111
2
COROLLA_TMUK_EE 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van
de verschillende systemen van de auto.
Controlelampjes
Controlelampje richtingaanwij-
zers (
→Blz. 331)
Controlelampje achterlicht
( → Blz. 337)
Controlelampje grootlicht
( → Blz. 338)
Controlelampje Adaptive High
Beam-systeem (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 344)
Controlelampje Automatic High
Beam-systeem (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 341)
Controlelampje mistlampen voor
(indien aanwezig) ( →Blz. 347)
Controlelampje mistachterlicht
( → Blz. 347)
Waarschuwingslampje PCS
*1, 2
(indien aanwezig) ( →Blz. 368)
Controlelampje cruise control
(indien aanwezig) ( →Blz. 391,
402, 411)
Controlelampje Dynamic Radar
Cruise Control (indien aanwezig)
( → Blz. 391, 402)
Controlelampje cruise control
SET (indien aanwezig)
( → Blz. 391, 402, 411)
*3
Controlelampje LTA (indien aan-
wezig) ( →Blz. 378)
Controlelampje LDA (indien aan-
wezig) ( →Blz. 387)
BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels
*4, 5, 6 (indien aanwezig)
( → Blz. 430)
Controlelampje BSM (indien
aanwezig) ( →Blz. 430)
Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF*1, 2 (indien
aanwezig) ( →Blz. 446)
Controlelampje RCTA OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( →Blz. 454)
Controlelampje PKSB OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( →Blz. 459)
Controlelampje snelheidsbe-
grenzer (indien aanwezig)
( → Blz. 414)
Controlelampje S-IPA
*1 (indien
aanwezig) ( →Blz. 476)
Controlelampje Stop & Start-sys-
teem
*1 (indien aanwezig)
( → Blz. 421)
Controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem
*1, 2 (indien
aanwezig) ( →Blz. 421)
(Knippert) Controlelampje Traction Con-
trol
*1 (
→ Blz. 502)
Controlelampje VSC OFF
*1, 2
( → Blz. 503)
Controlelampje Smart entry-sys-
teem met startknop
*7 (indien
aanwezig) ( →Blz. 320)
Schakeladviesindicator (indien
aanwezig) ( →Blz. 126)
Waarschuwingslampje parkeer-
rem ( →Blz. 332)
Controlelampje stand-bystand
Brake Hold-systeem
*1
( → Blz. 335)
Controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking
*1 ( → Blz. 335)
Controlelampje EPB OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( →Blz. 332)
ECO-controlelampje
*1 (indien
aanwezig) ( →Blz. 126)
Controlelampje lage buitentem-
peratuur
*8 ( → Blz. 113, 117)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 111 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
129
2
COROLLA_TMUK_EE 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
• Rij-informatie-items
Hiermee kunt u het eerste en tweede item
van de weergave van de rij-informatie instel-
len op een van de volgende onderwerpen:
gemiddelde rijsnelheid/afstand/verstreken
tijd.
Pop-updisplay
Hiermee kunt u pop-updisplays voor elk rele-
vant systeem in- of uitschakelen.
Multi-informatiedisplay uit (als ana-
loge/digitale snelheidsmeter wordt
weergegeven)
Hiermee kunt u het multi-informatiedisplay
uitzetten.
Druk op een van de volgende bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
//// / om het
multi-informatiedisplay weer aan te zetten.
Analoge klok (wanneer de digitaal+
snelheidsmeter wordt weergege-
ven) (indien aanwezig)
De analoge klok weergeven.
Druk op een van de volgende bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
//// / om het
multi-informatiedisplay weer aan te zetten.
Standaardinstelling
Hiermee kunnen de instellingen van de
weergave van het instrumentenpaneel wor-
den gereset naar de standaardinstelling.
■Voertuigfuncties en instellingen
die u kunt wijzigen
→Blz. 723
■Onderbreking van de weergave van de
instellingen
●Bepaalde instellingen kunnen niet gewij-
zigd worden tijdens het rijden. Breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand
voordat u instellingen wijzigt.
●Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, kan het instelscherm tijdelijk
niet worden bediend.
Werkingsduur Stop & Start-systeem
(sinds starten)/melding status
Geeft de actuele totale tijd aan dat de motor
is gestopt door de werking van het Stop &
Start-systeem.
Toont tevens de status van het Stop &
Start-systeem met een pop-updisplay.
(→ Blz. 426)
Instellingen Stop & Start-systeem
De werkingsduur van het Stop & Start-sys-
teem als de airconditi oning is ingeschakeld
met de aircoschakelaar kan op 2 verschil-
lende niveaus worden ingesteld via op
het multi-informatiedisplay. ( →Blz. 426)
WAARSCHUWING
■Waarschuwing bij het instellen van
het display
Als de motor draait tijd ens het wijzigen van
de display-instellingen, dient de auto te
worden geparkeerd op een plaats met vol-
doende ventilatie. In een afgesloten
ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaat-
gassen die het schadelijke koolmonoxide
(CO) bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn
voor de gezondheid.
OPMERKING
■Tijdens het instellen van het display
Om te voorkomen dat de accu leeg raakt,
dient de motor te draaien terwijl de dis-
playinstellingen worden aangepast.
Informatie Stop &
Start-systeem (indien
aanwezig)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 129 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
224
COROLLA_TMUK_EE3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
WAARSCHUWING
■Elektrisch bedienbare achterklep
Neem bij het bedienen van de elektrisch
bedienbare achterklep de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
●Controleer de omgeving op eventueel
aanwezige obstakels of andere zaken
die ervoor kunnen zorgen dat uw bezit-
tingen klem komen te zitten.
●Zorg er als er iemand dichtbij staat voor
dat deze persoon veilig is en meld dat u
de achterdeur gaat openen of sluiten.
●Als de elektrisch bedienbare achterklep
met de hoofdschakelaar wordt uitge-
schakeld terwijl deze in werking is,
wordt de automatische werking gestopt.
De achterklep moet vervolgens met de
hand worden bediend. Wees extra voor-
zichtig op een helling aangezien de ach-
terklep plotseling open of dicht kan
gaan.
●Wanneer niet langer aan de voorwaar-
den voor de werking van de elektrisch
bedienbare achterklep wordt voldaan,
klinkt er mogelijk een zoemer en zal de
achterklep mogelijk niet meer openen of
sluiten. De achterklep moet vervolgens
met de hand worden bediend. Wees
extra voorzichtig op een helling aange-
zien de achterklep plotseling open of
dicht kan gaan.
●Als de auto op een heuvel staat, kan de
achterklep plotseling dichtvallen, nadat
deze automatisch is geopend. Zorg
ervoor dat de achterklep volledig is
geopend.
●In de volgende situaties signaleert de
elektrisch bedienbare achterklep moge-
lijk een storing en wordt de automati-
sche bediening uitgeschakeld. In dit
geval moet de achterklep met de hand
worden bediend. Wees extra voorzichtig
op een helling aangezien de achterklep
plotseling open of dicht kan gaan.
• Wanneer de achterklep met een obsta- kel in aanraking komt
• Wanneer de accuspanning plotseling laag is, bijvoorbeeld wanneer het con-
tact AAN wordt gezet, of wanneer de
motor tijdens de automatische werking
wordt gestart
●Als er op de elektrisch bedienbare ach-
terklep een zwaar onderdeel gemon-
teerd is, werkt de elektrisch bedienbare
achterklep mogelijk niet, waardoor een
storing kan ontstaan, of kan de elek-
trisch bedienbare achterklep na het
openen plotseling dichtvallen, waardoor
lichaamsdelen bekneld kunnen raken
en letsel kan optreden. Neem voor meer
informatie over het plaatsen van acces-
soires op de achterklep contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Klembeveiliging
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
●Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzette lijk te activeren.
●Het is mogelijk dat de klembeveiliging
niet meer werkt als de achterklep bijna
gesloten is. Zorg ervoor dat uw vingers
of andere zaken niet bekneld raken.
●De vorm van het voorwerp dat klem
komt te zitten, kan ertoe leiden dat de
klembeveiliging niet werkt. Zorg ervoor
dat uw vingers of andere zaken niet
bekneld raken.
■Sensor regeling voetbediening
Neem bij het bedienen van de elektrisch
bedienbare achterklep de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
●Controleer de omgeving op eventueel
aanwezige obstakels of andere zaken
die ervoor kunnen zorgen dat uw bezit-
tingen klem komen te zitten.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 224 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
227
3
COROLLA_TMUK_EE 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
■Terugzetten van de geopende positie
van de achterklep in de standaardposi-
tie
Houd de schakelaar van de elektrisch
bedienbare achterklep op de achterklep
gedurende 7 seconden ingedrukt.
De zoemer klinkt 4 keer en klinkt na een
pauze nog 2 keer. De volgende keer dat de
elektrisch bedienbare achterklep wordt
geopend, stopt hij in de standaardpositie.
■Wanneer de geopende positie van de
achterklep wordt ingesteld via het
multi-informatiedisplay
De geopende positie van de elektrisch
bedienbare achterklep kan worden aange-
past in het multi-informatiedisplay.
( → Blz. 723)
Bij het openen gaat de elektrisch bedienbare
achterklep open tot de laatste positie die met
de schakelaar op de achterklep of op
het multi-informatiedisplay is ingesteld.
*: Indien aanwezig
■Plaats van antenne (hatchback)
Antennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne in de bagageruimte
Antenne buiten de bagageruimte
Smart entr y-systeem met
startknop*
De volgende handelingen kunnen
worden uitgevoerd als u de
elektronische sleutel bij u hebt,
bijvoorbeeld in uw zak. De
bestuurder moet de elektronische
sleutel altijd bij zich hebben.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren ( →Blz. 211)
Vergrendelen en ontgrendelen
van de achterklep ( →Blz. 217)
Starten van de motor ( →Blz. 320)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 227 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
229
3
COROLLA_TMUK_EE 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
■Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de accu leeg raken
wanneer de auto gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd
duren voordat de portieren met het Smart
entry-systeem met startknop ontgrendeld
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 2 minuten of langer binnen een
afstand van 3,5 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop
gedurende 14 dagen of langer niet is
gebruikt, kunnen de portieren alleen via
het bestuurdersportier worden ontgren-
deld. Houd in dat geval de greep van het
bestuurdersportier vast of gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te ontgrendelen.
■Energiebesparende functie voor de bat-
terij van de elektronische sleutel
Wanneer de energiebespaarmodus is inge-
schakeld, loopt de batterij veel minder snel
leeg omdat de ontvangst van radiogolven
door de elektronische sleutel wordt gestopt.
Druk twee keer in terwijl u ingedrukt
houdt. Ga na of het controlelampje van de
elektronische sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de
toetsen van de elektronische sleutel om de
functie te annuleren.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de
volgende situaties wordt de communicatie
tussen de elektronische sleutel en de auto
mogelijk beïnvloed, waardoor het Smart
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering niet goed wer-
ken. (Oplossingen: → Blz. 700)
●Wanneer de batterij van de elektronische
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast,
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn
●Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
●Wanneer de elektronische sleutel tegen
een van de volgende metalen voorwerpen
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzenden) in de
buurt gebruikt worden
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die
radiogolven uitzenden
• De elektronische sleutel of een afstands- bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
SituatieCorrectie-
procedure
Het contact werd in stand
ACC gezet terwijl het
bestuurdersportier
geopend was (of het
bestuurdersportier werd
geopend terwijl het contact
in stand ACC stond).
Zet het contact
UIT en sluit het
bestuurders-
portier.
Het contact stond UIT ter-
wijl het bestuurdersportier
geopend was.Sluit het
bestuurders-
portier.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 229 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
298
COROLLA_TMUK_EE3-5. Openen en sluiten van de ruiten
■Het panoramadak kan worden bediend
als
Het contact AAN staat.
■Bedienen van het panoramadak nadat
het contact UIT is gezet:
Het panoramadak en het elektrisch bedien-
bare zonnescherm kunnen nadat het contact
in stand ACC of UIT is gezet nog ongeveer
45 seconden worden bediend. Het kan echter
niet meer worden bediend als een van de
voorportieren is geopend.
■Klembeveiliging
Als tijdens het sluiten een object bekneld
raakt tussen het panoramadak en het frame,
stopt de beweging van het panoramadak en
wordt het weer iets geopend:
●Het panoramadak is aan het sluiten of naar
beneden aan het kantelen.
●Het elektrisch bedienbare zonnescherm is
aan het sluiten.
■Sluiten van zowel het panoramadak als
het elektrisch bedienbare zonnescherm
Schuif de schakelaar naar voren.
Het elektrisch bedienbare zonnescherm sluit
tot halverwege en stopt dan. Het panorama-
dak sluit vervolgens volledig. Daarna sluit het
elektrisch bedienbare zonnescherm volledig.
■Aan portierslot gekoppelde werking
panoramadak
●Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop: Het panoramadak kan worden
geopend en gesloten met behulp van de
sleutel.
* ( → Blz. 212)
Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop: Het panoramadak kan worden
geopend en gesloten met behulp van de
mechanische sleutel.
* ( → Blz. 701)
●Het panoramadak kan worden geopend en
gesloten met behulp van de afstandsbe-
diening.
* (→ Blz. 211)*: Deze instellingen moeten aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als het panoramadak of het elektrisch
bedienbare zonnescherm niet normaal
sluit
Ga als volgt te werk:
1 Breng de auto tot stilstand.
2 Zet het contact AAN.
3 Schuif de schakelaar of
naar voren en houd de schakelaar vast.
Houd de schakelaar gedurende onge-
veer 10 seconden ingedrukt nadat het
panoramadak of het elektrisch bedien-
bare zonnescherm sluit en weer opent.
Het panoramadak en het elektrisch
bedienbare zonnescherm sluiten.
*
4Controleer of het panoramadak en het
elektrisch bedienbare zonnescherm vol-
ledig gesloten zijn en laat de schakelaar
los.
*: Als de schakelaar niet op het juiste
moment wordt losgelaten, moet de proce-
dure helemaal opnieuw worden uitge-
voerd.
Als het panoramadak of elektrisch bedien-
bare zonnescherm ook na het op de juiste
wijze uitvoeren van bovenstaande procedure
niet volledig sluit, laat dan uw auto controle-
ren door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 723)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan resulteren in ernstig let-
sel.
■Openen en sluiten van het elektrisch
bedienbare zonnescherm
●Controleer of geen van de inzittenden
een lichaamsdeel naar buiten steekt dat
bekneld zou kunnen raken als het zon-
nescherm bediend wordt.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 298 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
4
301
COROLLA_TMUK_EE
4
Rijden
Rijden
.4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ........... 303
Lading en bagage ............. 310
Rijden met een aanhangwagen ............... 312
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem
en startknop) .................. 319
Startknop (auto's met Smart entry-systeem
en startknop) .................. 320
Multidrive CVT .................. 324
Handgeschakelde transmissie ..................... 328
Richtingaanwijzer- schakelaar ...................... 331
Parkeerrem ....................... 332
Brake Hold-systeem ......... 335
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar................. 337
Automatic High Beam- systeem .......................... 341
AHS (Adaptive High Beam- systeem) ......................... 343
Schakelaar mistlampen .... 347
Ruitenwissers en -sproeiers................... 348
Achterruitenwisser en -sproeier .................... 351
4-4. Tanken Openen van de tankdop ... 3534-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ......... 355
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) ......................... 366
LTA (Lane Tracing Assist) ............................. 373
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)........... 383
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik............... 391
Dynamic Radar Cruise Control ............................ 402
Cruise control.................... 411
Snelheidsbegrenzer .......... 414
RSA (Road Sign Assist) ....417
Stop & Start-systeem ........ 421
BSM (Blind Spot Monitor) . 429
Toyota Parking Assist- sensor ............................. 445
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) .................... 453
PKSB (Parking Support Brake) ............................. 458
Parking Support Brake- functie (voor stilstaande
objecten) ......................... 464
Parking Support Brake- functie (voor voertuigen
die achterlangs rijden) .... 470
S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem) . 474
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 301 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
303
4
COROLLA_TMUK_EE 4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
4-1.Voordat u gaat rijden
■Starten van de motor
→Blz. 319, 320
■Rijden
Multidrive CVT
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(→Blz. 324)
2 Deactiveer de parkeerrem wanneer
deze in de stand voor handmatige
bediening staat. ( →Blz. 332)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te
brengen.
Handgeschakelde transmissie
1 Zet met ingetrapt koppelingspedaal
de selectiehendel in de 1e versnel-
ling. ( →Blz. 328)
2 Deactiveer de parkeerrem wanneer
deze in de stand voor handmatige
bediening staat. ( →Blz. 332)
3 Laat het koppelingspedaal geleide-
lijk opkomen. Trap tegelijkertijd het
gaspedaal langzaam in om de auto
in beweging te brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
Multidrive CVT
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
Auto's met Stop & Start-systeem: Als het
Stop & Start-systeem is ingeschakeld, wordt
de motor uitgeschakeld bij het intrappen van
het rempedaal. ( →Blz. 421)
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem.
Zet de selectiehendel in stand P als er gedu-
rende langere tijd wordt gestopt. ( →Blz. 324)
Handgeschakelde transmissie
1 Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem.
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat,
zet dan de selectiehendel in stand N.
(→ Blz. 328)
Auto's met Stop & Start-systeem: Als het
Stop & Start-systeem is ingeschakeld, wordt
de motor uitgeschakeld als de selectiehen-
del in stand N wordt gezet en het koppe-
lingspedaal wordt losgelaten. ( →Blz. 421)
■Parkeren van de auto
Multidrive CVT
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in om
de auto volledig tot stilstand te bren-
gen.
2 Activeer de parkeerrem ( →Blz. 332)
en zet de selectiehendel in stand P.
(→Blz. 324)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Auto's zonder Smart entry-systeem
en startknop: Zet het contact UIT
om de motor uit te zetten.
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Druk op de startknop om
de motor uit te zetten.
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 303 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM