3624-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
C-HR_OM_Europe_OM10636E
In de stand AUTO kan de gevoeligheid van de sensor als volgt wor-
den ingesteld door de schakelaarring te draaien.
Verhoogt de gevoeligheid van
de ruitenwisser met regensen-
sor
Verlaagt de gevoeligheid van
de ruitenwisser met regensen-
sor
Gelijktijdig inschakelen
ruitensproeiers en rui-
tenwissers
Door aan de hendel te trekken tre-
den de ruitenwissers en -sproeiers
in werking.
De ruitenwissers maken automa-
tisch een aantal wisbewegingen
nadat de sproeier in werking treedt.
Auto's met koplampsproeiers: Als
de koplampen aan zijn en u de
hendel naar u toe getrokken houdt,
werken de koplampsproeiers één
keer. Daarna werken de koplamp-
sproeiers elke vijfde keer dat u de
hendel naar u toe trekt.
6
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 362 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
3634-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
■De ruitenwissers en ruitensproe iers kunnen worden bediend als
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
■ Effecten van de rijsnelheid op de ruitenwisserwerking (auto's m et ruiten-
wissers met regensensor)
Ook voor de andere standen zal, net als voor de stand AUTO, de tijd tot de
enkele slag om de laatste druppels te verwijderen na het gebrui k van de rui-
tensproeier veranderen afhankelijk van de rijsnelheid.
■ Regensensor (auto's met ruitenwissers met regensensor)
●Als de ruitenwisserschakelaar in de stand AUTO wordt gezet en h et contact
AAN staat, werken de ruitenwissers één keer om aan te geven dat de stand
AUTO is geactiveerd.
● Als de temperatuur van de regensensor 90 °C of hoger is, of -15 °C of lager
is, werkt de automatische functie mogelijk niet. Zet de ruitenw isserschake-
laar in dat geval in een andere stand dan AUTO.
■ Als er geen vloeistof uit de ruitensproeiers komt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwe zig is en contro-
leer als dat het geval is of de sproeierkoppen niet verstopt zi jn.
●
De regensensor registreert de hoeveel-
heid neerslag.
De auto is voorzien van een optische
sensor. Deze werkt mogelijk niet goed
als zonlicht van de opkomende of
ondergaande zon af en toe op de voor-
ruit valt of als er insecten o.i.d. op de
voorruit zitten.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 363 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
3644-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
C-HR_OM_Europe_OM10636E
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot h et gebruik van ruitensproeiervloei-
stof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeiervloeistof pas wanneer de voorruit
warm is. De vloeistof kan anders op de voorruit bevriezen en zo het zicht
belemmeren. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig lets el kan ont-
staan.
■ Waarschuwing met betrekking tot h et gebruik van de ruitenwissers in
de stand AUTO (auto's met ruitenwissers met regensensor)
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht in werking treden als d e sensor
wordt aangeraakt of als de voorruit aan trillingen wordt blootg esteld terwijl
de ruitenwissers in de stand AUTO staan. Let erop dat bijvoorbe eld uw vin-
gers niet bekneld raken als de ruitenwissers in werking treden.
OPMERKING
■ Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voorruit droog is omdat hierdoor de
voorruit beschadigd kan worden.
■ Als er geen ruitensproeiervloeistof uit de sproeierkoppen komt
Als u de hendel gedurende langere tijd naar u toe getrokken hou dt, kan de
sproeierpomp beschadigd raken.
■ Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitger uste des-
kundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is geraakt deze niet schoon te maken
met een naald of iets dergelijks. Hierdoor kan de sproeierkop beschadigd
raken.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 364 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
3744-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
Twee soorten sensoren, die zich achter de grille en de voorruit bevin-
den, signaleren informatie die nodig is voor de werking van de onder-
steunende systemen.
Radarsensor
Camerasensor
Sensoren
WAARSCHUWING
■Voorkomen van storingen in de radarsensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, werkt de radarsensor mogelijk niet goed, hetgeen kan
leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
● Houd de radarsensor en het grille-embleem te allen tijde schoon .
Radarsensor
Grille-embleem
Reinig de voorzijde van de radarsen-
sor of de voor- of achterzijde van het
grille-embleem als ze vuil zijn of als
er waterdruppels, sneeuw, enz. op
zit(ten).
Reinig de radarsensor en het grille-
embleem met een zachte doek zodat
er geen krassen of beschadigingen
ontstaan.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book Page 374 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
3754-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
WAARSCHUWING
●Bevestig geen accessoires, (doorzichtige) stickers of andere zaken op de
radarsensor, het grille-embleem of het omliggende gebied.
● Stel de radarsensor en de omgeving van de sensor niet bloot aan krach-
tige schokken.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste d eskun-
dige als de radarsensor, de grille of de voorbumper is blootgesteld aan
krachtige schokken.
● Haal de radarsensor niet uit elkaar.
● Breng geen verf aan en breng geen wijzigingen aan op de radarse nsor,
het grille-embleem of het omliggende gebied.
● Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun dige als
de radarsensor, de grille of de voorbumper moet worden verwijde rd en
geplaatst of vervangen.
■ Voorkomen van storinge n in de camerasensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, werkt de camerasensor mogelijk niet goed, hetgeen kan
leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
● Houd de voorruit te allen tijde schoon.
• Reinig de voorruit als deze vuil is of als er een dun olielaag je, water-
druppels, sneeuw, enz. op zit(ten).
• Als er een ruitencoating op de voorruit is aangebracht, moeten water-
druppels e.d. nog steeds met de ruitenwissers voor worden verwi jderd
van het gedeelte van de voorruit vóór de camerasensor.
• Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/re para-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste d eskun-
dige als de binnenzijde van de voorruit waar de camerasensor is
geplaatst vuil is.
B: Ongeveer 20 cm (ongeveer 10 cm rechts en links van het midden van de camerasensor)
●Bevestig geen voorwerpen, zoals (door-
zichtige) stickers, op de buitenzijde van
de voorruit vóór de camerasensor (het
grijze gebied in de afbeelding).
A: Vanaf de bovenzijde van de voorruit
tot ongeveer 1 cm onder de onder-
zijde van de camerasensor
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 375 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
3764-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
WAARSCHUWING
●Als het gedeelte van de voorruit vóór de camerasensor is beslag en of
wanneer er condens of ijs op de voorruit zit, gebruik dan de voorruitver-
warming om de condens van de voorruit te verwijderen of de voorruit te
ontdooien. ( →Blz. 577)
● Vervang het ruitenwisserrubber of het ruitenwisserblad als waterdruppels
niet goed kunnen worden verwijderd van het gedeelte van de voor ruit vóór
de camerasensor met de ruitenwissers voor.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun dige
indien de ruitenwisserrubbers of ruitenwisserbladen moeten word en ver-
vangen.
● Plak geen ruitfolie op de voorruit.
● Vervang de voorruit als deze beschadigd is of als er een barst in zit.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun dige
indien de voorruit moet worden vervangen.
● Zorg ervoor dat de camerasensor niet nat wordt.
● Zorg ervoor dat er geen fel licht op de camerasensor schijnt.
● Zorg ervoor dat de camerasensor niet vuil wordt of beschadigd r aakt.
Zorg er bij het reinigen van de binnenzijde van de voorruit voo r dat er geen
glasreiniger op de lens terechtkomt. Raak de lens ook niet aan.
Neem, als de lens vuil of beschadigd is, contact op met een erk ende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behor en gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
● Stel de camerasensor niet bloot aan sterke schokken.
● Wijzig de montagepositie of -richting van de camerasensor niet en verwij-
der de sensor niet.
● Neem de camerasensor niet uit elkaar.
● Wijzig geen onderdelen van de auto rond de camerasensor (binnen spie-
gel, enz.) of het dak.
● Bevestig geen accessoires die de camerasensor mogelijk hinderen op de
motorkap, de grille of de voorbumper. Neem voor meer informatie contact
op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of ee n andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Zorg er als een surfplank of een ander lang voorwerp op het dak moet
worden geplaatst voor dat deze de camerasensor niet hindert.
● Breng geen wijzigingen aan de koplampen of andere lichten aan.
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 376 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
383
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10636E
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
∗: Indien aanwezig
Het Pre-Crash Safety-systeem maakt gebruik van een radarsen-
sor en een camerasensor om voertuigen en voetgangers voor
uw auto te signaleren. Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding aan de voorzijde met een voertuig of een voetganger
waarschijnlijk is, wordt een waarschuwing geactiveerd om de
bestuurder aan te sporen om uit te wijken en wordt de potentiël e
remdruk verhoogd om de bestuurder te helpen een aanrijding te
voorkomen. Wanneer het systeem oordeelt dat een aanrijding
aan de voorzijde met een voertuig of een voetganger zeer waar-
schijnlijk is, worden de remmen automatisch bekrachtigd om te
helpen een aanrijding te voorkomen of om de impact van een
aanrijding te hel pen verminderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem kan worden in-/uitgeschakeld en he t
waarschuwingstijdstip k an worden gewijzigd. (→Blz. 387)
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 383 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM
3864-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10636E
WAARSCHUWING
■Wanneer moet het Pre-Crash Saf ety-systeem worden uitgeschakeld
Schakel in de volgende situaties het systeem uit, omdat het mog elijk niet
juist werkt, hetgeen kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan:
● Als de auto wordt gesleept
● Bij het slepen van een andere auto
● Bij het vervoeren van de auto op een vrachtwagen, boot, trein o f vergelijk-
baar transportmiddel
● Wanneer de auto wordt opgetakeld terwijl de motor aan staat en de wielen
vrij kunnen draaien
● Bij het controleren van de auto op een rollenbank, bijvoorbeeld een ver-
mogensbank of een snelheidsmetertester, of bij het balanceren v an de
wielen op de auto
● Als er veel kracht wordt uitgeoefend op de voorbumper of de gri lle door
een aanrijding of een andere oorzaak
● Als niet op een stabiele wijze kan worden gereden met de auto, bijvoor-
beeld als hij betrokken is geweest bij een ongeval of als er storingen zijn
● Als met een sportieve rijstijl of in het terrein wordt gereden
● Als de banden niet de juiste bandenspanning hebben
● Als de banden zeer versleten zijn
● Als er een andere maat banden dan voorgeschreven is gemonteerd
● Als er sneeuwkettingen zijn aangebracht
● Wanneer er een compact reservewiel is gemonteerd of een bandenr epa-
ratieset is gebruikt
● Als er tijdelijk uitrusting (sneeuwploeg, enz.) die de radarsen sor of de
camerasensor kan hinderen op de auto is geplaatst
C-HR_OM_Europe_OM10636E.book P age 386 Thursday, August 1, 2019 2:53 PM