5094-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E●
Weer
• Als een sensor is bedekt met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil (nadat de
sensor is schoongemaakt, zal het systeem weer normaal werken)
• Bij zware regenval of als er veel water op een sensor terechtk omt
• Bij het rijden onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld b ij mist,
sneeuw of een zandstorm
• Wanneer het stevig waait
● Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto ultrasoongolven worden geprodu-
ceerd door claxons, voertuigdetectiesystemen, motorfietsmotoren , lucht-
remmen van vrachtwagens, sonarsystemen van andere auto's of and ere
bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onderdeel zoals een kentekenplaat
met achtergrondverlichting (met name fluorescerende), een mistl amp,
een spatbordantenne of een draadloze antenne in de buurt van een van
de sensoren is geplaatst
● Wijzigingen in de stand van de auto ten opzichte van de weg
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de be lading
van de auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o.i.d.
• Als er bijvoorbeeld lak of een sticker op een sensor is aangeb racht.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book Page 509 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
5104-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E■
Situaties waarin de Parking Supp ort Brake-functie (voor stilstaande
objecten) mogelijk niet goed werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande, werkt deze functi e mogelijk niet
goed.
● Weer
• Als een sensor is bedekt met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil (nadat de
sensor is schoongemaakt, zal het systeem weer normaal werken)
• Bij zware regenval of als er veel water op een sensor terechtk omt
• Bij het rijden onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld b ij mist,
sneeuw of een zandstorm
• Als de sensor bevroren is (zodra de sensor ontdooit, zal het systeem weer normaal werken)
● Omgeving van de auto
• Wanneer zich tussen de auto en een gesignaleerd obstakel een object
bevindt dat niet kan worden gesignaleerd
• Als een object zoals een auto, motorfiets, fiets of voetganger voor de
auto langs komt of plotseling van opzij opduikt.
• De auto nadert een hoge of gebogen stoeprand.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of
op gras.
• Als het object zich te dicht bij de sensor bevindt. • Wanneer een sensor of de omgeving van een sensor zeer heet of koud is
• Wanneer het stevig waait
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 510 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
5114-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E●
Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto ultrasoongolven worden geprodu-
ceerd door claxons, voertuigdetectiesystemen, motorfietsmotoren , lucht-
remmen van vrachtwagens, sonarsystemen van andere auto's of and ere
bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onderdeel zoals een kentekenplaat met achtergrondverlichting (met name fluorescerende), een mistl amp,
een spatbordantenne of een draadloze antenne in de buurt van een van
de sensoren is geplaatst
● Wijzigingen in de stand van de auto ten opzichte van de weg
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de be lading
van de auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o.i.d.
• Als er uitrusting die een sensor kan hinderen, zoals een bumpe rbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.), fietsendrager of sneeuwploeg, is
geplaatst
• Als de wielophanging is gewijzigd of als er een andere maat banden dan voorgeschreven is gemonteerd
• Als er bijvoorbeeld lak of een sticker op een sensor is aangeb racht.
• Als er met de auto wordt gereden terwijl de selectiehendel in stand N staat
WAARSCHUWING
■Om ervoor te zorgen dat de Parking Support Brake goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de sen soren
in acht (
→Blz. 476).
Het niet in acht nemen van de voorschriften kan er toe leiden dat een sen-
sor niet goed werkt, waardoor een ongeval kan ontstaan.
● Wijzig, demonteer of spuit de sensoren niet.
● Vervang een defecte sensor uitsluitend door een originele senso r.
● Stel een sensor en zijn omgeving niet bloot aan krachtige schok ken.
● Beschadig de sensoren niet en houd ze altijd schoon.
● Wanneer het gebied rondom een radarsensor wordt blootgesteld aa n een
krachtige schok, werkt het systeem mogelijk niet goed meer door dat de
sensor niet goed meer werkt. Laat de auto nakijken door een erk ende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behor en gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Omgaan met de wielophanging
Breng geen wijzigingen aan de wielophanging aan, aangezien vera nderin-
gen in de wagenhoogte of de hellingshoek van de auto ervoor kun nen zor-
gen dat de sensoren objecten niet juist signaleren, dat het sys teem niet
werkt of dat het systeem onnodig werkt.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 511 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
5124-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
WAARSCHUWING
■Als de Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten ) onno-
dig wordt geactiveerd, bijvoor beeld op een spoorwegovergang
Als de Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten) onnodig in
werking treedt op een spoorwegovergang e.d., wordt de remregeli ng na
ongeveer 2 seconden uitgeschakeld, zodat u verder kunt rijden en de plek
kunt verlaten. De remregeling kan ook worden geannuleerd door h et rem-
pedaal in te trappen. Wanneer u het gaspedaal intrapt nadat de remregeling
is geannuleerd, kunt u weer verder rijden en de plek verlaten.
■ Opmerkingen bij het wassen van de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstralen of
stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
● Spuit bij het wassen van de auto met een hogedrukreiniger niet recht-
streeks op de sensoren, omdat dit er toe kan leiden dat een sen sor niet
meer goed werkt.
● Richt bij het wassen van de auto met stoom de stoom niet rechts treeks op
de sensoren, omdat dit er toe kan leiden dat een sensor niet me er goed
werkt.
■ Wanneer moet de Parking Su pport Brake uitgeschakeld worden
Schakel in de onderstaande situaties de Parking Support Brake u it, omdat
het systeem anders mogelijk zelfs werkt als er geen kans op een aanrijding
is.
● Bij een controle van de auto op een rollenbank o.i.d.
● Wanneer de auto op een schip, vrachtwagen of ander transportmid del
wordt geladen
● Als de wielophanging is gewijzigd of als er een andere maat ban den dan
voorgeschreven is gemonteerd
● Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de bel ading
van de auto
● Als er uitrusting die een sensor kan hinderen, zoals een sleepoog, bum-
perbeschermer (een extra besche rmstrip, enz.), fietsendrager of sneeuw-
ploeg, is geplaatst
● Bij het wassen van de auto in een wasstraat
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 512 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
513
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Parking Suppor t Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs rijden)
*
Deze functie treedt in werking in situaties zoals hieronder aan ge-
geven wanneer in de rijrichting van de auto een auto wordt gesi gna-
leerd.
■Bij het achteruitrijden nadert een auto en het rempedaal wordt
niet of te laat ingetrapt
→Blz. 470
∗: Indien aanwezig
Als een radarsensor achter een auto signaleert die van rechts o f
links achter nadert en het systeem bepaalt dat de kans op een
aanrijding groot is, activeert deze functie de remmen om de
kans op een aanrijding met de naderende auto te verkleinen.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
Soorten sensoren
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 513 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
5154-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E■
Omstandigheden waaronder de Par king Support Brake-functie (voor
voertuigen die achterlangs rij den) een auto niet signaleert
De Parking Support Brake-functie (voor voertuigen die achterlangs rijden) is
niet ontworpen om de volgende typen voertuigen en/of objecten t e signale-
ren.
● Voertuigen die van direct achter de auto naderen
● Voertuigen die achteruit inparke ren in een parkeerruimte naast uw auto
● Voertuigen vlak bij uw auto die plotseling accelereren of decelereren
● Vangrails, muren, bebording, geparkeerde auto's en vergelijkbar e stil-
staande objecten
*
● Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
● Voertuigen die naderen vanuit parkeerruimtes naast uw auto
*
●Objecten die zich zeer dicht bij een radarsensor bevinden*
●Voertuigen die de auto van rechts of links achter de auto naderen met een
snelheid van minder dan ongeveer 8 km/h
● Voertuigen die de auto van rechts of links achter de auto naderen met een
snelheid van meer dan ongeveer 28 km/h
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object
gesignaleerd.
●
Voertuigen die niet kunnen worden
gesignaleerd door de sensoren als
gevolg van obstakels
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 515 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
5174-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E■
Situaties waarin de Parking Sup port Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden) mogelijk niet goed werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande, signaleren de radarsensoren
een object mogelijk niet en werkt deze functie mogelijk niet go ed
● Stilstaande objecten
● Wanneer een sensor of de omgeving van een sensor zeer heet of k oud is
● Als de achterbumper is bedekt met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of v uil
● Bij zware regenval of een andere oorzaak waardoor er veel water op de
auto terechtkomt
● Wanneer een voertuig naast uw auto het detectiegebied van een r adarsen-
sor blokkeert
● Als de auto sterk naar één kant helt
● Als er uitrusting die een sensor kan hinderen, zoals een sleepo og, bumper-
beschermer (een extra beschermstrip, enz.), fietsendrager of sn eeuwploeg,
is geplaatst
● Als de wielophanging is gewijzigd of als er een andere maat ban den dan
voorgeschreven is gemonteerd
● Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de bel ading van
de auto
● Als een sticker of een elektronisch onderdeel zoals een kentekenplaat met
achtergrondverlichting (met name fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in de buurt van een radars ensor is
geplaatst
● Als de stand van een radarsensor is gewijzigd
● Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tussen elke
auto
● Als er een auto snel van achteren nadert
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 517 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
5184-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E●
Omstandigheden waaronder de radarsensor een voertuig mogelijk n iet sig-
naleert
• Wanneer een voertuig van rechts of links achter de auto nadert terwijl u
achteruitrijdend een bocht maakt
• Wanneer u achteruitrijdend een bocht maakt
• Bij het onder een kleine hoek achter- uit uitrijden van een parkeerplaats
• Bij het achteruitrijden op een helling met een grote verandering in het hel-
lingspercentage
• Wanneer een voertuig een bocht maakt in het detectiegebied
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 518 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM