505
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
■De remweg met ABS in werking kan
langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg
van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met
name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind,
zand en dergelijke, of op besneeuwde
wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote oneffenhe-
den
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen
op een gladde weg niet onder alle omstan-
digheden gerealiseerd worden, zelfs niet
als het TRC/VSC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder
omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt niet
effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Corne-
ring Assist. De Active Cornering Assist
werkt mogelijk niet effectief bij het acce-
lereren op een helling of bij het rijden op
een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelij k tijdelijk gestopt
om een goede werking van de remmen,
TRC en VSC te garanderen.
■De Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start
Assist Control. De Hill Start Assist Con-
trol werkt mogelijk niet effectief op steile
hellingen en op met ijs bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de
Hill Start Assist Control niet bedoeld om
de auto gedurende langere tijd op zijn
plaats te houden. Gebruik de Hill Start
Assist Control niet om de auto op een
helling op zijn plaats te houden omdat
dat kan leiden tot een ongeval.
■Als de TRC/VSC/Trailer Sway Con-
trol is geactiveerd
Het controlelampje Traction Control knip-
pert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rij-
gedrag kan leiden tot ongevallen. Wees
bijzonder voorzichtig als het controle-
lampje knippert.
■Als de TRC/VSC/Trailer Sway Con-
trol is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichti g en pas uw snelheid
aan de conditie van het wegdek aan.
Schakel de TRC/VSC/Trailer Sway Control
alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorg dragen voor de voer-
tuigstabiliteit en het aandrijfvermogen.
Trailer Sway Control is onderdeel van het
VSC-systeem en werkt niet als het VSC is
uitgeschakeld of een storing heeft.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben, van hetzelfde merk zijn en het-
zelfde profiel en draagvermogen hebben.
Controleer verder of alle banden de aan-
bevolen spanning hebben.
Het ABS, de TRC, de Trailer Sway Control
en de VSC werken niet goed als er ver-
schillende banden onder de auto gemon-
teerd zijn.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige voor meer infor-
matie over het vervangen van de wielen of
banden.
■Omgaan met banden en wielop-
hanging
Problemen met de banden of wijzigingen
aan de wielophanging hebben een nega-
tief effect op de ondersteunende systemen
en kunnen een storing veroorzaken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 505 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
658
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Het volgende kan duiden op een pro-
bleem in de transmissie. Neem vóór het
slepen contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur,
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige of een
professioneel bergingsbedrijf.
De motor draait, maar de auto komt
niet in beweging.
De auto maakt een abnormaal
geluid. Sleep de auto niet met een takelwagen,
om beschadiging van de carrosserie te
voorkomen.
Aan de voorzijde
Deactiveer de parkeerrem.
Aan de achterzijde
Gebruik een dolly onder de voorwielen.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadigingen aan
de auto tijdens slepen in een noodge-
val
Maak de kabel of de ketting niet vast aan
onderdelen van de wielophanging.
■Bij het slepen van een auto met Stop
& Start-systeem (indien aanwezig)
Wanneer de auto moet worden gesleept
waarbij alle wielen de grond raken, voer
dan de volgende procedure uit alvorens te
slepen om het systeem te beschermen.
Zet het contact eenmaal UIT en start ver-
volgens de motor. Zet, als de motor niet
start, het contact AAN.
Omstandigheden waaronder u
vóór het slepen contact dient
op te nemen met de dealer
Slepen met een takelwagen
Slepen met een lepelwagen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 658 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
667
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Waarschuwingslampje lage bandenspanning
■Controlelampje LTA/controlelampje (waarschuwingszoemer) LKA
■Controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem (waarschuwingszoe-
mer)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(indien aanwezig)
Als het lampje gaat branden nadat het gedurende ongeveer 1 minuut
geknipperd heeft:
Storing in het bandenspanni ngswaarschuwingssysteem
→ Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als het lampje gaat branden:
Lage bandenspanning, bijvoorbeeld door
Natuurlijke oorzaken
Lekke band
→ Breng de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats tot stilstand.
Oplossing ( →Blz. 670)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Oranje)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de LTA (Lane Tracing Assist) of
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 382, 390)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is het Stop & Start-systeem
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 667 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
673
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Als “Engine Oil Level Low Add or
Replace” (Motoroliepeil laag. Bijvullen
of verversen) wordt weergegeven
Het motoroliepeil is laag. Controleer het olie-
peil en vul indien nodig olie bij.
Deze melding kan verschijnen als de auto op
een helling stilstaat. Plaats de auto op een
horizontale ondergrond en controleer of de
melding verdwijnt.
■Als “Engine Stopped Steering Power
Low” (Motor uitgeschakeld. Weinig
stuurbekrachtiging.) wordt weergege-
ven
Deze melding wordt weergegeven als de
motor wordt uitgeschak eld tijdens het rijden.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebrui-
kelijk, houd het dan stevig vast en oefen
meer kracht uit dan anders.
■Als “Auto Power OFF to Conserve Bat-
tery” (Auto power off-functie ingescha-
keld om accu te sparen) wordt
weergegeven
Het contact is UIT gezet door de automati-
sche power off-functie. Wanneer de motor de
volgende keer wordt gestart, moet het motor-
toerental enigszins worden verhoogd en
gedurende ongeveer 5 minuten op dit niveau
worden gehandhaafd om de accu op te
laden.
■Als “Headlight System Malfunction Visit
Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in de onderstaande
systemen aanwezig. Laat de auto onmiddel-
lijk nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
●De led-koplampen
●De automatische verticale koplampverstel-
ling (indien aanwezig)
●AHS (Adaptive High Beam-systeem)
(indien aanwezig)
●Automatic High Beam-systeem (indien
aanwezig)
■Als “Front Camera Unavailable”
(camera voor niet beschikbaar) of
“Front Camera Temporarily Unavailable See Owner’s Manual” (Camera voor tij-
delijk niet beschikbaar. Zie handlei-
ding.) wordt weergegeven
De onderstaande systemen worden mogelijk
tijdelijk uitgeschakeld tot het in de melding
aangegeven probleem is opgelost.
( → Blz. 364, 663)
●PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien
aanwezig)
●LTA (Lane Tracing Assist) (indien aanwe-
zig)
●LDA (Lane Departure Alert met stuurrege-
ling) (indien aanwezig)
●AHS (Adaptive High Beam-systeem)
(indien aanwezig)
●Automatic High Beam-systeem (indien
aanwezig)
●RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig)
●Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik (indien aanwezig)
●Dynamic Radar Cruise Control (indien
aanwezig)
■Als “Radar Cruise Control Unavailable”
(Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem niet beschikbaar) wordt weergege-
ven (indien aanwezig)
De Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik of het Dynamic Radar
Cruise Control-systeem wordt tijdelijk uitge-
schakeld of tot het in de melding aangegeven
probleem is opgelost. (O orzaken en oplossin-
gen: → Blz. 364)
■Als er een melding wordt weergegeven
dat u naar uw erkende Toyota-dealer
moet gaan
Het systeem of onderdeel dat op het
multi-informatiedisplay wordt weergegeven,
is defect. Laat de auto onmiddellijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als er een melding wordt weergegeven
dat de handleiding moet worden
geraadpleegd
●Volg de bijbehorende instructies als
“Engine Coolant Temp High” (temperatuur
koelvloeistof te hoog) wordt weergegeven.
( → Blz. 706)
●Als een van de onderstaande meldingen
wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay, kan dit duiden op een storing.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 673 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
704
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
5
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Open en sluit een van de
portieren terwijl het contact UIT
staat.
6 Houd het motortoerental van de
tweede auto constant en start de
motor van uw auto door het contact
AAN te zetten.
7 Verwijder de startkabels in exact de
omgekeerde volgorde van aanslui-
ten als de motor van uw auto aan-
geslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto aan-
geslagen is, de auto zo snel mogelijk
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Starten van de motor als de accu leeg is
De auto kan niet worden aangeduwd.
■Voorkomen van ontlading van de accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem uit
als de motor is uitges chakeld. (Auto's met
Stop & Start-systeem: Behalve wanneer de
motor is uitgeschakeld door het Stop &
Start-systeem.)
●Schakel niet-noodzakelij ke elektrische ver-
bruikers uit als er gedurende langere tijd
met lage snelheden gereden wordt, bij-
voorbeeld in een file.
■Als de accu verwijderd of ontladen is
●De in de ECU opgeslagen informatie wordt
gewist. Laat wanneer de accu volledig is
ontladen de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Sommige systemen moeten mogelijk wor-
den geïnitialiseerd. (→ Blz. 733)
■Verwijderen van de accuklemmen
Wanneer de accuklemmen worden verwij-
derd, wordt de in de ECU opgeslagen infor-
matie gewist. Neem voordat u de
accuklemmen losneemt contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Laden van de accu
De accu zal geleidelijk aan ontladen, zelfs
wanneer de auto niet in gebruik is. Dit wordt
veroorzaakt door natuurlijke ontlading en het
effect van bepaalde elektrische apparatuur.
Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt,
kan de accu ontladen en kan de auto moge-
lijk niet meer worden gestart. (De accu laadt
automatisch op tijdens het rijden.)
■Bij het bijladen of vervangen van de
accu
●Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop: Wanneer de accu is ontladen, is het
in sommige gevallen niet mogelijk om de
portieren te ontgrendelen met het Smart
entry-systeem met startknop. Gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te vergrendelen of
te ontgrendelen.
●Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop: Mogelijk start de motor niet bij de
eerste poging nadat de accu weer is opge-
laden, maar start hij wel normaal na de
tweede poging. Dit duidt niet op een sto-
ring.
●Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop: De stand van het contact wordt door
de auto opgeslagen. Wanneer de accu
weer wordt aangesloten, keert het systeem
terug naar de stand die was geselecteerd
voordat de accu ontladen raakte. Zet vóór
het losnemen van de accu het contact UIT.
Wees extra voorzichtig bij het aansluiten
van de accu wanneer u niet zeker weet in
welke stand het contact stond voordat de
accu ontladen raakte.
●Auto's met Stop & Start-systeem: Na het
losnemen en weer aansluiten van de accu-
klemmen of nadat de accu is vervangen,
schakelt het Stop & Start-systeem gedu-
rende ongeveer 5 tot 60 minuten de motor
mogelijk niet automatisch uit.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 704 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
705
8
COROLLA_TMUK_EE 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Vervangen van de batterij
●Gebruik een accu die voldoet aan de Euro-
pese wetgeving.
●Auto's met Stop & Start-systeem: Gebruik
een originele accu die speciaal is ontwor-
pen voor gebruik met het Stop & Start-sys-
teem of een accu met gelijkwaardige
specificaties. Wanneer een niet-onder-
steunde accu wordt gebruikt, wordt de wer-
king van het Stop & Start-systeem mogelijk
beperkt om de accu te beschermen. Ook
nemen de prestaties van de accu mogelijk
af en kan de motor mogelijk niet worden
herstart. Neem voor meer informatie con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Gebruik een accu van hetzelfde formaat
als van de accu die wordt vervangen en
met een gelijkwaardige capaciteit van 20
uur (20HR) of meer.
• Als het formaat verschilt, kan de accu niet goed worden bevestigd.
• Als de capaciteit laag is, zelfs als de auto korte tijd niet gebruikt is, kan de accu ont-
laden en kan de motor mogelijk niet meer
worden gestart.
●Neem voor meer informatie contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Verwijderen van de accuklemmen
Verwijder altijd eerst de minkabel (-). Als
de pluspool (+) bij het verwijderen in con-
tact komt met metalen onderdelen in de
buurt, kunnen er vonken ontstaan waar-
door brand kan ontstaan. Ook kunt u een
elektrische schok krij gen en ernstig letsel
oplopen.
■Voorkomen van brand en explosie
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om te voorkomen dat het licht ont-
vlambare gas dat uit de accu kan komen,
per ongeluk tot ontbranding komt:
●Zorg ervoor dat de startkabel aange-
sloten wordt op de juiste accupool en
niet per ongeluk in aanraking komt met
een ander onderdeel dan de bedoelde
accupool.
●Zorg ervoor dat de op de “+”-pool aan-
gesloten startkabel niet in contact komt
met andere onderdelen of metalen
oppervlakken, zoals metalen steunen
en ongelakt metaal.
●Laat de “+” en “-” klemmen van de start-
kabels niet in contact komen met elkaar.
●Rook niet en gebruik geen lucifers, aan-
stekers en open vuur in de buurt van de
accu.
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de accu
De accu bevat giftige en corrosieve elek-
trolyt en de onderdelen van de accu bevat-
ten lood en loodhoudende
samenstellingen. Neem bij het omgaan
met de accu de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht:
●Draag bij het werken met de accu altijd
een veiligheidsbril en zorg ervoor dat de
vloeistof uit de accu niet in contact komt
met de huid, kleding of de carrosserie
van de auto.
●Leun niet over de accu heen.
●Was accuvloeistof, die op de huid of in
de ogen terecht is gekomen, direct weg
met water en raadpleeg een arts. Bedek
de plaats waar de accuvloeistof op
terechtgekomen is met een natte spons
of doek totdat er medische hulp kan
worden verkregen.
●Was altijd uw handen nadat u de accu-
drager, de accupolen en andere
accu-gerelateerde onderdelen hebt
aangeraakt.
●Houd kinderen uit de buurt van de accu.
■Vervangen van de batterij
●Wanneer de vuldop en indicator zich in
de buurt van de klembeugel bevinden,
kan er accuvloeistof (accuzuur) lekken.
●Neem voor meer informatie over het
vervangen van de accu contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 705 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
706
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
1
Breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand, schakel de airconditio-
ning uit en zet vervolgens de motor
af.
2 Als er stoom te zien is: Open, nadat
de stoom is verdwenen, voorzichtig
de motorkap.
Als er geen stoom te zien is: Open
voorzichtig de motorkap.
OPMERKING
■Omgaan met startkabels
Zorg er bij het aansluiten van de startka-
bels voor dat deze niet verstrikt raken in
de koelventilatoren of in de aandrijfriem
van de motor.
Als uw auto over verhit
raakt
Het volgende kan erop duiden dat
de auto oververhit raakt.
De koelvloeistoftemperatuurme-
ter ( →Blz. 113, 117) komt in het
rode gebied of u merkt dat de
motor minder vermogen levert.
(De auto accelereert bijvoorbeeld
niet als het gaspedaal wordt inge-
trapt.)
“Engine Coolant Temp High Stop
in a Safe Place See Owner’s
Manual” (Temperatuur koelvloei-
stof te hoog. Breng auto op veilige
plaats tot stilstand. Raadpleeg
handleiding) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
Er komt stoom onder de motorkap
uit.
Correctieprocedures
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 706 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
727
9
COROLLA_TMUK_EE 9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
*: Indien aanwezig
■Elektrisch bedienbare achterklep* (
→Blz. 216)
*: Indien aanwezig
■Buitenspiegels ( →Blz. 291)
*: Indien aanwezig
Ontgrendeling achterklep*(Kort) ingedrukt
houden
Eén keer kort indrukken
——OTwee keer indrukken
(Lang) ingedrukt houden
Uit
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Werking elektrisch bedienbare
achterklepAanUit—O—
Sensor regeling voetbedieningAanUit—O—
Op de gewenste positie
(hoogte) instellen: Automati-
sche open- en stoppositie ach-
terklep
Oorspronkelijke positieOp de gewenste stand (positie) stoppen—O—
Configuratie in 5 stappen:
Automatische open- en stop-
positie achterklep
51 - 5—O—
Zoemervolume31—O—2
FunctieStandaardinstel- lingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels*
Gekoppeld aan het vergrende-
len/ontgrendelen van de portierenUit
——OGekoppeld aan bedie- ning van de startknop
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke voorkeurs- instelling
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 727 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM