)
■Parkeren van de auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in om
de auto volledig tot stilstand te bren-
gen.
2 Activeer de parkeerrem ( Blz. 227)
en zet de selectiehendel in stand P.
( Blz. 223)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Druk op de startknop om het hybri-
desysteem te stoppen. 4
Laat het rempedaal langzaam opko-
men.
5 Vergrendel de portieren nadat u
hebt gecontroleerd of u de elektroni-
sche sleutel bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
■Wegrijden op een steile helling
omhoog
1 Activeer de parkeerrem en zet de
selectiehendel in stand D.
2 Trap het gaspedaal geleidelijk in.
3 Deactiveer de parkeerrem.
■Rijden met een gunstig brandstofver-
bruik
Houd er rekening mee dat hybrideauto's ver-
gelijkbaar zijn met conventionele auto's en
dat het belangrijk is dat u niet plotseling acce-
lereert, enz. ( Blz. 372)
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het
zicht dan minder is, de ruiten beslagen
kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint
te regenen, de weg kan dan immers bij-
zonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er zich
dan immers een waterfilm vormen die het
sturen en remmen kan bemoeilijken.
■Beperken van het vermogen van het
hybridesysteem (Brake Override-sys-
teem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het ver-
mogen van het hybridesysteem mogelijk
beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay ter-
wijl het systeem in werking is.
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 204 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 207 of 610

205
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal (
Blz. 114)
Milieuvriendelijk rijden is gemakkelijker te
realiseren door in de zone ECO-acceleratie
te blijven. Verder is het door binnen de zone
ECO-acceleratie te blijven gemakkelijker om
een goede ECO-score te behalen.
●Bij het wegrijden:
Trap, terwijl u binnen de zone ECO-accelera-
tie blijft, het gaspedaal geleidelijk in en acce-
lereer tot aan de gewenste snelheid. Door
niet overmatig snel te accelereren, kan er
een goede ECO-score voor het wegrijden
worden behaald.
●Tijdens het rijden:
Laat, nadat u de gewenste snelheid hebt
bereikt, het gaspedaal los en rijd met een
constante snelheid binnen de zone
ECO-acceleratie. Door binnen de zone
ECO-acceleratie te blijven, kan er een goede
ECO-score voor het rijden met constante
snelheid worden behaald.
●Bij het tot stilstand brengen van de auto:
Door bij het decelereren het gaspedaal
vroegtijdig los te laten, kan er een goede
ECO-score voor het tot stilstand brengen van
de auto worden behaald.
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling)
●Wanneer de onderstaande ongewone
bediening plaatsvindt, wordt het vermogen
van het hybridesyst eem mogelijk beperkt.
• Wanneer de selectiehendel van R in D, van D in R, van N in R, van P in D of van P
in R wordt gezet (D omvat B) terwijl het
gaspedaal wordt ingetrapt, verschijnt er
een waarschuwingsmelding op het
multi-informatiedisplay. Lees de op het
multi-informatiedisplay weergegeven waar-
schuwingsmelding en volg de aanwijzing
op.
• Wanneer het gaspedaal te diep wordt inge- trapt terwijl de auto in zijn achteruit staat.
●Wanneer de wegrijregeling wordt geacti-
veerd, heeft uw auto mogelijk moeite met
het wegrijden in modder of op verse
sneeuw. Deactiveer in zo'n geval de TRC
( Blz. 368) om de wegrijregeling uit te
schakelen, zodat de auto gemakkelijker
wegrijdt in modder of op verse sneeuw.
■Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto
adviseren wij rekening te houden met onder-
staande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen.
●De eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig met een constante snel- heid.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het
desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brand-
stof verkrijgbaar is. ( Blz. 572)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
■Bij het starten van de auto
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de
auto stilstaat en het controlelampje
READY brandt. Dit voorkomt kruipen van
de auto.
■Tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt,
blindelings het gas- en rempedaal kunt
vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rem- pedaal het gaspedaal intrapt, zal de
auto onverwacht accelereren, wat een
ongeval tot gevolg kan hebben.
• Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw lichaam, waardoor het bedienen van
de pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de
pedalen altijd goed kunt bedienen.
• Zorg dat u altijd in de juiste houding achter het stuur zit, ook als de auto
maar kort hoeft te rijden. Zo kunt u rem-
en gaspedaal goed bedienen.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 205 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 208 of 610

2064-1. Voordat u gaat rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
WAARSCHUWING
• Trap het rempedaal met uw rechtervoet in. Wanneer u het rempedaal met uw
linkervoet intrapt, kan in een noodgeval
uw reactie vertraagd worden, waardoor
een ongeval kan ontstaan.
●Auto's zonder waarschuwingssysteem
naderende auto: De bestuurder moet
extra goed letten op voetgangers als de
auto alleen wordt aangedreven door de
elektromotor (tractiemotor). Aangezien
er geen motorgeluiden zijn, kunnen
voetgangers de beweging van de auto
misschien onjuist inschatten.
●Auto's met waarschuwingssysteem
naderende auto: De bestuurder moet
extra goed letten op voetgangers als de
auto alleen wordt aangedreven door de
elektromotor (tractiemotor). Aangezien
er geen motorgeluiden zijn, kunnen
voetgangers de beweging van de auto
misschien onjuist inschatten. Ook wan-
neer het waarschuwingssysteem voor
een naderende auto is geactiveerd,
dient u voorzichtig te rijden, aangezien
voetgangers in de buurt de auto moge-
lijk nog steeds niet opmerken als er veel
omgevingsgeluid is.
●Rijd niet met de auto over licht ontvlam-
bare materialen en parkeer de auto ook
niet in de buurt van dergelijke materia-
len.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgassen
kunnen zeer heet worden. Deze hete
onderdelen kunnen brand veroorzaken
als er licht ontvlambaar materiaal aan-
wezig is.
●Schakel het hybridesysteem tijdens nor-
maal rijden niet uit. Door het uitschake-
len van het hybridesysteem tijdens het
rijden verliest u niet de controle over het
stuurwiel of de remmen. De stuurbe-
krachtiging werkt echter niet meer. Hier-
door zal het sturen veel zwaarder gaan
dan normaal. Zet in dat geval de auto
aan de kant zodra dit veilig kan.
In geval van nood, bijvoorbeeld als de
auto onmogelijk op de normale manier
tot stilstand kan worden gebracht:
Blz. 508
●Rem bij het afdalen van een steile hel-
ling af op de motor (schakelstand B) om
een veilige snelheid te bewaren.
Het continu gebruiken van de remmen
kan leiden tot oververhitting en een ver-
minderde remwerking. ( Blz. 223)
●Verstel het stuurwiel, de stoel en de bin-
nen- en buitenspiegels niet tijdens het
rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen.
●Controleer altijd of alle passagiers hun
armen, hoofd en andere lichaamsdelen
binnen de auto houden.
■Rijden op glad wegdek
●Door plotseling remmen, accelereren en
sturen kunnen de banden hun grip ver-
liezen, met controleverlies tot gevolg.
●Door plotseling accelereren, afremmen
op de motor als gevolg van schakelen,
of wijzigingen in het motortoerental kan
de auto in een slip raken.
●Trap, nadat u door een plas bent gere-
den, het rempedaal lichtjes in om ervoor
te zorgen dat de remmen goed werken.
Door natte remblokken kan de remwer-
king afnemen. Remmen die aan één
kant van de auto nat zijn en niet goed
werken, kunnen de besturing bemoeilij-
ken.
■Bedienen van de selectiehendel
●Laat de auto niet achteruit rollen als een
van de vooruitvers nellingen is ingescha-
keld of vooruit rollen terwijl de selectie-
hendel in stand R staat.
Als u dit toch doet, kan een ongeval of
schade aan de auto het gevolg zijn.
●Zet de selectiehendel tijdens het rijden
niet in stand P.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het voor-
uitrijden niet in stand R.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 206 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM