Page 217 of 610

215
4
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
■Belangrijke punten met betrek-
king tot het aans
nijden van boch-
ten
De wielen van de aanhangwagen
maken een krappere bocht dan de wie-
len van de auto. Snijd bochten daarom
ruimer aan dan u zou doen als u niet
met een aanhangwagen rijdt.
■Belangrijke punten met betrek-
king tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en krachtige zijwind
zullen de wegligging en het rijgedrag
beïnvloeden. Ook bij het inhalen van
bussen of grote vrachtwagens of het
ingehaald worden door dergelijke voer-
tuigen, kunnen de aanhangwagen en
de auto gaan slingeren. Kijk bij het rij-
den langs dergelijke voertuigen veelvul-
dig in uw spiegels. Verminder vaart
door voorzichtig het rempedaal in te
trappen zodra u ziet dat de aanhang-
wagen gaat slingeren. Houd tijdens het
remmen het stuurwiel altijd in de recht-
uitstand.
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van
uw auto en de aanhangwagen en zorg
ervoor dat er voldoende tussenafstand
is voordat u van rijstrook verandert.
■Informatie over de transmissie
Om maximaal te kunnen profiteren van
de motorremwerking en de laadstroom
tijdens het afremmen op de motor, mag
de transmissie niet in stand D staan.
(Blz. 223)
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op
een lange, steile helling bij buitentem-
peraturen hoger dan 30°C kan ertoe lei-
den dat de motor oververhit raakt. Als de koelvloeistoftemperatuurmeter
aangeeft dat de motor oververhit raakt,
schakel dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand. (
Blz. 563)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wie-
len van de auto en de aanhangwagen.
Zorg ervoor dat de auto goed op de
parkeerrem staat en zet de selectiehen-
del in stand P.
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op.
Anders kunnen zich ongevallen voordoen
die tot ernstig letsel kunnen leiden.
■Voorzorgsmaatregelen bij het rijden
met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhang-
wagen of de maximaal toegestane gewich-
ten niet worden overschreden.
( Blz. 212)
■Rijsnelheid bij het rijden met een
aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het
rijden met een aanhangwagen niet.
■Voor het afrijden van een lange hel-
ling
Minder snelheid en schak el terug. Schakel
bij het afdalen van een lange of steile hel-
ling echter niet plotseling terug.
■Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of
gedurende een langere periode achtereen
in. Anders kan het remsysteem oververhit
raken of kan de remwerking teruglopen.
■Voorkomen van een ongeval of letsel
●Auto's met compact reservewiel: Rijd
niet met een aanhangwagen wanneer
het compacte reservewiel onder uw
auto is gemonteerd.
●Auto's met bandenreparatieset: Rijd niet
met een aanhangwagen wanneer een
band is gemonteerd die is gerepareerd
met de bandenreparatieset.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 215 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 218 of 610
2164-1. Voordat u gaat rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
WAARSCHUWING
●Gebruik de volgende systemen niet bij
het rijden met een aanhangwagen.
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
OPMERKING
■Sluit de aanhangwagenverlichting op
de juiste wijze aan
Onjuiste aansluiting van de aanhangwa-
genverlichting kan schade toebrengen aan
het elektrische systeem van uw auto en
een storing veroorzaken.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 216 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 219 of 610

217
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
4-2.Rijprocedures
1
Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd. ( Blz. 227)
2 Controleer of de selectiehendel in
stand P staat.
3 Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het
multi-informatiedisplay weergegeven. Als dit
niet wordt weergegeven, kan het hybride-
systeem niet worden gestart.
4 Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Eén keer kort en stevig indrukken van de
startknop is voldoende om deze te bedie-
nen. U hoeft de startknop niet ingedrukt te
houden.
Als het controlelampje READY gaat bran-
den, werkt het hybridesysteem normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot het contro-
lelampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit iedere stand
van het contact worden gestart.
5Controleer of het controlelampje
READY brandt.
Als het controlelampje READY uit is, kan er
niet met de auto worden gereden.
■Als het hybridesysteem niet kan wor-
den ingeschakeld
●De startblokkering is mogelijk niet uitge-
schakeld. ( Blz. 83)
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven melding m.b.t. het starten en
volg de aanwijzingen op.
■Als de buitentemperatuur laag is, bij-
voorbeeld bij rijden in de winter
●Als het hybridesysteem gestart wordt, knip-
pert het controlelampje READY mogelijk
lang. Bedien de auto niet totdat het contro-
lelampje READY continu brandt. Continu
branden betekent dat de auto in beweging
kan komen.
●ZWE213-uitvoeringen*: Als het batterijpak-
ket (tractiebatterij) extreem koud is (tempe-
ratuur lager dan ongeveer -30°C) als
gevolg van de buitentemperatuur, kan het
hybridesysteem mogelijk niet gestart wor-
den. Probeer in dat geval het hybridesys-
teem nogmaals te starten nadat de
temperatuur van het batterijpakket is opge-
lopen omdat bijvoorbeeld de buitentempe-
ratuur is gestegen.
*: De modelcode staat vermeld op het type-
plaatje. ( Blz. 570)
■Geluiden en trillingen die kenmerkend
zijn voor een hybrideauto
Blz. 77
■Als de 12V-accu is ontladen
Het hybridesysteem kan niet worden gestart
met het Smart entry-systeem met startknop.
Raadpleeg Blz. 559om het hybridesysteem
opnieuw te starten.
■Leegraken batterij elektronische sleutel
Blz. 497
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Blz. 141
Startknop
Als u de volgende handelingen uit-
voert terwijl u een elektronische
sleutel bij u hebt, wordt het hybri-
desysteem gestart of de stand van
het contact veranderd.
Starten van het
hybridesysteem
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 217 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 220 of 610

2184-2. Rijprocedures
COROLLA HV_TMMT_EE
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
Blz. 141
■Stuurslotfunctie
●Nadat het contact UIT is gezet en de por-
tieren zijn geopend en gesloten, wordt het
stuurwiel vergrendeld met de stuurslot-
functie. Als u nogmaals op de startknop
drukt, wordt het stuurslot automatisch weer
uitgeschakeld.
●Als het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push POWER Switch while
Turning the Steering Wheel in Either Direc-
tion” (druk de startknop in en draai het
stuurwiel in een willekeurige richting) weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
Druk kort en krachtig op de startknop ter-
wijl u het stuurwiel naar links en rechts
draait.
●Om te voorkomen dat de elektromotor van
het stuurslot oververhit raakt, kan de wer-
king worden onderbroken als het hybride-
systeem in korte tijd herhaaldelijk wordt in-
en uitgeschakeld. Wacht in dat geval met
het bedienen van de startknop. Na onge-
veer 10 seconden zal de elektromotor van
het stuurslot weer functioneren.
■Als het controlelampje READY niet gaat
branden
Neem, als het controlelampje READY niet
gaat branden nadat de juiste procedure voor
het starten van de auto is gevolgd, direct con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Wanneer er een storing in het hybride-
systeem aanwezig is
Blz. 82
■Batterij elektronische sleutel
Blz. 497
■Bedienen van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt
ingedrukt, wijzigt de stand van het contact
mogelijk niet of wordt het hybridesysteem
niet gestart.
●Als u probeert het hybridesysteem
opnieuw te starten direct nadat het contact
UIT is gezet, dan start het hybridesysteem
in sommige gevallen mogelijk niet. Wacht
nadat u het contact UIT hebt gezet een
paar seconden voordat u het hybridesys-
teem opnieuw start.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 557 als het Smart entry-sys-
teem met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voork eursinstellingen.
WAARSCHUWING
■Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten
alvorens het hybridesysteem te starten.
Trap onder geen enkele voorwaarde het
gaspedaal in bij het starten van het hybri-
desysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het hybridesysteem
zich voordoet terwijl de auto rijdt, vergren-
del of open de portieren dan niet totdat de
auto veilig en volledig tot stilstand is geko-
men. Als onder deze omstandigheden het
stuurslot wordt geactiveerd, kan dit leiden
tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
OPMERKING
■Starten van het hybridesysteem
Indien het hybridesysteem moeilijk start,
laat uw auto dan onmiddellijk controleren
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 218 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 221 of 610

219
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
1
Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem ( Blz. 227)
en zet de selectiehendel in stand P.
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Druk op de startknop.
Het hybridesysteem stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
4Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
OPMERKING
■Symptomen die kunnen duiden op
een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan
normaal, bijvoorbeeld al s de knop iets blijft
hangen, kan de startknop defect zijn.
Neem onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Uitschakelen van het
hybridesysteem
WAARSCHUWING
■Uitschakelen van het hybridesysteem
in noodgevallen
●Als u in een noodgeval het hybridesys-
teem tijdens het rijden wilt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2
seconden ingedrukt of drukt u deze min-
stens 3 keer kort achter elkaar in.
( Blz. 508)
Raak de startknop echter tijdens het rij-
den niet aan, behalve in geval van
nood. Door het uitschakelen van het
hybridesysteem tijd ens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel
of de remmen. De stuurbekrachtiging
werkt echter niet meer. Hierdoor zal het
sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Zet om het hybridesysteem opnieuw te
starten nadat dit ten gevolge van een
noodsituatie tijdens het rijden is uitge-
schakeld de selectiehendel in stand N
en druk de startknop in.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 219 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 222 of 610

2204-2. Rijprocedures
COROLLA HV_TMMT_EE
De standen kunnen worden gewijzigd
door op de startknop te drukken als het
rempedaal niet wordt ingetrapt. (De
stand verandert iedere keer dat op de
knop wordt gedrukt.)
1 UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*: Als de selectiehendel niet in stand P staat
en het hybridesysteem wordt uitgezet,
wordt in plaats van de stand UIT de stand
ACC van het contact geselecteerd.
■Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in
stand ACC of langer dan een uur AAN staat
(hybridesysteem niet in werking) terwijl de
selectiehendel in stand P staat, wordt het
contact automatisch UIT gezet. Deze functie
kan echter niet geheel uitsluiten dat de
12V-accu ontladen raakt. Laat de auto niet
gedurende langere tijd in stand ACC of AAN
staan terwijl het hybridesysteem niet in wer-
king is.
Als het hybridesyst eem wordt uitge-
schakeld met de selectiehendel in een
andere stand dan P, dan wordt het con-
tact niet UIT maar in stand ACC gezet.
Voer de volgende procedure uit om het
contact UIT te zetten:
1 Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2 Zet de selectiehendel in stand P.
3 Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven en druk de
startknop kort en stevig in.
Wijzigen van de standen van
het contact
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
●Zet het contact niet gedurende een lan-
gere periode in stand ACC of AAN zon-
der het hybridesysteem in te schakelen.
●Als ACCESSORY (stand ACC) of IGNI-
TION ON (contact AAN) op het
multi-informatiedisplay wordt weergege-
ven, is het contact niet UIT. Verlaat de
auto nadat u het contact UIT hebt gezet.
Uitschakelen van het
hybridesysteem met de
selectiehendel in een andere
stand dan P
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 220 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 223 of 610

221
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
COROLLA HV_TMMT_EE
4
Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) of IGNITION ON (contact
AAN) op het multi-informatiedisplay
uit is.
Schakelt EV-modus in/uit
Als de EV-modus wordt ingeschakeld, gaat
het controlelampje EV MODE branden. Door
in de EV-modus de schakelaar in te drukken,
wordt teruggekeerd naar normaal rijden
(aandrijving door de benzinemotor en de
elektromotor [tractiemotor]).
■Omstandigheden waarin de EV-modus
niet kan worden ingeschakeld
In de volgende gevallen kan de EV-modus
mogelijk niet worden ingeschakeld. Als de
stand niet ingeschakeld kan worden, klinkt er
een zoemer en verschijnt er een melding op
het multi-informatiedisplay.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Schakel het hybridesys teem niet uit als de
selectiehendel in een andere stand dan P
staat. Als het hybridesysteem wordt uitge-
schakeld met de selectiehendel in een
andere stand wordt het contact niet UIT
maar in stand ACC gezet. Als het contact
in stand ACC blijft staan, kan de accu ont-
laden raken.
EV-modus
In de EV-modus wordt er elek-
trisch vermogen geleverd door het
batterijpakket (tractiebatterij) en
wordt alleen de elektromotor (trac-
tiemotor) gebruikt voor de aandrij-
ving van de auto.
Deze modus is geschikt voor het
's nachts of in de vroege morgen
door woonwijken rijden of het rij-
den in een parkeergarage, enz.
zonder dat u zich zorgen hoeft te
maken over geluidsoverlast of uit-
laatgassen.
Bedieningsinstructies
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 221 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
Page 224 of 610

2224-2. Rijprocedures
COROLLA HV_TMMT_EE
●De temperatuur van het hybridesysteem is
te hoog.
De auto heeft lang in de zon gestaan of na
het oprijden van een helling, het rijden met
hoge snelheid, enz.
●De temperatuur van het hybridesysteem is
te laag.
De auto heeft bijvoorbeeld lang in een
omgeving met een temperatuur lager dan
0°C gestaan, enz.
●De benzinemotor is aan het opwarmen.
●Het batterijpakket (tractiebatterij) is bijna
leeg.
De resterende capaciteit van het batterij-
pakket die op de energiemonitor wordt
aangegeven, is laag. ( Blz. 127)
●Rijsnelheid is hoog.
●Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de
auto rijdt op een helling, enz.
●De voorruitverwarming is ingeschakeld.
■De EV-modus inschakelen wanneer de
benzinemotor koud is
Als de benzinemotor nog koud is en het
hybridesysteem wordt gestart, wordt na korte
tijd automatisch de benzinemotor gestart,
zodat deze op temperatuur kan komen. In dat
geval kan de EV-modus niet worden inge-
schakeld.
Druk zodra het hybridesysteem is gestart en
het controlelampje READY brandt en voordat
de benzinemotor start op de EV-modusscha-
kelaar om de EV-modus in te schakelen.
■Automatische uitschakeling van de
EV-modus
Tijdens het rijden in de EV-modus, kan in de
volgende gevallen automatisch de benzine-
motor worden gestart en kan de auto worden
aangedreven door de benzinemotor en de
elektromotor (tractiemotor). Als de EV-modus
wordt uitgeschakeld, klinkt er een zoemer,
knippert het controlelampje EV MODE en
wordt er een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
●Het batterijpakket (tractiebatterij) raakt
leeg.
De resterende capaciteit van het batterij-
pakket die op de energiemonitor wordt
aangegeven, is laag. ( Blz. 127)
●Rijsnelheid is hoog.
●Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de
auto rijdt op een helling, enz.
■Maximale rijafstand in EV-modus
De maximale rijafstand in de EV-modus vari-
eert van een paar honderd meter tot onge-
veer 1 km. Er zijn afhankelijk van de
omstandigheden van de auto echter situaties
waarbij de EV-modus niet kan worden
gebruikt.
(De maximale rijafstand is afhankelijk van de
laadtoestand van het batterijpakket [tractie-
batterij] en de rijomstandigheden.)
■Brandstofverbruik
Het hybridesysteem is ontworpen voor een
zo laag mogelijk brandstofverbruik onder nor-
male rijomstandigheden (aandrijving door
benzinemotor en elektromotor [tractiemotor]).
Als de EV-modus vaker wordt gebruikt dan
nodig is, zal het brandstofverbruik hoger zijn.
■Als “EV Mode Unavailable” (EV-modus
niet beschikbaar) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay
De EV-modus is niet beschikbaar. De reden
dat de EV-modus niet beschikbaar is (motor
draait stationair, ladingstoestand batterijpak-
ket is laag, rijsnelheid is hoger dan de snel-
heid waarbij de EV-modus werkt of
gaspedaal is te ver ingetrapt) kan worden
weergegeven. Gebruik de EV-modus wan-
neer deze beschikbaar is.
■Als “EV Mode Deactivated” (EV-modus
uitgeschakeld) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay
De EV-modus is automa tisch uitgeschakeld.
De reden dat de EV-modus niet beschikbaar
is (ladingstoestand batterijpakket is laag, rij-
snelheid is hoger dan de snelheid waarbij de
EV-modus werkt of gaspedaal is te ver inge-
trapt) kan worden weergegeven. Rijd een
tijdje met de auto alvorens te proberen de
EV-modus weer in te schakelen.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 222 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM