Page 459 of 826
4584-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
BSM (Blind Spot Monitor)∗
De Blind Spot Monitor is een systeem dat radarsensoren aan de linker
en rechter binnenzijde van de a chterbumper gebruikt om de bestuur-
der te helpen de veiligheid te controleren bij het wisselen van rijstrook.
Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt gesignaleerd in de dode hoek van de buit enspie-
gels of van achteren snel de dode hoek nadert, gaat de indicato r in de bui-
tenspiegel aan die zijde branden. Als de richtingaanwijzerschakelaar wordt
bediend in de richting van de zijde waar een auto wordt gesigna leerd, gaat
de indicator in de buitenspiegel knipperen.
Controlelampje BSM OFF
Gaat branden wanneer de Blind Spot Monitor wordt uitgeschakeld.
∗: Indien aanwezig
Overzicht van de B lind Spot Monitor
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 458 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 460 of 826

4594-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Druk op < of > van de bedieningstoets en van het instrumentenpa-
neel en selecteer .
Druk op ∧ of ∨ van de bedieningstoetse n van het instrumentenpa-
neel en selecteer .
Druk op ∧ of ∨ van de bedieningstoetse n van het instrumentenpa-
neel en selecteer .
Wanneer de BSM-functie wordt uitgeschakeld, gaat het controlela mpje
BSM OFF ( →Blz. 458) branden. (Telkens wanneer het contact UIT en
weer AAN wordt gezet, wordt de BSM-functie automatisch ingescha keld.)
■De zichtbaarheid van de indi catoren in de buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspiegels bij fel zonli cht niet goed te
zien.
■ Wanneer “Blind Spot Monitor Unavailable.” (Blind Spot Monitor n iet
beschikbaar) wordt weergegeven o p het multi-informatiedisplay
Water, sneeuw, modder, enz. hopen zich mogelijk op rondom de se nsor in de
bumper ( →Blz. 470).
Wanneer het water, de sneeuw, de modder, enz. rondom de sensor in de
bumper wordt verwijderd, moet het systeem weer normaal gaan werken.
Ook werkt mogelijk de sensor niet normaal bij extreem warm of k oud weer.
■ Wanneer “Blind Spot Monitor System Malfunction. Visit Your Dealer.”
(Storing in Blind Spot Monitor- systeem. Ga naar uw dealer) op h et multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
Er zit mogelijk een storing in de sensor of de sensor is niet g oed uitgelijnd.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste d eskundige.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast aan de persoonlijke v oorkeur.
( →Blz. 795)
In-/uitschakelen van de BSM-functie
1
2
3
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 459 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 471 of 826

4704-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
WAARSCHUWING
■Omgaan met de radarsensor
In de linker- en rechterzijde van de achterbumper van de auto w ordt respec-
tievelijk één Blind Spot Monitor-sensor geplaatst. Houd u aan het volgende
om ervoor te zorgen dat de Blind Spot Monitor goed werkt.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of herstel ler/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige wanneer de waarschuwingsmelding niet verdwijnt.
● Stel de sensor en de omgeving ervan op de achterbumper niet blo ot aan
krachtige schokken.
Als een sensor ook maar iets wordt verplaatst, werkt het systee m mogelijk
niet goed meer en worden auto's mogelijk niet meer correct gesi gnaleerd.
Laat in de volgende gevallen uw auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw alifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
• Een sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan krachtige schok-
ken.
• Als er krassen op of deuken in de omgeving van de sensor aanwe zig
zijn of als een deel van de sensoren is losgekomen.
● Neem de sensor niet uit elkaar.
● Monteer geen accessoires op de sensor of het omliggende gebied op de
bumper en plak er geen stickers op.
● Breng geen wijzigingen aan de sensor of het omliggende gebied op de
bumper aan.
● Breng geen andere kleur lak dan een officiële Toyota-kleur aan op de ach-
terbumper.
●Houd de sensor en het omliggende
gebied op de bumper te allen tijde
schoon. Als een sensor of de omgeving
ervan op de achterbumper vuil is of
bedekt met sneeuw, werkt de Blind Spot
Monitor mogelijk niet en wordt er een
waarschuwingsmelding
(→Blz. 459) weergegeven.
Veeg in dat geval het vuil of de sneeuw
weg en rijd gedurende ongeveer 10
minuten met de auto terwijl aan de
bedrijfscondities voor de BSM-functie
( →Blz. 473) wordt voldaan.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 470 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 472 of 826
4714-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
De BSM-functie maakt gebruik van radarsensoren om de volgende
soorten auto's te signaleren d ie op een aangrenzende rijstrook rijden
en brengt de bestuurder hiervan op de hoogte via de indicatoren in de
buitenspiegels.
Auto's die in het gebied rijden dat niet in de buitenspiegels t e zien in
(de dode hoek)
Auto's die snel van achteren naderen in het gebied dat niet in de
buitenspiegels te zien in (de dode hoek)
BSM-functie
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 471 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 475 of 826

4744-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E■
Omstandigheden waaronder de BSM-functie mogelijk niet goed werk t
● Onder de volgende omstandigheden signaleert de BSM-functie auto 's
mogelijk niet correct:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat de sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de sensor of de omgeving ervan op de achterbumper is b edekt
door modder, sneeuw of ijs of wanneer er een sticker op is geplakt
• Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van slecht weer, zoals zware regenval, sneeuw, of mist
• Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tuss en elke
auto
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een aut o achter u
• Bij een duidelijk verschil in snelheid tussen uw auto en de au to die binnen
het detectiegebied komt
• Wanneer het snelheidsverschil tussen uw auto en een andere aut o ver-
andert
• Wanneer een auto het detectiegebied binnenkomt met ongeveer
dezelfde snelheid als uw auto
• Wanneer uw auto vanuit stilstand wegrijdt, blijft een auto in het detectie-
gebied
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zo als heuvels,
dalingen in de weg, enz.
• Bij het rijden op wegen met scherpe bochten, opeenvolgende boc hten of
oneffenheden
• Wanneer de rijstroken breed zijn of wanneer op de rand van een rijstrook
wordt gereden en de auto op een aangrenzende rijstrook ver van uw auto
vandaan is
• Wanneer een fietsendrager of een ander accessoire op de achter zijde
van de auto is gemonteerd
• Bij een duidelijk verschil in hoogte tussen uw auto en de auto die binnen het detectiegebied komt
• Direct nadat het BSM-systeem is ingeschakeld
• Bij het rijden met een aanhangwagen
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 474 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 476 of 826

4754-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E●
Onder de volgende omstandigheden is de kans dat de BSM-functie onnodig
een auto en/of object signaleert groter:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd doordat de sensor of de omgeving
ervan is blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de afstand tussen uw auto en een vangrail, muur, enz. die het detectiegebied binnenkomt kort is
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zo als heuvels,
dalingen in de weg, enz.
• Wanneer de rijstroken smal zijn of wanneer op de rand van een rijstrook
wordt gereden en een auto die op een andere dan de aangrenzende rij-
stroken rijdt het detectiegebied binnenkomt
• Bij het rijden op wegen met scherpe bochten, opeenvolgende boc hten of
oneffenheden
• Als de banden slippen of spinnen
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tussen uw auto en een aut o achter u
• Wanneer een fietsendrager of een ander accessoire op de achter zijde
van de auto is gemonteerd
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 475 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 477 of 826
4764-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Toyota Parking Assist-sensor∗
∗: Indien aanwezig
De afstand van uw auto tot objecten, zoals een muur, bij het file-
parkeren en inparkeren in een garage wordt gemeten door sen-
soren en wordt doorgegeven via het multi-informatiedisplay en
een zoemer. Controleer bij gebruik van dit systeem ook altijd z elf
de omgeving.
Soorten sensoren
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter Zijsensoren voor
(indien aanwezig)
Zijsensoren achter
(indien aanwezig)
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P
age 476 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
Page 478 of 826
4774-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Dit systeem kan worden ingeschakeld/uitgeschakeld via het multi-
informatiedisplay.
Druk op < of > van de bedieningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
Druk op ∧ of ∨ van de bedieningstoetse n van het instrumenten-
paneel, selecteer en druk op om de gewenste instelling
(aan/uit) te selecteren.
Wanneer de Toyota Parking Assist-sensor wordt uitgeschakeld, ga at het
controlelampje Toyota Parking Assist-sensor OFF ( →Blz. 137) branden.
Als de Toyota Parking Assist-sensor eenmaal is uitgeschakeld, b lijft hij
uit totdat hij weer wordt ingeschakeld via het scherm van het multi-
informatiedisplay. (Het systeem wordt niet automatisch ingescha keld,
zelfs niet wanneer de motor opnieuw wordt gestart.)
Inschakelen/uitschakelen van het Toyota
Parking Assist Sensor-systeem
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 477 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM